EEN MINUUT EEM HEERLÜKE SNUIF SMAAK/ 9; -jifll Ds Jonkvrouw van Lindendale k éi GEMENGDE STROOP GEDACHTEN het manneke uit de W. VAN HEILE. 'T ROOS KRUIS MINISTERIE van LANDBOUW volstaat om door middel van de LIEBIG BOUILLON BLOKJES met Liebig Vleeschextract bereid een liter uitstekende bouillon te beko men. leder blokje bevat 2 tabletten» elk berekend voor 1/2 liter bouillon» het pakje von 5 blokjes bevat een Liebig Chromo's-bom WSI5MW IEBIG H E X T P A CT? rumme/'" ^perM!1^ HOE HET AUTO-ONGEVAL, WAARBIJ ONZE KONINGIN GEDOOD WERD, GEBEURDE 6l c I WEKELIJKSCH LITURGISCH BULLETIN OKTOBER - ZAAIMAAND 'i I#* li Oneerlijk goed gedij', niet. t Is steeds seizien Om wat te doen. Men dient niet alleen berouw te hebben om het kwade dat men wél, maar tevens en vooral om het goede dat men niet heeft gedaan. ia£.Hsaz2Ba&»KaaBSBBaaass£Ea 'K ZEG T U VLAK IN T GEZICHT Uit het Oosten kwam het licht En die van 't Westen Zaten fameus in nesten Ze waren ver van de besten En stelden zich tevreden met de resten Met den tijd veranderde dat En 't licht in 't Westen zat, 't Licht, dat m 11 beschaving noemt En 't Oosten was tot duisterheid gedoemd. Tot op den dag van heden... maar, 't kan verkeeren, zei Bredero. Een klein in cidentje kan het vuur aan de lont bren gen en de bom doen bersten. Wie weet wat de bloedhonden, die op den oorlog rekenen, al geschoteld hebben. Zagen we niet in 1914 de wereldoorlog uitbreken als gevolg van een gemonteerd affairke te Serajevo? Laat ons hopen dat dezen keer de Westerlanden, buiten het conflikt zul len blijven! -Iet zou de ondergang kunnen worden van onze beschaving en 't licht zou kun nen terugkeeren uit 't Oosten, van waar 't gekomen is. En dat allemaal de schuld van die hoo- veerdigen Mussolini, de Latijn bij uitne mendheid, de lichtdrager der latijnsche cultuur! 't Is dus oorlog. In geval van gevaar is er niets nut tiger dan de tegenwoordigheid van geest, zei een ossefier op de instructie. Toch wel... de afwezigheid van li chaam, zuchtte ne simpelen piot. En of hij gelijk heeft. PA. PA, kwamen de kinderen jui chend binnen gestormd, w'hebben U 'n goed nieuws mede te deelen. Kom eens zien. toekomende jaar zult ge geen siga- re; moeten koopen! Pa ging zien... en trok zich bijna al de haren uit den kop... Zijn kinderen hadden rond de honderd van zijn beste sigaren in den grond geplant! IK DIE NOOIT OP NIMMER LOOG Die nooit iets uit mijn duime zoog, Die voor de waarheid steeds ten strijde toog Die steeds U te... onderrichten poog, Die alles zegt wat door mijn hersens vloog, En wat ontwaart mijn... fel geoefend oog! Beweer... bij... laag en ook bij hoog De fisc heeft meer dan één pijltje aan [z'n boog! D'r mankeert justekens nog ne stempel van 't stadhuis om 'n geheel certificaat van goed gedrag te zijn, al zeg ik het zelf... Nu ter zake. Frederic Zantolin is nen Poolschen boer. De tijden zijn hard, de oogst is slecht geweest, en om die reden kon Zantolin zijn belasting r-iet betalen! Dan is de fis cus afgekomen om alles aan te slaan, maar... ze vonden er niets dan 'n oud vermolmd bedde en wat potten en pan nen zonder gat. Maar eensklaps heeft de chef van den fiscus de vrouw van Zantolin in 't oog... en bemerkt dat ze nen buitengewoon schoenen en langen haarbos heeft. Hij heeft 'n inspiratie. Plots grijpt hij 'n schaar (die was er ook nog) en snijdt de schocne lokken af. De pruikenmaker zal ze wel afkoo- pen, zoo zegt hij, en daarmee is d'helft van uw belastingen betaald. Als ze weer lang zijn, zullen we nog ne keer afkomen en dar, zult ge voor goed in regel zijn met ons! En met zijnen buit trekt hij er uit! Zoo scheert de fiscus zijn schapen, zie, ln Polen tenminste, en 't is maar t'hopen. voor mijn alderliefste lezereskens, dat z'hier dat vo»rbeeld niet navolgen. 'T WAS GROOT FEEST geweest bij Mad. Snibbekens... maar eensklaps vroeg ze om stilte en sprak ze heur genoodigden toe: Men heeft mijn parelsnoer gestolen. Ik ga gedurende 'n paar minuten 't licht uitdoen ten einde aan den dief toe te laten zdjn buit daar op die gouden schotel te leggen, die in 't midden van de tafel staat. Anders zal '1- mij verplicht zien de politie op te bellen! 't Licht gaat uit... men wacht 'n paar minuutjes in de donkerte... Fiat Lux! 't Licht gaat aan... en... de gouden schotel is verdwenen! ACH. SISKA VAN DER MOT 'k Heb compassie met uw lot, Gij dacht groote madam te spelen Maar hij, met wien g'uw geluk ging deelen, Had U formidabel beet, Want, toen uw nestje was gereed Trok hij er onder spoor Van door. Siskatje diende in de stad en kwam als een simpel boerinneken uit de Antwerp- sche Kempen overgewaaid. In de grrroote stad dus had ze kennis gemaakt met nen ossefier, of tenminste ne gast die zich daarvoor uitgaf. Ze zouden in 't huwe lijksbootje stappen, 't Nestje was gereed, en de meubelkens stonden er in, allemaal van Siska heur spaarcenten! Maar 't meisken kreag nen telegram, dat 't niet goed ging met heur moeder... en zij naar huis. Heur moeder was zoo gezond als nen bliek... Maar, toen Siska IBBBBBBBBCSBBHSBBBBSaEBBiSBBU Mengelwerk van 20 Oktober 1935. Nr 39. door V/e sleuren de vodde in de schuur. Ze zal wel bij haar zinnen kemen en er van doortrekken. Ze heeft nu genoeg gehad. Vooruit dan, dat ik ze niet meer zie. Anderskstamp ik ze heelemaal dood. Zco sprak de schurk over het meisje, dat hij- vrager zoo gefleemd had. Ze legden Wigze op stroo en even licht te de boer met de lantaarn bij. Het gelaat van de'ongelukkige was geheel bebloed. Wieze roerde niet meer. Ze êomt wel bij ik ga in huis! sprak Floris. Ik ook. ,Ze lieten het meisje aan haar lot over. Floris waschte het bloed van zijn neus en gezicht. Als verdwaasd zaten de twee schurken dan in de keuken tegenover el kaar. Mapr zouden we Paula niet kunnen terugualen? vroeg de vader. Terughalen? Waar is ze? Ze zal fijn lachen met ons. Ze loopt naar de plaats... naar den burgemeester. O, ze kan ons niets doen. Ik heb ze opgesloten, omdat ze zich slecht gedroeg met een vreemden heer. Dat is alles. En de burgemeester zal ons geen last aan doen. Of naar de gendarmen? Dan zeg ik hetzelfde. Ze is weg en ze blijft weg, hernam floris. Kondt gij ze niet pakken? Ik had ze al vast, maar Wieze kwam Helpen. De vader vertelde, wat er aan de deur jran de sohuur gebeurd was. Een tijd zwegen ze dan, onder den in- terugkwam, was de verdediger van t land gaan vliegen... en ook de meubels. Ja, meiskes lief, ik zeg het U, Betrouwt de mannen niet te fel; Voor ge trouwen gaat bedenkt U Want 't is verdraaid geen kinderspel! *t Zijn dingens die gebeuren! MEN VROEG aan Sis Slameur, die on langs getrouwd is, wat hij er van dacht, over 't getrouwd zijn. Het huwelijk, zei Sis, dat is iets dat U al veel vrijheid afneemt. Om U een voorbeeld te geven: toen ik nog jongman was, dronk ik alle dagen negen potten bier, en dan kwam ik om één uur 's nachts naar huis, maar nu da'k met 'n wijf op mijn kot zit, drink ik 's avonds ééne pot bier, en moet ik om negen ure thuis zijn! Dat is 't verschil van de defferentie! be sloot Sis! We wenschen proficiat aan Sis zijn vrouw omdat z'heuren vent alzoo heeft kunnen dresseeren. ALHOEWEL 'k er, den dag van vandaag, Meer dan ooit, zorg voor draag. Met mijn karamelieverzen, van drie ellen [voor ne frank. De dichtkunst op te hemelen, beken ik Dat de dichterlijkheid gewis [vrank Aan 't uitsterven is. Alswanneer de mode van den cam ping i in de gansche wereld zoo'n uitbrei ding heeft genomen, en dat alleman en iedereen ervan droomt, ne keer nen nacht, in den Zomer wel te verstaan, onder 'n soort tent onder den blooten hemel door te brengen, hebben de Bohemersen andere zigeuners besloten een einde te stellen aan hun rondreizend bestaan... en ook zittende burgers te worden. Nog 'n bewijs te meer voor onzen dos sier, getiteld "De Omgekeerde Wereld". OM EEN GROOTE KWAAL TE HEELEN Ga'k thans voor... kwaffeur eens spelen! Voor de mannen die 't haar verliezen van Treed ik thans als redder op [hun kep Want, ze mogen 't weten Z'hebben slechts spinagie t'eten En ze krijgen al direkt nen bon Voor nen bos als Absolon! Ja, beste lezers, als door chagrijn of eender welke reden uwen kop van zijn pluimen begint- te verliezen, en ge zijt precies geenen amateur om binnen kort met ne fameuzen biljartbol te pronken, kan 'k maar esnen raad te geven: Eet spinagie! Spinagie en nog spinagie. Verliest g'uw haar dan is dit een tee- ken dat g'een tekort hebt aan vitami nen - G die den haargroei bevorderen, en het is surtoe in die groente dat die vitamine vervat is. Volgt mijn raad, 't kan nooit geen kwaad. JA, LIEFSTE, zei een meisken tot heur vrijer, papa zegt dat hij den helft van onze meubels wil betalen, als wij gaan trouwen!... Goed zoo, zei den type, konden we nu maar gauw iemand vinden, die de andere helft betaalt! BIJ D'BSKIMO'S, mijn beste vrienden, 'k Zeg 't in kort, 't Is een heele sport Een naam voor hun kind te vinden; 'k Verklaar U thans Zonder zwans Met mijnen mond wijd open Hoe ze ginds hun kind'ren doopen! De pasgeboren kinderen worden ginder altijd genoemd naar overleden bloedver wanten. De Eskimo is er zeker van dat in de jong geborene de overledene weer voortleeft. Als 't ykind op de wereld is gekomen beginnen de ouders den eenen naam na den anderen te roepen. Als 't kind schreeuwt op 't moment dat ze een zekeren naam afroepen, wordt deze on middellijk als onbruikbaar afgewezen. Maar als 't wicht zijnen oven dichthoudt, dan beschouwt men den naam, die op dat oogenblik werd genoemd, als voor het kind bestemd Deze menschen gelooven dat de naam zonder lichaammet vele andere rond de hut rondfladderde en wachtte totdat hij werd geroep3n. Zoodra dit gebeurde kwam hij binnen en nam bezit van 't kind... Ginder is 't dus niet 't kind dat nen naam krijgt maar... de naam een kindenne de zuigeling wordt dan de persoon wiens naam het draagt. En dat zot spelleken telt ook voor de beesten. Alzoo wilde een groote Poolrei ziger, kapitein Freuchen, ne keer nen hond koopen van nen Eskimo. Ik kan hem niet verkoopen, ant woordde de man, hij is mijn grootvader! MIJNHEER PLEKS komt wat later dan gewoonlijk uit de herberg. Opdat zijn vrouw er niets van merken zou, trekt hij zijne schoenen uit en sluipt op zijn kousen in de kamer. Maar zijn vrouw wordt toch wakker. Slim als Mijnheer Pleks echter is, gaat hij naar de wieg van zijn eerstgeborene, begint te wiegen en zingt een slaapliedje. Wat doet ga, Karei, vraagt zijn vrouw. Och, zegt Karei, ik zit al twee uren bij de wieg, die jongen wil maar niet slapen. Slimmerik, zegt het vrouwje, maar het kind ligt bij mij in bed. 'K BRENG HET NIEUWS U AAN Met d'Expositie is 't bijkans gedaan Lang valt er niet te zeuren Op 3 November sluit z'heur deuren! Na lang gezaag en gezeur van Marenta heb ik mijnen pittelcer aangetrokken en mijn buis opgezet en zijn w'er ook re keer op afgezakt. Volk en nog eens volk. 't Mag niet gezeid dat 't cp een fiasco is uitgedraaid... voor d' inrichters niet, wel te verstaan... maar veel van d'expo- santen hebben er leelijk hun broek aan gescheurd. De restaurant's en andere cafékens za ten zoo vol als 'n ei, zoodat mijn alder liefste en ik met moeite 'n plaatsken kon den vinden om onzen boterham naar bin nen te spelen mot 'n tas koffie! 'n Gansch uur hebben w'er moeten fBK3BB3aBI5a»BB£lSEaEa3BBJRBia9 druk van al het gebeurde. Hun plannen waren mislukt. We hebben stem gehandeld van het begin af aan, bekende Floris. Wat ge uit gevonden hebt kan niet gelukken. En wat nu? O, ik geef het nog niet op, antwoord de de sluwe oude Delange. Ik ben koppig. Ze zal naar Raverbeke loopen. En wat weet die van het geheim? We hebben nog tijd eer de moeial weer keert. Ik moei me er niet meer mee. Bah, wat een avond weer! Floris haalde de geneverkruik. Ook zijn vader dronk veel en ze zaten daar als twee allergemeenste misdadigers. Ze be kenden het voor elkaar niet, dat ze bei den bang waren om Wieze. Een paap uren verliepen. Willen we eens naar de schuur gaan? vroeg eindelijk de oude Delange. O, die prij zal al weg zijn... En wat kan het mij schelen waar ze doolt! Ze mag me aanklagen. Ik heb het recht een landloopster van het hof te jagen. De vader stond op. Kom mee, zei hij. Ga alleen! Neen... We hebben ze samen afge ranseld en we moeten ook samen zien... Hij stak de lantaarn aan, maar verdook ze in een doek, als konden vreemde oogen hun gangen bespieden. Ailez, rap dan! bromde Floris, die er als een echte bruut uitzag, hij, die vroe ger op een heer wilde lijken. De wind voer nog heftiger door de hoo rnen, en takken sloegen krakend tegen elkaar. De nachtelijke natuur scheen vol geheimenis. Achter elkaar stapten vader en zoon naar de schuur. De oude duwde de deur open, haalde de lantaarn uit den doek en stak ze in de hoogte. Wieze Every lag nog roerloos op het stroo. He, rosse, waarom trekt ge niet naar uw eigen, kot? riep Floris ruw uit. Zijn vader trad naderbij en schrok ge weldig... Dat strak, marmerwit gelaat, naar wachten... 't geen ons doet gelooven dat 't waar is, wat ze zeggen, namelijk: In een café op d'expositie Werd een bom lest opgemerkt Zoo een voorwerp dat ellende En vernietiging bewerkt. Velen van de gasten hoopten Op een ontploffinge, liefst gauw Die waarschijnlijk dan de aandacht Van den garson trekken zou. Want ge zoudt zeggen dat die men schen daar doof zijn! SJAREL die meester is thuis... als zijn Triene d'r niet is, kwam met 'n stuksken in zijn kraag naar huis afgezakt. Vrouw, zei Sjarel, ze hebben mij vandaag geleerd wat verschil er is, tus- schen positief en negatief. Kent gij dat? Zijn Triene schoot in 'n kattenkolere naar hem toe, en gaf hem 'n oorveeg, zeggende Daar, dat is positief, en nu zonder eten 't bedde in, da's negatief! DE MENSCH, NAAR 'T IS GEBLEKEN, Heeft 'n tong... om te spreken! Dat hij daaraan niet gauw verzaakt Wordt ons nog eens diets gemaakt Door de volgende statistiek Die perfester Long opmiek. Dank zij dezen geleerden statistiekop maker kunnen we verklaren dat ne man van 70 Jaar. ongeveer 23 jaren» van zijn leven doorgebracht heeft met slapen, 6 met te eten, 3 met te leeren en 2 met zijn twalet te maken! Buiten zijn gewoonlijke bezigheden dan nog, waarover de perfester ons geen cij fers geeft, heeft het menschelijk schepsel 13 jaren van zijn bestaan doorgebracht met babbelen. Als g'iets doet moet ge 't goed doen of ge doet het niet. Dat heeft onzen statistiekopmaker ook gepeinsd want hij specifieert: gedurende 6 jaren heeft de mensch gesproken onder zijn werk en gedurende 2 jaren onder 't eten. En dat allemaal op onnuttige wijze? Bij lange niet, want meester Long zorgt er voor ons te zeggen dat de mensch, gedu rende de 5 overige jaren, slechts gespro ken heeft voor zijn planzier. Oef! mijne kop! Maar... alhoewel 'k er zelf niet meer goed uit wijs word, valt 't mij toch te binnen, dat die statistiek verre van vol ledig is, vermits d'r geen onderscheid ge maakt wordt tusschen 't mansvolk en 't vrouwenvolk, en 't is psrtang overal be kend: de eene koffiemolen loopt rapper af dan de andere! VAN JE VRINDJES moet g'het heb ben! Jeanneken had altijd gestoeld bij Li- zat jen heur vriendinne (hm!) dat ze zoo ne charmanten en lieven type had en toch zoo ne werker. Maar... op zekeren dag kwam Lizatjen heur tegen op wan del met heuren vent, en 's anderendaags mocht Jeanneken 't al hooren: Hewel... uw verloofde heeft kromme beenen Natuurlijk, zei Jeanneken! De heele last van de zaal:, waar hij werkt, rust op zijn schouders!!! GEZIEN de droeve tijdsomstandighe den; Gezien het leven niet enkel uit 'n lach en zwanspartij bestaat; Gezien d'r geen interessant nieuws meer te vinden is; Wij besluiten 'n serjeus gedichteken neer te pennen dat ons ingegeven werd bij 'n droeve gebeurtenis en dat als titel draagt ABEELEN Honderd en nog meer Abeelen Stonden rond de stad geschaard Hemelhoog hun wijdsche kruinen En hun voeten diep in d'aard Honderd en nog meer Abeelen Hielden met hun reuzenkracht Op de wallen rond de stede Vele jaren, trouw de wacht En des Zomers 't dicht geblaarte Leek dan of het rond de stad Boven huis en torentransen Eene kroon gevlochten had. En des Winters met him takken Knoest en stevig door mekaar Was 't als wilden zij beduiden Reuzen! keeren wij 't gevaar. Maar daar kwamen vreemde mannen Uitgerust met bijl en zaag! Uit de kruinen van de boomen Steeg een eindeloos geklaag... En de trouwe en fiere reuzen Met een donderend geweld Werden door de vreemde mannen Eén voor één toen neergeveld. En de knoesten van hun takken Hebben diep den grond doorwoeld... Reuzen, ik heb op die dagen O! zoo'n hartepijn gevoeld. 't Manneken uit de Maan. Waarom lijden aan HOOFDPIJN MIGRAINE TANDPIJN GRIEP RHEUMATIEK ZENUWKOORTS PIJN DER 'MAANDSTONDEN Jals de Wonderbare Bruine Poeders van! der Apotheek DE POORTERE Sint-Niklaas-Waas. U oogenblikkelijk «onder «ehadeMj!»e gevolgen jj van deze pijnen zullen bevrUnen# doo.n v. 8 poedert 4 fr._ De driedubbele doos 25 poedera 10.00 frm Te verkrijgen in alle! goede Apotheken off vrachtvrij tegen postmandaat. Gebruikt ze eens, U I zult nooit geen an-| dere meer gebruiken.! «b'BBëlSSaSEBBBaaSBEBSaBQBBaaB terzijde met bloed bevlekt, die oogen zon der uitdrukking... Ze is dood, fluisterde hij huiverend. Och, toe, zijt ge zot! Ze gebaart zich zoo stil. Zie haar aangezicht... Floris kwam ook dichterbij. Zijn hart bonsde nu met heftige slagen. De oude boog zich en betastte het voor hoofd en de wangen. Koud als ijs, hernam hij. Ja, ze is dood. Ewel, dan zijn we voor goed van haar gezaag af. Maar 't zou nog beter Paula ge weest zijn. Ja. Wat kon Wieze Every ons doen. Even keken de twee schurken elkaar toch verschrikt aan. Ze werden zich, on danks al den ingezwolgen drank, toch be wust, dat ze een moord hadden gepleegd. En ze zagen in den geest, gendarmen, rechters... een joelende menigte, de ge vangenis. Maar ze mocht niet op ons hof ko men... we hadden het recht ze te slaan. Ze wilde niet vertrekken... en ze viel ons aan! stamelde Floris. Angstig keek hij naar de hooge schadu wen van hun gestalten op den muur. De wind joelde akelig om het dak... Floris wendde zijn blik van de jonge doode af. Zag hij in den geest een fleurig meisje, wat verlegen, maar dat toch gre tig naar hem luisterde, als hij haar v&n een vroolijk leven sprak en beweerde dat ze toch te goed was om op het land te wroeten? Zeg dat eens aan het gerecht, ant woordde de vader op de bemerking van zijn zoon. O, wat moeten we doen? Dat kan wreed voor ons uitdraaien. Ge hebt er te hard op gestampt, jongen. En gij waart zeker vriendelijk tegen haar? Wilt ge het nu al op mij alleen ste ken? Ha, ik heb veel goesting er van door te trekken. Ge zoudt niet ver loopen. Voor zoo iets kan het gerecht u uit Frankrijk ha- lenl TOESTAND VAN DEN LANDBOUW IN BE MAAND SEPTEMBER 1S35 volgens de verslagen der Kijkslandbouw- kundigen. WEERGESTELDHEID. Na de droog te van het begin der maand, hebben over vloedige regens den achterlijken wasdom bevorderd. Het weder is verkoeld en de eerste rijm heeft zich vertoond. STAND DER TEELTEN. De eerste herfstzaaiïngen konden over 't algemeen in goede omstandigheden gedaan worden, hoewel het bij tusschenpoozen regende. De graangewassen hebben middelmatige opbrengsten gegeven; de vroeger gegeven cijfers worden bevestigd: tarwe 2000 tot 3000 kgr.; wintergerst 2C00 tot 2700 kgr.; rogge 2000 tot 2500 kgr.; haver 2000 tot 3000 kgr. De aardappeloogst is volop aan den gang en zal weldra geëindigd zijn. De op brengsten, over 't algemeen middelmatig (12 tot 20.000 kgr.) verschillen vaak tot het dubbele, volgens den oorsprong van het plantgoed. De groei der bieten is aan zienlijk verbeterd. Deze teelt zal een be vredigenden oogot geven. De klaver- en voedergewassen staan schoon. De hop heeft op het einde van haar groei geleden van het weder. De opbrengsten schom melen tusschen 1800 en 1900 kgr. per Ha. De tabak geeft een oogst tusschen 1500 en 2000 kgr. VEEKWEEK. De regen heeft een weldoenden invloed uitgeoefend op de graslanden en het vee heeft er opnieuw een voldoende voeding gevonden. De ge zondheidstoestand blijft goed, daar waar de stallen gezond zijn. TOESTAND DER MARKT. Er wa ren drukke verhandelingen. De meeste landbouwproducten hebben in den loop dezer maand zekere verhoogingen onder gaan. Ziehier, ter inlichting, enkele prij zen per 100 kgr. geleverd: tarwe 85 tot 95 fr.; wintergerst 75 tot 80 fr.; rogge 70 tot 75 fr.; haver 80 tot 90 fr.; aardappelen 30 tot 45 fr. Slachtvleesch (per kgr. levend gewicht) vet vee 3,50 tot 6,50 fr.; vette varkens 6,50 tot 7,50 fr.; kalveren 6 tot 8 fr. Boter (per kgr.i 17 tot 20 fr.; eieren (per stuk) dikke 0,60 tot 0,70 fr., kleine 0,40 tot 0,50 fr. (BBBBBBBBBBBBBBaBBBBBBBBBBBB TOMAAT-bevat A. B.C.-vitamines voor 't leven onmisbaar. TOMAAT - koningin d' kwelit. en onver - getelijken smaak. TOMAAT - gezond en natuurlijk pro- dukt. TOMAAT - Napoli- taansche zon direkt op uw tafel. ISaaB&SSaBBEHBBHSBB&aBSBaflBB KEURINGEN EN QM- SCHRIJVINGSPRUSKAMPEN VOOR HENGSTEN VAN HET EELGISCH TREKRAS TE BIKSMUIDE OP 8 OKTOBER 1935 IG BOUILLON BLO ("EOISTERÉ'0, ^5" A. Keuring en prijskamp voor heng sten die op hun 3" jaar gaan. Aanvaard: 3; verwezen: 2; uitgesteld: 1. 1. Premie van 1300 fr. met zilveren eeremetaal, aan Berghman Achille, van Woumen, voor Bloc du PavéRouaan. 2. Premie van 1009 fr. met bronzen eere- metaal, aan Jcye René, van Veurne, voor Mephisto du beau», Rouaan. B. Keuring en prijskamp voor heng sten op hun 4" jaar gaande, en voor heng sten van 4 jaar en meer. Aanvaard: 17; verwezen: 3; uitgesteld: 1. 1. Premie van 2000 fr. met zilveren eere metaal, aan Vande Velde Cyriel, van Sint Joris-bij-Nieuwpoort, voor Brutus d'Ha- zegras zwart, 4 jaar. 2. Premie van 1500 fr. met bronzen eere metaal, aan Berghman Achille, van Wou- men, voor Bruno de Petit Rceulx Baai, 6 jaar. 3. Premie van 10Q0 fr. met bronzen eere metaal, aan Bro-uck Maurice, van Eams- kapelle, voor Gaulo'is de l'YserBaai, 4 jaar. 4. Premie van 1000 fr. met bronzen eere metaal, aan Brouck Maurice, van Rams- kapelle, voor Joubert de Soignies, Vos- rouaan, 8 jaar. C. Bewaringspremiën of jaargelden van bewaringspremiën. 1. 1000 Fr. aan Brouck Maurice, van Ramskapelle, voor Lobaureur de Bru- choru Rouaan, 9 Jaar. 2. 2000 Fr. aan Joye René, van Veurne, voor Avenir de Petit Roeulx Rouaan, 6 jaar. S3SSIKB3BB9BSBB9Z^B!SB3ia^H3a9B Beste Engclsche PEPERMINT voorkomt Hoofdpijn Neusverstopping Kortademing Zenuwverz w a k&fcig enz. enz. Te verkrijgen enkel in de BESTE WINKELS Vraagt het doosje met het haantje. «aEBBBBEflB&SBBBSlHXaaBaSBHHBB KATHOLIEKE MISSIEPOST DOOR BANDIETEN OMSINGELD IN CHINA In de streken van Toelin, ten Noorden van den Tsjan Si, hebben hevige gevech ten plaats gehad met de kommunisten. De katholieke Missiepost van Siau Kiau is sedert 5 Oktober belegerd door de ban dieten. Op den Missiepost bevindt zich Mgr Otto, bisschop. Dc Missiepost is ver sterkt en biedt hevigen tegenstand. laaaaiiiaeGiSBBSiiaaaKiiBaaBBaBBa Wat wilt gij dan? Ze mogen Wieze niet vinden. We moeten ze begraven... ergens, waar ze haar niet zullen zoeken. Smijt ze in de beek. Ze kunnen dan peinzen, dat ze zich versmoord heeft! raadde Floris aan. Maar waar zijn uw zinnen? Zijt ge nog niét nuchter van verschot? In de beek! En als ze er haar uithalen, zien ze de wonden en de builen, Wieze is leelijk gesteld. Het gerecht zou seffens weten, dat ze geslagen en gestampt is geworden. Een dokter kan het lijk opensnijden en zien of iemand versmoord is of dood in het water werd gesmeten. Ik weet nog oed wat ik zeg, al heb ik genever gedron ken. Wie kam bewijzen, dat wij het ge daan hebben? Peinst ge dan niet meer aan Paula. Zij weet, dat Wieze hier geweest is. En ze zou ons rap aanduiden. Waarlijk, ge zijt uw zinnen kwijt. Ze nu in de beek smij ten en als ge wat nuchter zijt, met een perse en koorden naar ginder loopen en ze er weer uithalen, hé! Denk aan Haver- beke. We moeten Wieze» begraven. Onder den vloer van het keldertje dan. Ze ligt daar diep. Maar weer betoonde de oude boer zijn sluwheid. Dat deugt ook niet, zei hij. Als Wieze verdwenen is, zou Paula ook kunnen klap pen en tot het gerecht over het keldertje spreken. Ziet ge de gendarmen daar in kruipen en den vlcer onderzoeken. Steek ze onder den mesthoop! Neen... daar zoeken ze het eerst van al. Laat me eens peinzen. We moeten ze voor eeuwig verduiken. Vader Delange leunde tegen den muur en de zoon tegen de stijlen van de deur. En daar op het stroo lag het Jonge meis je, dat door deze geweldenaars, deze ruwe kerels dood geslagen en gestampt was ge worden. Een benauwende stilte hing in de schuur. Floris had de deur toe getrokken. In den linkerhoek van het hof, maar IBBBBBBBBBBBBBEBBBBBBBBBBBBBBBIBBBBBBBBBBBBBBBBBIBBBBBBBBBBMBBBBBBBBBBBBEBBBBBHBIIIHS Het tragisch auto-ongeval, waarbij onze geliefde Koningin zoo droevig om het le ven kwam, is het voorwerp geweest van tal van verhalen en discussies, waarin de meeningsverschillen en tegenspraken in groote mate aanwezig waren. De bekende Fransche illustratie «Illus tration» geeft thans op grond van inlich tingen, die door vertrouwbare menschen ter plaatse werden ingewonnen, aan de hand van een schematische voorstelling een relaas dat ongetwijfeld niet ver van de juiste waarheid zal afblijven. De koninklijke auto, die niet sneller dan 60 km. per uur reed, volgde den rechter kant van den grooten weg, die van Lu- c. u ei C 01 In a ei Koning Boom i Muurtje Boom Bres voor afloop van vrater Muurtje 4>T cl Toen de koninklijke auto over Het muur tje was gesprongen, botste Hij tegen den eersten boom, met het gevolg dat de Ko ningin door de opening, die door het af gerukte rechterportier was ontstaan, op den grond viel. Daarna maakte de auto een halven draai en botste tegen den twee den boom met het gevolg dat nu ock de Koning uit den wagen werd geslingerd. Ten slotte liep hij met den chauffeur in het water s ,nder om te kantelen. cerne naar Kiissnacht loopt. Deze weg vertoonde op de plaats van het ongeluk geen enkele bocht maar was kaarsrecht. Zoo reed dus de auto naast het betonnen muurtje waarmee de weg is afgeboord en dat 25 cm. hoog en 20 cm. breed is. Alle 20 meter is er een bres in dit muur tje aangebracht ten einde toe te laten dat het water van den weg afloopt. Toen de.Kening, die links aan het stuur zat, zich even óver den schouder van de Koningin boog om een blik te werpen op de kaart die zij hem toonde, liep de auto iets uit naar rechts. Het noodlot wilde nu dat het rechtervoorwiel in een van de bressen terecht kwam. Door dc vaart, die 4 de auto had, was het linkervoor wiel op het muurtje geklommen, zoodat de auto in diagonaal of schuine lijn cr over wipte en te gen een boom botste, die nau welijks 1 meter van het muurtje stond en slechts op 4 meter van dc plaats, waar de auto den weg verlaten had. Deze afstand van 4 meter had dus slechts een breuk van een seconde geduurd, zoodat de inzit tenden den materieelen tijd niet hadden om den toestand te be seffen. De Koningin werd tegen den eersten boom geslingerd, met het noodlottig gevolg dat zij zich den schedel brak. De auto maakt een halven draal en door de ope ning van het afgerukte rechter portier viel de Koningin op den grond naast den boom. De auto liep nu over de hel ling van den boomgaard in de richting van het meer en kwam tegen een tweeden boom terecht, die 15 meters verder stond. Door dezen nieuwen schok werd de .Koning uit den wagen geslingerd. De auto, waarin nog altijd de chauffeur zat, die zich kramp achtig vasthield aan den spider, kwam zoo 3 a 4 meter verder, terecht in het riet, dat op den boord van het meer groeide. De auto is dus niet omgeslagen en de banden waren intact. IHEIIIBSaiaBBaBiiBSMaBBBBaaSEgaSSSSEEüSEXBE&BBBBSBHaiSflSEËiEBBB DE KONINKL JKE FAMILIE HET VERBL. ,'F TE LAKEN Zwaar hangt nog immer den rouw over de koninklijke familie. Onze zoo noodlot tig getroffen vorst heeft zich in alle een zaamheid te midden clen geliefden kring zijner moeder en kinderen teruggetrokken op het slot te Laken. Het personeel dat de koninklijke fami lie ten dienste stond op Stuyvenbsrg heeft haar vergezeld naar Laken. Prinses Jczefina-Charlotte volgt verder de lessen in de school ingericht in het pa leis te Brussel. De koningskinderen zijn in het wit ln nagedachtenis van hunne betreurde moe der, die steeds zoo blij het leven had in gezien en zelf niet van zwart hield. iBBBBBBBBBBaBBBBBBBSEBBBBBBB GE ZIJT OVER ONS BLAD TEVREDEN! NA LEZING, SCHUIF HET IN HANDEN VAN EEN GEBUUR OF VRIEND. ZOO HELPT GE ONS.' VANAF 70 FR. PER MAAND. (BBBBB9BBBBBBBBBBXBBBBSBBBS9 buiten de haag. Achter de doornstrui ken. Daar maken we een graf. Ze kun nen den heelen boomgaard omspitten en ze zullen ze nog niet vinden. Niemand zal peinzen, dat we ze bij een moord buiten het hof gedragen hebben. En die grond is ook aan ons. Rap dan, dat het gedaan is! Maar buiten het hof werken... Wie komt er zoo laat nog voorbij? En in zulk weer! Als er gendarmen op ronde zijn? Er is daar geen wezel... Ze zouden door het slijk stappen en dat doen ze niet. Vaneigen nemen we de lantaarn niet mee, Dat zou te stom zijn. Pak ook een spade... De oude wierp wat stroo over het lijk. 't Is verduiveld, of Wieze ons nog be ziet, gromde hij. Ha, ze wilde naar hier komen en ze zou niet voort gaan zonder recht. Nu heeft ze haar recht. Den put in! De boeven namen hun gerief en ver lieten de schuur. Langs de achberbalie verlieten ze het hof. Beiden stonden stil en ze luisterden en hun blikken trachtten de duisternis van het wijde land te peilen. Ginder is een licht, fluisterde Floris. Dat ls op den molen. De maalder zal malen. Maar hij kan niet zien, wat er hier gebeurt. Wees nu geen benauwderik. Doe uw werk. 't Was voor mij niet, dat Wieze kwam. Wilt ge weer ruzie maken? snauwde de zoon. Neen, neen... 't is om u te zeggen, dat ge een beetje moed kunt toonen. Kom achter me. De oude wjes den weg naar den hoek van de hoeve, waar wild gewas stond. Hier ls het een vergeten hoek, zei hij. Nooit komt er iemand en de partij, die er tegen ligt, is van ons. En nu rap ge werkt, dan ligt ze er seffens onder. Hij wees de plaats, waar ieder van hen moest graven en ze gingen, toen plots ge jaagd. den luguberen arbeid aan. Ze spraken niet. En ze schrokken, als de spade op een wortel van een struik knap te. Een tijd werkten ze snel door. Ze hijg- Uitslagen der Aanbestedingen 10 Oct. Te 4.30 u., ten gemeentehuize te BKVEREN-aan-IJzer, verbeteren ven bouwweg nr 15. Bestek (Februari 1935) 20.748,45 frank. A. VAN DE CASTEELE, Bikschote: 29.638,45 frank; Pr. Hendryckx, Veurne: 33.737,20 frank. 1B3B1B9B3BBERÜ1B3EEBSB3B3BSBB Een snee brood, een goede laag gemengde stroop, dezoogenaamde Commerciaale Appel gelei en gij hebt een boterham,dieveel beter zal zijn dan om het even welke, daar kunt ge zeker van zijn, voor Uw orga- nisme... en voor Uw porte-monnaie. 160% SUIKER ftgT-ïBSH as? IN ALLE» KRUIDENIERSWINKELS «BBUnDÜBEBBBiaaBSBEBaBaBBiiBBB den scms. Af en toe hield er een even op en luisterde en keek. Maar ze hoorden niets dan den wind en het gezwiep van takken, maar die geluiden klonken hun akelig toe. Ze slaakten een kreet, toen uit de verte geblaf klonk. Die vervloekte hond! mompelde Fio- ris. Zou dat op ons zijn? Maar neen. 't Is een heel eind van hier. Ginder kunnen gendarmen voorbij gaan. Ze komen toch hier niet. Er is geen wegel, zeg ik u. Als Paula eens naar het dorp geloo- pen is en de gendarmen verwittigt. Dan moeten we ze toch maar morgen verwachten. En zwijg nu... en werk voort. Beiden zweetten van inspanning, maar ook van angst. 't Is diep genoeg, zei Floris. Neen. Ge moet in den put staan en de aarde opsmijten. Doe gij het! Zijt ge niet beschaamd! Zoo'n jonge kerel. Moet ik u nog eens zeggen, dat Wie ze niet voor mij naar hier gekomen is? En wie heeft er het felst op geslagen en ge stampt. We babbelen veel te veel. Kruip in den put! Floris gehoorzaamde. En hij wierp de aarde op, tot hij weer zei, dat het graf nu diep genoeg was. De vader mat het met zijn spa. Nog wat verlengen, fluisterde hij. Bah, we steken zie er dubbel in. Wat geeft dat? Verlengen, zeg ik. Doe niet zoo ezel achtig! Gelukkig, dat ik beter mijn zinnen bij heb dan gij! En opnieuw gehoorzaamde Floris. Tel kens weer blafte de hond in de verte en de zoon vervloekte het beest, Nu is het goed, zei de boer. We kun nen Wieze halen. We zullen eerst nog een fermen druppel drinken. Ze lieten de spaden achter de struiken staan en keerden in huis terug. Ze waren nu rood van inspanning. PAX 20 Z 19* Zondag na Sinksen. II. Joannej van Kenty Evang.i De gast zonder bruiloftskleed 21 M H. Ursula 22 D H. Mello 23 W H. Joannes van Capistranen 24 D H. Raphaël 25 V H. Margaretha-Maria Alacoque. H. Crispinns 26 Z II. Evaristus ZONDAG 20 OKTOBER 1935, 19" Zondag na Pinksteren, Salus popu- liGroen. 2° gebed van den H. Joannes van Kenty; 3gebed voor de voortplanting des geloofs. Deze Zondag geeft ons een heerlijk beeld van den kerkelijken herfst. We z:en een helder verlichte hoogfeestzaal, waarin ontelbaar vele gasten zitten, gehuld in glanzende wikte kloefen. Vol verwachting staren zij naar de deur, die ieder oogen blik kan geopend worden om den Koning binnen te laten die zal komen cm de gas ten te zien. Die zaal is de Kerk, de gasten zijn de christenen, hun sneeuwwitte kleed is hun doopkleed der heiligmakende gena de. De Koning dien zij verwachten is de Heer, Christus, die komen zal om te zien of zij het witte kleed der Dcopselgenade onbesmet hebben bewaard. Daarvan zal zijn oordeel ten goede of ten kwade af hangen. De grootste zorg van ons lever moet dus zijn dit gewaad onbevlekt te be' waren tot den dag dat de Heer komen zal Dat kunnen wij, leert ons de H. Paulus, zoo wij leven in gerechtigheid en h/ilig» heid (Epistel). Daarom bidden wij reeds van in het begin opdat God ons steune en helpeAlmachtige en barmhartige God, weer genadig alles af wat ons te gengaat, opdat wij door niets naar ziel of lichaam verhinderd, ons op hetgeen het uwe is, met vrij gemoed mogen toeleg gen.(Collecte), dat wil zeggen: dat wij in alles Gods aanbiddelijken wil mogen volbrengen. Dat gebed is ons zoo brocd- noodïg op onzen pelgrimstocht naar het eeuwige hoogfeestmaal. daar onze groote vijanden: de duivdl, de wereld en het vleesch ons in dat opgaan naar God zoo dikwijls trachten den weg te. versperren. Dat zijn de hindernissen waarvan we aan God vragen dat hij ons zou bevrijden op dat wij in alles zijn wil zouden mogen volbrengen. Dat leven naar Gods geboden schildert de H. Paulus ons af in die korte woorden die wij lezen in het Epistel: Trek den nieuwen mensch aan in gerech tigheid en waarheid, d. i. in heiligheid. (Epistel). Dat is het Hoogfeestkleed waar van het Evangelie spreekt. Wij moeten het kleed dér zonde afleggen: legt daar om de leugen af, zegt Sint Paulus, d:n ouden mensch voor zonsondergang, d. i, voor onze levensavond gekomen is om te leven naar den nieuwen mensch, den mensch die vervuld is met genade, die v a re liefde oefent omdat hij zich een lid maat weet van het mystieke lichaam van Christus. H. HILARION, abt (Maandag 21 Oktober). De H. Hilarion werd ten j°re 22S gebo ren te Tabatha bij Gaza in Palestina, uit heidensche ouders, die hem, toen hij nog zeer jong was, naar Alexandrië stuurden om daar te studeeren. Hier kwam hij in betrekking met de christenen, met bet gevolg dat hij zich tot het christendom bekeerde. Weldra maakte hij een buiten gewonen vooruitgang in geloof en liefde en werd aldus een voorbeeld voor de an dere geloovigen. Aangelokt door den roem van den hei ligen kluizenaar abt Antonius, trok hij naar de woestijn van Egypte en verbleef daar twee maand bij zijn heiligen leids man. Bij zijn terugkeer naar huis waren zijn ouders reeds gestorven, hij deelde don heel zijn bezit aan den armen uit en ging zich voor goed terugtrekken in de woes tijn om daar als kluizenaar te leven. Het grootste deel van zi.in tijd bracht hij door in gebed en overweging van het H. Schrift, tot hij eindelijk op 80 jarigen leeftijd stierf. iBsaBBiiaaBBHSisEnisaiasEsaaissB Floris schonk de glazen vol en dan dronk hij gretig. Waar zou Paula nu zitten? vroeg hij. Dat zullen we morgen wel hooren. Maar voor haar ben ik niet benauwd. Ik heb ze opgesloten, omdat ze zich slecht gedroeg met een vreemden hter. En zal ze klappen? Ze zou haar eigen schande uit brengen! Haverbeke heeft ook zijn bek gehouden. Hij wil zeker niet geweten heb ben, dat hij op een vreemde parochie, 's avonds ten achten, naar een beek ging, om te vrijen. Voor Paula ben ik niet be nauwd. Wieze moet er onder. En kom nu... We zijn weer rap terug. Ze begaven zich naar de schuur, waar de brandende lantaarn nog stond. Wacht, zei Floris, we steken ds doode in een grooten zak. Neen, neen. Ge zijt weer niet gred bij uw zinnen. Moesten ze haai- toch vin den, het gerecht zou uitmaken, dat de zak van ons is. Ze gaat er in, gelijk ze daar ligt. 't Is ook waar... Ja, ja, ik weet wat ik doe! Kunnen we ze dragen? Ja. op een leer... En aldus droegen ze de jonge doode heen. Buiten luisterden ze weer. Nu en dan moesten ze hun last neerleggen. Het leek hun een eeuwigheid eer ze den put bereikten. Blazend wachtten ze even. In de verte jankte weer de hond. En een windstoot joeg een vracht verdroogde bladeren tan de boomen binnen den haag. Laten we er nu gedaan mee maken. Stamp ze er in! gromde Floris, bevend van spanning. Ik ben het hier beu. O, ik sta er ook niet voor mijn p'e- zier. Mij zouden ze niet straffen voor Wie- ze's dood. Gij hebt ze vermoord en ge hadt er een reden voor. 't Is nu genoeg met uw gezaag... Plots gleed Floris in de modder uit en rolde hij zelf ln den put. Hij vloekte van schrik. De oude lachte kort en vroeg: ('t Vervolgt).

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1935 | | pagina 6