PASTOORS BLOED
Muntontwaarding en Verkoopprijzen
A, STEVENS-VAHDEEMARLIERE
HêL Eeuwfeest van Melbourne
gI3 Ifastocr te Ceerlijk-St Locïewijk
HandeIsfGor=Ieper van 18 tot 22 April
wie gaat er mee naar
iisieux?
>ickh0uï ieper
het tijdschrift
streven
geluidg0lven,
licht- en radiogolven
het kath. v0lkst00neel
de graal
Inhuldigingsplechtigheid van E. H.Vileyn
Rouwmoedig zijn zonden bekennen
is een hooge akte van zelferkenning,
die nieuw opgaan mogelijk maakt: daar
alleredelste krachten zooals waarheids-
en gerechtigheidszin in werking worden
gesteld. 't Is tevens 'n akte van zelfbe
houd doodskiemen worden uit de ziel
gestoten, zoodat nieuw gezond leven kan
openbloeien.
iiHHiiiiiiiraiiuiimiiiiiii
Bezoekt onzen stand
IN DE HALLE mmmms
een der belangrijkste
1 Neer mar kt, 5, IEP ER
De Économische Ontwikkeling van het Australische Werelddeel
JIWEELEN
VURWERKEN
ZILVERWERK
VLA.AM5CK CULTUURBERICHT
Bijvoegsel aan «DE POPERINGENAAR «DE HALLE 21-4-'35.
IC!
(Een vorige maal mochten wij van
verschillende abonnenten vernemen
dat zij in ons blad met veel genoegen
een artikel hadden gelezen van den
knappen Franschen publicist Pierre
l'Ermite. Wij zijn overtuigd dat vol
gende stukje niet minder in hunnen
smaak zal vallen.)
Een goede pastoor van te lande...
een pastoor die kloek is en gezond,
juist gelijk zijn parochianen... een
telg van dat taai ras uit Normandië,
van dat verstandig volk, dat zijn le
ven en zijn gezondheid niet om den
hals brengt gelijk het zoo dikwijls
gebeurt in dat stomme Parijs.
Kortom M. Pastoor is wel te pas.
Wat valt er daarop te zeggen? En
door zijn goed hart en zijn alom ge
kende gedienstigheid, heeft hij de
genegenheid gewonnen van bijna heel
zijn kudde, verspreid over drie paro
chiën.
Ik zeg «bijna», want onder zijn
kudde loopt er een communist, geen
gemakkelijke kerel, die den pastoor
noch luchten noch zien kan.
Waarom?
Wie kan dat zeggen?
Misschien uit jalozie?
M. Pastoor is gezond als een visch,
en hij is het in 't geheel niet.
Maar daar moeten toch wel andere
oorzaken zijn.
In elk geval de communist kan zijn
pastoor van ver of van bij niet ge
waar worden, zonder dat het bloed
naar zijn hoofd rijst. Dan gromt hij
iets van:
't Is niet van de muren af te
lekken, dat hij zoo vet is.
Ge moet weten, dat de communist
mager is, mager als 't hout van de
galg. Niet dat hij niet genoeg eet en
drinkt. Veel meer dan M. Pastoor.
Maar het wil niet beklijven.
Om het kort te maken, zekeren
dag wordt de communist ziek, heel
ziek. Een gaatje in de darmen, zegt
de dokter, en hij doet hem seffens
vervoeren naar 't hospitaal van de
streek, dat door nonnen wordt be
diend.
De oude zuster, vol ondervinding,
die op hem moest passen, zou geen
cent meer gegeven hebben voor zijn
leven, gelijk zij hem daar zag lig
gen. Daar zij niets kon vermoeden
van zijn roode gedachten, zegde zij
hem heel rechtzinnig:
Beste man, het is nog al ernstig,
hetgeen gij daar hebt... De dokter
zal doen wat hij kan. Maar de beste
dokter is nog altijd Onze Lieve Heer.
Wil ik den aalmoezenier een keer
langs hier doen komen? Het is zoo
een goed mensch, onze aalmoezenier.
Sakkerloot!... 't zat er boven op!
Nooit in haar leven had de zuster
met enkele woorden zulk een geweld
doen losspringen. Zijn oogen rolden
vervaarlijk in hun kassen, en woest
ging hij aan 't schelden:
Ik ben pas in uw vuil kot aan-
gekdmen, en gij wilt mü al een pas
toor op den rug smijten!... Dat
nooit!... Nooit!...
Het is maar een voorstel. Als
gij er niet aan houdt, 't is goed.
En als ik crepeer dan wil ik
burgerlijk begraven worden... abso
luut burgerlijk!...
Zijn vuisten zijn gebald, zijn tand
den knarsen op elkaar. De zuster
tracht hem tot kalmte te brengen.
Kom, kom, ge moet U zoo niet
opwinden. Als gij komt te sterven-.
Te crepeeren!...
Dan zal men u burgerlijk begra
ven.
Burgerlijk, geheel en gansch
burgerlijk... zoo burgerlijk als 't maar
kan!
Afgesproken.
en schudde bedenkelijk het hoofd.
Over u ben ik niet tevreden. Een
dingen alleen zou u nog kunnen red
den, een bloedovertapping. Maar ik
weet niet wie...?
En hij verwijderde zich en her
haalde nog: Ik weet niet wie...?
De zieke zag hem verder gaan.
En dan...? sprak hij tot de zus
ter.
Dan..., hij weet niet wie!
Dan moet ik er aan!
Men zou iemand moeten vinden.
En gij, vindt gij ook niemand?
Ja... ik ken wel iemand.
Wie?
De kranke richt het hoofd op met
een mengsel van hoop en angst in
zijn oogen.
Mijnheer Pastoor.
Verrek!... De pastoor!... altijd
de pastoor!... Dat volk is overal. Men
kan zich niet roeren zonder er op te
botsen.
Maar houd u kalm. Ik heb niets
gezegd.
De zieke keert zich om, en nog, en
meer. Zoo een pijn in zijn buik...
zoo een vreeselijke pijn. Niet om uit
te houden.
De zuster komt en gaat bij de an
dere zieken. Maar als zij langs zijn
bed komt doet hij haar een teeken.
Zuster!
Wat scheelt er?
Denkt gij dat hij zou komen?
Als gij er niet wilt van weten!
Och, haal hem algelijk maar.
De pastoor ls gekomen, de kloeke,
dikke pastoor.
De communist ziet hem aan. 't
Gaat niet zonder moeite, maar hij
reikt hem toch de hand.
Welnu, wilt gij het doen voor
mij
Waarom niet mijn vriend?
Mijn vriend!!
Voor zeven dokters... in tegenwoor
digheid van vijf en twintig zieken
die zich afvragen wat er gaat gebeu
ren, trekt de priester zijn toog uit,
en legt zijn arm op de tafel, nevens
den arm van den communist, waarop
de sikkel staat geprikt en de hamer
van Moscou.
Tamelijk lang duurt de voorberei
ding. Eindelijk dringt de lange naald
in den arm van den geestelijke. En
gedurende tien minuten vloeit het
bloed uit zijn licham, om de aderen
te vullen van den communist.
Gansch bleek geworden, murmelde
de priester tot den lijder:
Ik heb het altijd gedacht, dat
wij eenmaal elkaar best zouden ver
staan.
Wat gaan de kameraden nu
zeggen?
Gij zult in elk geval niet kun
nen ontkennen dat gij nu pastoors-
bloed in de aderen hebt!
Pastoorsbloed!... Nu tot daar,
ik bedank u toch!
En plots is alles anders geworden.
De haat is door de liefde overwon
nen. Zoo luid hij kan, roept de zieke:
Mijnheer Pastoor, gij hebt mij
het leven gered! Gij zijt een flinke
man!
Twee tranen, twee dikke tranen
paarlen in zijn oogen en rollen neer
langs zijn wangen... tranen die van
ver komen... van heel ver... van vóór
den haat.
Dat gebeurde niet ver van Fécamp,
in Frankrijk. Nooit van zijn leven
heeft M. Pastoor met meer bijval ge
predikt. Sedert dien dag is de leeuw
in een lam veranderd, en die twee
menschen zijn broeders geworden.
Niet alleen gevoelt de communist zich
gansch op zijn gemak met het
pastoorsbloed in zijn aderen, maar
moest het eenmaal gebeuren dat
hij zijn pakje tabak derft om zijn
deel te kunnen bijdragen in een werk
van christelijke liefdadigheid, zoo
schreef mij die goede priester, ik zou
er in 't geheel niet verwonderd over
zijn. PIERRE L'ERMITE.
iBBS3E9BiBBnB23E35aBHEasBEBiraBflHBBBBaaHBBBaB9BBEfleMBH
Des avonds kwam de dokter langs
de bedden om te zien wie er 's
anderdaags zou kunnen geopereerd
worden.
Hij bleef stil staan bij den commu
nist, die daar heelemaal bloedloos lag,
DOM W. VERKADE, In Blijde Gebondenïieldblz. 86-87.
Na de brutale ontwaarding van onze
munt met 28 schijnt de Regeering te
schrikken voor de gevolgen van die ont
waarding en zij wil alles in 't werk stellen
om te beletten dat de prijzen der koop
waren even brutaal naar omhoog gaan,
als de waarde van den frank naar omlaag
werd gehaald.
En daar wordt gesproken van maatre
gelen en gedreigd met berispingen en
straffen tegen personen die de verkoop
prijzen zonder grond of abnormaal op
voeren.
Hoe die kontrool zal of kan geschieden,
wordt niet gezegd.
Wetteksten nopens prijzen en winstne
ming bestaan er niet.
Welke prijsverhoogingen wel normaal
en toegelaten zijn, kan evenmin gezegd
worden en wij zouden er moeten uit be
sluiten dat, een eventueel optreden van
de bevoegde overheid, op dat gebied, zal
aanleiding geven tot processen en einde-
looze betwistingen, 't Is daarom dat wij
het nuttig achten de zaak der verkoop
prijzen van wat nader bij te beschouwen.
Iedereen zal accoord gaan om formeel
af te keuren alle prijsverhoogingen, die
alleen gesteund zijn op geest van specu
latie, of die alleen voor oorzaak hebben
een ongezonde winstzucht die wil munt
slaan uit de buitengewone omstandighe
den en de tijdelijke verbijstering en geest
verwarring der bevolking.
Wanneer is eene prijsverhooging dan
wel gewettigd en verrechtvaardigd? Het
ls niet mogelijk daar met één woord of
één beginselverklaring op te antwoorden.
Dit hangt eenigzins af van den aard en
het bedrijf van den verkooper.
En zoo hebben wij in de eerste plaats
de voortbrengers, en onder die voortbren
gers zijn er die grondstoffen bewerken af
komstig uit het binnenland, andere be
werken buitenlandsche grondstoffen.
Wij zien geen enkele reden waarom de
eersten die binnenlandsche grondstof
fen verwerken hunne prijzen onmid
dellijk zouden verhoogen, of hunne stocks
grondstoffen zouden herschatten. Immers
niemand kan in de eerste tijden bereke
nen, noch uitmaken welke juist de in
vloed van de muntontwaarding zal zijn
op den prijs dezer binnenlandsche grond
stoffen.
De andere voortbrengers, welke ook hun
stock weze, weten zeer goed dat de eerste
grondstoffen die zij zullen koopen na
tuurlijk in de veronderstelling dat de we-
reldprijzen ongewijzigd zijn gebleven,
38,88 duurder zullen zijn dan vóór de
muntontwaarding.
Mag hij nu ook zijn stock grondstoffen
herschatten met ditzelfde procent en dien
verhoogden prijs in rekening brengen voor
het berekenen van den kostprijs zijner
afgewerkte produkten? Wij aarzelen ook
geen oogenblik om op deze vraag beves
tigend te antwoorden. Want die waren
hebben inderdaad een grootere verkoop
waarde gekregen.
Wat zoudt ge denken van iemand die
zou komen beweren dat het niet toegela
ten is op de fondsenbeurs vreemü; waar
den aan een hoogeren koers te verkoopen
dan vóór de muntontwaarding, onder
voorwendsel dat die waarden vroeger toch
reeds in het land waren?
Men zou denken dat die mensch niet
normaal is in zijn bovenkamer. En noch
tans is de toestand hier juist dezelfde. Er
is nochtans een verschil: de voortbrenger
zal, bij het vaststellen van zijn prijzen
steeds moeten rekening houden, met de
mededinging, 't zij dat deze uit het land
zelf of uit het buitenland komt.
Wij steunen er nogmaals op dat we niet
hebben gezegd dat de voortbrenger zijn
afgewerkte produkten met zóó of zóó'n
procent mag verhoogen, maar dat hij, bij
het berekenen van zijn verkoopprijs, de
grondstoffen die hij in voorraad heeft,
mag verhoogen mét een procent dat be
antwoordt aan de werkelijke meerwaarde.
Indien b. v. de grondstoffen in den pro
ductieprijs tusschenkomen voor 50 en
de aankoopprijs van deze grondstoffen
met 40 verhoogt, dan zal de productie
kost slechts met 20 verhoogen, zoolang
de loonen en andere algemeene kosten
onveranderd blijven.
Na de voortbrengers hebben wij invoer
ders van waren die zonder verdere be
werking worden voort verkocht, als: kolen,
hout, granen, essence, koffie, enz.
Alle nieuwe aankoopen ln het buiten
land geschieden met een prijsverhooging
van 38,88 zonder rekening te houden
met eventueele tolrechten - ad valorem
en overdrachttaksen. Laat ons zeggen:
minimum 40 Moeten die handelaars
nu hunne stocks likwideeren aan den
ouden prijs? Dezelfde redeneering geldt
hier als voor de voortbrengers, en beweren
dat stocks moeten worden aan den man
gebracht aan den ouden prijs ware in
gaan tegen alle economische reglementen
en tradities! Overigens niemand kan toch
gedwongen worden te verkoopen; en
iemand kan belangrijke voorraden in ma
gazijn hebben, terwijl een mededinger er
geen heeft en onmiddellijk moet inkoo-
pen aan de nieuwe verhoogde prijzen...
Moet die eerste dan blijven voortverkoa-
pen onder de markt? Maar hij za! het
slachtoffer worden van de speculatiegeest
van zijn afnemers die aan den importa-
teur goedkoop zullen koopen en zelf zul
len verkoopen aan de nieuwe prijzen! Dan
kan de invoerder zelf deze winst opstrij
ken en niemand kan hem dat kwalijk
nemen!
Men kan nu wel theorie verkoopen en
zeggen: Alle deze voorraden die op het
oogenblik der waardeverlaging van de
munt ln 't land waren moeten onder alle
verkoopers verdeeld worden en aan den
ouden prijs verkocht; het gaat hier im
mers om een nationale ramp waaruit geen
particulieren profijt mogen trekken!
Theoretisch heel juist. Maar hoe kan
dat toegepast worden? Deze theorie in alle
omstandigheden toepassen ware den han
del eenvoudig onmogelijk maken, want
wat is handel anders dan op 't gepaste
oogenblik koopen, verhooging en daling
der prijzen te voorzien, en een onverwacht
verlies te dekken door een onvoorziene
winst?
Ten andere als er iets moet gedaan
worden in dezen zin, dan ware deze theo
rie in de eerste plaats toe te passen op al
deze personen en inrichtingen die goud en
vreemde waarden hebben aangekocht, die
door dezen aankoop de onrechtstreeksche
oorzaak van de daling van den frank en
die ook de eerste profiteurs zijn van de
nationale ramp. Van onze papieren franks
werd er 28 afgenomen, het ware niets
meer dan billijk dat er van alle goud dat
in de koffers wordt bewaard ook 28
ten voordeele der gemeenschap zou wor
den afgenomen! Maar het meerendeel
van dit goud en vreemde deviezen zijn
reeds weer uitgewisseld in nieuwe fran
ken of in renten!
In een mededeeling .schijnt de Regee
ring er op te pochen dat de essence slechts
met 7 zal worden verhoogd dank zij
hare bemoeiingen! Maar dat is de een
voudige toepassing van 't geen wij hier
boven hebben vooruitgezet. Immers, hoe
wordt de verkoopprijs van essence sa
mengesteld? De prijs bij den invoer, de
taksen beloopende tot 1,50 fr. of 1,60 fr.
per liter,, de vervoerkosten, tot den de-
taillant, en de winst van groot- en klein
handelaar. Als nu de prijs aan de grens
met 40 wordt verhoogd dan komt dit
op niet meer dan 7 op den detailprijs!
En wat is nu de toestand van den klein
handelaar en den ambachtsman! Alles
wat recht en redelijk is voor den nij-
veraar en den invoerder is het natuurlijk
ook voor den middenstander, en niemand
mag hem hetzelfde recht ontzeggen. Al
leen kan een kleinhandelaar niet zoo ge
makkelijk uitmaken welke de invloed zal
zijn van de muntverlaging op zijn in
koopprijzen. Het beste dat hij doen kan
is onmiddellijk prijs vragen aan zijn ge
wone leveranciers voor een eventueele
nieuwe bestelling. In geval deze prijzen
hooger zijn dan vroeger mag hij gerust
dezelfde verhooging toepassen op de wa
ren die hij nog in magazijn heeft! Nie
mand kan hem dat betwisten of kwalijk
nemen. Daar moet hij in volledige vrij
heid zelf kunnen over oordeelen. Door de
prijsverhooging, niet, of niet in eens toe
te passen zal hij misschien zijn kliënteel
meer voldoen, misschien nieuwe kliënteel
bijwinnen, zich misschien voor langeren
tijd werk verzekeren... en dit is ook iets
waard! Eenieder moet zijn eigen toestand
kennen en naar zijn best begrepen be
lang oordeelen en handelen.
A. VAN COILLIE,
Senator.
Z. E. H. Vileyn bij zijne aanstelling, Aan zijn rechterhand: Z. E. H. Kan.
Camerlynck, Deken te Kortrijk en Z. E. H. Kan. Verhamme, Opziener.
Deze bloeiende parochie verkeerde Zon
dag IJ. in blijde feeststemming ter gele
genheid van de plechtige inhuldiging van
Z. EL H. Romaan Vileyn, gewezen krijgs-
aalmoezenier, als' nieuwe parochieherder.
De parochianen h'b'bSE hem dan ook
een feestzinnig en^gulhartig onthaal voor
bereid. Huizen en straten waren stemmig
bevlagd en met-wit«pais, zegepoorten en
gelegenheidsgedichten opgeschikt. Dreu
nende salvoschoten en jubelend klokken-
getamp deden de feestviering heind en
verre kond. Een feeststoet van ruiters,
wielrijders en automobilisten, reed de
nieuwe herder tot aan de grensscheiding
te Zwevegem te gemoet, terwijl zich in
middels langs den Ootegemsteenweg op de
wijk Koeivoeteen tweede stoet zich
opstelde, gevormd door de schoolkinderen,
de verschillende parochiale bonden en ge
nootschappen met vlag of banier. Bij zij
ne aankomst in gezelschap van Z. E. H.
Kanunnik Dr Camerlynck, Fastoor-Deken
te Kortrijk, en de getuigen Z. E, H. Ver
hamme, opziener van het vrij middelbaar
onderwijs, en Z. E. H. Loosveldt. werd de
nieuwe herder door het nationaal lied be
groet, uitgevoerd door de katholieke fan
fare Ste Cecilia uit Deerlijk. Daarop
werd namens de burgerlijke gemeente-
overheid den welkomgroet toegestuurd. Na
het aantrekken der liturgisch- gewaden
aan de kapel en het overhandigen van
den symboUschen herdersstaf, mocht de
nieuwe herder den wencomgroet namens
den Kerkraad aanhooren.
Bij blij klokkengeluid en dreunend sal-
vogeschut zette de groote huidestoet zich
in beweging onder de dreunende stap-
mVQjjep der fanfare Ste Ceciliaen
door de nieuwe herder omringd door de
genoodigden en de overheidspersonen,
welbehaaglijk in oogenschouw genomen.
Zoo toog de feestoptocht door de bevlagde
dorpstraten en deed de nieuwe herder uit
geleide naar de heerlijk opgeschikte dorps
kerk, die weldra voTIlep varTbelangsteUen-
de parochianen. Met het gebruikelijk li
turgisch ceremonie vertoon, werd nu door
Z. E. H. Kan. Dr. Camerlynck. Pastoor-
Deken te Kortrijk, tot de kanonische aan
stelling overgegaan van den nieuwen her
der, die opvolgenlijk in de verschillende
bedieningen van zijn nieuw herdersambt
liturgisch aangesteld en bevestigd werd.
Daarop hield Z. E. H. Deken eene tref
fende gelegenheidsaanspraak over de ver
heven zending van den priester en over
de veelvuldige beteekenis van zijne aan
stelling tot parochieherder. Bij het zin
gen van een plechtig Te Deum en met
den zegen met het Allerheiligste werd de
ze indrukwekkende plechtigheid besloten.
Achteraf werd in het Klooster aan over
heden, familie, en talrijke genoodigden,
een keurig eeremaal aangeboden, tijdens
hetwelk gemoedelijke heildronken beurte
lings ingesteld werden door Z. E. H. De
ken, door Heer Dr Isebaert. burgemees
ter, en door Z. E. H. Loosveldt, Pastoor op
St Jacobs te Brugge. Ten slotte drukte de
nieuwe Herder zijne innige voldoening uit
over dit gulhartig onthaal, en zegde aan
allen gemoedelijk dank.
Wij wenschen Z. E. H. Vileyn een lang
en vruchtbaar apostolaat op onze door en
door christen vlaamsche parochie, God
ter eere en ons volk ten goede.
Ad Muitos Annos!
GROOT
KLEIN i
Huisvrouwen, ge zult er alles vinden
wat nuttig is in het huishouden.
Bokaals V.S.L. en "WECK,, worden tentoongesteld met
de ingemaakte groenten en fruiten.
Een schoon assortiment Vogelkooien en Kweekkooien.
Verschillende nieuwigheden.
Onze uitstalling van verleden jaar, een der schoonste der stad
In het eerste deel van deze artikelen
reeks hefobeh We de ontwikkeling ge
schetst van de stad Melbourne, die, alhoe
wel slechts honderd jaar oud, do zevende
plaats inneemt ln de rij der groote steden
van het Britsche Keizerrijk. En, alle» wel
beschouwd, loopt de groei van Melbourne
paralel met de economische ontwikkeling
van gansch het Australisch werelddeel,
niettegenstaande de geschiedenis van
Australiën vijftig jaar vroeger begint dan
die van Melbourne. Dit komt omdat er
gedurende de eerste halve eeuw weinig
tot stand kwam en de Australiërs er trou
wens liever niet over spreken. En dit ls
begrijpelijk gelijk we hierna zullen zien.
Van al de staten van Australië is Nieuw -
Zuid-Wales de oudste, In 1788, dus amper
enkele jaren na de eigenlijke ontdekking
van Australië door kapitein Cook, legde
een Engelsch schip te Port Jackson, in de
buurt van Sydney, aan. Buiten enkele
paarden, koeien, zwijnen, schapen en ko
nijnen had het bannelingen aan boord.
De gewoonte om ongewenschte elemen
ten naar de overzeescbe bezittingen te
deporteeren, dateert in Engeland van in
het begin der XVII0 eeuw. In dien tijd
werden ze naar de Noord-Amerikaansche
kolonie Virginia verscheept. Ze kwamen
de planters daar uiterst goed te pas.
Immers, in dien tijd, werden er in
Amerika nog geen zwarte slaven verkocht.
Met de onafhankelijkheidsverklaring
van Noord-Amerika werd er aan den toe
voer van Engelsche bannelingen een ein
de gesteld. De ontdekking van Australië
kwam de toenmalige Engelsche regeering
dus uiterst goed gelegen. In 1788 reeds
werd te Port Jackson de eerste strafko
lonie gesticht en de bevelvoerder over die
kolonie was terzelfdertijd gouverneur over
Australië!
Het is alleszins gewenscht dat we hier
in enkele nadere beschouwingen treden
aangaande de deportatie». De oude En
gelsche wetgeving voorzag de verbanning
voor niet minder dan 400 verschillige ge
vallen. Het stelen van 5 shilling, het
stroopen van een haas, het aansluiten bij
een vakvereeniging kon de verbanning als
gevolg hebben. Het geval der martelaren
van Tolpuddle, dat, onder dit opzicht,
uiterst welsprekend is, werd in den loop
van dit jaar nog opgerakeld. Het waren
enkele arme landbouwwerklieden die zich
in een syndikaat hadden vereenigd en
voor dit feit door de squire van hun dorp
als bannelingen naar Australië werden
uitgewezen.
Het is dus begrijpelijk dat de Austra
liërs zich niet schamen over hun voor
ouders, die bannelingen of goudzoekers of
avonturiers waren. Nochtans, van de vele
slechte bannelingen die de eerste kolonis
ten vanwege de soldaten ondergingen,
zijn er vele sporen achtergebleven in het
gemoed; der Australiërs. Ze loopen niet
zoo hoog op met hun Engelecne afkomst
gelijk de Canadeezen b.
Het was ten Jare 1793 dat de eerste
vrije kolonisten in Australië catsoheep-
ten. Sedertdien volgden de inwijkelingen
mekaar snel op, bijzonder na de Napo-
leonsche oorlogen. De meesten echter wa
ren gelukzoekers in den echten zin van
het woord en stonden moreel beneden de
bannelingen. In 1820 schreef een oogge
tuige dat twist, echtbreuk, doodslag in
Australië schering en inslag waren.
In 1821 telde Australië ongeveer 30.000
blanke inwoners, waarvan 3/4 bannelin
gen, die hun bijzonderste middel van be
staan in den schapenteelt vonden.
Vóór 1788 waren koeien, paarden, scha
pen, enz., in Australië totaal onbekend.
Het schip dat in 1788 de eerste bannelin
gen naar Australië bracht, had, gelijk we
het hooger zegden, een lading Europee-
sche huisdieren aan boord. Daaronder
waren 29 merino-schapen. Het lag in de
bedoeling der Engelsche overheid dat de
bannelingen door veeteelt in hun behoef
ten zouden voorzien, Dat de schapenteelt,
echter, in den loop der jaren zulke gewel
dige uitbreiding zou nemen, luid niemand
durven denken. In 1850 bracht Australië
niet minder dan 20.OCO.COO kilos wol op de
markt en op dit oogeriblik bezit het ruim
100 millioen schapen.
De eigenlijke economische opbloei van
Australië begon na 1851. Het was in dat
jaar dat een genaamde Hargraves, die in
Californië zijn geluk had beproefd, in
Australië de eerste goudmijnen ontdekte.
Al wat beenen had in Australië, trok op
naar het nieuwe land van belofte. De
hoeven lagen verlaten en de ontginningen
der kopermijnen, waarmede men juist
was begonnen, moesten, bij gebrek aan
werkkrachten, stilgelegd; worden. Maar
ook uit Europa, Amerika, China kwamen
de goudzoekers in dichte drommen afge
zakt. Iedere week stapten minstens 2.000
vreemdelingen te Melbourne aan wal en
de staat Victoria zag, gedurende het eer
ste jaar, zijn bevolking verdubbelen.
De Chineesche inwijkelingen waren bij
zonder talrijk en dit was een doorn in het
oog der blanken. Er ontstonden twisten
en vechtpartijen en de provincies zagen
zich verplicht in te grijpen om de inwij
king der kleurlingen tegen te gaan of
minstens te regelen. Dit was nog niet
naar den zin der blanken. In Nieuw-
Zuid-Wales werden de Chtneezen manu
militarivan de goudvelden verjaagd.
Doch taai gelijk ze zijn, kwamen ze on
ophoudend terug opdagen. In 1858 waren
de goudmijnen zoo goed als uitgeput
en zoo kwam er, ten minste voor de goud
delvers, een einde aan dit vraagstuk. Van
de baan was het echter niet. De Chinee -
zen gingen zich bij de pachters verhuren
of in de kopermijnen werken, hetgeen
vanher het verzet van de blanken uit
lokte. Eerst in 1888 werd door de provin
cies eensgezind besloten aan de inwijking
der kleurlingen een einde te stellen.
Nochtans, alhoewel het gevaar niet
meer zoo erg vanwege de Chineezen
dreigt, is het kleurlingenvraagstuk in
Australië nog niet opgelost. Integendeel,
Het stelt zich met den dag acuter. Met
leede oogen kijken de Japanners naar de
vruchtbare en dunbevolkte Australische
vlakten. Ze hebben de hoop nog niet op
gegeven er eens vasten voet te krijgen. De
vraag of Australië uitsluitend voor blan
ken zal voorbehouden blijven, is, op verre
na, nog niet uitgevochten.
Het gouddelven was in Australië van
korten duur. Het bracht echter het voor
deel bij dat, eenerzjds, de ftnantieele toe
stand der bevolking, tot dan toe niet erg
door de fortuin begunstigd, erg verbeterd
was en, anderzijds, dat de bevolking van
Australië sterk ln aantal was toegeno
men. En alsof er niets gebeurd was, ging
de economische ontwikkeling verder haar
gang.
Er hoeft hier echter op gewezen te wor
den, dat deze ontwikkeling op verre na
niet te vergelijken was met die van Ca
nada of de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika b.v. De schuld daarvan lag ln de
speciale bodem- en klimaatgesteltenissen
van Australië. Astralië immers is het land
der groote, langdurige droogteperioden.
In den zomer verloopen er dikwijls maan
den zonder dat er een druppel regen valt.
Kleine landbouwondernemingen waren, in
den aanvang althans, zoo goed als uitge
sloten. De uit te voeren werken om de
hoeve van het noodige water te voorzien,
liepen voor kleine kolonisten te hoog in
de papieren. De landbouw werd dus van
den beginne af op kapitalistische grond
slagen ingericht en de inwijkelingen wa
ren landbouwwerklieden in plaats van
kolonisten gelijk het in Canada en de
Vereenigde Staten het geval was.
In 1893 maakte Australië voor her eerst
een crisis door. In het vooruitzicht der
groote toekomstmogelijkheden, waren de
banken al te mild met credieten omge
sprongen. Iedereen wilde in de steden wo
nen en handel drijven. De uitvoerfïrmas
rezen op als uit den grond gestampt.
De economische inzinking, die slechts
enkele maanden duurde, had voor gevolg
dat de speculatieve ondernemingen als
het ware werden weggevaagd en de han
del werd opnieuw op gezonde basis inge
richt. Vele lieden zagen zich verplicht
terug in den landbouw een bestaan te
zoeken of in de mijnen en de opkomende
nijverheden in dienst te treden.
Gezien de rijkdom van den Australi-
schen ondergrond aan kolen, koper, tin,
metaalertsen, enz., kon het immers niets
anders of er moesten talrijke nijverheden
ontstaan. Trouwens, van in het begin de
zer eeuw, brak in Australië reeds de ten-
denz door de grondstoffen zelf te verwer
ken om aan de bevolking .werk en gewin
te verschaffen. In 1911 bezigde de nijver
heid reeds 368.000 werklieden, hetzij 20
t.h. van de totale valiede bevolking. In
1921 was dit aantal tot 443.000 en in 1929
tot ruim 500.000 gestegen.
Er bestaan in Australië niet minder dan
17.000 werkplaatsen en fabrieken, waar-
tusschen 1650 die zich gespecialiseerd
hebben in hef vervaardigen van aller
hande machienen, en de invoer van En
gelsche fabrikaten meer en meer den weg
afsnijden. Verder vindt men in Australië
zeep- en kaarsenfabrieken, gas- en elec-
triciteitsinstellingen. bloemmolen, spin- en
weverijen, suikerrafinarderijen, zagerijen,
brouwerijen, biscuit-, jam- en chocolade
fabrieken, werkplaatsen voor het verwer
ken der huiden, schoenfabrieken, enz. In
de buurt van Sydney rijzen er enkele
groote metaalnijverheden op waar loco
motieven, wagons, autos en motos worden
vervaardigd. Ook telt Australië reeds
glasblazerijen. Al die instellingen arbei
den echter voor de binnenlandsche markt.
Amper t.h. van de gezamenlijke voort-
trergs: wordt uitgevoerd.
■"Slot aanstaande week.)
E2*^.:.f.;<L3SaBBBBIBBBBBBBBB
Naar Lisieux, waar de kleine H. The-
resia voortdurend wonderen verricht;
Naar Lisieux, waar zij rozen van ze
gen en geluk doet nederdalen over de
christene huisgezinnen;
Naar Lisieux, waar de bedevaarders uit
alle landen der wereld toestroomen, dra
gend in hun hart hun wee en hun lijden,
hun verlangens en dankbetuigingen...
WANNEER?
Dinsdag 30 April.
WAAROM
Omdat er dien dag een groote bede
vaart wordt ingericht voor de Belgen
die in Normandie wonen
Omdat er dien dag duizenden Vlamin
gen die in Frankrijk resideeren te Li
sieux zullen samenkomen;
Omdat het dus eene beste gelegenheid
is om onze familie, vrienden en kennis
sen die in Frankrijk wonen, te Lisieux
te ontmoeten en daar te zamen te bid
den voor één en hetzelfde inzicht'
Omdat het ook eene beste gelegenheid
is om met onze landgenooten te gaan ver
broederen, en de heerlijke landstreek van
Normandie te gaan bezichtigen.
WAT IS ER TE DOEN?,
1. Den heelen morgen biecht en
communie in de kapel der H. Thcresia.
2. Te 10.30 uur Plechtige Hoogmis
in de basiliek. Vlaamsch Sermoen door
den E. H. Aalmoezenier der Belgen.
3. Te 12 uur gezamenlijk eetmaal
in het Oucst Hotel.
4. Te 2 uur vertooning van den won-
derschoonen filmDe Koning der konin
gen, in de prachtige cinemazaal Ma
jestic bij den Karmel.
Allo! Wie gaat er meê naar Lisieux,
per trein of per autocar?
De Aalmoezenier in de Eure.
KOS MOS-TOE RISME richt een 3-
daagsche reis in naar ï,isieux op 28 April.
Vraagt inlichtingen aan den Agent Paul
Van Bruwaene, 16, Noordstr., Poperinge.
aliei
Juist
erh&nde
ea goed
Sierlijk
en mooi.
Onze Redactie ontving het Februari
nummer van het jonge tijdschrijft «Stre
ven», VI. cultuurblad. Wij nemen deze
gelegenheid te baat om onze lezers met
dit interessant cultuurblad bekend te ma
ken. Het doel van Strevenis klaar
blijkelijk de lezers ernstige studiën te le
veren over de verschihetis" problemen die
de belangstelling van ecu intellectueelen
Vlaming gaande maken. Een overzicht
van het enkele nummer dat voor ons ligt
zal volstaan om de alzijdigheid van dit
tijdschrift te bewijzen. Prof. Robbers, van
Nijmegen, aan de hand van de philoso-
phische discussies op het Congres van
Praag, schetst ons de Wezenstrekken
van den GodsdienstHet zoo delicate
probleem van den katholieken Roman
schrijver, overal aan de orde van den
dag, wordt belicht door den gezagheb-
benden criticus, E. H. Joris Eeckhout.
Wie verneemt -tiet graag authentieke ge
gevens over de huidige cultureele stroo
mingen in Duitschland? Een gespeciali
seerd duitsch geleerde, Dr Bruders, ont
leedt de duitsche gedachtensUoomingea,
zooals deze zich deden gelden in de duit
sche litteratuur van 1934: eene zeer rijk
gedocumenteerde studie. Altijd rn het
zelfde nummer, spreekt ons"Dr Elant
over Hippocrates de Vader der genees
kunde en biedt ons E. P. Janssen eene
diep doordachte kritiek aan van het on
langs verschenen standaardwerk van Van
Tricht over Van Eeden. Daarna komen
de geschiedenis, de wijsbegeerte en de
economie aan de beurtoveral bemerkt
men de zorg aan van de Redactie die de
lezers op de hoogte wil houden van heel
het geestelijk leven van onzen tijd. En
kele korte mengelingen betreffende voor
al de jongste sociale gebeurtenissen vor
men een interessanten overgang tot de
rijke boekbespreking, die ons op de
hoogte houdt van de voornaamste uitga
ven van Noord en Zuid.
Streven is pas zijn tweeden jaargang
ingetreden, maar door zijn degelijkheid
heeft het zijn bestaansrecht onder de
Vlaamsche cultuurbladen meer dan be
wezen. Wij zijn verzekerd dat het in den
groei van onze Katholieke gedachte eene
eereplaats zal veroveren. Het tijdschrift
verschijnt om de twee maanden en bevat
96 bladzijden (Abonnementsprijs 20 fr.).
Men kan alle verdere inlichtingen beko
men bij de Administratie: Prinsstraat, 13,
Antwerpen, of bij de Redactie; Frank-
rijklei, yl, Antwerpen.
WETENSCHAPPELIJKE KRONIEK
Toen wij kind waren hebben wij
zeker allen het spelletje gespeeld, dat
hierin bestond, dat we aan een staaf
in den muur een touw vastknoop
ten, dit niet te sterk gespannen ia
de hand hielden met het losse eind
een vlugge op- en neergaande bewe
ging uitvoerden. Bij ons noemt men
dit: op een touw paarden doen loo
pen; de knapsten slaagden er wel
eens in die beweging zóó vlug uit te
voeren, dat het touw zich als onbe
wegelijk voordeed met een reeks rug
gen en dalen. Weinig dachten wij er
toen aan, dat wij met wat men in de
wetenschap een staande golf noemt
te maken hadden, noch dat wij den
afstahd tusschen twee opeenvolgen
de golfruggen golflengten moesten
noemen.
Een ander eenvoudig golfverschijn
sel is dat, wat zich in een vijver
voordoef als men er een kassei in
werpt. Het water voert een trillende
beweging uit, die zich voortplant. We
leggen er den nadruk op: het is de
beweging van het water, die zich
voortzet, niet het water zelf. We zou
den kunnen een eenvoudige proef
bedenken, die daarin zou bestaan, dat
men op een bepaalde plaats in den
vijver een reeks steenen zou laten
vallen, den een na den ander en op
regelmatige tusschenpoozen. Met een
beetje handigheid zou men het op
die wijze wel gedaan krijgen, het
wateroppervlak een regelmatig gol
vend karakter te geven, precies als
het koord van zooeven. Weer zouden
we golflengte van de ontstane golf
den afstand noemen tusschen twee
golftoppen.
In de natuur doen zich tal van
golfverschijnsels voor, die alle in twee
wel onderscheiden groepen vallen in
te deelen: de mechanische en de
electromagnetische. De eenvoudige ge
vallen, zoo juist beschouwd, zijn voor
beelden van mechanische golven. Ge
luidsgolven zijn insgelijks mechani
sche golven. De bron er van is een
trillend voorwerp: een stuk metaal,
een vioolsnaar, een fladderende wiek,
en zoo voort. Dit voorwerp vervult
de rol, die straks de steen vervulde,
die men in het water wierp. De mid
denstof, waarin deze nieuwe golven
zich nu voortplanten is de lucht, die
dus de plaats inneemt, eerst door het
water of het touw ingenomen. Alleen
is het nu niet meer zoo eenvoudig
dat men weer van golfruggen en golf-
dalen mag spreken. Deze zijn nu in
genomen door verdichtingen en ver
dunningen, die zich onder den in
vloed van de mechanische storing in
de lucht voordoen en waarvan de
afstand nu de golflengte ls van de
geluidsgolf.
Bij ieder golfverschijnsel komen
verschillende zaken ter spraak. Bui
ten de bron en de middenstof spreekt
men, naast de golflengte ook nog
van de frequentie van de golf en van
haar voortplantingssnelheid. Tusschen
deze drie laatste grootheden bestaat
nu een merkwaardig verband, dat
zoowel voor mechanische als voor
electromagnetische golven geldt: de
golflengte is gelijk aan de voortplan
tingssnelheid. gedeeld door de fre
quentie.
In de lucht, bij voorbeeld plant een
geluidsgolf zich voort met een snel
heid van 840 meter per seconde. A13
men na, twee geluidsgolven uitzendt,
door op de toetsen van een vleugel
te kloppen, die respectievelijk de ut
en de la van de normale toonladder
zijn, kan men, wetend dat de fre
quenties van deze golven zijn 256 voor
de ut en 432 voor de la, berokenen
wat hun golflengten zijn in de lucht,
In een ander midden dan de lucht
plant een geluidsgolf zich met een
andere snelheid voort. In een stalen
staaf geschiedt deze voortplanting
met een snelheid van 5000 meter per
seconde.
Tusschen electromagnetische gol
ven en mechanische bestaat een rui
me overeenkomst. Ook hier hebben
we te maken met een golf bron: deii
zoogenoemden oscilleerenden keten.
Ook hier hebben we een middenstof,
den zoogenoemden wereldaether, dieiï
door den Engelschen geleerde Max
well omstreek het midden der vorige
eeuw werd bedacht om de voortplan
ting van electromagnetische golven
te kunnen uitleggen. De best geken
de electromagnetische golven zijn de
radiogolven. De oscilleerende keten
wordt ditmaal gevormd door de an
tenne van het zendstation. Hoe hij
precies werkt hopen we in een vol
gende kroniek te verduidelijken. Een
maal ontsaan, brengen de radiogolven
maal ontstaan, brengen de radiogolven
dunningen te weeg, juist zooals ge
luidsgolven in de lucht. Alleen, de
snelheid waarmede dit proces nu ge
schiedt is onvergelijkelijk veel groo-
ter: per seconde legt een radiogolf
een weg van 300.000 kilometer af, dit
is evenveel als zeven maal den om
trek van de wereld. Met behulp van
dit getal kan de nieuwgierige lezer
weer eens uitmaken of de opgaven
aangaande golflengte en frequentie
van verschillende zendstations, die
hij In zijn krant vindt, in orde zijn.
Zooals boven gezegd werd moet hun
product namelijk steeds aan 300.000
kilometer gelijk zijn.
Minder is het bekend, dat warmte-
golven, lichtgolven en X-stralen ins
gelijks electromagnetische golven
zijn. Deze verschillende soorten on
derscheiden zich alleen van elkaar
door hun golflengte, en dus, daar alle
electromagnetische golven zich met
de zelfde snelheid van 300.000 kilo
meter per seconde voortplanten, ook
door hun frequentie. Elkeen van deze
soorten stralen wordt teweeg gebractft
door een min of meer snelle aether-1
trilling. Waar radiogolven een golfr
lengte hebben die kan gaan van en
kele kilometer tot enkele centimeter,
hébben warmtestralen een golflengte
van eenige millimeter, lichtstralen
eenige tienduizendsten millimeter en
X-stralen eenige tienmillioensten mil
limeter. Het is natuurlijk buitenge
woon interessant de wijzen na te
gaan op de welke men deze zeer
kleine lengten nog kan meten. Eens-
daags vertellen we ook hieromtrent
nadere bijzonderheden.
i50aBBBiB8isss9»aBaaHBSB09iBea
werkt thans aan een bijzonder interes
sant 11 Juli-programma (spreekkoren,
zang', voordragen, muziek en tooneel).
Omstandige opgave wendt bij aanvraag
grae.g medegedeeld. Met keurige, ver
zorgde. voor iedereen genietbare avon
den zoo verovert De Graal zijn pu
bliek!
Voorwaarden en inlichtingen; Kardi
naal Mercierstraai, 93, Brugge.