PAASCHREVOLUTIE VONNIS SPROETEN-. KATHOLIEK WEEKBLAD VAN IEPER SPRUTOL Siet Piechtig Triduum te Lourd&s fcritgevfïï POLITIEKE KRONIEK Ë'ihiopië oi Abessinië uitgesproken door de Rechtbank van Eersten Aanleg te Yper IN KOOPHANDELSZAKEN in zaak de Naamlooze Vennootschap ANTVERPI A-BRAND VERZEKERINGEN IN NAGEDACHTEHES DER BRG7SCHE OORLOGSHELDEN te IEPER ZONDAG 28 APp.1] IL 1S33. s WEEKBLAD; 35 CENTIEMEN. 3' JAAR. Nr 17. «DE HALLE» Katholiek Weekblad van leper Bureel; Doterstraat, 17, IEPER. ABONNEMENTSPRIJS VOOR 1 JAAR (per post) Binnenland 18,60 fr. deigisch Congo 35,fr. Frankrijk 35,tl. Alle andere landen 55,fr. SANSEN VANNESTE, PopëHhg* Tel. Foperlngè w* fostcheckrekcniag N' 15.57%, TARIEF VOOR BERICHTEN: Kleine berichten per regel 1.10 f-. Kleine berichten (fhinlrr.urn) 4,CO 'r. 2 fr. toeL v. ber. met adr. t bur. Berichten op 1* bl. per regel 2,50 fr. Berichten op 2' bh per regel 1.15 s Rouwber. en Bedank, (min.) b.CO Xr. „Te herhalen aankondigingen: - >- prijs cp aanrarg. 'Annonëeri rijn vooraf te beta' n 'en moeten tegen don Y7o:~ - avond Ingezonden worden. - K i:-.3 berichten tegen den Donderdag ne.u. 't Woord is hard, en toch zoo wel gekozen voor de heerlijke Paasch- actie ingezet door onze Katholieke Jeugd. Onze jeugd heeft begrepen dat de tijd lang voorbij is, waarop 't geluid van Paaschklokken slapende men- schen kan wakker schudden voor de Paaschviering. Zij heeft begrepen dat geweldige strooming en beroering noodig zijn om slapmoedige gemoe deren los te krijgen van allerlei blnd- gewas, en ze mee te trekken naar verzoening en innerlijke Paasch- vreugde. Een reusachtige propaganda werd voorbereid, geestelijk bevrucht door gebed en offer van duizenden een voudige jongens en meisjes uit ons Vlaamsche volk, en met krachtlgen durf doorgezet in alle dorpen en steden. Meer dan een millioen Paaschbla- den werden verspreid in wijken cn straten, in stations en werkhuizen, om aan te sporen en te omwentelen tot blijde levenshernieuwing. Menschen hebben hun schouders opgetrokken om te zeggen: Waar tos zulks nu toch dienen mag? De jeugd heeft geantwoord: «Paasch- omwenteling in de menschenzielen!». Zij die van ouden trant zijn en oude methodes, hebben niet begrepen. Anderen die graag kritiseeren en grager nog kleineeren, hebben het woord gelanceerd: «Straatgeloop en strooien vuurwerk! Zij ook hebben niet ingezien de macht der openbare rtklame voor het goede, en nog min der de innerlijke ziel ontwaard van onze jeugdorganisaties. Zij hebben niet de warmte gevoeld van het in wendig vuur, dat in jeugdige harten taaien kan, noch den polsslag nage gaan van opborrelende stuwkracht, waarvan dit uitwendig vertoon slechts een uitstraling is. De jeugd heeft zulke lieden laten denken en praten, en drong onder- tussche binnen in de huizen, en in de zielen, met haar Paaschlach en haar boodschap. Duizenden hebben de boodschap aangenomen, er naar geluisterd. Voor hoeveel onder hen was de zielom- wenteling en de herleving noodig? Duizenden hebben misschien ge weigerd, en het blad, dat aan een plicht herinnerde, als een vod weg geworpen ln de stations, in de fa brieken, op 't werk. 't Is mogelijk. Doch zelfs in zijn gescheurde lappen en flarden op den grond, heeft wel licht dit blad 'n stem uit een ver verleden wakker geroepen, iets of wat van 'n gevoelige snaar werd geraakt, een herdenken aan vroegere tijden van innige vrede. Het vuur kan lang smeulen onder de asch alvorens de vlam uitslaat. Maar wanneer een Paaschblad brandtin handen, die het verfrommelen, dan is het een teeken dat het vuur nog brandt in de diepe lagen van een geloovig hart. Vroeg of laat komt de vlam oplaaien ten gunstigen tijde. Paaschrevolutie! Kranig woord en durvende daad, waarvoor men in be wondering staat. Zulke daad mislukt niet, kan niet mislukken. Nog zou zij vruchtbaar zijn, de Paaschactie onzer Katholieke Jeugd, al had men al de bladen geweigerd en weggeworpen... uit menschelijke vrees of geveinsde onverschilligheid. Want elk blad heeft een Stem die, ondanks alles, nog roepen zal eer de Paaschtijd met zijn nieuwe vreugde beloften is voorbijgegaan. fIiSS9B3E£8239BISB95!0S89BBESES9SSSSSS3!3BEHSBBRBS!IB3BSS«2ZB Europa heeft voor velen de betee- kenis niet die het behoeft. Wat is Afrika anders dan een puur Europeesch wingewest? zoodat het begrip Europa nagenoeg gansch Afri ka omvat. De superioriteit van het blanke ras heeft zich vooral tegenover de zwakkere, primitieve volkeren doen gelden. En als er thans nog één enkel Afrikaansch volk zijn onafhankelijk heid behield, dan komt het vooral door de intrigues die sommige Euro- peesche grootmachten tegen elkaar uitspeelden. Zoolang er te grijpen viel, greep ieder wat hij kon. Doch wanneer de laatste buit te verdeelen bleef, werd men het vreeselijk on eens, zoodat Ethiopië tot hiertoe vrij en onafhankelijk bleef. De vraag is nu hoelang dit nog duren zal. De rivaliteit tusschen Frankrijk, Engeland en Italië was feitelijk de voornaamste bestaansfaktor van het Aoessinische rijk. De inwendige macht van het Negus-rijk is natuurlijk niet denkbeeldig, doch waren de drie be trokken groot-mogendheden het vijf tig jaar geleden eens geworden, ne gen kansen op tien zou Ethiopië se dert lang onder Italiaansch protek- toraat staan. En juist omdat de Euro- peesche horizont de solidariteit der drie betrokken landen noodzaakt mag er gevreesd voor het bestaan van een vrij Ethiopië. De onafhankelijkheid van Abessinië staat of valt met de rivaliteit of de solidariteit tusschen Frankrijk, Engeland en Italië. Het spreekt van zelf dat de Ethio pische koning weinig zin heeft in het opgeven zijner macht en zich des noods met hand en tand weren zal. De strijd tusschen het overmoedig Italië en het Negus-volk zou wel in teressant om volgen zijn. Indien de Ethiopische zwervers zich onder de hoede van hun vorst scharen kan de strijd hardnekkig en langdurig wor den. Doch zwervende stammen bezit ten doorgaans slechts een embryon- nair nationaliteitsgevoel. Hun vrij heidsdrang is vaak zoo sterk dat ze noch Italiaansche noch Ethiopische bescherming wenschen. En anderzijds bezit fascistisch Italië zoo een ontzet tende reserve strijdkrachten dat ten slotte de 15 miljoen Abessiniërs eraan eouden moeten. Er is echter een precedent dat Ita lië veel stof tot nadenken moet be zorgen en het blijkbaar ook doet. Hoe de Duce ook maar sterke troe penmachten naar Afrika stuurt, toch blijft alles voorloopig kalm. Welis waar drukt de beschermende hand van Frankrijk over Ethiopië. Het is namelijk Frankrijk dat Ethiopië als volkenbondslid deed opnemen, in de hoop alle Italiaansche aanspraken definitief te ontzielen. Nu Frankrijk Zich blijmoedig de steun van Italië verzekerde tegenover het Duitsche eenheidsfront, weet het ongetwijfeld niet veel raads meer met het Ethio- pisch lidmaatschap. En het komt voor dat Frankrijk bij een Italiaansch- Ethiopische oorlog rustig zwijgen zou, indien het konflikt maar niet onmid dellijk losbreekt. Duurt het nog een tijdje, dan zal er wel wat op gevon den worden om de vroegere bescher ming te onttrekken. Italië is echter nog niet vergeten dat op 1 Maart 1896 haar totale strijdmachten te Adoea vermeld wer den. En hoe sterk deze te wreken jieerlaag tot revanche aanspoort, toch blijft ze een rem, omdat revanche nemen op Abessinië een zeker pro cent onbekenden omvat. Land en volk verbergen op Afrikaanschen bodem geheimzinnige dingen, waardoor blan ken moeilijk zien kunnen. De les van Adoca is er een kostelijke geweest, alhoewel niet iedere Abyssinische ko ning Menelik II heet. Hieruit blijkt dat de Italiaansche aanspraken op Ethiopië niet van van daag dagteekenen. Tegenover de Roo- de Zee bezit het reeds Erythrea (1885) en meer ten noorden Lybië. Het Ethio- pisch alpenklimaat is ten andere een zeer gunstige kolonisatiefaktor voor Italianen. Doch vijftig jaar geleden zag Frankrijk met leede oogen op naar een uitbreiding van Italiaan- schen invloed en steunde het zij het dan ook op bedekte manier het Abessynisch verweer. Later stak Engeland een handje toe om het Franscli prestige neer te halen en de vijandschap tusschen enkele Ethio pische regeeringsfamilies was hier voor een welkome gelegenheid. Edoch er gebeurden intusschen be langrijke dingen in... Arabië die di- rekt hun weerslag lieten gevoelen op de Ethiopische luchten. Waar Italië voorloopig geen kans zag voor expansie langs Ethiopische zijde, slaagde het erin een invloeds sfeer te vestigen aan de overzijde van de Roodc Zee... in AraOië. Oil WüS volstrekt niet naar den zin van En geland, dat er een voornaam bescher- mingsgebied heeft ten Noorden en ten Zuiden. Een oorlog tusschen twee Arabische imans, waarvan een recht streeks door Engeland gesteund, ont nam Italië alle kans de Assir-provin- cie te koloniseeren. Italië nam dit echter zoo ridderlijk aan dat gerust mag verwacht dat En geland even ridderlijk de Italiaansche expansie aan de overzijde dulden zou. En ivaar Frankrijk in 1934 en nog zeer onlangs belangrijke gebieden af stond in Somaliland alsmede aandee- len in de Harrar-spoorbaan zal het wel tot verdere concessies bereid zijn, indien Italië nog wat geduld kan hebben. De Europeesche toestanden vergen een Franco-Italiaansch bondgenoot schap. En dit kan zeer ver reiken. Incidenten zijn ginds bij de vleet voorhanden. De grens van Ethiopië is niet totaal afgebakend en in de grens strook bewegen zich voornamelijk tal van zwervende stammen, die wel niet zoozeer de macht van den negus er kennen. doch van Ethiopische her komst blijken. Om een hond te kas tijden wordt gemakkelijk een stok gevonden. En Italië is gedwongen zich uit te zetten. In Afrika is nu echter geen ander grondgebied meer vrij, zoodat willens nillens Abessinië tot objektief aangewezen is. Dit zal een zeer interessant rechts probleem opwerpen. Abessinië is een vrij land, lid van den Volkerenbond. Italië insgelijks. Indien er nu tusschen de twee rivalen geen overeenkomst kan bereikt worden, welke zal de hou ding van Genève zijn. Kan de Vol kerenbond wel dulden dat tusschen twee van zijn leden, de een de an dere verslindt? Destijds heeft Japan wel Mandchourije onder zijn voogdij geplaatst, doch, sauf erreur, had Ja pan zich reeds uit den bond terugge trokken. Hier geldt het twee werken de leden, die theoretisch met dezelfde rechten en dezelfde plichten beladen zijn. Volgens de Volkerenbond-juri- diktie kan er van oorlog geen spraak zijn voor eventueele grensincidenten wanneer beide partijen leden zijn, en het geschil voor den Raad gebracht wordt. Wat in Mei eerstkomende ge beuren zal. En toch mag de zaak pes simistisch bekeken worden. Japan werktsedert enkele jaren aanhoudend in Ethiopië. Waar de ge len geen kans zien voor hun unifor men probeeren ze het met seriewerk tmade in Japan*. Ook zij zullen zich niet goedschiks op zij laten zetten door Italië. Zoodat Abessynië nog veel herrie kan verwekken. Dit vreezen de Fran- schen dan ook terecht en om niet beschuldigd te worden van meineed ten opzichte van Ethiopië en de gan- sche wereld, probeeren ze den Ita lianen te overtuigen georganiseerd Ethiopië met rust te laten. Er zijn nog zeer uitgestrekte gebieden waar op Ethiopië zelf een soort mandaat uitoefent en deze gebieden schijnen den Franschen *le moindre maltoe. Ter inlichting weze hier nog bijge voegd dat Belgische en Duitsche of ficieren met de opleiding van het Ethiopisch leger belast zijn. Zoodat de meening over een minderwaardige Ethiopische verdediging zeker mag opgegeven. Wait and see Wachten en zien. (Verboden nadruk.) Herwig. in date van Dertienden Februari 1900 vijf-en-dertig gevestigd te Sinte-Mariaburg-Brasschaet tegen en ten laste van DENYS MAX Handelaar en Verzekeringsagent te MEESSEN, Yperstraat, Nr 4. Wij. LEOPOLD III, Koning der Belgen, aan allen tegenwoordige!» en toekomen den doen te weten: Dat de Rechtbank van eersten aanleg te Yper, zetelende in handelszaken, het volgend vonnis heeft uitgesproken, over geschreven na de hoedanigheden waar van de inhoud volgt: In zaak de Naamlooze Vennootschap ANTVERPIA-BRANDgevestigd te Sinte Mariaburg-Brasschaet H. R. Ant werpen, nummer zeven-honderd-een-en- tachtlg, vervolging en benaarstiging van haar Beheerder-Bestuurder, den heer Emile De Back, wonende te Passy-Froy- ennes, nummer vier-en-zestig, steenweg naar Kortrijk, eischeres, hebbende voor machthebber Meester Carlos De Baeck, advocaat te Antwerpen, Tegen DENYS MAX, handelaar en ver zekeringsagent, wonende en gehuisvest te Meessen, Yperstraat, nummer vier, verweerder, vertegenwoordigd door Mees ter Lsuridan, advocaat. Hoedanigheden: Bij exploot van Deur waarder Tahon te Yper, in date van zevenden April 1900-drie-en-dertig op gesteld op zegel van drie frank en gere gistreerd, heeft eischeres dagvaardiging doen geven aan verweerder om te ver schijnen den Woensdag twaalfden April 1903-drie-en-dertig, om tien ure des voormiddags, voor de Rechtbank van Eersten Aanleg te Yper, zetelende in han delszaken ten gerechtshove aldaar, ten einde Aangezien verweerder van eischeres verzekeringen tegen brand sloot tot op acht-eni-twintigsten Februari 1900-drie- en-dertig, datum op dewelke eischeres verplicht was alle verdere betrekkingen met hem te weigeren; Dat hij zich voor en na dezen datum bij verzekerden van eischeres begaf, en, onder voorwendsel de verzekeringen te verhoogen, te veranderen of te verbete ren, van dë onwetendheid en het ver trouwen van deze personen gebruik maakte, om ze tegen hunnen wil bij andere maatschappijen te verzekeren; Dat hij insgelijks het gerucht rond strooit dat hij niet meer werkt voor eischeres, omdat deze te duur is; ge weigerd heeft zonder recht een brand- ongeval te vergoeden te Meessen en ten andere op het punt is failliet te gaan. Aangezien deze handelwijze aan eische res groote schade berokkent, welke enkel op hisrnavermelde wijze kan vergoed worden Te hooren verklaren dat het to vellen vonnis zal opgenomen worden in twee Vlaamsche dagbladen van Yper en .dat de kosten van deze opneming zullen her vorderbaar zijn tegsn verweerder, op eenvoudig vertoon van de kwijting; Verweerder zich te hooren veroordeelen en ten titel van schadevergoeding de som van vijf duizend franken, te verminderen of te vermeerderen, te betalen met de rechterlijke intresten en de kosten des gedings, en met verklaring dat het te ge ven vonnis uitvoerbaar zal zijn, niet tegenstaande alle verhaal en zonder borg. Geding gescfïat op meer dan zes duizend franken en aan de wet op de bevoegdheid te voldoen. Da zaak werd regelmatig opgeroepen in zitting van twaalfden April lBOO-drie- en-dertig en herhaaldelijk verschoven. In zitting van twaalfden Juli 1900-drie- en-dertig, Meester Leuridan, advocaat, namens den verweerder gaf lezing van besluitselen opgemaakt op zegel van drie frank, nedergelegd ter Rechtbanken ge voegd aan het zittingsblad, waarin hij besloot, om de redenen erin aangehaald en hier als overgeschreven beschouwd: behage het de Rechtbank: I. - In hoofdzakelijke orde: Zich onbevoegd te verklaren om over den hoofdeisch te kennen. II. - In uiterst ondergesev Ikte orde: Den eisch van eischeres te verwerpen als ongegrond; zich bevoegd te verklaren om te kennen over den wedereisch en eischeres te veroordeelen tot het betalen aan verweerder eene som van: 1. - Drie duizend frank als loon, ver schuldigd voor den duur van den opzeg gingstermijn; 2. - Van twintigduizend frank als kom- missieloon op het premiebedrag der door verweerder afgesloten brand verzekerings kontrak ten; 3. - Van vijfduizend frank ten titel van schadevergoeding, 't zij te zamen acht en twintigduizend frank, met de rechterlijke intresten en de kosten des gedings, als wedereisch. In zitting van vijfden December 1900- vier-en-dertig, Meester Verstraete, ad vocaat, namens verweerder gaf lezing van besluitselen, opgemaakt op zegel van drie frank, nedergelegd ter Rechtbank en gevoegd aan het zittingsblad, waarin hij verklaarde dat, om de redenen erin ver meld en hier als overgenomen aanzien, verweerder volhardt in zijne besluitselen. Ter zitting van drie-en-twintigsten Ja nuari 1900-vijf-en-dertic werden partijen gehoord in hunne middelen en besluit selen. de Rechtbank verklaarde de ver handelingen gesloten en verleende in zit ting van dertienden Februari 1900-vijf- en-dertig volgend vonnis: VONNIS Gezien de dagvaardiging om voor deze Rechtbank te verschijnen in date van zevenden April 1903-drie-en-dertig, ge registreerd; Gezien de overige stukken van hit geding; Gehoord partijen in hun middelen en besluitselen; Aangezien de vordering door aanlegster ingeleid, er toe strekt, verweerder te hooren veroordeelen tot de som van vijf duizend frank ten titel van schade vergoeding, alsmede tot het opnemen, ten koste van verweerder van het tus schen te komen vonnis ln twee Vlaam sche dagbladen van Yper; Aangezien eerst en vooral, verweerder de onbevoegdheid der Rechtbank «rations materiseopwerpt; Immers, als ver zekeringsagent trekt hij een wisselvallig en veranderlijk commissieloon en dus zijn de verrichtingen door hem gesteld, geen handelsdaden; Aangezien het, uit de gegevens der zaak. blijkt dat Dcnys feitelijk verzekerings agent is geweest en nog is; dat hij, ln deze hoedanigheid, wegens oneerlijke mededinging door eischeres wordt aan gesproken en dus de Rechtbank luidens artikel twaalf, primo, der wet van vijf- en-twintigsten Maart achttien-hon derd-zes-en-zeventig wel bevoegd is om onderhavige betwisting te beslechten; Ten gronde: Aangezien, tot staving van haar vorde ring, de eischeres aanvoert, dat ver weerder toen hij nog als haar verzeke ringsagent werkzaam was, alsmede later, toen hij reeds als agent werd opgezegd, zich, ten haar nadeele, aan oneerlijke mededinging zou plichtig gemaakt hebben; Aangezien, uit de medegedeelde geding stukken en namelijk uit een straf rechterlijk onderzoek is gebleken dat verweerder in de eerste helft van het jaar 1900-drie-en-dertig op verschillen de stonden, zich bij talrijke personen van Kemmel, Waasten, Ploegsteert, Wulverghem, Wytschaete, Meessen, enz. enz., heeft aangeboden, en van het ver trouwen of de onwetendheid van voor noemde personen gebruik heeft gemaakt om ze tegen hun wil of buiten hun weten, bij een andere maatschappij te verzekeren; dat het verders door voor noemd onderzoek, ook is bewezen dat Denys in verschillende gemeenten van het rechtsgebied Yper, het gerucht heeft rondgestrooid, dat hij voor reke ning van eischeres niet meer wou wer ken. daar deze te zware premies vorderde; soms weigerde een brand - ongeval te vergoeden en ten andere op het punt was failliet te gaan; Aangezien voornoemde handelingen, ln hoofde van verweerder, daden van oneerlijke mededinging daarstellen, welke hij dient te vergoeden; Aangezien een som van vijf duizend frank ten titel van schadevergoeding, ln onderhavig geval niet overdreven voorkomt en ex aequo et benemag worden toegekend; Aangezien inderdaad uit het oog niet mag verloren worden dat de lasterende aantijgingen van Denys, noodzakelij kerwijze, een zeker verlies van klienteel voor de eischeres voor gevolg hebben gehad, en deze daarenboven, zich veel moeite en kosten heeft moeten getroos ten om gedeeltelijke verzekeringen te rug te krijgen en den verderfelijken Invloed van Denys bij de klienten te keer te gaartj Aaiifc—zuTrit vtftevii) ue iuia3ovt,m6 xx. huidig vonnis in twee Vlaamsche week bladen van Yper, namelijk in de bladen De"HalIe en De Strijd ten koste van verweerder dient bevolen; Aangezien verders verweerder een tegen- eisch tot schadevergoeding, ten totale bedrage van acht-en-twintig-duizend frank instelt; Aangezien deze tegenvordering voor doel heeft, hetzij schadevergoeding wegens onrechtmatige kontraktbreuk, hetzij betaling van kommissieloon, als verzekeringsagent van eischeres te bekomen; Aangezien daaruit volgt dat dë weder eisch gansch gesteund is op een dienst- kontrakt, destijds tusschen partijen afgesloten, wanneer dat de hoofdvor dering enkel haar oorsprong vindt in onrechtmatige handelingen van ver weerder, bij artikel dertien-honderd twee-en-tachtig van het Burgerlijk Wetboek voorzien; Aangezien daaruit volgt dat beide vor deringen, 't is te zeggen, de hoofd- en wedereischen, geenszins uit dezelfde rechtsoorzaak ontstaan zijn en dus artikel acht der wet van vijftienden Maart 1900-twee-en-dertig, ten onrech te door verweerder wordt ingeroepen; dat de eiscKëres dus te recht staande houdt dat de Rechtbank onbevoegd is om over den wedereisch te beslissen; OM DEZE REDENEN: De Rechtbank, wijzende in handels zaken alle verdere of tegenstrijdige be sluitselen verwerpende, verklaart zich be voegd om over de hoofdvraag uitspraak te dosn, en vonnissende ten gronde, ver oordeelt verweerder te betalen aan de eischeres, ten titel van schadevergoeding, de som van vijf-duizend frank met de gerechtelijke kroozen. Zegt daarenboven dat het onderhavig vonnis in twee Vlaamsche weekbladen van Yper. namelijk in De Halteen De Strijdzal opgenomen worden en dat de kosten van deze opneming ten laste zijn van Denys en tegen deze door eischeres. hervorderbaar op enkel vertoon van het fcwijtschrift; Verklaart zich verders onbevoegd om over den wedereisch door Denys ingesteld, uitspraak te doen; Veroordeelt verweerder tot al de ge- dingskosten, welke kosten, niet Inbegre pen deze van expeditie, beteekening en ten uitvoerlegging van het tegenwoordig vonnis, beloopen in 't geheel tot de som van honderd-drie-en-zeventig frank, vijf- en-zeventig centiemen; Verklaart onderhavig vonnis uitvoer baar bij voorraad, ondanks alle verhaal en zonder borg. doch binnen de perken van artikel honderd-zeven-en-dertig van het Wetboek van Burgerlijke Rechts pleging. Aldus verleend en uitgesproken ln openbare handelszitting der Rechtbank van Eersten Aanleg te Yper, den der- tienden Februari 1900-vljf-en-dertig. Aanwezig de Heeren Matton. Voorzit ter; Heyvaert en Van de Vliedt, Rechters; Dehem, Griffier. (Geteekend): JOS. MATTON, MAURICE DEHEM. Gelasten en bevelen: aan al de daartoe aanzochte Deurwaar ders dit vonnis ten uitvoer te leggen; Aan Onze Procureurs-Generaal en aan Onze Procureurs bij de Rechtbanken van Eersten Aanleg er de hand aan te houden en aan alle Bevelhebbers en Officieren der Openbare Macht daartoe de sterke hand te leenen, wanneer zij daartoe wet telijk aanzocht worden. Ter oorkonde waarvan dit vonnis on derteekend is geworden en gezegeld met het zegel der Rechtbank. Voor gelijkvormige expeditie afge- (Zie vervolg onderaan 5* kolom.) f» 5 - K -li» m LaÉiÉfff W' t* V jk. T. - Ar 'iÜ;* DE VLAGGEN DER DEELNEMENDE MAATSCHAPPIJEN OP DE GROOTE MARKT TE IEPER KET ONTSTAAN VAN HET LAST POST COMMITTEE» Paschen zal dees Jaar voor onze instel ling van den Last Posteene groote en deugddoende beteekenis hebben en zal ons doen zien hoe zeer onze vrienden, de Engelschen, zich getroffen gevoeld heb ben door het schoone gebaar der bevol king. 't Is reeds acht jaar dat deze in stelling buiten alle officieele hulp, zich het noodige weet te verschaffen, om el- ken avond eene Engelsche militaire Tap- Toete doen weergalmen onder het grootsche Engelsche gedenkmaal der Mee- nenpoort om alzoo eene dankbare hulde te brengen aan de Tommies, gevallen ter verdediging van leper. Deze hulde is zoo roerend en zoo eenvoudig, omdat zij zich daar uit in de stilte van den avond onder die hooge gewelven. In den winter grijpt deze roerende en eenvoudige plechtigheid plaats te 8 uur en 's Zomers te 9 uur 's avonds; en 't zijn eenvoudige werklieden die daar naast die tafels, waarop 50.000 namen van gesneu velden gebeiteld staan en die geene be graafplaats hebben, den wensch van Rust in Vrede toeroepen. Het denkbeeld dezer inrichting ont stond in 1926 tijdens de inhuldiging van het gedenkmaal. Eenige Inwoners krijgen iroo 6x.uc.wxv u.. hulde diende gebracht aan de nagedach tenis dier duurbare gesneuvelden. Dit denkbeeld werd weldra werkelijk heid, en den 2 Juli van hetzelfde jaar werd door toedoen van den Heer Van- denbraambussche, politiekommissaris, met de welwillende medewerking van Mijn heer Maurice Vergracht, kommandant van het pompierskorps, die de mannen en instrumenten bezorgde, overgegaan tot de eerste plechtigheid, die plaats had den 2 Juli 1928, te 8 uur 's avonds, in tegenwoordigheid van den Heer Burge meester en de Heeren van 't Schepen college. Men blaasde het Aux Champsen den Tap-ToeDe volgende week werd den Engelsshen Last Postgeblazen, die onze mannen middelerwijl geleerd hadden. Laat ons hier openbaar hulde brengen aan die nederige werklieden, voor hunne stiptheid en voor de gevoelens van dank baarheid en genegenheid waarmede zij hunne instrumenten bespelen, en aan de aanwezigen diezelfde gevoelens overma ken. Eene vereeniging, zonder winstgevend doel, ontstond om deze plechtigheid te doen vereeuwigen onder den naam van «Last Post Committee». Een kapitaaltje werd stuk voor stuk bijeengebracht om de onkosten te dekken. Meermaals wa ren er Engelsche bezoekers die ontroerd door deze plechtigheid, eene gift overhan digden aan het Committee dat alles bijeenbracht om een kapitaaltje te ver wezenlijken. Gedurende den zomer van 1934 kwamen oudstrijders van' het Graafschap Surrey bij Londen en die eene sectie vormen van het British Legion, op het bezoek. Na de plechtigheid bijgewoond te hebben druk ten zij den wensch uit aan den Bestuur der van het Committee deelaclitig te mogen worden met de Ieperlingen, in de hulde die aan hunne strijdmakkers ter verdediging van leper gesneuveld waren, gebracht werd. Zij openden eene inschrij ving en deze bracht de schoone romi»? som van 400 pond op. Zoodra zij er in bezit van gesteld werd bracht het Bri tish Legionhet Committee op de hoogte van hunne medewerking. Het aanbod werd met dankbaarheid aange-l nomen. Die vrijwillige medewerking be wijst hoe hoog die huldeblijk in Enge land geschat wordt. Onnoodig te zeg gen dat dit kapitaaltje niet volstaat om de kosten te dekken, maar 't Is een aan moediging voor de lepersche vrienden en gevers en 't Vlaamsch spreekwoord kan Bewaarheid worden: «Daden wekken, voorbeelden trekken DE PLECHTIGHEID VAN HET OVERHANDIGEN VAN DEN CHECK Zondag morgen Paaschdag ont vingen wij het bezoek van een afvaardi- IEE3BBBBSBSB3EBEEBB3BSEC3DS3 komen vroeg in het voorjaar. Voorziet U daarom tijdig van een pot Verkrijgbaar in alle Apotheken. leverd aan Meester DE BAECK, Ad- vokaat van eischeres. De Hoofdgriffier der Rechtbank, (Get.) MAURICE DEHEM, en gezegeld. Geboekt vijf bladen een verzending te Yper den negenden April 1900-vijf-en- dertig, boek 167, blad 23, vak 2, ontvan gen drie honderd en negen frank De Ontvanger, (Get.) DECOCK. Voor gelijkvormig afschrift. ging van omtrent 400 leden van het Graafschap Surrey, onder geleide van Luitenant-Generaal Sir William Pulte- ney, lid van het Hooger Huis of eerste Kamer van Engeland, Voorzitter van de Ypres Leagueen vergezeld van de Guilford Britsh Legion Banden de Dagenham Girl Pipers Zij kwamen per autocar toe uit Oost ende omstreeks 11.30 uur aan den hoek der Elverdingestraat en Maarschalk Haig- laan, waar zij opgewacht werden door de British Legion de Harmonie Ypria- naen de Belgische Oudstrijders. Er werd onmiddellijk een stoet gevormd die in volgende orde opgesteld werd: Harmo nie Ypriana Guilford British Legion Band Dagenham Girl Pipers groep vlaggen, militaire overheden waaronder we bemerkten Zijne Excellentie de Gezant van Groot Brittanje en de militaire attaché Majoor Paris, alsook den vertegenwoor diger des Konings, Baron Jacques de Dix- mude, Vleugeladjudant van Zijne Ma jesteit den Koning der Belgen; volgen dan de Britsche Oudstrijders alsook de Verbroedering, afdeeling van leper. Ze trekken diensvolgens naar de Maloulaan, langs de Stuers- en Boterstraat naar het Iepersch gedenkteeken op de Vande Pee- reboomplaats, waar er stil gehouden wordt om eene kroon neder te leggen, terwijl eene minuut stilte ln acht geno- •iircix nvxuv. beweging en trekt de Groote MarKFëver naar het Stadhuis, waar de overheden van het British Legionvoorgesteld worden aan de plaatselijke burgerlijke overheden, het Last Post Committee en verschillende andere notabelen. Diensvolgens wordt de check overhan digd aan den Heer Burgemeester Vander Ghote, waarna eene aanspraak gehou den wordt door Majoor G. E. Cohen, Voorzitter van de «Surrey Counsil», waarop de Heer Burgemeester J. Vander Ghote in gepaste bewoording de Hooge Bezoekers bedankt om het schoone ge baar en om de welwillendheid waarmede zij door hunne tegenwoordigheid deze plechtigheid vereerden. De stoet vertrekt dan naar het British Memoriaal der Meeiienpoort, waarbij zich de burgerlijke overheden van leper aan sluiten. We bemerken daar vlaggen van do af- deelingen leper, Arras. Rijsel en Oosten de, van de «British Legion», alsook de vlag der Verbroedering van leper, Poilus de France, enz. De stoet houdt stil onder de Meenenpoort, waar eene godsdienstige plechtigheid een aanvang neemt, gecele breerd door Rev. Owen S. Witkins, C.M. G. G. B. F., rustend Hoofdaalmoezenier van het Engelsch Leger, waarna hij eene korte aanspraak tot de aanwezigen richt. Hierna voeren de Dagenham Girl Pi- pers i) de Lamentuit. De klaroenen, blazen de Last Post en de Reveille De plechtigheid sluit met de Braban- qonneen de God save the King waarna eene kroon van roode klaprozen werd nedergelegd door de militaire atta ché Majoor Van Paris en een machtigen bloemtuil van witte tulpen door Baron Jacques de Dixmude, van wege Z. M. den Koning der Belgen. De stoet defileert hierna op de Groot» Markt voorbij Luitenat-Generaal Sir Wil liam Pulteney, G.C.V. O.; K. C.B., waar na de stoet uiteengaat en een Lunch Knjgeu dag, te 14.15 uur, een Concert te hooren op de Groote Markt, die beurtelings af gewisseld wordt door de Guilford Bri tish Legionen de Dakenham Girl Pipers Daarna vertrekken zij per autocar naar het Tyne-Cot Cemetery», de grootste en schoonste Engelsche begraafplaats, waarna ze den terugtocht aanvaren naar Oostende. Wij verhopen dat hun kort c; houd alhier hun 1 beste aandenken _r.! I 'in van onze sl.-e. Sir William Pulteney overhandigt aan Heer Burgemeester Vander Ghote en check van 400 dollars om aan het Iepersch «Last Post Cc.-imittee» toe te de dageiijksche hulde aan Engeland's Gesneuvelden voort te zetten. De Dagenham Girl Pipersof Meisjes op den Doedel spelend, op de Markt te Ieoer tijdens de plechtigheid. IBBaBaBHaBiaxaaSEBCEEESfiBXXIBSaSJBBE&EaElSIjZgRSSaXBaBSElEB KARDINAAL-LEGAAT PACELLI TE LOURDES AANGEKOMEN Donderdagmorgen bood Lourdes een fees telijke aanblik. Men schat dat meer dan 50.000 bedevaarders ter plaatse zijn aan gekomen. Deze hadden duizende vlagger. mede die fier en blij door de straten wap perden. Te 11.40 uur kwam de Pauselijke legaat. Kardinaal Pacelli te Lourdes aan. Te Lourdes werd de Pauselijke legaat begroet door den burgemeester der stad, door de Prefekt van Tarbes en door dui zenden gelcovigen. Da Kardinaal ant woordde met een wensch van vrede. Onder de hooge personen die zich thans te Lourdes bevinden worden vermeld de gewezen keizerin van Oostenrijk Zita, aartshertog Otto van Habsburg, prins Xa- verius van Bourbon, al de prinsen van Braganoe; van Bourbon Sicilië, alsmede de prins en de prinses van Saksen. In de straten van het heilig stadje heerscht een ongewone drukte. Er zijn ook tegenwoordig twee Fransche Kardinalen, een Belgische, zes Engelsche Bisschoppen, twee Poolsehe, vier Italiaan sche, vijf Belgische, een Portugessche, een Finsche, een Boliviaansche, een Zwit- sersche en vijf gemijterde abten. In de namiddag werd dan de Pauselijke Bulle afgelezen. De eerste pontificale hoog mis werd dan voorgelezen door Kardinaal Van Roey. Van af deze Mis begon het plechtig triduum en zouden gedurende drie dagen en drie nachten onafgebroken Missen worden opgedragen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1935 | | pagina 1