PAASCHREVOLUTIE
VONNIS
SPROETEN-.
KATHOLIEK WEEKBLAD VAN IEPER
SPRUTOL
Siet Piechtig Triduum te Lourd&s
fcritgevfïï
POLITIEKE KRONIEK
Ë'ihiopië oi Abessinië
uitgesproken door de Rechtbank van Eersten Aanleg te Yper
IN KOOPHANDELSZAKEN
in zaak de Naamlooze Vennootschap
ANTVERPI A-BRAND VERZEKERINGEN
IN NAGEDACHTEHES DER BRG7SCHE OORLOGSHELDEN te IEPER
ZONDAG 28 APp.1]
IL 1S33.
s
WEEKBLAD; 35 CENTIEMEN.
3' JAAR. Nr 17.
«DE HALLE»
Katholiek Weekblad van leper
Bureel;
Doterstraat, 17, IEPER.
ABONNEMENTSPRIJS
VOOR 1 JAAR (per post)
Binnenland 18,60 fr.
deigisch Congo 35,fr.
Frankrijk 35,tl.
Alle andere landen 55,fr.
SANSEN VANNESTE, PopëHhg*
Tel. Foperlngè w*
fostcheckrekcniag N' 15.57%,
TARIEF VOOR BERICHTEN:
Kleine berichten per regel 1.10 f-.
Kleine berichten (fhinlrr.urn) 4,CO 'r.
2 fr. toeL v. ber. met adr. t bur.
Berichten op 1* bl. per regel 2,50 fr.
Berichten op 2' bh per regel 1.15 s
Rouwber. en Bedank, (min.) b.CO Xr.
„Te herhalen aankondigingen:
- >- prijs cp aanrarg.
'Annonëeri rijn vooraf te beta' n
'en moeten tegen don Y7o:~ -
avond Ingezonden worden. - K i:-.3
berichten tegen den Donderdag ne.u.
't Woord is hard, en toch zoo wel
gekozen voor de heerlijke Paasch-
actie ingezet door onze Katholieke
Jeugd.
Onze jeugd heeft begrepen dat de
tijd lang voorbij is, waarop 't geluid
van Paaschklokken slapende men-
schen kan wakker schudden voor de
Paaschviering. Zij heeft begrepen dat
geweldige strooming en beroering
noodig zijn om slapmoedige gemoe
deren los te krijgen van allerlei blnd-
gewas, en ze mee te trekken naar
verzoening en innerlijke Paasch-
vreugde.
Een reusachtige propaganda werd
voorbereid, geestelijk bevrucht door
gebed en offer van duizenden een
voudige jongens en meisjes uit ons
Vlaamsche volk, en met krachtlgen
durf doorgezet in alle dorpen en
steden.
Meer dan een millioen Paaschbla-
den werden verspreid in wijken cn
straten, in stations en werkhuizen,
om aan te sporen en te omwentelen
tot blijde levenshernieuwing.
Menschen hebben hun schouders
opgetrokken om te zeggen: Waar
tos zulks nu toch dienen mag?
De jeugd heeft geantwoord: «Paasch-
omwenteling in de menschenzielen!».
Zij die van ouden trant zijn en
oude methodes, hebben niet begrepen.
Anderen die graag kritiseeren en
grager nog kleineeren, hebben het
woord gelanceerd: «Straatgeloop en
strooien vuurwerk! Zij ook hebben
niet ingezien de macht der openbare
rtklame voor het goede, en nog min
der de innerlijke ziel ontwaard van
onze jeugdorganisaties. Zij hebben
niet de warmte gevoeld van het in
wendig vuur, dat in jeugdige harten
taaien kan, noch den polsslag nage
gaan van opborrelende stuwkracht,
waarvan dit uitwendig vertoon slechts
een uitstraling is.
De jeugd heeft zulke lieden laten
denken en praten, en drong onder-
tussche binnen in de huizen, en in
de zielen, met haar Paaschlach en
haar boodschap.
Duizenden hebben de boodschap
aangenomen, er naar geluisterd. Voor
hoeveel onder hen was de zielom-
wenteling en de herleving noodig?
Duizenden hebben misschien ge
weigerd, en het blad, dat aan een
plicht herinnerde, als een vod weg
geworpen ln de stations, in de fa
brieken, op 't werk. 't Is mogelijk.
Doch zelfs in zijn gescheurde lappen
en flarden op den grond, heeft wel
licht dit blad 'n stem uit een ver
verleden wakker geroepen, iets of wat
van 'n gevoelige snaar werd geraakt,
een herdenken aan vroegere tijden
van innige vrede. Het vuur kan lang
smeulen onder de asch alvorens de
vlam uitslaat. Maar wanneer een
Paaschblad brandtin handen, die
het verfrommelen, dan is het een
teeken dat het vuur nog brandt in
de diepe lagen van een geloovig hart.
Vroeg of laat komt de vlam oplaaien
ten gunstigen tijde.
Paaschrevolutie! Kranig woord en
durvende daad, waarvoor men in be
wondering staat.
Zulke daad mislukt niet, kan niet
mislukken.
Nog zou zij vruchtbaar zijn, de
Paaschactie onzer Katholieke Jeugd,
al had men al de bladen geweigerd
en weggeworpen... uit menschelijke
vrees of geveinsde onverschilligheid.
Want elk blad heeft een Stem die,
ondanks alles, nog roepen zal eer de
Paaschtijd met zijn nieuwe vreugde
beloften is voorbijgegaan.
fIiSS9B3E£8239BISB95!0S89BBESES9SSSSSS3!3BEHSBBRBS!IB3BSS«2ZB
Europa heeft voor velen de betee-
kenis niet die het behoeft.
Wat is Afrika anders dan een puur
Europeesch wingewest? zoodat het
begrip Europa nagenoeg gansch Afri
ka omvat. De superioriteit van het
blanke ras heeft zich vooral tegenover
de zwakkere, primitieve volkeren doen
gelden. En als er thans nog één enkel
Afrikaansch volk zijn onafhankelijk
heid behield, dan komt het vooral
door de intrigues die sommige Euro-
peesche grootmachten tegen elkaar
uitspeelden. Zoolang er te grijpen
viel, greep ieder wat hij kon. Doch
wanneer de laatste buit te verdeelen
bleef, werd men het vreeselijk on
eens, zoodat Ethiopië tot hiertoe vrij
en onafhankelijk bleef. De vraag is
nu hoelang dit nog duren zal.
De rivaliteit tusschen Frankrijk,
Engeland en Italië was feitelijk de
voornaamste bestaansfaktor van het
Aoessinische rijk. De inwendige macht
van het Negus-rijk is natuurlijk niet
denkbeeldig, doch waren de drie be
trokken groot-mogendheden het vijf
tig jaar geleden eens geworden, ne
gen kansen op tien zou Ethiopië se
dert lang onder Italiaansch protek-
toraat staan. En juist omdat de Euro-
peesche horizont de solidariteit der
drie betrokken landen noodzaakt mag
er gevreesd voor het bestaan van een
vrij Ethiopië. De onafhankelijkheid
van Abessinië staat of valt met de
rivaliteit of de solidariteit tusschen
Frankrijk, Engeland en Italië.
Het spreekt van zelf dat de Ethio
pische koning weinig zin heeft in het
opgeven zijner macht en zich des
noods met hand en tand weren zal.
De strijd tusschen het overmoedig
Italië en het Negus-volk zou wel in
teressant om volgen zijn. Indien de
Ethiopische zwervers zich onder de
hoede van hun vorst scharen kan de
strijd hardnekkig en langdurig wor
den. Doch zwervende stammen bezit
ten doorgaans slechts een embryon-
nair nationaliteitsgevoel. Hun vrij
heidsdrang is vaak zoo sterk dat ze
noch Italiaansche noch Ethiopische
bescherming wenschen. En anderzijds
bezit fascistisch Italië zoo een ontzet
tende reserve strijdkrachten dat ten
slotte de 15 miljoen Abessiniërs eraan
eouden moeten.
Er is echter een precedent dat Ita
lië veel stof tot nadenken moet be
zorgen en het blijkbaar ook doet.
Hoe de Duce ook maar sterke troe
penmachten naar Afrika stuurt, toch
blijft alles voorloopig kalm. Welis
waar drukt de beschermende hand
van Frankrijk over Ethiopië. Het is
namelijk Frankrijk dat Ethiopië als
volkenbondslid deed opnemen, in de
hoop alle Italiaansche aanspraken
definitief te ontzielen. Nu Frankrijk
Zich blijmoedig de steun van Italië
verzekerde tegenover het Duitsche
eenheidsfront, weet het ongetwijfeld
niet veel raads meer met het Ethio-
pisch lidmaatschap. En het komt voor
dat Frankrijk bij een Italiaansch-
Ethiopische oorlog rustig zwijgen zou,
indien het konflikt maar niet onmid
dellijk losbreekt. Duurt het nog een
tijdje, dan zal er wel wat op gevon
den worden om de vroegere bescher
ming te onttrekken.
Italië is echter nog niet vergeten
dat op 1 Maart 1896 haar totale
strijdmachten te Adoea vermeld wer
den. En hoe sterk deze te wreken
jieerlaag tot revanche aanspoort, toch
blijft ze een rem, omdat revanche
nemen op Abessinië een zeker pro
cent onbekenden omvat. Land en volk
verbergen op Afrikaanschen bodem
geheimzinnige dingen, waardoor blan
ken moeilijk zien kunnen. De les van
Adoca is er een kostelijke geweest,
alhoewel niet iedere Abyssinische ko
ning Menelik II heet.
Hieruit blijkt dat de Italiaansche
aanspraken op Ethiopië niet van van
daag dagteekenen. Tegenover de Roo-
de Zee bezit het reeds Erythrea (1885)
en meer ten noorden Lybië. Het Ethio-
pisch alpenklimaat is ten andere een
zeer gunstige kolonisatiefaktor voor
Italianen. Doch vijftig jaar geleden
zag Frankrijk met leede oogen op
naar een uitbreiding van Italiaan-
schen invloed en steunde het zij
het dan ook op bedekte manier
het Abessynisch verweer. Later stak
Engeland een handje toe om het
Franscli prestige neer te halen en de
vijandschap tusschen enkele Ethio
pische regeeringsfamilies was hier
voor een welkome gelegenheid.
Edoch er gebeurden intusschen be
langrijke dingen in... Arabië die di-
rekt hun weerslag lieten gevoelen op
de Ethiopische luchten.
Waar Italië voorloopig geen kans
zag voor expansie langs Ethiopische
zijde, slaagde het erin een invloeds
sfeer te vestigen aan de overzijde van
de Roodc Zee... in AraOië. Oil WüS
volstrekt niet naar den zin van En
geland, dat er een voornaam bescher-
mingsgebied heeft ten Noorden en
ten Zuiden. Een oorlog tusschen twee
Arabische imans, waarvan een recht
streeks door Engeland gesteund, ont
nam Italië alle kans de Assir-provin-
cie te koloniseeren.
Italië nam dit echter zoo ridderlijk
aan dat gerust mag verwacht dat En
geland even ridderlijk de Italiaansche
expansie aan de overzijde dulden zou.
En ivaar Frankrijk in 1934 en nog
zeer onlangs belangrijke gebieden af
stond in Somaliland alsmede aandee-
len in de Harrar-spoorbaan zal het
wel tot verdere concessies bereid zijn,
indien Italië nog wat geduld kan
hebben.
De Europeesche toestanden vergen
een Franco-Italiaansch bondgenoot
schap. En dit kan zeer ver reiken.
Incidenten zijn ginds bij de vleet
voorhanden. De grens van Ethiopië is
niet totaal afgebakend en in de grens
strook bewegen zich voornamelijk tal
van zwervende stammen, die wel niet
zoozeer de macht van den negus er
kennen. doch van Ethiopische her
komst blijken. Om een hond te kas
tijden wordt gemakkelijk een stok
gevonden.
En Italië is gedwongen zich uit te
zetten. In Afrika is nu echter geen
ander grondgebied meer vrij, zoodat
willens nillens Abessinië tot objektief
aangewezen is.
Dit zal een zeer interessant rechts
probleem opwerpen. Abessinië is een
vrij land, lid van den Volkerenbond.
Italië insgelijks. Indien er nu tusschen
de twee rivalen geen overeenkomst
kan bereikt worden, welke zal de hou
ding van Genève zijn. Kan de Vol
kerenbond wel dulden dat tusschen
twee van zijn leden, de een de an
dere verslindt? Destijds heeft Japan
wel Mandchourije onder zijn voogdij
geplaatst, doch, sauf erreur, had Ja
pan zich reeds uit den bond terugge
trokken. Hier geldt het twee werken
de leden, die theoretisch met dezelfde
rechten en dezelfde plichten beladen
zijn. Volgens de Volkerenbond-juri-
diktie kan er van oorlog geen spraak
zijn voor eventueele grensincidenten
wanneer beide partijen leden zijn, en
het geschil voor den Raad gebracht
wordt. Wat in Mei eerstkomende ge
beuren zal. En toch mag de zaak pes
simistisch bekeken worden.
Japan werktsedert enkele jaren
aanhoudend in Ethiopië. Waar de ge
len geen kans zien voor hun unifor
men probeeren ze het met seriewerk
tmade in Japan*. Ook zij zullen zich
niet goedschiks op zij laten zetten
door Italië.
Zoodat Abessynië nog veel herrie
kan verwekken. Dit vreezen de Fran-
schen dan ook terecht en om niet
beschuldigd te worden van meineed
ten opzichte van Ethiopië en de gan-
sche wereld, probeeren ze den Ita
lianen te overtuigen georganiseerd
Ethiopië met rust te laten. Er zijn
nog zeer uitgestrekte gebieden waar
op Ethiopië zelf een soort mandaat
uitoefent en deze gebieden schijnen
den Franschen *le moindre maltoe.
Ter inlichting weze hier nog bijge
voegd dat Belgische en Duitsche of
ficieren met de opleiding van het
Ethiopisch leger belast zijn. Zoodat
de meening over een minderwaardige
Ethiopische verdediging zeker mag
opgegeven. Wait and see Wachten
en zien.
(Verboden nadruk.) Herwig.
in date van Dertienden Februari 1900 vijf-en-dertig
gevestigd te Sinte-Mariaburg-Brasschaet
tegen en ten laste van DENYS MAX
Handelaar en Verzekeringsagent te MEESSEN, Yperstraat, Nr 4.
Wij. LEOPOLD III, Koning der Belgen,
aan allen tegenwoordige!» en toekomen
den doen te weten:
Dat de Rechtbank van eersten aanleg
te Yper, zetelende in handelszaken, het
volgend vonnis heeft uitgesproken, over
geschreven na de hoedanigheden waar
van de inhoud volgt:
In zaak de Naamlooze Vennootschap
ANTVERPIA-BRANDgevestigd te
Sinte Mariaburg-Brasschaet H. R. Ant
werpen, nummer zeven-honderd-een-en-
tachtlg, vervolging en benaarstiging van
haar Beheerder-Bestuurder, den heer
Emile De Back, wonende te Passy-Froy-
ennes, nummer vier-en-zestig, steenweg
naar Kortrijk, eischeres, hebbende voor
machthebber Meester Carlos De Baeck,
advocaat te Antwerpen,
Tegen DENYS MAX, handelaar en ver
zekeringsagent, wonende en gehuisvest
te Meessen, Yperstraat, nummer vier,
verweerder, vertegenwoordigd door Mees
ter Lsuridan, advocaat.
Hoedanigheden: Bij exploot van Deur
waarder Tahon te Yper, in date van
zevenden April 1900-drie-en-dertig op
gesteld op zegel van drie frank en gere
gistreerd, heeft eischeres dagvaardiging
doen geven aan verweerder om te ver
schijnen den Woensdag twaalfden April
1903-drie-en-dertig, om tien ure des
voormiddags, voor de Rechtbank van
Eersten Aanleg te Yper, zetelende in han
delszaken ten gerechtshove aldaar, ten
einde
Aangezien verweerder van eischeres
verzekeringen tegen brand sloot tot op
acht-eni-twintigsten Februari 1900-drie-
en-dertig, datum op dewelke eischeres
verplicht was alle verdere betrekkingen
met hem te weigeren;
Dat hij zich voor en na dezen datum
bij verzekerden van eischeres begaf, en,
onder voorwendsel de verzekeringen te
verhoogen, te veranderen of te verbete
ren, van dë onwetendheid en het ver
trouwen van deze personen gebruik
maakte, om ze tegen hunnen wil bij
andere maatschappijen te verzekeren;
Dat hij insgelijks het gerucht rond
strooit dat hij niet meer werkt voor
eischeres, omdat deze te duur is; ge
weigerd heeft zonder recht een brand-
ongeval te vergoeden te Meessen en ten
andere op het punt is failliet te gaan.
Aangezien deze handelwijze aan eische
res groote schade berokkent, welke enkel
op hisrnavermelde wijze kan vergoed
worden
Te hooren verklaren dat het to vellen
vonnis zal opgenomen worden in twee
Vlaamsche dagbladen van Yper en .dat
de kosten van deze opneming zullen her
vorderbaar zijn tegsn verweerder, op
eenvoudig vertoon van de kwijting;
Verweerder zich te hooren veroordeelen
en ten titel van schadevergoeding de som
van vijf duizend franken, te verminderen
of te vermeerderen, te betalen met de
rechterlijke intresten en de kosten des
gedings, en met verklaring dat het te ge
ven vonnis uitvoerbaar zal zijn, niet
tegenstaande alle verhaal en zonder borg.
Geding gescfïat op meer dan zes duizend
franken en aan de wet op de bevoegdheid
te voldoen.
Da zaak werd regelmatig opgeroepen
in zitting van twaalfden April lBOO-drie-
en-dertig en herhaaldelijk verschoven.
In zitting van twaalfden Juli 1900-drie-
en-dertig, Meester Leuridan, advocaat,
namens den verweerder gaf lezing van
besluitselen opgemaakt op zegel van drie
frank, nedergelegd ter Rechtbanken ge
voegd aan het zittingsblad, waarin hij
besloot, om de redenen erin aangehaald
en hier als overgeschreven beschouwd:
behage het de Rechtbank:
I. - In hoofdzakelijke orde:
Zich onbevoegd te verklaren om over
den hoofdeisch te kennen.
II. - In uiterst ondergesev Ikte orde:
Den eisch van eischeres te verwerpen
als ongegrond; zich bevoegd te verklaren
om te kennen over den wedereisch en
eischeres te veroordeelen tot het betalen
aan verweerder eene som van:
1. - Drie duizend frank als loon, ver
schuldigd voor den duur van den opzeg
gingstermijn;
2. - Van twintigduizend frank als kom-
missieloon op het premiebedrag der door
verweerder afgesloten brand verzekerings
kontrak ten;
3. - Van vijfduizend frank ten titel van
schadevergoeding, 't zij te zamen acht en
twintigduizend frank, met de rechterlijke
intresten en de kosten des gedings, als
wedereisch.
In zitting van vijfden December 1900-
vier-en-dertig, Meester Verstraete, ad
vocaat, namens verweerder gaf lezing van
besluitselen, opgemaakt op zegel van drie
frank, nedergelegd ter Rechtbank en
gevoegd aan het zittingsblad, waarin hij
verklaarde dat, om de redenen erin ver
meld en hier als overgenomen aanzien,
verweerder volhardt in zijne besluitselen.
Ter zitting van drie-en-twintigsten Ja
nuari 1900-vijf-en-dertic werden partijen
gehoord in hunne middelen en besluit
selen. de Rechtbank verklaarde de ver
handelingen gesloten en verleende in zit
ting van dertienden Februari 1900-vijf-
en-dertig volgend vonnis:
VONNIS
Gezien de dagvaardiging om voor deze
Rechtbank te verschijnen in date van
zevenden April 1903-drie-en-dertig, ge
registreerd;
Gezien de overige stukken van hit geding;
Gehoord partijen in hun middelen en
besluitselen;
Aangezien de vordering door aanlegster
ingeleid, er toe strekt, verweerder te
hooren veroordeelen tot de som van
vijf duizend frank ten titel van schade
vergoeding, alsmede tot het opnemen,
ten koste van verweerder van het tus
schen te komen vonnis ln twee Vlaam
sche dagbladen van Yper;
Aangezien eerst en vooral, verweerder de
onbevoegdheid der Rechtbank «rations
materiseopwerpt; Immers, als ver
zekeringsagent trekt hij een wisselvallig
en veranderlijk commissieloon en dus
zijn de verrichtingen door hem gesteld,
geen handelsdaden;
Aangezien het, uit de gegevens der zaak.
blijkt dat Dcnys feitelijk verzekerings
agent is geweest en nog is; dat hij, ln
deze hoedanigheid, wegens oneerlijke
mededinging door eischeres wordt aan
gesproken en dus de Rechtbank luidens
artikel twaalf, primo, der wet van vijf-
en-twintigsten Maart achttien-hon
derd-zes-en-zeventig wel bevoegd is om
onderhavige betwisting te beslechten;
Ten gronde:
Aangezien, tot staving van haar vorde
ring, de eischeres aanvoert, dat ver
weerder toen hij nog als haar verzeke
ringsagent werkzaam was, alsmede
later, toen hij reeds als agent werd
opgezegd, zich, ten haar nadeele, aan
oneerlijke mededinging zou plichtig
gemaakt hebben;
Aangezien, uit de medegedeelde geding
stukken en namelijk uit een straf
rechterlijk onderzoek is gebleken dat
verweerder in de eerste helft van het
jaar 1900-drie-en-dertig op verschillen
de stonden, zich bij talrijke personen
van Kemmel, Waasten, Ploegsteert,
Wulverghem, Wytschaete, Meessen, enz.
enz., heeft aangeboden, en van het ver
trouwen of de onwetendheid van voor
noemde personen gebruik heeft gemaakt
om ze tegen hun wil of buiten hun
weten, bij een andere maatschappij te
verzekeren; dat het verders door voor
noemd onderzoek, ook is bewezen dat
Denys in verschillende gemeenten van
het rechtsgebied Yper, het gerucht
heeft rondgestrooid, dat hij voor reke
ning van eischeres niet meer wou wer
ken. daar deze te zware premies
vorderde; soms weigerde een brand -
ongeval te vergoeden en ten andere op
het punt was failliet te gaan;
Aangezien voornoemde handelingen, ln
hoofde van verweerder, daden van
oneerlijke mededinging daarstellen,
welke hij dient te vergoeden;
Aangezien een som van vijf duizend
frank ten titel van schadevergoeding,
ln onderhavig geval niet overdreven
voorkomt en ex aequo et benemag
worden toegekend;
Aangezien inderdaad uit het oog niet
mag verloren worden dat de lasterende
aantijgingen van Denys, noodzakelij
kerwijze, een zeker verlies van klienteel
voor de eischeres voor gevolg hebben
gehad, en deze daarenboven, zich veel
moeite en kosten heeft moeten getroos
ten om gedeeltelijke verzekeringen te
rug te krijgen en den verderfelijken
Invloed van Denys bij de klienten te
keer te gaartj
Aaiifc—zuTrit vtftevii) ue iuia3ovt,m6 xx.
huidig vonnis in twee Vlaamsche week
bladen van Yper, namelijk in de bladen
De"HalIe en De Strijd ten koste
van verweerder dient bevolen;
Aangezien verders verweerder een tegen-
eisch tot schadevergoeding, ten totale
bedrage van acht-en-twintig-duizend
frank instelt;
Aangezien deze tegenvordering voor doel
heeft, hetzij schadevergoeding wegens
onrechtmatige kontraktbreuk, hetzij
betaling van kommissieloon, als
verzekeringsagent van eischeres te
bekomen;
Aangezien daaruit volgt dat dë weder
eisch gansch gesteund is op een dienst-
kontrakt, destijds tusschen partijen
afgesloten, wanneer dat de hoofdvor
dering enkel haar oorsprong vindt in
onrechtmatige handelingen van ver
weerder, bij artikel dertien-honderd
twee-en-tachtig van het Burgerlijk
Wetboek voorzien;
Aangezien daaruit volgt dat beide vor
deringen, 't is te zeggen, de hoofd- en
wedereischen, geenszins uit dezelfde
rechtsoorzaak ontstaan zijn en dus
artikel acht der wet van vijftienden
Maart 1900-twee-en-dertig, ten onrech
te door verweerder wordt ingeroepen;
dat de eiscKëres dus te recht staande
houdt dat de Rechtbank onbevoegd is
om over den wedereisch te beslissen;
OM DEZE REDENEN:
De Rechtbank, wijzende in handels
zaken alle verdere of tegenstrijdige be
sluitselen verwerpende, verklaart zich be
voegd om over de hoofdvraag uitspraak
te dosn, en vonnissende ten gronde, ver
oordeelt verweerder te betalen aan de
eischeres, ten titel van schadevergoeding,
de som van vijf-duizend frank met de
gerechtelijke kroozen.
Zegt daarenboven dat het onderhavig
vonnis in twee Vlaamsche weekbladen
van Yper. namelijk in De Halteen
De Strijdzal opgenomen worden en
dat de kosten van deze opneming ten
laste zijn van Denys en tegen deze door
eischeres. hervorderbaar op enkel vertoon
van het fcwijtschrift;
Verklaart zich verders onbevoegd om
over den wedereisch door Denys ingesteld,
uitspraak te doen;
Veroordeelt verweerder tot al de ge-
dingskosten, welke kosten, niet Inbegre
pen deze van expeditie, beteekening en
ten uitvoerlegging van het tegenwoordig
vonnis, beloopen in 't geheel tot de som
van honderd-drie-en-zeventig frank, vijf-
en-zeventig centiemen;
Verklaart onderhavig vonnis uitvoer
baar bij voorraad, ondanks alle verhaal
en zonder borg. doch binnen de perken
van artikel honderd-zeven-en-dertig van
het Wetboek van Burgerlijke Rechts
pleging.
Aldus verleend en uitgesproken ln
openbare handelszitting der Rechtbank
van Eersten Aanleg te Yper, den der-
tienden Februari 1900-vljf-en-dertig.
Aanwezig de Heeren Matton. Voorzit
ter; Heyvaert en Van de Vliedt, Rechters;
Dehem, Griffier.
(Geteekend): JOS. MATTON,
MAURICE DEHEM.
Gelasten en bevelen:
aan al de daartoe aanzochte Deurwaar
ders dit vonnis ten uitvoer te leggen;
Aan Onze Procureurs-Generaal en aan
Onze Procureurs bij de Rechtbanken van
Eersten Aanleg er de hand aan te houden
en aan alle Bevelhebbers en Officieren
der Openbare Macht daartoe de sterke
hand te leenen, wanneer zij daartoe wet
telijk aanzocht worden.
Ter oorkonde waarvan dit vonnis on
derteekend is geworden en gezegeld met
het zegel der Rechtbank.
Voor gelijkvormige expeditie afge-
(Zie vervolg onderaan 5* kolom.)
f»
5 -
K
-li» m
LaÉiÉfff
W' t* V jk.
T. - Ar 'iÜ;*
DE VLAGGEN DER DEELNEMENDE MAATSCHAPPIJEN OP DE GROOTE MARKT TE IEPER
KET ONTSTAAN VAN HET
LAST POST COMMITTEE»
Paschen zal dees Jaar voor onze instel
ling van den Last Posteene groote en
deugddoende beteekenis hebben en zal
ons doen zien hoe zeer onze vrienden, de
Engelschen, zich getroffen gevoeld heb
ben door het schoone gebaar der bevol
king. 't Is reeds acht jaar dat deze in
stelling buiten alle officieele hulp, zich
het noodige weet te verschaffen, om el-
ken avond eene Engelsche militaire Tap-
Toete doen weergalmen onder het
grootsche Engelsche gedenkmaal der Mee-
nenpoort om alzoo eene dankbare hulde
te brengen aan de Tommies, gevallen ter
verdediging van leper. Deze hulde is zoo
roerend en zoo eenvoudig, omdat zij zich
daar uit in de stilte van den avond onder
die hooge gewelven.
In den winter grijpt deze roerende en
eenvoudige plechtigheid plaats te 8 uur
en 's Zomers te 9 uur 's avonds; en 't zijn
eenvoudige werklieden die daar naast die
tafels, waarop 50.000 namen van gesneu
velden gebeiteld staan en die geene be
graafplaats hebben, den wensch van
Rust in Vrede toeroepen.
Het denkbeeld dezer inrichting ont
stond in 1926 tijdens de inhuldiging van
het gedenkmaal. Eenige Inwoners krijgen
iroo 6x.uc.wxv u..
hulde diende gebracht aan de nagedach
tenis dier duurbare gesneuvelden.
Dit denkbeeld werd weldra werkelijk
heid, en den 2 Juli van hetzelfde jaar
werd door toedoen van den Heer Van-
denbraambussche, politiekommissaris, met
de welwillende medewerking van Mijn
heer Maurice Vergracht, kommandant
van het pompierskorps, die de mannen
en instrumenten bezorgde, overgegaan
tot de eerste plechtigheid, die plaats had
den 2 Juli 1928, te 8 uur 's avonds, in
tegenwoordigheid van den Heer Burge
meester en de Heeren van 't Schepen
college.
Men blaasde het Aux Champsen
den Tap-ToeDe volgende week werd
den Engelsshen Last Postgeblazen,
die onze mannen middelerwijl geleerd
hadden.
Laat ons hier openbaar hulde brengen
aan die nederige werklieden, voor hunne
stiptheid en voor de gevoelens van dank
baarheid en genegenheid waarmede zij
hunne instrumenten bespelen, en aan de
aanwezigen diezelfde gevoelens overma
ken.
Eene vereeniging, zonder winstgevend
doel, ontstond om deze plechtigheid te
doen vereeuwigen onder den naam van
«Last Post Committee». Een kapitaaltje
werd stuk voor stuk bijeengebracht om
de onkosten te dekken. Meermaals wa
ren er Engelsche bezoekers die ontroerd
door deze plechtigheid, eene gift overhan
digden aan het Committee dat alles
bijeenbracht om een kapitaaltje te ver
wezenlijken.
Gedurende den zomer van 1934 kwamen
oudstrijders van' het Graafschap Surrey
bij Londen en die eene sectie vormen van
het British Legion, op het bezoek. Na de
plechtigheid bijgewoond te hebben druk
ten zij den wensch uit aan den Bestuur
der van het Committee deelaclitig te
mogen worden met de Ieperlingen, in de
hulde die aan hunne strijdmakkers ter
verdediging van leper gesneuveld waren,
gebracht werd. Zij openden eene inschrij
ving en deze bracht de schoone romi»?
som van 400 pond op. Zoodra zij er in
bezit van gesteld werd bracht het Bri
tish Legionhet Committee op de
hoogte van hunne medewerking. Het
aanbod werd met dankbaarheid aange-l
nomen. Die vrijwillige medewerking be
wijst hoe hoog die huldeblijk in Enge
land geschat wordt. Onnoodig te zeg
gen dat dit kapitaaltje niet volstaat om
de kosten te dekken, maar 't Is een aan
moediging voor de lepersche vrienden en
gevers en 't Vlaamsch spreekwoord kan
Bewaarheid worden: «Daden wekken,
voorbeelden trekken
DE PLECHTIGHEID VAN HET
OVERHANDIGEN VAN DEN CHECK
Zondag morgen Paaschdag ont
vingen wij het bezoek van een afvaardi-
IEE3BBBBSBSB3EBEEBB3BSEC3DS3
komen vroeg in het voorjaar.
Voorziet U daarom tijdig van een pot
Verkrijgbaar in alle Apotheken.
leverd aan Meester DE BAECK, Ad-
vokaat van eischeres.
De Hoofdgriffier der Rechtbank,
(Get.) MAURICE DEHEM,
en gezegeld.
Geboekt vijf bladen een verzending te
Yper den negenden April 1900-vijf-en-
dertig, boek 167, blad 23, vak 2, ontvan
gen drie honderd en negen frank
De Ontvanger,
(Get.) DECOCK.
Voor gelijkvormig afschrift.
ging van omtrent 400 leden van het
Graafschap Surrey, onder geleide van
Luitenant-Generaal Sir William Pulte-
ney, lid van het Hooger Huis of eerste
Kamer van Engeland, Voorzitter van de
Ypres Leagueen vergezeld van de
Guilford Britsh Legion Banden de
Dagenham Girl Pipers
Zij kwamen per autocar toe uit Oost
ende omstreeks 11.30 uur aan den hoek
der Elverdingestraat en Maarschalk Haig-
laan, waar zij opgewacht werden door de
British Legion de Harmonie Ypria-
naen de Belgische Oudstrijders. Er
werd onmiddellijk een stoet gevormd die
in volgende orde opgesteld werd: Harmo
nie Ypriana Guilford British Legion
Band Dagenham Girl Pipers groep
vlaggen, militaire overheden waaronder we
bemerkten Zijne Excellentie de Gezant van
Groot Brittanje en de militaire attaché
Majoor Paris, alsook den vertegenwoor
diger des Konings, Baron Jacques de Dix-
mude, Vleugeladjudant van Zijne Ma
jesteit den Koning der Belgen; volgen
dan de Britsche Oudstrijders alsook de
Verbroedering, afdeeling van leper. Ze
trekken diensvolgens naar de Maloulaan,
langs de Stuers- en Boterstraat naar het
Iepersch gedenkteeken op de Vande Pee-
reboomplaats, waar er stil gehouden
wordt om eene kroon neder te leggen,
terwijl eene minuut stilte ln acht geno-
•iircix nvxuv.
beweging en trekt de Groote MarKFëver
naar het Stadhuis, waar de overheden
van het British Legionvoorgesteld
worden aan de plaatselijke burgerlijke
overheden, het Last Post Committee
en verschillende andere notabelen.
Diensvolgens wordt de check overhan
digd aan den Heer Burgemeester Vander
Ghote, waarna eene aanspraak gehou
den wordt door Majoor G. E. Cohen,
Voorzitter van de «Surrey Counsil»,
waarop de Heer Burgemeester J. Vander
Ghote in gepaste bewoording de Hooge
Bezoekers bedankt om het schoone ge
baar en om de welwillendheid waarmede
zij door hunne tegenwoordigheid deze
plechtigheid vereerden.
De stoet vertrekt dan naar het British
Memoriaal der Meeiienpoort, waarbij zich
de burgerlijke overheden van leper aan
sluiten.
We bemerken daar vlaggen van do af-
deelingen leper, Arras. Rijsel en Oosten
de, van de «British Legion», alsook de
vlag der Verbroedering van leper, Poilus
de France, enz. De stoet houdt stil onder
de Meenenpoort, waar eene godsdienstige
plechtigheid een aanvang neemt, gecele
breerd door Rev. Owen S. Witkins, C.M.
G. G. B. F., rustend Hoofdaalmoezenier
van het Engelsch Leger, waarna hij eene
korte aanspraak tot de aanwezigen richt.
Hierna voeren de Dagenham Girl Pi-
pers i) de Lamentuit. De klaroenen,
blazen de Last Post en de Reveille
De plechtigheid sluit met de Braban-
qonneen de God save the King
waarna eene kroon van roode klaprozen
werd nedergelegd door de militaire atta
ché Majoor Van Paris en een machtigen
bloemtuil van witte tulpen door Baron
Jacques de Dixmude, van wege Z. M. den
Koning der Belgen.
De stoet defileert hierna op de Groot»
Markt voorbij Luitenat-Generaal Sir Wil
liam Pulteney, G.C.V. O.; K. C.B., waar
na de stoet uiteengaat en een Lunch
Knjgeu
dag, te 14.15 uur, een Concert te hooren
op de Groote Markt, die beurtelings af
gewisseld wordt door de Guilford Bri
tish Legionen de Dakenham Girl
Pipers
Daarna vertrekken zij per autocar naar
het Tyne-Cot Cemetery», de grootste
en schoonste Engelsche begraafplaats,
waarna ze den terugtocht aanvaren naar
Oostende.
Wij verhopen dat hun kort c; houd
alhier hun 1 beste aandenken _r.! I 'in
van onze sl.-e.
Sir William Pulteney overhandigt aan Heer Burgemeester Vander Ghote en
check van 400 dollars om aan het Iepersch «Last Post Cc.-imittee» toe te
de dageiijksche hulde aan Engeland's Gesneuvelden voort te zetten.
De Dagenham Girl Pipersof Meisjes op den Doedel spelend, op de Markt te
Ieoer tijdens de plechtigheid.
IBBaBaBHaBiaxaaSEBCEEESfiBXXIBSaSJBBE&EaElSIjZgRSSaXBaBSElEB
KARDINAAL-LEGAAT PACELLI
TE LOURDES AANGEKOMEN
Donderdagmorgen bood Lourdes een fees
telijke aanblik. Men schat dat meer dan
50.000 bedevaarders ter plaatse zijn aan
gekomen. Deze hadden duizende vlagger.
mede die fier en blij door de straten wap
perden. Te 11.40 uur kwam de Pauselijke
legaat. Kardinaal Pacelli te Lourdes aan.
Te Lourdes werd de Pauselijke legaat
begroet door den burgemeester der stad,
door de Prefekt van Tarbes en door dui
zenden gelcovigen. Da Kardinaal ant
woordde met een wensch van vrede.
Onder de hooge personen die zich thans
te Lourdes bevinden worden vermeld de
gewezen keizerin van Oostenrijk Zita,
aartshertog Otto van Habsburg, prins Xa-
verius van Bourbon, al de prinsen van
Braganoe; van Bourbon Sicilië, alsmede
de prins en de prinses van Saksen.
In de straten van het heilig stadje
heerscht een ongewone drukte.
Er zijn ook tegenwoordig twee Fransche
Kardinalen, een Belgische, zes Engelsche
Bisschoppen, twee Poolsehe, vier Italiaan
sche, vijf Belgische, een Portugessche,
een Finsche, een Boliviaansche, een Zwit-
sersche en vijf gemijterde abten.
In de namiddag werd dan de Pauselijke
Bulle afgelezen. De eerste pontificale hoog
mis werd dan voorgelezen door Kardinaal
Van Roey. Van af deze Mis begon het
plechtig triduum en zouden gedurende
drie dagen en drie nachten onafgebroken
Missen worden opgedragen.