EEN MINUUT
EEM HEERLÜKE
SNUIF
SMAAK/
9; -jifll
Ds Jonkvrouw
van Lindendale
k
éi
GEMENGDE STROOP
GEDACHTEN
het manneke
uit de
W. VAN HEILE.
'T ROOS KRUIS
MINISTERIE van LANDBOUW
volstaat om door middel van de
LIEBIG BOUILLON BLOKJES
met Liebig Vleeschextract bereid
een liter uitstekende bouillon te beko
men.
leder blokje bevat 2 tabletten» elk
berekend voor 1/2 liter bouillon» het
pakje von 5 blokjes bevat een Liebig
Chromo's-bom
WSI5MW
IEBIG
H E X T P A CT?
rumme/'"
^perM!1^
HOE HET AUTO-ONGEVAL, WAARBIJ ONZE
KONINGIN GEDOOD WERD, GEBEURDE
6l
c I
WEKELIJKSCH
LITURGISCH BULLETIN
OKTOBER - ZAAIMAAND
'i
I#* li
Oneerlijk goed gedij', niet.
t Is steeds seizien
Om wat te doen.
Men dient niet alleen berouw te hebben
om het kwade dat men wél, maar tevens
en vooral om het goede dat men niet heeft
gedaan.
ia£.Hsaz2Ba&»KaaBSBBaaass£Ea
'K ZEG T U VLAK IN T GEZICHT
Uit het Oosten kwam het licht
En die van 't Westen
Zaten fameus in nesten
Ze waren ver van de besten
En stelden zich tevreden met de resten
Met den tijd veranderde dat
En 't licht in 't Westen zat,
't Licht, dat m 11 beschaving noemt
En 't Oosten was tot duisterheid gedoemd.
Tot op den dag van heden... maar, 't
kan verkeeren, zei Bredero. Een klein in
cidentje kan het vuur aan de lont bren
gen en de bom doen bersten. Wie weet
wat de bloedhonden, die op den oorlog
rekenen, al geschoteld hebben. Zagen we
niet in 1914 de wereldoorlog uitbreken als
gevolg van een gemonteerd affairke te
Serajevo? Laat ons hopen dat dezen keer
de Westerlanden, buiten het conflikt zul
len blijven!
-Iet zou de ondergang kunnen worden
van onze beschaving en 't licht zou kun
nen terugkeeren uit 't Oosten, van waar
't gekomen is.
En dat allemaal de schuld van die hoo-
veerdigen Mussolini, de Latijn bij uitne
mendheid, de lichtdrager der latijnsche
cultuur!
't Is dus oorlog.
In geval van gevaar is er niets nut
tiger dan de tegenwoordigheid van geest,
zei een ossefier op de instructie.
Toch wel... de afwezigheid van li
chaam, zuchtte ne simpelen piot.
En of hij gelijk heeft.
PA. PA, kwamen de kinderen jui
chend binnen gestormd, w'hebben U 'n
goed nieuws mede te deelen. Kom eens
zien. toekomende jaar zult ge geen siga-
re; moeten koopen!
Pa ging zien... en trok zich bijna al
de haren uit den kop... Zijn kinderen
hadden rond de honderd van zijn beste
sigaren in den grond geplant!
IK DIE NOOIT OP NIMMER LOOG
Die nooit iets uit mijn duime zoog,
Die voor de waarheid steeds ten strijde toog
Die steeds U te... onderrichten poog,
Die alles zegt wat door mijn hersens vloog,
En wat ontwaart mijn... fel geoefend oog!
Beweer... bij... laag en ook bij hoog
De fisc heeft meer dan één pijltje aan
[z'n boog!
D'r mankeert justekens nog ne stempel
van 't stadhuis om 'n geheel certificaat
van goed gedrag te zijn, al zeg ik het
zelf... Nu ter zake.
Frederic Zantolin is nen Poolschen boer.
De tijden zijn hard, de oogst is slecht
geweest, en om die reden kon Zantolin
zijn belasting r-iet betalen! Dan is de fis
cus afgekomen om alles aan te slaan,
maar... ze vonden er niets dan 'n oud
vermolmd bedde en wat potten en pan
nen zonder gat.
Maar eensklaps heeft de chef van den
fiscus de vrouw van Zantolin in 't oog...
en bemerkt dat ze nen buitengewoon
schoenen en langen haarbos heeft. Hij
heeft 'n inspiratie. Plots grijpt hij 'n
schaar (die was er ook nog) en snijdt de
schocne lokken af.
De pruikenmaker zal ze wel afkoo-
pen, zoo zegt hij, en daarmee is d'helft
van uw belastingen betaald. Als ze weer
lang zijn, zullen we nog ne keer afkomen
en dar, zult ge voor goed in regel zijn
met ons!
En met zijnen buit trekt hij er uit!
Zoo scheert de fiscus zijn schapen, zie,
ln Polen tenminste, en 't is maar t'hopen.
voor mijn alderliefste lezereskens, dat
z'hier dat vo»rbeeld niet navolgen.
'T WAS GROOT FEEST geweest bij
Mad. Snibbekens... maar eensklaps vroeg
ze om stilte en sprak ze heur genoodigden
toe:
Men heeft mijn parelsnoer gestolen.
Ik ga gedurende 'n paar minuten 't licht
uitdoen ten einde aan den dief toe te
laten zdjn buit daar op die gouden schotel
te leggen, die in 't midden van de tafel
staat. Anders zal '1- mij verplicht zien de
politie op te bellen!
't Licht gaat uit... men wacht 'n paar
minuutjes in de donkerte... Fiat Lux!
't Licht gaat aan... en... de gouden schotel
is verdwenen!
ACH. SISKA VAN DER MOT
'k Heb compassie met uw lot,
Gij dacht groote madam te spelen
Maar hij, met wien g'uw geluk ging deelen,
Had U formidabel beet,
Want, toen uw nestje was gereed
Trok hij er onder spoor
Van door.
Siskatje diende in de stad en kwam als
een simpel boerinneken uit de Antwerp-
sche Kempen overgewaaid. In de grrroote
stad dus had ze kennis gemaakt met nen
ossefier, of tenminste ne gast die zich
daarvoor uitgaf. Ze zouden in 't huwe
lijksbootje stappen, 't Nestje was gereed,
en de meubelkens stonden er in, allemaal
van Siska heur spaarcenten!
Maar 't meisken kreag nen telegram,
dat 't niet goed ging met heur moeder...
en zij naar huis. Heur moeder was zoo
gezond als nen bliek... Maar, toen Siska
IBBBBBBBBCSBBHSBBBBSaEBBiSBBU
Mengelwerk van 20 Oktober 1935. Nr 39.
door
V/e sleuren de vodde in de schuur. Ze
zal wel bij haar zinnen kemen en er van
doortrekken. Ze heeft nu genoeg gehad.
Vooruit dan, dat ik ze niet meer zie.
Anderskstamp ik ze heelemaal dood.
Zco sprak de schurk over het meisje,
dat hij- vrager zoo gefleemd had.
Ze legden Wigze op stroo en even licht
te de boer met de lantaarn bij. Het gelaat
van de'ongelukkige was geheel bebloed.
Wieze roerde niet meer.
Ze êomt wel bij ik ga in huis!
sprak Floris.
Ik ook.
,Ze lieten het meisje aan haar lot over.
Floris waschte het bloed van zijn neus
en gezicht. Als verdwaasd zaten de twee
schurken dan in de keuken tegenover el
kaar.
Mapr zouden we Paula niet kunnen
terugualen? vroeg de vader.
Terughalen? Waar is ze? Ze zal fijn
lachen met ons. Ze loopt naar de plaats...
naar den burgemeester.
O, ze kan ons niets doen. Ik heb ze
opgesloten, omdat ze zich slecht gedroeg
met een vreemden heer. Dat is alles. En
de burgemeester zal ons geen last aan
doen.
Of naar de gendarmen?
Dan zeg ik hetzelfde.
Ze is weg en ze blijft weg, hernam
floris. Kondt gij ze niet pakken?
Ik had ze al vast, maar Wieze kwam
Helpen.
De vader vertelde, wat er aan de deur
jran de sohuur gebeurd was.
Een tijd zwegen ze dan, onder den in-
terugkwam, was de verdediger van t land
gaan vliegen... en ook de meubels.
Ja, meiskes lief, ik zeg het U,
Betrouwt de mannen niet te fel;
Voor ge trouwen gaat bedenkt U
Want 't is verdraaid geen kinderspel!
*t Zijn dingens die gebeuren!
MEN VROEG aan Sis Slameur, die on
langs getrouwd is, wat hij er van dacht,
over 't getrouwd zijn.
Het huwelijk, zei Sis, dat is iets dat
U al veel vrijheid afneemt. Om U een
voorbeeld te geven: toen ik nog jongman
was, dronk ik alle dagen negen potten
bier, en dan kwam ik om één uur 's nachts
naar huis, maar nu da'k met 'n wijf op
mijn kot zit, drink ik 's avonds ééne pot
bier, en moet ik om negen ure thuis zijn!
Dat is 't verschil van de defferentie! be
sloot Sis!
We wenschen proficiat aan Sis zijn
vrouw omdat z'heuren vent alzoo heeft
kunnen dresseeren.
ALHOEWEL 'k er, den dag van vandaag,
Meer dan ooit, zorg voor draag.
Met mijn karamelieverzen, van drie ellen
[voor ne frank.
De dichtkunst op te hemelen, beken ik
Dat de dichterlijkheid gewis [vrank
Aan 't uitsterven is.
Alswanneer de mode van den cam
ping i in de gansche wereld zoo'n uitbrei
ding heeft genomen, en dat alleman en
iedereen ervan droomt, ne keer nen nacht,
in den Zomer wel te verstaan, onder 'n
soort tent onder den blooten hemel door
te brengen, hebben de Bohemersen
andere zigeuners besloten een einde te
stellen aan hun rondreizend bestaan... en
ook zittende burgers te worden.
Nog 'n bewijs te meer voor onzen dos
sier, getiteld "De Omgekeerde Wereld".
OM EEN GROOTE KWAAL TE HEELEN
Ga'k thans voor... kwaffeur eens spelen!
Voor de mannen die 't haar verliezen van
Treed ik thans als redder op [hun kep
Want, ze mogen 't weten
Z'hebben slechts spinagie t'eten
En ze krijgen al direkt nen bon
Voor nen bos als Absolon!
Ja, beste lezers, als door chagrijn of
eender welke reden uwen kop van zijn
pluimen begint- te verliezen, en ge zijt
precies geenen amateur om binnen kort
met ne fameuzen biljartbol te pronken,
kan 'k maar esnen raad te geven: Eet
spinagie! Spinagie en nog spinagie.
Verliest g'uw haar dan is dit een tee-
ken dat g'een tekort hebt aan vitami
nen - G die den haargroei bevorderen,
en het is surtoe in die groente dat die
vitamine vervat is.
Volgt mijn raad, 't kan nooit geen
kwaad.
JA, LIEFSTE, zei een meisken tot
heur vrijer, papa zegt dat hij den helft
van onze meubels wil betalen, als wij
gaan trouwen!...
Goed zoo, zei den type, konden we
nu maar gauw iemand vinden, die de
andere helft betaalt!
BIJ D'BSKIMO'S, mijn beste vrienden,
'k Zeg 't in kort,
't Is een heele sport
Een naam voor hun kind te vinden;
'k Verklaar U thans
Zonder zwans
Met mijnen mond wijd open
Hoe ze ginds hun kind'ren doopen!
De pasgeboren kinderen worden ginder
altijd genoemd naar overleden bloedver
wanten. De Eskimo is er zeker van dat
in de jong geborene de overledene weer
voortleeft. Als 't ykind op de wereld is
gekomen beginnen de ouders den eenen
naam na den anderen te roepen. Als 't
kind schreeuwt op 't moment dat ze een
zekeren naam afroepen, wordt deze on
middellijk als onbruikbaar afgewezen.
Maar als 't wicht zijnen oven dichthoudt,
dan beschouwt men den naam, die op dat
oogenblik werd genoemd, als voor het kind
bestemd
Deze menschen gelooven dat de naam
zonder lichaammet vele andere rond
de hut rondfladderde en wachtte totdat
hij werd geroep3n. Zoodra dit gebeurde
kwam hij binnen en nam bezit van 't
kind... Ginder is 't dus niet 't kind dat
nen naam krijgt maar... de naam een
kindenne de zuigeling wordt dan de
persoon wiens naam het draagt.
En dat zot spelleken telt ook voor de
beesten. Alzoo wilde een groote Poolrei
ziger, kapitein Freuchen, ne keer nen
hond koopen van nen Eskimo.
Ik kan hem niet verkoopen, ant
woordde de man, hij is mijn grootvader!
MIJNHEER PLEKS komt wat later dan
gewoonlijk uit de herberg. Opdat zijn
vrouw er niets van merken zou, trekt
hij zijne schoenen uit en sluipt op zijn
kousen in de kamer. Maar zijn vrouw
wordt toch wakker. Slim als Mijnheer
Pleks echter is, gaat hij naar de wieg van
zijn eerstgeborene, begint te wiegen en
zingt een slaapliedje.
Wat doet ga, Karei, vraagt zijn
vrouw.
Och, zegt Karei, ik zit al twee uren
bij de wieg, die jongen wil maar niet
slapen.
Slimmerik, zegt het vrouwje, maar
het kind ligt bij mij in bed.
'K BRENG HET NIEUWS U AAN
Met d'Expositie is 't bijkans gedaan
Lang valt er niet te zeuren
Op 3 November sluit z'heur deuren!
Na lang gezaag en gezeur van Marenta
heb ik mijnen pittelcer aangetrokken en
mijn buis opgezet en zijn w'er ook re
keer op afgezakt. Volk en nog eens volk.
't Mag niet gezeid dat 't cp een fiasco
is uitgedraaid... voor d' inrichters niet,
wel te verstaan... maar veel van d'expo-
santen hebben er leelijk hun broek aan
gescheurd.
De restaurant's en andere cafékens za
ten zoo vol als 'n ei, zoodat mijn alder
liefste en ik met moeite 'n plaatsken kon
den vinden om onzen boterham naar bin
nen te spelen mot 'n tas koffie!
'n Gansch uur hebben w'er moeten
fBK3BB3aBI5a»BB£lSEaEa3BBJRBia9
druk van al het gebeurde. Hun plannen
waren mislukt.
We hebben stem gehandeld van het
begin af aan, bekende Floris. Wat ge uit
gevonden hebt kan niet gelukken. En wat
nu?
O, ik geef het nog niet op, antwoord
de de sluwe oude Delange. Ik ben koppig.
Ze zal naar Raverbeke loopen.
En wat weet die van het geheim? We
hebben nog tijd eer de moeial weer keert.
Ik moei me er niet meer mee. Bah,
wat een avond weer!
Floris haalde de geneverkruik. Ook zijn
vader dronk veel en ze zaten daar als
twee allergemeenste misdadigers. Ze be
kenden het voor elkaar niet, dat ze bei
den bang waren om Wieze.
Een paap uren verliepen.
Willen we eens naar de schuur gaan?
vroeg eindelijk de oude Delange.
O, die prij zal al weg zijn... En wat
kan het mij schelen waar ze doolt! Ze
mag me aanklagen. Ik heb het recht een
landloopster van het hof te jagen.
De vader stond op.
Kom mee, zei hij.
Ga alleen!
Neen... We hebben ze samen afge
ranseld en we moeten ook samen zien...
Hij stak de lantaarn aan, maar verdook
ze in een doek, als konden vreemde oogen
hun gangen bespieden.
Ailez, rap dan! bromde Floris, die er
als een echte bruut uitzag, hij, die vroe
ger op een heer wilde lijken.
De wind voer nog heftiger door de hoo
rnen, en takken sloegen krakend tegen
elkaar. De nachtelijke natuur scheen vol
geheimenis.
Achter elkaar stapten vader en zoon
naar de schuur. De oude duwde de deur
open, haalde de lantaarn uit den doek en
stak ze in de hoogte.
Wieze Every lag nog roerloos op het
stroo.
He, rosse, waarom trekt ge niet naar
uw eigen, kot? riep Floris ruw uit.
Zijn vader trad naderbij en schrok ge
weldig... Dat strak, marmerwit gelaat,
naar wachten... 't geen ons doet gelooven
dat 't waar is, wat ze zeggen, namelijk:
In een café op d'expositie
Werd een bom lest opgemerkt
Zoo een voorwerp dat ellende
En vernietiging bewerkt.
Velen van de gasten hoopten
Op een ontploffinge, liefst gauw
Die waarschijnlijk dan de aandacht
Van den garson trekken zou.
Want ge zoudt zeggen dat die men
schen daar doof zijn!
SJAREL die meester is thuis... als zijn
Triene d'r niet is, kwam met 'n stuksken
in zijn kraag naar huis afgezakt.
Vrouw, zei Sjarel, ze hebben mij
vandaag geleerd wat verschil er is, tus-
schen positief en negatief. Kent gij dat?
Zijn Triene schoot in 'n kattenkolere
naar hem toe, en gaf hem 'n oorveeg,
zeggende
Daar, dat is positief, en nu zonder
eten 't bedde in, da's negatief!
DE MENSCH, NAAR 'T IS GEBLEKEN,
Heeft 'n tong... om te spreken!
Dat hij daaraan niet gauw verzaakt
Wordt ons nog eens diets gemaakt
Door de volgende statistiek
Die perfester Long opmiek.
Dank zij dezen geleerden statistiekop
maker kunnen we verklaren dat ne man
van 70 Jaar. ongeveer 23 jaren» van zijn
leven doorgebracht heeft met slapen, 6
met te eten, 3 met te leeren en 2 met
zijn twalet te maken!
Buiten zijn gewoonlijke bezigheden dan
nog, waarover de perfester ons geen cij
fers geeft, heeft het menschelijk schepsel
13 jaren van zijn bestaan doorgebracht
met babbelen. Als g'iets doet moet ge 't
goed doen of ge doet het niet. Dat heeft
onzen statistiekopmaker ook gepeinsd
want hij specifieert: gedurende 6 jaren
heeft de mensch gesproken onder zijn
werk en gedurende 2 jaren onder 't eten.
En dat allemaal op onnuttige wijze? Bij
lange niet, want meester Long zorgt er
voor ons te zeggen dat de mensch, gedu
rende de 5 overige jaren, slechts gespro
ken heeft voor zijn planzier.
Oef! mijne kop!
Maar... alhoewel 'k er zelf niet meer
goed uit wijs word, valt 't mij toch te
binnen, dat die statistiek verre van vol
ledig is, vermits d'r geen onderscheid ge
maakt wordt tusschen 't mansvolk en 't
vrouwenvolk, en 't is psrtang overal be
kend: de eene koffiemolen loopt rapper af
dan de andere!
VAN JE VRINDJES moet g'het heb
ben!
Jeanneken had altijd gestoeld bij Li-
zat jen heur vriendinne (hm!) dat ze zoo
ne charmanten en lieven type had en
toch zoo ne werker. Maar... op zekeren
dag kwam Lizatjen heur tegen op wan
del met heuren vent, en 's anderendaags
mocht Jeanneken 't al hooren:
Hewel... uw verloofde heeft kromme
beenen
Natuurlijk, zei Jeanneken! De heele
last van de zaal:, waar hij werkt, rust op
zijn schouders!!!
GEZIEN de droeve tijdsomstandighe
den;
Gezien het leven niet enkel uit 'n lach
en zwanspartij bestaat;
Gezien d'r geen interessant nieuws meer
te vinden is;
Wij besluiten 'n serjeus gedichteken neer
te pennen dat ons ingegeven werd bij 'n
droeve gebeurtenis en dat als titel draagt
ABEELEN
Honderd en nog meer Abeelen
Stonden rond de stad geschaard
Hemelhoog hun wijdsche kruinen
En hun voeten diep in d'aard
Honderd en nog meer Abeelen
Hielden met hun reuzenkracht
Op de wallen rond de stede
Vele jaren, trouw de wacht
En des Zomers 't dicht geblaarte
Leek dan of het rond de stad
Boven huis en torentransen
Eene kroon gevlochten had.
En des Winters met him takken
Knoest en stevig door mekaar
Was 't als wilden zij beduiden
Reuzen! keeren wij 't gevaar.
Maar daar kwamen vreemde mannen
Uitgerust met bijl en zaag!
Uit de kruinen van de boomen
Steeg een eindeloos geklaag...
En de trouwe en fiere reuzen
Met een donderend geweld
Werden door de vreemde mannen
Eén voor één toen neergeveld.
En de knoesten van hun takken
Hebben diep den grond doorwoeld...
Reuzen, ik heb op die dagen
O! zoo'n hartepijn gevoeld.
't Manneken uit de Maan.
Waarom lijden aan
HOOFDPIJN
MIGRAINE
TANDPIJN
GRIEP
RHEUMATIEK
ZENUWKOORTS
PIJN DER
'MAANDSTONDEN
Jals de Wonderbare Bruine Poeders van!
der Apotheek DE POORTERE
Sint-Niklaas-Waas.
U oogenblikkelijk «onder «ehadeMj!»e gevolgen jj
van deze pijnen zullen bevrUnen#
doo.n v. 8 poedert 4 fr._
De driedubbele doos
25 poedera 10.00 frm
Te verkrijgen in alle!
goede Apotheken off
vrachtvrij tegen
postmandaat.
Gebruikt ze eens, U I
zult nooit geen an-|
dere meer gebruiken.!
«b'BBëlSSaSEBBBaaSBEBSaBQBBaaB
terzijde met bloed bevlekt, die oogen zon
der uitdrukking...
Ze is dood, fluisterde hij huiverend.
Och, toe, zijt ge zot! Ze gebaart zich
zoo stil.
Zie haar aangezicht...
Floris kwam ook dichterbij. Zijn hart
bonsde nu met heftige slagen.
De oude boog zich en betastte het voor
hoofd en de wangen.
Koud als ijs, hernam hij. Ja, ze is
dood.
Ewel, dan zijn we voor goed van haar
gezaag af. Maar 't zou nog beter Paula ge
weest zijn.
Ja.
Wat kon Wieze Every ons doen.
Even keken de twee schurken elkaar
toch verschrikt aan. Ze werden zich, on
danks al den ingezwolgen drank, toch be
wust, dat ze een moord hadden gepleegd.
En ze zagen in den geest, gendarmen,
rechters... een joelende menigte, de ge
vangenis.
Maar ze mocht niet op ons hof ko
men... we hadden het recht ze te slaan.
Ze wilde niet vertrekken... en ze viel ons
aan! stamelde Floris.
Angstig keek hij naar de hooge schadu
wen van hun gestalten op den muur. De
wind joelde akelig om het dak...
Floris wendde zijn blik van de jonge
doode af. Zag hij in den geest een fleurig
meisje, wat verlegen, maar dat toch gre
tig naar hem luisterde, als hij haar v&n
een vroolijk leven sprak en beweerde dat
ze toch te goed was om op het land te
wroeten?
Zeg dat eens aan het gerecht, ant
woordde de vader op de bemerking van
zijn zoon. O, wat moeten we doen? Dat
kan wreed voor ons uitdraaien. Ge hebt
er te hard op gestampt, jongen.
En gij waart zeker vriendelijk tegen
haar? Wilt ge het nu al op mij alleen ste
ken? Ha, ik heb veel goesting er van door
te trekken.
Ge zoudt niet ver loopen. Voor zoo
iets kan het gerecht u uit Frankrijk ha-
lenl
TOESTAND VAN DEN LANDBOUW IN
BE MAAND SEPTEMBER 1S35
volgens de verslagen der Kijkslandbouw-
kundigen.
WEERGESTELDHEID. Na de droog
te van het begin der maand, hebben over
vloedige regens den achterlijken wasdom
bevorderd. Het weder is verkoeld en de
eerste rijm heeft zich vertoond.
STAND DER TEELTEN. De eerste
herfstzaaiïngen konden over 't algemeen
in goede omstandigheden gedaan worden,
hoewel het bij tusschenpoozen regende.
De graangewassen hebben middelmatige
opbrengsten gegeven; de vroeger gegeven
cijfers worden bevestigd: tarwe 2000 tot
3000 kgr.; wintergerst 2C00 tot 2700 kgr.;
rogge 2000 tot 2500 kgr.; haver 2000 tot
3000 kgr.
De aardappeloogst is volop aan den
gang en zal weldra geëindigd zijn. De op
brengsten, over 't algemeen middelmatig
(12 tot 20.000 kgr.) verschillen vaak tot
het dubbele, volgens den oorsprong van
het plantgoed. De groei der bieten is aan
zienlijk verbeterd. Deze teelt zal een be
vredigenden oogot geven. De klaver- en
voedergewassen staan schoon. De hop
heeft op het einde van haar groei geleden
van het weder. De opbrengsten schom
melen tusschen 1800 en 1900 kgr. per Ha.
De tabak geeft een oogst tusschen 1500
en 2000 kgr.
VEEKWEEK. De regen heeft een
weldoenden invloed uitgeoefend op de
graslanden en het vee heeft er opnieuw
een voldoende voeding gevonden. De ge
zondheidstoestand blijft goed, daar waar
de stallen gezond zijn.
TOESTAND DER MARKT. Er wa
ren drukke verhandelingen. De meeste
landbouwproducten hebben in den loop
dezer maand zekere verhoogingen onder
gaan. Ziehier, ter inlichting, enkele prij
zen per 100 kgr. geleverd: tarwe 85 tot 95
fr.; wintergerst 75 tot 80 fr.; rogge 70 tot
75 fr.; haver 80 tot 90 fr.; aardappelen
30 tot 45 fr.
Slachtvleesch (per kgr. levend gewicht)
vet vee 3,50 tot 6,50 fr.; vette varkens
6,50 tot 7,50 fr.; kalveren 6 tot 8 fr.
Boter (per kgr.i 17 tot 20 fr.; eieren
(per stuk) dikke 0,60 tot 0,70 fr., kleine
0,40 tot 0,50 fr.
(BBBBBBBBBBBBBBaBBBBBBBBBBBB
TOMAAT-bevat A.
B.C.-vitamines voor
't leven onmisbaar.
TOMAAT - koningin
d' kwelit. en onver -
getelijken smaak.
TOMAAT - gezond
en natuurlijk pro-
dukt.
TOMAAT - Napoli-
taansche zon direkt
op uw tafel.
ISaaB&SSaBBEHBBHSBB&aBSBaflBB
KEURINGEN EN QM-
SCHRIJVINGSPRUSKAMPEN
VOOR HENGSTEN VAN HET
EELGISCH TREKRAS
TE BIKSMUIDE OP 8 OKTOBER 1935
IG BOUILLON BLO
("EOISTERÉ'0,
^5"
A. Keuring en prijskamp voor heng
sten die op hun 3" jaar gaan.
Aanvaard: 3; verwezen: 2; uitgesteld: 1.
1. Premie van 1300 fr. met zilveren
eeremetaal, aan Berghman Achille, van
Woumen, voor Bloc du PavéRouaan.
2. Premie van 1009 fr. met bronzen eere-
metaal, aan Jcye René, van Veurne, voor
Mephisto du beau», Rouaan.
B. Keuring en prijskamp voor heng
sten op hun 4" jaar gaande, en voor heng
sten van 4 jaar en meer.
Aanvaard: 17; verwezen: 3; uitgesteld: 1.
1. Premie van 2000 fr. met zilveren eere
metaal, aan Vande Velde Cyriel, van Sint
Joris-bij-Nieuwpoort, voor Brutus d'Ha-
zegras zwart, 4 jaar.
2. Premie van 1500 fr. met bronzen eere
metaal, aan Berghman Achille, van Wou-
men, voor Bruno de Petit Rceulx Baai,
6 jaar.
3. Premie van 10Q0 fr. met bronzen eere
metaal, aan Bro-uck Maurice, van Eams-
kapelle, voor Gaulo'is de l'YserBaai,
4 jaar.
4. Premie van 1000 fr. met bronzen eere
metaal, aan Brouck Maurice, van Rams-
kapelle, voor Joubert de Soignies, Vos-
rouaan, 8 jaar.
C. Bewaringspremiën of jaargelden
van bewaringspremiën.
1. 1000 Fr. aan Brouck Maurice, van
Ramskapelle, voor Lobaureur de Bru-
choru Rouaan, 9 Jaar.
2. 2000 Fr. aan Joye René, van Veurne,
voor Avenir de Petit Roeulx Rouaan,
6 jaar.
S3SSIKB3BB9BSBB9Z^B!SB3ia^H3a9B
Beste Engclsche
PEPERMINT
voorkomt
Hoofdpijn
Neusverstopping
Kortademing
Zenuwverz w a k&fcig
enz. enz.
Te verkrijgen
enkel in de
BESTE WINKELS
Vraagt
het doosje met het
haantje.
«aEBBBBEflB&SBBBSlHXaaBaSBHHBB
KATHOLIEKE MISSIEPOST
DOOR BANDIETEN OMSINGELD
IN CHINA
In de streken van Toelin, ten Noorden
van den Tsjan Si, hebben hevige gevech
ten plaats gehad met de kommunisten. De
katholieke Missiepost van Siau Kiau is
sedert 5 Oktober belegerd door de ban
dieten. Op den Missiepost bevindt zich
Mgr Otto, bisschop. Dc Missiepost is ver
sterkt en biedt hevigen tegenstand.
laaaaiiiaeGiSBBSiiaaaKiiBaaBBaBBa
Wat wilt gij dan?
Ze mogen Wieze niet vinden. We
moeten ze begraven... ergens, waar ze haar
niet zullen zoeken.
Smijt ze in de beek. Ze kunnen dan
peinzen, dat ze zich versmoord heeft!
raadde Floris aan.
Maar waar zijn uw zinnen? Zijt ge
nog niét nuchter van verschot? In de
beek! En als ze er haar uithalen, zien ze
de wonden en de builen, Wieze is leelijk
gesteld. Het gerecht zou seffens weten,
dat ze geslagen en gestampt is geworden.
Een dokter kan het lijk opensnijden en
zien of iemand versmoord is of dood in
het water werd gesmeten. Ik weet nog
oed wat ik zeg, al heb ik genever gedron
ken.
Wie kam bewijzen, dat wij het ge
daan hebben?
Peinst ge dan niet meer aan Paula.
Zij weet, dat Wieze hier geweest is. En ze
zou ons rap aanduiden. Waarlijk, ge zijt
uw zinnen kwijt. Ze nu in de beek smij
ten en als ge wat nuchter zijt, met een
perse en koorden naar ginder loopen en
ze er weer uithalen, hé! Denk aan Haver-
beke. We moeten Wieze» begraven.
Onder den vloer van het keldertje
dan. Ze ligt daar diep.
Maar weer betoonde de oude boer zijn
sluwheid.
Dat deugt ook niet, zei hij. Als Wieze
verdwenen is, zou Paula ook kunnen klap
pen en tot het gerecht over het keldertje
spreken. Ziet ge de gendarmen daar in
kruipen en den vlcer onderzoeken.
Steek ze onder den mesthoop!
Neen... daar zoeken ze het eerst van
al. Laat me eens peinzen. We moeten ze
voor eeuwig verduiken.
Vader Delange leunde tegen den muur
en de zoon tegen de stijlen van de deur.
En daar op het stroo lag het Jonge meis
je, dat door deze geweldenaars, deze ruwe
kerels dood geslagen en gestampt was ge
worden.
Een benauwende stilte hing in de
schuur. Floris had de deur toe getrokken.
In den linkerhoek van het hof, maar
IBBBBBBBBBBBBBEBBBBBBBBBBBBBBBIBBBBBBBBBBBBBBBBBIBBBBBBBBBBMBBBBBBBBBBBBEBBBBBHBIIIHS
Het tragisch auto-ongeval, waarbij onze
geliefde Koningin zoo droevig om het le
ven kwam, is het voorwerp geweest van
tal van verhalen en discussies, waarin de
meeningsverschillen en tegenspraken in
groote mate aanwezig waren.
De bekende Fransche illustratie «Illus
tration» geeft thans op grond van inlich
tingen, die door vertrouwbare menschen
ter plaatse werden ingewonnen, aan de
hand van een schematische voorstelling
een relaas dat ongetwijfeld niet ver van
de juiste waarheid zal afblijven.
De koninklijke auto, die niet sneller dan
60 km. per uur reed, volgde den rechter
kant van den grooten weg, die van Lu-
c.
u
ei
C
01
In
a
ei
Koning
Boom i
Muurtje
Boom
Bres voor afloop
van vrater
Muurtje
4>T
cl
Toen de koninklijke auto over Het muur
tje was gesprongen, botste Hij tegen den
eersten boom, met het gevolg dat de Ko
ningin door de opening, die door het af
gerukte rechterportier was ontstaan, op
den grond viel. Daarna maakte de auto
een halven draai en botste tegen den twee
den boom met het gevolg dat nu ock de
Koning uit den wagen werd geslingerd.
Ten slotte liep hij met den chauffeur
in het water s ,nder om te kantelen.
cerne naar Kiissnacht loopt. Deze weg
vertoonde op de plaats van het ongeluk
geen enkele bocht maar was kaarsrecht.
Zoo reed dus de auto naast het betonnen
muurtje waarmee de weg is afgeboord
en dat 25 cm. hoog en 20 cm. breed is.
Alle 20 meter is er een bres in dit muur
tje aangebracht ten einde toe te laten
dat het water van den weg afloopt.
Toen de.Kening, die links aan het stuur
zat, zich even óver den schouder van de
Koningin boog om een blik te werpen op
de kaart die zij hem toonde, liep de auto
iets uit naar rechts. Het noodlot wilde nu
dat het rechtervoorwiel in een van de
bressen terecht kwam. Door dc vaart, die
4 de auto had, was het linkervoor
wiel op het muurtje geklommen,
zoodat de auto in diagonaal of
schuine lijn cr over wipte en te
gen een boom botste, die nau
welijks 1 meter van het muurtje
stond en slechts op 4 meter van
dc plaats, waar de auto den weg
verlaten had.
Deze afstand van 4 meter had
dus slechts een breuk van een
seconde geduurd, zoodat de inzit
tenden den materieelen tijd niet
hadden om den toestand te be
seffen. De Koningin werd tegen
den eersten boom geslingerd, met
het noodlottig gevolg dat zij zich
den schedel brak. De auto maakt
een halven draal en door de ope
ning van het afgerukte rechter
portier viel de Koningin op den
grond naast den boom.
De auto liep nu over de hel
ling van den boomgaard in de
richting van het meer en kwam
tegen een tweeden boom terecht,
die 15 meters verder stond. Door
dezen nieuwen schok werd de
.Koning uit den wagen geslingerd.
De auto, waarin nog altijd de
chauffeur zat, die zich kramp
achtig vasthield aan den spider,
kwam zoo 3 a 4 meter verder,
terecht in het riet, dat op den
boord van het meer groeide. De
auto is dus niet omgeslagen en
de banden waren intact.
IHEIIIBSaiaBBaBiiBSMaBBBBaaSEgaSSSSEEüSEXBE&BBBBSBHaiSflSEËiEBBB
DE KONINKL JKE FAMILIE
HET VERBL. ,'F TE LAKEN
Zwaar hangt nog immer den rouw over
de koninklijke familie. Onze zoo noodlot
tig getroffen vorst heeft zich in alle een
zaamheid te midden clen geliefden kring
zijner moeder en kinderen teruggetrokken
op het slot te Laken.
Het personeel dat de koninklijke fami
lie ten dienste stond op Stuyvenbsrg
heeft haar vergezeld naar Laken.
Prinses Jczefina-Charlotte volgt verder
de lessen in de school ingericht in het pa
leis te Brussel.
De koningskinderen zijn in het wit ln
nagedachtenis van hunne betreurde moe
der, die steeds zoo blij het leven had in
gezien en zelf niet van zwart hield.
iBBBBBBBBBBaBBBBBBBSEBBBBBBB
GE ZIJT OVER ONS BLAD TEVREDEN!
NA LEZING, SCHUIF HET IN HANDEN
VAN EEN GEBUUR OF VRIEND. ZOO
HELPT GE ONS.'
VANAF 70 FR. PER MAAND.
(BBBBB9BBBBBBBBBBXBBBBSBBBS9
buiten de haag. Achter de doornstrui
ken. Daar maken we een graf. Ze kun
nen den heelen boomgaard omspitten en
ze zullen ze nog niet vinden. Niemand zal
peinzen, dat we ze bij een moord buiten
het hof gedragen hebben. En die grond is
ook aan ons.
Rap dan, dat het gedaan is! Maar
buiten het hof werken...
Wie komt er zoo laat nog voorbij? En
in zulk weer!
Als er gendarmen op ronde zijn?
Er is daar geen wezel... Ze zouden
door het slijk stappen en dat doen ze niet.
Vaneigen nemen we de lantaarn niet mee,
Dat zou te stom zijn. Pak ook een spade...
De oude wierp wat stroo over het lijk.
't Is verduiveld, of Wieze ons nog be
ziet, gromde hij. Ha, ze wilde naar hier
komen en ze zou niet voort gaan zonder
recht. Nu heeft ze haar recht. Den put in!
De boeven namen hun gerief en ver
lieten de schuur.
Langs de achberbalie verlieten ze het
hof. Beiden stonden stil en ze luisterden
en hun blikken trachtten de duisternis
van het wijde land te peilen.
Ginder is een licht, fluisterde Floris.
Dat ls op den molen. De maalder zal
malen. Maar hij kan niet zien, wat er
hier gebeurt. Wees nu geen benauwderik.
Doe uw werk. 't Was voor mij niet, dat
Wieze kwam.
Wilt ge weer ruzie maken? snauwde
de zoon.
Neen, neen... 't is om u te zeggen, dat
ge een beetje moed kunt toonen. Kom
achter me.
De oude wjes den weg naar den hoek
van de hoeve, waar wild gewas stond.
Hier ls het een vergeten hoek, zei hij.
Nooit komt er iemand en de partij, die
er tegen ligt, is van ons. En nu rap ge
werkt, dan ligt ze er seffens onder.
Hij wees de plaats, waar ieder van hen
moest graven en ze gingen, toen plots ge
jaagd. den luguberen arbeid aan.
Ze spraken niet. En ze schrokken, als de
spade op een wortel van een struik knap
te. Een tijd werkten ze snel door. Ze hijg-
Uitslagen der Aanbestedingen
10 Oct. Te 4.30 u., ten gemeentehuize
te BKVEREN-aan-IJzer, verbeteren ven
bouwweg nr 15. Bestek (Februari 1935)
20.748,45 frank.
A. VAN DE CASTEELE, Bikschote:
29.638,45 frank; Pr. Hendryckx, Veurne:
33.737,20 frank.
1B3B1B9B3BBERÜ1B3EEBSB3B3BSBB
Een snee brood, een
goede laag gemengde
stroop, dezoogenaamde
Commerciaale Appel
gelei en gij hebt een
boterham,dieveel beter
zal zijn dan om het even
welke, daar kunt ge zeker
van zijn, voor Uw orga-
nisme... en voor Uw
porte-monnaie.
160%
SUIKER
ftgT-ïBSH
as?
IN ALLE» KRUIDENIERSWINKELS
«BBUnDÜBEBBBiaaBSBEBaBaBBiiBBB
den scms. Af en toe hield er een even op
en luisterde en keek. Maar ze hoorden
niets dan den wind en het gezwiep van
takken, maar die geluiden klonken hun
akelig toe.
Ze slaakten een kreet, toen uit de verte
geblaf klonk.
Die vervloekte hond! mompelde Fio-
ris. Zou dat op ons zijn?
Maar neen. 't Is een heel eind van
hier.
Ginder kunnen gendarmen voorbij
gaan.
Ze komen toch hier niet. Er is geen
wegel, zeg ik u.
Als Paula eens naar het dorp geloo-
pen is en de gendarmen verwittigt.
Dan moeten we ze toch maar morgen
verwachten. En zwijg nu... en werk voort.
Beiden zweetten van inspanning, maar
ook van angst.
't Is diep genoeg, zei Floris.
Neen. Ge moet in den put staan en
de aarde opsmijten.
Doe gij het!
Zijt ge niet beschaamd! Zoo'n jonge
kerel. Moet ik u nog eens zeggen, dat Wie
ze niet voor mij naar hier gekomen is? En
wie heeft er het felst op geslagen en ge
stampt. We babbelen veel te veel. Kruip
in den put!
Floris gehoorzaamde. En hij wierp de
aarde op, tot hij weer zei, dat het graf
nu diep genoeg was.
De vader mat het met zijn spa.
Nog wat verlengen, fluisterde hij.
Bah, we steken zie er dubbel in. Wat
geeft dat?
Verlengen, zeg ik. Doe niet zoo ezel
achtig! Gelukkig, dat ik beter mijn zinnen
bij heb dan gij!
En opnieuw gehoorzaamde Floris. Tel
kens weer blafte de hond in de verte en
de zoon vervloekte het beest,
Nu is het goed, zei de boer. We kun
nen Wieze halen. We zullen eerst nog een
fermen druppel drinken.
Ze lieten de spaden achter de struiken
staan en keerden in huis terug. Ze waren
nu rood van inspanning.
PAX
20 Z 19* Zondag na Sinksen. II. Joannej
van Kenty
Evang.i De gast zonder bruiloftskleed
21 M H. Ursula
22 D H. Mello
23 W H. Joannes van Capistranen
24 D H. Raphaël
25 V H. Margaretha-Maria Alacoque. H.
Crispinns
26 Z II. Evaristus
ZONDAG 20 OKTOBER 1935,
19" Zondag na Pinksteren, Salus popu-
liGroen. 2° gebed van den H.
Joannes van Kenty; 3gebed voor de
voortplanting des geloofs.
Deze Zondag geeft ons een heerlijk
beeld van den kerkelijken herfst. We z:en
een helder verlichte hoogfeestzaal, waarin
ontelbaar vele gasten zitten, gehuld in
glanzende wikte kloefen. Vol verwachting
staren zij naar de deur, die ieder oogen
blik kan geopend worden om den Koning
binnen te laten die zal komen cm de gas
ten te zien. Die zaal is de Kerk, de gasten
zijn de christenen, hun sneeuwwitte kleed
is hun doopkleed der heiligmakende gena
de. De Koning dien zij verwachten is de
Heer, Christus, die komen zal om te zien
of zij het witte kleed der Dcopselgenade
onbesmet hebben bewaard. Daarvan zal
zijn oordeel ten goede of ten kwade af
hangen. De grootste zorg van ons lever
moet dus zijn dit gewaad onbevlekt te be'
waren tot den dag dat de Heer komen zal
Dat kunnen wij, leert ons de H. Paulus,
zoo wij leven in gerechtigheid en h/ilig»
heid (Epistel). Daarom bidden wij reeds
van in het begin opdat God ons steune
en helpeAlmachtige en barmhartige
God, weer genadig alles af wat ons te
gengaat, opdat wij door niets naar ziel of
lichaam verhinderd, ons op hetgeen het
uwe is, met vrij gemoed mogen toeleg
gen.(Collecte), dat wil zeggen: dat wij
in alles Gods aanbiddelijken wil mogen
volbrengen. Dat gebed is ons zoo brocd-
noodïg op onzen pelgrimstocht naar het
eeuwige hoogfeestmaal. daar onze groote
vijanden: de duivdl, de wereld en het
vleesch ons in dat opgaan naar God zoo
dikwijls trachten den weg te. versperren.
Dat zijn de hindernissen waarvan we aan
God vragen dat hij ons zou bevrijden op
dat wij in alles zijn wil zouden mogen
volbrengen. Dat leven naar Gods geboden
schildert de H. Paulus ons af in die korte
woorden die wij lezen in het Epistel:
Trek den nieuwen mensch aan in gerech
tigheid en waarheid, d. i. in heiligheid.
(Epistel). Dat is het Hoogfeestkleed waar
van het Evangelie spreekt. Wij moeten
het kleed dér zonde afleggen: legt daar
om de leugen af, zegt Sint Paulus, d:n
ouden mensch voor zonsondergang, d. i,
voor onze levensavond gekomen is om te
leven naar den nieuwen mensch, den
mensch die vervuld is met genade, die v a
re liefde oefent omdat hij zich een lid
maat weet van het mystieke lichaam van
Christus.
H. HILARION, abt
(Maandag 21 Oktober).
De H. Hilarion werd ten j°re 22S gebo
ren te Tabatha bij Gaza in Palestina, uit
heidensche ouders, die hem, toen hij nog
zeer jong was, naar Alexandrië stuurden
om daar te studeeren. Hier kwam hij in
betrekking met de christenen, met bet
gevolg dat hij zich tot het christendom
bekeerde. Weldra maakte hij een buiten
gewonen vooruitgang in geloof en liefde
en werd aldus een voorbeeld voor de an
dere geloovigen.
Aangelokt door den roem van den hei
ligen kluizenaar abt Antonius, trok hij
naar de woestijn van Egypte en verbleef
daar twee maand bij zijn heiligen leids
man. Bij zijn terugkeer naar huis waren
zijn ouders reeds gestorven, hij deelde don
heel zijn bezit aan den armen uit en ging
zich voor goed terugtrekken in de woes
tijn om daar als kluizenaar te leven. Het
grootste deel van zi.in tijd bracht hij door
in gebed en overweging van het H. Schrift,
tot hij eindelijk op 80 jarigen leeftijd
stierf.
iBsaBBiiaaBBHSisEnisaiasEsaaissB
Floris schonk de glazen vol en dan dronk
hij gretig.
Waar zou Paula nu zitten? vroeg hij.
Dat zullen we morgen wel hooren.
Maar voor haar ben ik niet benauwd. Ik
heb ze opgesloten, omdat ze zich slecht
gedroeg met een vreemden hter. En zal ze
klappen? Ze zou haar eigen schande uit
brengen! Haverbeke heeft ook zijn bek
gehouden. Hij wil zeker niet geweten heb
ben, dat hij op een vreemde parochie,
's avonds ten achten, naar een beek ging,
om te vrijen. Voor Paula ben ik niet be
nauwd. Wieze moet er onder. En kom nu...
We zijn weer rap terug.
Ze begaven zich naar de schuur, waar
de brandende lantaarn nog stond.
Wacht, zei Floris, we steken ds doode
in een grooten zak.
Neen, neen. Ge zijt weer niet gred
bij uw zinnen. Moesten ze haai- toch vin
den, het gerecht zou uitmaken, dat de
zak van ons is. Ze gaat er in, gelijk ze
daar ligt.
't Is ook waar...
Ja, ja, ik weet wat ik doe!
Kunnen we ze dragen?
Ja. op een leer...
En aldus droegen ze de jonge doode
heen. Buiten luisterden ze weer. Nu en
dan moesten ze hun last neerleggen. Het
leek hun een eeuwigheid eer ze den put
bereikten.
Blazend wachtten ze even. In de verte
jankte weer de hond. En een windstoot
joeg een vracht verdroogde bladeren tan
de boomen binnen den haag.
Laten we er nu gedaan mee maken.
Stamp ze er in! gromde Floris, bevend
van spanning. Ik ben het hier beu.
O, ik sta er ook niet voor mijn p'e-
zier. Mij zouden ze niet straffen voor Wie-
ze's dood. Gij hebt ze vermoord en ge
hadt er een reden voor.
't Is nu genoeg met uw gezaag...
Plots gleed Floris in de modder uit en
rolde hij zelf ln den put. Hij vloekte van
schrik. De oude lachte kort en vroeg:
('t Vervolgt).