Voor de Hotelhouders NUTTIGE EN AANGENAME SNUIP GEDACHTEN De Jonkvrouw van Lindendale W. VAN HEILE. ZEER BELANGRIJKE INLICHTINGEN VERVANGT OP VOORDEEUGE WIJZE BOTER... TISDE... ENGDE STROOP 'T ROOS KRUIS WEKEL1JKSCH LITURGISCH BULLETIJN LIEBIG BOUILLON BLOKJES, VLEESCHEXTRACT BE Eén mensch met God, la altijd de meer derheid. mm •t Wordt maar een halve last geschat al» 't kruis met vreugde wordt opgeval. IJegt nooit, mijn beste vriende® aï was het voor een noot. Wie voor iets klein kan liegen liegt ook wel voor iets groot. bETMANtflKE UIT DE ANDER MOTTO: 't Kan alle weken niet hetzelfde zijn, NIETS slimmer dan een mensch, maar bij moet leven. Zoo zegt het spreekwoord Maar onze kozijn Pallieter zegt: twee menschen zijn slimmer dan eene Daarin heeft Pallieter nu ook gelijk. Van slim gesproken. Onze vriend Lamme Goedzak is met een voorstel voor de innen gekomen, waaruit blijkt dat amme nog zoo dom niet is, als hij er wel uitziet. En ziehier waarmeê Lamme voor den dag komt. Manneken, zegt hij, ik heb een apliksplinternief vliegmasjlen ultgepelsd, en 'k peis wel er een brevet voor te nemen. Wat is dat voor 'n soort ba vet? vraagt Marenta. Een bavet da's ne zeeverlap, Marenta, maar een brevet da's een ultvindlngs- bewijs, zeg ik. Ga voort, Lamme. Hewel, zegt Lamme, ge hebt het reeds gezien van den botermolen? Ja, Lamme! Welnu, ge maakt twee zulke wielen, en aan die wielen 'n koppel vleugels. In ieder wiel zet ge een kat en een hond en een muis. De muis loopt weg, de kat er achter, de hond achter de kat... en dat zal de bewegingskracht zijn. DE WIELEN DRAAIEN De vleugels zwaaien En wij met hond en kat en muls Vliegen honderd uur van huis. Zoo gezegd, zoo gedaan, en vandaag maken we aldus met onzen vliegenden beddebak ons eerste reis. Ge zegt mis schien, dat is niet mogelijk. Maar ik, 't Manneken uit de Maan, halve trouwboek van ons Marenta, naar wier geschuifel ik moet dansen, ik zeg het TT: «In ons gezegend land is niks onmogelijk Toch wel! zegt Pallieter. En dat is? Gelijkheid in rechte en in feite voca al de Vlamingen. 't Zal komen, Pallieter, 't zal komen. En 'k voeg er bij: Arm land, waar men op de menschen Als zij hun moedertaal spreken, [scheldt Ge zoudt hen met geweld De nekke breken. Maar 't geroep! 't Gezaag Van franskiljonsche gazette® Kan ons vandaag Niet deren of letten. Daarmeê stappen we in 't baksken en Weldra een groot gedruisch. De kat loopt achter de muis En achter de kat loopt de hond Het wieleken rond. Lamme is kontent over zijn uitvindinge en kijkt met verliefde schellevischoogen naar zijn lief Pierelieneken, die ook den tocht meêmaakt. 'k Weet zeker dat z'in hun eigen peinzen: Manneken, 'k wilde dat ge in slaap vielt. Maar hola! Zoo niet geboerd zulle! DE WIND jaagt naar 't Zuiden. In de Walenstreek heerscht nog altijd die fameuze ziekte waarvan 'k U overlest sprak, namelijk: de hik. De doktoors weten er geen raad meê, maar daar is ergens te Fontainevlek een herbergier die er een remedie op gevonden heeft: Ge moet eerst,zegt die vent, een tas heel warme koffie drinken en dadelijk daarop een glas ijskoud Mar De doktoors ginder beweren dat al dv aJccwe ziekten in 't land worden gebra<*w door die vreemde luizen die ginder rondloopen: Turken, Russen, Italjeunders, en God weet wat voor een soep nogal. Ze gaan nu een wet maken dat al wie in 't land komt moet ontsmet worden, en daarom gaan ze aan al de grensstaties groote koperen ketels maken: een voor 't mannenvolk, een voor 't vrouwenvolk, en een voor de kinders. In elke ketel is er plaats voor 50 personen. Gedurende vier en twintig uren moet ieder den ketel in, die gedeeltelijk wordt gevuld met retaw, een product dat op 100 graden goed ontsmet. Alle microben zullen er meê gedood zijn. Behalve, zegt Pallieter Mijn goeie kameraad, De franskiljonsche microbe Die daaraan goed weerstaat. Voor die microob, Pallieter, is er niets zoo goed als een ferme schrobbing met de naaste kiezing. Want wat is een frans kiljon anders dan een man die Thans draagt gouden ringen Met diamanten steen. En loopt gelijk een stoefer Dwaas langs de straten heen. Nu noemt hij kleine menschen Iets «van gemeene soort». Maar hij vergeet dat zelf Hij ook daarvan komt voort. Hij droeg gelapte broeken En had geen duit op zak. En ergens op den zolder Stond zijnen beddebak. IBS Mengelwerk van 12 Januari 1936. Nr 51. door Een advokaat! En Florts kreeg weer hoop. Neen, hij gaf zich niet gewonnen. Hij rechtte het hoofd weer op. Hij zag hoe de rechter in het keldertje afdaalde, Paula's gevangenis. Maar daar zou hij niets vinden, over Wieze... De magistraat liet licht halen. De oude Delange had echter alle sporen van de gevangenschap doen verdwijnen. De rechter kwam weer boven. Uit dit keldertje heeft Wieze Every dus uw nicht bevrijd? vroeg hij aan den '.r^ien boer. Ik zeg niets meer. 't Zal zeker ook >en misdaad zijn, als ik een meisje dwing jch goed te gedragen! Mf Misschien heeft Wieze haar medelij den met den dood geboet. We zullen Pau la opsporen en eens nauwkeurig ondervra- "len. We weten nu, dat we met twee ^hurken te doen hebben. De rechter liet vader en zoon terug )engen bij de doode. Onverschillig keken #a schelmen er naar. Ze wilden toonen flat ze onbevreesd waren. Floris, beken hier de waarheid I riep de rechter uit. Ik heb dat meisje niet vermoord! klonk het stroef terug. Haal nu eens haar vader! Zie of hij ook zoo kalm blijft als wijl raasde De- lange. Da rechter sprak met een gendarm, die zich verwijderde oir. een koets en een kar te halen. Delange en zijn zoon moesten in huis terug, maar ze bleven geboeid. Een land- En blij was hij als "s Zondags Hij kreeg in zijnen bek, Met kooien en patatten Een simpel stuksken spek. Op school dacht hij zich de slimst* Al viel hij vaak in 't vuil. Daarom werd hij geheeten Van groot en klein nen uil a Nu is hij een heele kerel, Die vele centen won. En denkt: 'k Doe lijk de groot en Ik speel voor franskiljon Dat staat hem vrij, k meneerken. Maar 'k zeg het hem gewis, Dat hij vergeet van waar hij Ook voortgekomen ls. Zij vader was een zwoeger, Die werkte in de fabriek. En binst zijn ledig' uren Hanteerde schup en riek. Zijn moeder was een menschken Eenvoudig, braaf en vroom. Hem deftig op zien groeien Was steeds heur stille droom. Zijn vader en zijn moeder Verloochent hij alle twee. Hij heult, die domme kinkel, Met Vlaanderens vijand meê. Denkt hij daarmeê te winneaA Wel vriendje, pas dan op, Of anders krijgt hij zekeg Iets anders op zijn kop. Met pint en pot trakteereh In zeker staminee Waar lieve meiskens zitten, Dat gaat hem 't best nog meê. Daar schreeuwen, vloeken tieren Dat kan hij daar nog t best... Of Fransche llekens zingen. Ik spreek niet van de rest. Daar schreeuwen op de Vlamen Lijk een onnoozele snul. Tot dat de menschen zeggen Maar die ls zeker dul Toe vriend, scheld niet op zaken Waar dat ge niets van kent. Ge weet dat z'u reeds heeten Een domme voddenvent EN TERWIJL we dat schoon portret afgeschilderd hebben, zijn w'al over Thuln aan 't vliegen. Hier haalt Marenta een potteken zalf voor heur eksteroogen. Niets zoo goed zegt Pierelieneken, om eksteroogen weg te krijgen, dan de vol gende remedie, die mijn zuster heeft ge bruikt: Ge neemt een schijfken citroen en legt dat op uw eksteroog, gelijk mijn zuster deed... Dan wordt ze week. Niet de zuster, maar de eksteroog, en dan kunt ge ze uittrekkenIk weet een veel simpelder remediezegt Pallieter. We luisteren. Ge neemt wat witte verf en maakt daarmeê uw eksteroog wit... dan is 't een... kraalenoogDie kerel heeft altijd gelijk. MOEDER Spiegels had ook gelijk. Vrouw, zei haar man, ge kunt er meê lachen zooveel ge wilt, maar daar zijn tegenwoordig meiskens te veel en ons Julie zal nooit getrouwd geraken. Toe, toe, zwijg ne keer, zei Madame Spiegels, maak u maar niet ongerust. Ze zal ook wel nen onnoozelen snul vinden die haar neemt, gelijk Ik er in mijn tijd een gevonden heb. Bedankt, pelsde Spiegels, maar hij zei niemendalle. GROOTE beweging, nu we over Luik vliegen. De Walen hebben hun koningin gekozen. Die koningin heet Elviere Bien- aimé. Twee en dertig jaar oud. Allee ze mag er wezen, niet mottig,zegt Lamme stillekens, zonder dat Pierelineken het hoort. En 'k peis in mijn eigen: die man nen hebben meer verstand van schoon vrouwvolk dan van de Vlaamsche kwestie. LAMME die met Pierelineken goed wil staan zou even bij nen barbier willen binnen wippen, om zijn eerlijk aangezicht te laten scheren. We dalen in de om streken van Hasselt, te Genk. Lamme springt bij ne kwaffeur binnen, en terwijl de kwaffeur hem aan 't inzeepen is, zegt Lamme: Baasken, uw zeep stinkt naar vlsch! 'k Vraag wel ekskuus, zegt de baard schrapper, 't is mijn zeep niet, 't zijn mijn vingers, 'k Heb daar sjustement nen ha ring geëten met papatten met de pel! Lamme betaalt en we zijn weg en ge trouw zit Lamme weer bij zijn Piere lineken. GETROUW blijven is een schoon woord. Men zegt dikwijls: de hond is getrouw aan zijn meester en de kat is valsch, Maar een kat kan ook getrouw zijn, Zekere Leers van Hasselt had een kat meêgenomen naar Brussel, waar zijn schoonmoeder woont. Maar 's anderen daags zat ze te Hasselt op den dorpel van zijn huis op hem te wachten. Niet de schoonmoeder, maar de kat. t Beest was op een nacht van Brussel naar Hasselt geloopen. WAAR UW schat is zal ook uw hart zijn, staat er in de H. Schriftuur. Jozef van Hamel, van Sint Truiden, dacht ook een schat gevonden te hebben te Luik, in den vorm van een aangekleede modepop. Hij ging er meê uit, maar 't duurde niet lang, of hij kwam tot de concluzie dat zijn schat des harten nogal lange vingers had. Dat is een leelijk gebrek. Zoo con, stateerde hij de verdwijning van zijn brieventasch en van zijn horloge. Zoo hoort men eiken dag Van die klachten. Waar zijn die kerels toch Met hun gedachten? Om zoo maar fluks op de baal! Met 'n slenterkous op te gaan. Ja, slenterkatten, 't is een plaag diejnet den dag aangroeit. Waarom geraakt zoo menig meisje Den doolweg op? Och 't is klaar: De modezucht verblindt heur oogen En maakt ze blind voor het gevaar I IB:3BSSBBJBBE9SBBE3BE2!S3B8fiB3 meter schetste plannen van de beide gra ven en van het hof. Daar, op eenigen afstand, bleef het volk staan. De menigte groeide nog aan. Vader en zoon Every zaten bewaakt in een kamer van het nieuwe gedeelte der woning, die eens als villa voor Floris en Paula bestemd was. De rechter besprak met de andere hee- ren, hoe hij zich tot Walter Haverbeke te Brugge zou wenden, om inlichtingen over Paula's verblijf. Deze eenzame hoeve verborg blijkbaar nog geheimen. Na een half uur verscheen een oude, gesloten koets. Delange, gij en uw zoon worden nu naar de gevangenis ln de stad gevoerd, zei de rechter, in huls tredend. Wenscht ge nog Iets mee te nemen? De vader begon te schelden en te vloe ken. Maar dan zei hij, dat dieven nu zijn geld konden stelen. Draag uw waarden mee... die zuleln in veiligheid worden gebracht, sprak d* rechter. Hij en een gendarm vergezelden de boer naar een kast ln de slaapkamer. De magistraat legde er beslag op een bundel papieren. Delange keek wantrou wend naar hem. Die zal ik liever scheuren, zei hij. Neen, neen... Ik wil ze eens Inzien. Ik ben van plan ook het geval van uw nicht eens ernstig te onderzoeken. Ha, nu zijn we al met eens door slechte menschen geworden I spotte de boer. Al met eens, neen... Ge hebt voorze ker ncolt gedeugd maar het lang kunnen wegsteken. Intusschen was Verlaan met zijn kar op het hof aangekomen. Men legde op stroo het lijk van Wieze, en bedekte het met een zeil uit de schuur. De kar reed heen, naar het doodenhuis. Het volk was nu zeer stil. Dan duwden de gendarmen Delange en zijn zoon ln de koets. Het huls werd ver zegeld. De grafmaker en zijn zoon hadden WTJ BEHANDELEN onze meld alsof zij tot de familie behoorde, sprak de kleine Marie van Finne Platvoet tót heur vriendinnetje. Dat mogen wij niet doen, antwoordt deze, wij moeten altijd heel beleefd tegen haar zijn. BINNEN kort gaan we nieuws hebben van ds planeet Mars. Mars ls een ster die daar ergens tusschen de andere sterren staat en nu willen de sterrekljkers per foroe hebben dat daar menschen op wonen. Ze hebben nu boven een berg in Zwitserland hun sterrekijkersgerief neer gezet en ze gaan nu trachten met de inwoners van Mars ln koramunikasie te komen. 'K WIL D'R HIER OP DRUKKEN Tc Weet niet of het zal lukken. Maar wat ik weet, ik zeg 't bedaard Dat ls, dat de menschen op dees aard Gedurig ruzie maken met elkaar. Boven ons hoofd hangt er dus 'n nlef [gevaar Want wat zal het zijn, 'k vraag het zonder [jokken Als die van Mars iets in ons papje komen [brokken? IJDELHEID der ijdelheden! riep Salomon uit ln zijnen tijd. IJdelheid der ijdelheden roept 't Manneken uit... nu. En weet ge waarom? Ze hebben nu een nieuw manier uitgevonden om... kus handjes te werpen I - Weet ge hoe? Ge houdt uw hand open en doet precies of ge daar een... kersensteen ln... spuwt, dan doet ge of ge dien kersensteen naar den persoon werpt voor wie uw kushandje is bestemd. Vertel het nu maar in het ronde Die mode werd te Brussel uitgevonden. Een onnoozelheid meer, zegt Marenta, wijl ze mij eens lief bekijkt. JEFKEN Kleeroog heeft ook een lief opgedaan, maar de Jongen is nog al be nauwd en durft niet veel klappen. Lest ging hij wandelen met zijn Marieken en als ze zoo gingen met fatsoen door het frissche groen, zei hij plots: Mietje, de boter ls ook opgeslagen hé? Ja Jefken, antwoordde Mietje. Jef zweeg tot dat ze weêr aan Mieken's deur kwamen. Mietje, wanneer mag Ik u weer ne beer komen halen om nog eens te gaan wandelen? vraagt Jef. Als de boter afgeslagen is! mijn jongen, antwoordde Mietje. 'k Weet niet of Jef begrepen heeft 1 DE REIS IS GOED VERLOOPEN 't Is nu slechts nog t'hopen Dat we bij 't dalen Niet en falen. Lamme Goedzak stelt ons al dadelijk gerust, en zegt dat we binnen enkele minuutjes op ons honderd gemakskens van onzen eersten vliegtocht zullen mogen uitrusten... daar 't toch Zondag is. Maar ge moet nu niet denken dat de Zondag voor alleman ne rustdag lsl Neen. Da's goed voor ons, christene menschen. Maar bij de Grieken ls de rustdag, de Maandag. Bij de persen is hij den Dins dag, den Woensdag ls die der Assysiërs, den Donderdag die der Egyptenaren, den Vrijdag die der Turken en den Zaterdag die der Joden. En uit het land der droomen Zijn we weer op d'aarde gekomen. Lamme trekt er van onder met zijn Pierelineken, Pallieter met zijn kat, zijn hond en zijn muls en 't Manneken met zijn Marenta, niet zonder afgesproken te hebben, d'eerste gelegenheid de beste waar te nemen, om nog ne keer met ons nieuw modisch masjien de wolken in te vliegen... en fler da'k ben, want... "k Ben dus als een adelaar de wolken [Ingestegen En heb gevoeld aan geest en lijf Hoe dat het met het vliegbedrijf Nu feitelijk ls gelegen! 't Manneken uit de I" in. IBBBHBBBBBBBBBBBBBEIBHBUüiïiaaB TOMAAT-bevat A. B.C.-vltamines voor 't leven onmisbaar. TOMAAT - koningin d' kwalit. en onver - getelijken smaak TOMAAT - gezond en natuurlijk pro- dukt. TOMAAT - NapolL taansche zon direkt op uw tafel. ziene voorwaarden toestaan. De Minister beslist op voorstel van het Bestuur» comiteit van den Belgisch-Luxemburgschen Dienst Zooals reeds gemeld verscheen op 28 Oogst 1935 een Koninklijk Besluit betref fende de inrichting van de hotels en gast hoven. Daar deze kwestie van groot belang ls voor de stad leper, en het K. B. voor de kleine hoteliers bijzonder hard was, nam de Heer Georges Van Raes, Secretaris van den Hoteliersbond van leper, de zaak ter harte en vroeg aan den Heer Minister van Verkeerswezen enkele inlichtingen betref- fnde het nieuw Statuut van het hotel wezen. Opdat alle hoteliers van de streek goed op de hoogte zouden zijn van het getroffen besluit en de gevoerde briefwisselingen, drukken wij hieronder het bedoeld Ko ninklijk Besluit, een verzoek van de stad leper tot de hoteliers uit leper en de ge wisselde brieven. leper, den 21 Oktober ZP3S KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE KONIVKL. ITTVOERINGSREGLEMENT weigering of de onttrekking vin het bij artikel 4 voor- aiene schild. Art. 12. De Minister van Verke-.-rsweien kan, ten einde in sommige gevallen met verworven of ge- westelijke toestanden rekening te houden, aaa die I samen nijpt door een schroef aan te exploitanten afwijkingen van de bij art,kei 1 voor- draaien, wat een ware marteling moet zijn voor de lieve diertjes. Als men dan den DUIVENRINGENKNOEIERUEN IN WALLONIË Oud-beroepsrenner erbij betrokken. Te Gembloers woont de oud-beroepsren ner Sellier, die over een 10-tal Jaren zeer populair was, en hij hield er het stieltje op na van het herringen der duiven. Hij deed zich 20 tot 25 fr. per duif betalen. Hij deed zulks met behulp van een Dultsch machientje dat den poot der duif poot vrij laat blijft hij een tijdje samen- voor Toerisme, na raadpleging door dat Comiteit van I gedrukt, ZOOdat men er een rillg kan ever de afdeeling Hotelwezenvan xijn Technischen schuiven, daar de diameter van het fol- Rasd. tertuig dezelfde ls als van den ring. Art. ju. Onze Minister van Verkeerswezen is Alle herringde duiven werden gewond en belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in dikwijls nog verminkt. werking treedt van dag dat bet wordt bekendgemaakt. Gegeven te Brussel. Van '5 Konings Wege: De Minister van Verkeerswezen, Minister van Posterijen, Telegrafie en Telefonie, (iel.) P.-H. SPAAK. IBOS voor het besme ren van boter hammen. Kost minder, Is zeer voedzaam, bevat 60 °|0 sui ker. COMMERCIEELE APPELGELEI in alle Kruidenierswinkels IED33BB2223l239BE29IEB3BBB3B8Ka de putten weer gevuld. De koets met de gevangenen verliet het hof. Plots steeg een oorverdoovend. gehuil op. Het volk, nu tot een dichte massa aange groeid, drumde voorwaarts. De gendarmen hadden de grootste moeite het tegen te houden. Er vielen zelfs klappen. O, dat ze ons toch niets doenl kermde Floris, die doodsbleek was en over heel zijn lichaam beefde. Gemeen volk! zei zijn vader woedend. En hoeveel staan er bij, die van uw geld pinten hebben gedronken. De koets reed snel en daverde over de kalsijde, tot ze ver genoeg buiten bereik der opgewonden menigte was. Zoo werden de twee schurken wegge voerd xxvm HERSTELD. Walter Haverbeke was bijna hersteld en mocht ln de ochtenduren al eens in het besdhut hofje wandelen. Zijn zuster ver pleegde hem nog altijd even trouw. Bert Pycke kwam een paar keer in de week over. Tilde en hij vonden het vreemd, dat Flo ra Winkels weg bleef. Ze had nog eens ge schreven, Walter een spoedige genezing toegewenscht, maar er bijgevoegd, dat een voorname reden haar hinderde een bezoek te brengen. Bert wilde haar te Gent gaan spreken; zijn vrouw verbood het hem echter. Ze was fijngevoeliger dan hij. We mogen ons niet te ver met die kwestie bemoeien, zei ze. We Bullen wel eens hooren, wat er Flora nu scheelt. Een beetje geduld. 't Was een gure morgen en Walter bleef daarom op zijn kamer. Hij kon wat lezen, en zich zoo wat verstrooien. Hij sprak nooit over Flora en eveneens zijn zuster zweeg over het meisje, dat ze gaarne tot Walters vrouw had bestemd. Haar broer repte echter ook geen woord over Paula Delanga, DE UITVOERING DER STATUUT VAN HET HOTELWEZEN. Gezien het Koninklijk Besluit van 26 Augustus 1935 op het Statuut van het Hotelwezen, Wij hebben besloten en Wij besluiten; Artikel een. De inrichtingen als bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 Augustus 1935 moeten beantwoorden aan de volgende voor waarden i° Het gezamenlijke van de inrichting van dezer installaties en van dezer materieel voldoet aan de vereischten der hygiëne; 2® Zindelijk gekleed personeel; 3° Tafels der eetzaal bedekt met linnen; 4° Slaapkamers voor de reizigers voorzien van zin delijk linnen en beddegoed, van vaste of verplaatsbare lavabo's. In de localiteiten voorzien van een water leiding, moeten de lavabo's zijn met stroomend water en met verzekerden afloop; 5° In dezelfde localiteiten, ten minste een gemeen schappelijke badkamer met stroomend water, indien de inrichting minder dan 20 kamers telt; indien zij 20 tot 40 kamers omvat, ten minste 2 gemeenschap pelijke badkamers; voor meer dan 40 kamers, ten minste 3 gemeenschappelijke badkamers; 6° Gemeenschappelijke privaten metjjpoelinrichting in het gebouw zelf, in de verhouding van ten minste één per 12 kamers zonder particulier privaat; 7° Electrische verlichting. In de localiteiten zonder electrische verlichting, een andere moderne verlich ting. De verlichting moet steeds ter beschikking van de reizigers staan; 8° Aansluiting van de inrichting met het telefoon net. Art. 2. De gewone huurvoorwaarden der in het vorig artikel bedoelde inrichtingen mogen niet toe laten dat de kamers ten behoeve van de reizigers voor een korteren duur dan het tijdsbestek van den eenen dag tot den andere, met inbegrip van den nachttijd, verhuurd worden. Art. 3. Het is den exploitant van zulke inrich tingen alleen geoorloofd de klanten, waarvoor hij geen slaapgelegenheid meer heeft, bij uitzondering bij par ticulieren te logeeren. Art. 4. Niemand mag een inrichting als bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 Augus tus 1935 exploiteeren, tenzij hij hiervan, bij ter post aangeteekenden brief, aah den Minister van Verkeers wezen kennis heeft gegeven, het schild heeft verkregen als bewijs dat zijn inrichting aan de bij dit besluit gestelde vereischten voldoet, en dat schild op den hoofdgevel, nabij de ingang, heeft bevestigd. Voor de bestaande inrichtingen moet bedoelde ken nisgeving ter post worden afgegeven binnen den ter mijn van één maand, te rekenen van de bekendma king van dit besluit. Voor de later te openen inrichtingen behoort die kennisgeving ten minste één maand vóór de inbedrijfs- stelling ter post te worden afgegeven. Art. 5. Wordt beschouwd als exploitant in den zin van dit besluit de persoon die in de inrichting voor eigen rekening of voor rekening van een ander de werkelijke leiding en het werkelijk beheer van de onderneming waarneemt. Art. 6. De exploitant, die het bewijs levert dat de in het artikel 4 voorziene kennisgeving werd op gezonden, is gerechtigd ora zijn exploitatie voort te zetten of te beginnen totdat definitief over de uitrei king van het hem toe te kennen schild is beslist. Art. 7. Het in artikel 4 bedoeld schild wordt, door het Bestuurscomiteit van den Belgisch-Luxem- burgschen Diénst voor Toerisme afgeleverd, na raad pleging van de afdeeling Hotelwezenvan zijn Technischen Raad. Indien het schild wordt geweigerd, kan belangheb bende, binnen de vijftien dagen na den datum van den ter post aangeteekenden brief waarbij hem van de beslissing kennis wordt gegeven, hiervan in beroep komen bij den Minister van Verkeerswezen. Deze doet uitspraak, na het advies te hebben ingewonnen van een Gemengde Commissie, samengesteld uit drie leden, te weten: een vertegenwoordiger van zijn De- oartement,- een yertegem*4ord'Kèr van het Bestüurs- .'rOmiteit van den Belgisch-Luxemburgschen Dienst voor Toerisme en een vertegenwoordiger van de sectie Hotelwezen van den Technischen Raad van dezen laatsten dienst. Art. 8. Onverminderd het recht dat de Minister van Verkeerswezen heeft om, in geval van overtreding bij toepassing van artikel 6 van het Koninklijk be sluit van 26 Augustus 1935 de onmiddellijke sluiting der inrichting te bevelen, wordt het aan een exploi tant afgeleverd schild dezen onttrokken, indien zijn inrichting niet meer aan de gestelde vereischten vol doet. De Minister, na het advies van de bij artikel y voorziene Gemengde Commissie te hebben ingewon nen, doet hierover uitspraak hetzij ambsthalve, hetzij op voorstel van het Bestuurscomiteit* van den Bel gisch-Luxemburgschen Dienst voor Toerisme. De ex ploitant wordt altijd vooraf gehoord. Art. 9. De prijs van het schild is vastgesteld, voor de inrichtingen: met minder dan 20 kamers op 25 frank; met 20 tot 40 kamers op 50 frank; 40 60 75 frank; meer dan 60 100 frank; Buitendien moet de houder van een schild, elk der jaren na dit der aflevering, tusschen den i»t®n en 15®° Januari, op de postcheckrekening nr 307037 van den Belgisch-Luxemburgschen Dienst voor Toerisme, 48, de Brouckèreplaats, Brussel, storten voor de in richtingen met minder dan 20 kamers: 20 frank;/ met 20 tot 40 kamers: 40 frank; met 40 tot 60 kamers: 60 frank; met meer dan 60 kamers: 80 frank. Voor de inrichtingen welke slechts gedurende een gedeelte van het jaar open zijn, dient de in het vorig lid voorziene jaarlijksche storting binnen de acht da gen na den datum der opehing te geschieden. Art. 10. De Dienst voor Toerisme zal een offi- cieelen gids betreffende het hotelwezen en het toe risme uitgeven, in welken gids inzonderheid de in lichtingen omtrent elke hotelinrichting (aantal kamers, badkamers, garage, enz.) versterkt overeenkomstig de bij artikel 4 voorgeschreven kennisgeving, worden vermeld. Worden, evenwel, in bedoelden gids niet opgeno men, de inrichtingen waarvan de exploitanten buiten dien niet te bekwamer tijd de minimum- en maxi mum-prijzen van de kamers en het pensioen, tijdens en buiten het seizoen, zullen medegedeeld hebben. Art. ir. De Burgemeester van de gemeente waar inrichtingen als bedoeld in dit besluit worden geëxploiteerd, is belast met het permament toezicht op die inrichtingen. Hij krijgt onverwijld kennis van de toekenning, de 3flES&3B2S2EBa&3BBMBBEEB9ËaflB Walter zag nu het dagblad ln. Het leek hem of hij een tijd uit de samenleving verbannen was geweest en er nu stilaan in* terugkeerde. Plots ontroerde hij. Een lang bericht uit Lindendale trof zijn aandacht. En hij las met toenemenden afkeert H)et anders zoo rustig dorpje Linden dale bij Oudenaarde is opgeschrikt door een gruwelijke misdaad, welke op een een zame hoeve bedreven werd. Op deze boerderij woonden een zekere Delange en zija zoon Floris, en hun nicht. Deze nicht is echter al eenigen tijd ge vlucht, om aan de mishandelingen van haar oom en kozijn te ontkomen. Perso neel heeft Delange niet. De vader was al tijd een schuwe man. Floris, de zoon, leidde echter een lustig leven. Hij werkte niet. Zijn vader is trouwens rijk, en had het meeste land van de hoeve verpacht. Floris was in de streek bekend om zijn gulheid. Hij hieid er van, werklieden in buitenherbergen mild .op bier te trac- toeren. Op die manier won hij zekere po pulariteit. Maar hij leidde ook een ver borgen leven. Een arm meisje van Boekei, Wieze Every, eischte van Floris, dat hij haar zou huwen, en beweerde dat hij, we gens haar toestand, daartoe verplicht was. Floris Delange weigerde en zei dat het meisje hem belasterde. Toch schijnt zijn schuld vast te staan. Meermalen kwam het meisje aan de eenzame hoeve. Op een avond was ze daar weer en sedert zag men haar niet meer. Wieze Every scheen spoor loos verdwenen. Haar vader had haar in dronkenschap uit huis gejaagd. In haar wanhoop was ze weer naar het hof van Floris Delange geloopen. Haar vader kwam dit den volgenden morgen te weten toen hij haar zocht en berouw had over zijn strengheid. De De lange's antwoordden hem, dat ze zijn dochter den avond te voren verjaagd had den, en ze niets verders van haar wisten. Eenige dagen verliepen. De gendarme rie stelde een onderzoek ln. Niemand had Wieze Every nog gezien. van het Statuut van het Hotelwezen (26 Oogst 1935) MIJNHEEREN, Ik heb de eer U hiermede de bepaling te laten kennen vervat in het Koninklijk Besluit van 26-8-1935 art. 4 als volgt: Art. 4. Niemand mag een inrichting als be doeld in art. x van het Koninklijk Besluit van 26 Oogst 1935 exploiteeren, tenzij hij hiervan, bij ter post aangeteekenden brief aan den Heer Minister van Verkeerswezen kennis heeft gegeven, het schild heeft verkregen als bewijs dat zijn inrichting aan de bij dit besluit gestelde vereischten voldoet, en dat schild op den hoofdgevel, nabij den ingang heeft bevestigd. Voor de beltaande inrichtingen moet bedoelde ken nisgeving ter post worden afgegeven binnen den ter mijn van één maand, te rekenen van de bekendmaking van dit besluit. Voor de later te openen inrichtingen behoort die kennisgeving ten minste één maand vóór de inbe- drijfstelling ter post te worden opgegeven. Het is volstrekt noodig dat de bepalingen van het K. B. betreffende het Hotelwezen ONMIDDELLIJK en STIPT worden nageleefd. Ik verzoek U dus, indien gij nog niet ln regel zijt, U binnen den bepaalden tijd, te zeggen vóór 26 Ok tober 1935 in orde te willen stellen, zooveel te meer, Mijnheer de Minister me verzoekt uwe aandacht te vestigen op de straffen welke de nalatige Hoteliers kunnen oploopen zoo zij niet binnen den bepaalden termijn voldaan hebben aan hetgeen art. 4 van hen vergt. Aanvaard, Mijnheer, de verzekering mijner hoog achting. De Burgemeester, J. VANDERGHOTE. BRIEF VAN HEER G. VAN RAES Secr. van het Hoteliersverbond te leper, aan den Heer Minister van Verkeerswezen. EXCELLENTIE, Naar aanleiding van het K. B. van 26 Oogst 11. neem ik eerbiedig de vrijheid U in te lichten dat ik nachtverblijf verschaf aan reizigers. Ik ware U dankbaar de in te vullen formulier te mogen ontvangen. Ik neem tevens deze gelegenheid te baat om aan Uwe Excellentie enkele toelichtingen te vragen nopens de toepassing dezer wet; als secretaris van den Ho teliersbond van leper, ben ik reeds door menige collega gevraagd geweest naar nadere inlichtingen nopens die wet: In leper hebben we als toeristisch centrum een ruim aantal Hotels die ten volle beantwoorden aan de voorschriften dezer wet (loopende water op ieder kamer, badkamers, electriciteit, enz.)er bestaat ver der een tal van kleinere hotels die ook gansch ge schikt zijn om toeristen te herbergen en die met uit zondering van het feit dat ze op IEDER kamer geen loopende water mitsgader afleiding hebben toch steeds ten volle voldoening aan hunne Fransche, Engelsche en vreemde klanten logist of pensioen kunnen ver schaffen, inzonder dat de klienten ook ruimschoots rekening houden met de prijzen die begrijpelijk in de groote hotels met hunne modernste inrichtingen hoo- ger zijn dan in de kleinere hotels. Welnu tal van deze kleine logisthuizen kunnen de onkosten die de door de wet beschreven zijn niet be kostigen of voorzien dat ze niet genoegzaam afwer pend zullen zijn en vragen zich dus af of ze die klan ten die b. v. van 10.frank af een kamer verkregen (waarover ze ten volle tevreden zijn) voortaan naar die groote hotels moeten sturen waar ze natuurlijker wijze met het oog op de kostelijker inrichting ook een in vergelijking loopende meerderwaardige prijs zullen moeten betalen. Welnu het meerendeel dezer toeristen die zich nu in die 2® klas hotels aanbieden voor de goede reden dat de prijs voordeeliger voorkomt zullen daarom niet de kostelijker iste klas hotels aankloppen maar weg blijven. Ik verhoop, Excellentie, dat U de goede bedoeling mijner gedachtuitdrukkingen zult inzien en mij zal UT ZIE VERVOLG HIERNEVENS. Duiven worden herringd om ermede te kunnen spelen samen met de jongen en meest nog omdat zij gestolen zijn. Een huiszoeking werd bij Sellier gedaan, maar het Duitsch machientje werd niet gevonden. In 1934 reeds werd Sellier voor 15 jaar uit den Duivenbond gesloten om dat hij een eersten prijs had gewonnen op 7 Juli met een duif die geringd was met een ring die hem enkel op 24 Mei te voren was afgeleverd. Het gerecht onderzoek de zaak verder. BROEDERMOORD te OET1NGEN Te Oetlngen kwamen de twee broeders Vierendeel, die samen wonen met hun moeder, in twist bij het kaartenspel. Zij gingen afzonderlijk naar huis. De eerste die thuis kwam nam het jachtgeweer en toen zijn broeder afkwam schoot hij de zen neer en kwetste hem levensgevaarlijk. De gewonde werd naar het gasthuis over gebracht en de dader, die eerst de vlucht had genomen, werd aangehouden. De droefheid der moeder is ontzettend. Waarom iijc!?n aan HOOFDPIJN MIGRAINE TAND PI IN GRIEP RHEUMATIEK ZENUWKOORTS PIJN DER MAANDSTONDEN Jals de Wonderbare Bruine Poeder» vanj der Apotheek DE POORTERE Sint-Niklao»-Waal. U oogenblikkelijk zonder •chadeUjh* («volgen van deze pijnen sullen bevrijden. doom o. 8 poedert 4 fr*^ De driedubbele docm 25 poeder» 10.00 fr Te verkrijgen in alle goede Apotheken of vrachtvrij tegen postmandaat. Gebruikt ze eens, U zult nooit geen an dere meer gebruiken! toelaten de noodige geruststelling aan mijne collegas te verschaffen. Inmiddels, teeken met diepen eerbied, G. VAN RAES. ANTWOORD VAN DEN H. MINISTER AAN DEN HEER VAN RAES. MIJNHEER, Voor wat betreft de toelichtingen dien gij wenscht te bekomen bij uw schrijven van ia-n-35, nopens de toepassing der wet, verhaast ik mij er U op te wijzen, dat het K. B. van 26-8 toepasselijk is aan alle in richtingen, waarvan de uitbating geschiedt onder de benaming van Hotel of Hostellerie zonder onderscheid van belangrijkheid der bedoelde inrich tingen. Het is dus noodig dat dit tal van kleinere Hotels nochtans geschikt zijnde om toeristen te herbergen, moeten beantwoorden aan de voorschriften in boven vermeld K. B. omvat. Voor wat de toepassing der prijzen betreft, kan daarover van onzentwege geen rekenschap worden gehouden. Het is dus in het be lang van dergelijke inrichtingen aan de voorschriften te voldoen om te kunnen genieten der talrijke voor- deelen die er onvermijd.lijk zullen mede gepaard gaan. Voor diegene welke zich aan bedoelde voorschriften niet zouden verplichten, wordt verbod opgelegd hunne inrichting onder de benaming waarin het woord Hotel of Hostellerie voorkomt, verder uit te baten. Hoogachtend, Namens den Minister! Voor den Algemeenen Sekretarb: De Toeziener, (get.) LEON DECQ. JANUARI NIEUWJAARM. 12 Z H. Familie. H. Arcadius, martelaar Ev.: Jezus verloren en teruggevonden !3 M H. Veronica, maagd, H. Godefridu» 14 D H. Hilarius, biss. en kerkleeraar 15 W H. Paulus, kluiz., H. Maurus, abt 16 D H. Embertus, biss. 17 V H. Marcellus, paus en martelaar 18 Z H. Honoratus, biss. ZONDAG 12 JANUARI Feest der H. Familie, «Exsultet» - Wit - 2" Gebed van den Zondag; 3e gebed van het octaaf van Driekoningen, Op den Zondag onder het Octaaf van Driekoningegn viert de H. Kerk het Feest van de H. Familie van Jezus, Maria en Jozef. De laatste weken hebben we reed» meermalen over dit voorbeeldige huisge zin gehoord. Toch werd de bijzondere aandacht in de liturgie er niet aan ge schonken, daar deze geheel werd in be slag genomen door het goddelijk Kind. Toch past het de H. Familie bijzonder te vieren en het prachtige voorbeeld te beschouwen dat er én voor de ouders én voor de kinderen in ligt. Want hoewel de H. Evangeliën ons heel weinig zeggen over de kinderjaren en de jeugd van Christus en het intieme leven van de Hei lige Familie, de enkele zinnen die de Hei lige Schrijvers daaraan hebben gewijd zijn toch voldoende om voor ons als een stich tend voorbeeld en een groote les te dienen. Dit is het geval met het H. Evangelie van dit feest dat ook het Evangelie ii van den Zondag onder het octaaf van Driekoningen. Als overtuigde geloovige Joden hebben Maria en Jozef het god delijke Kind dat twaalf jaar was gewor den voor de eerste maal naar Jeruzalem geleid. Bij den terugtocht bemerken ze dat Jezus niet meer bij hen is, bij geen enkele groep. Vol onrust keeren ze naar Jeruzalem terug en na drie dagen vinden ze het Goddelijk Kind in den tempel te rug, temidden der schriftgeleerden. Een dubbele les sligt hierin voor de christe lijke ouders besloten. De eerste is d* plicht van de ouders om hun kinderen het eerste godsdienstig onderricht te geven, de tweede plicht om over hun kinderen te waken met dezelfde bezorgdheid waar mede Maria en Jozef over hun kind hebben gewaakt. En voor de kinderen ligt een prachtig voorbeeld besloten in die en kele woorden van den Evangelist: «Hij was hun onderdanig.». Jezus, de meester van alles, beoefende gehoorzaamheid. We zien hier dus in de H. Familie de twee onmisbare factoren voor een gelukkig fa milieleven waakzame liefde van de ouders en onderwerping van het kind. Twee hoe danigheden die in vele moderne gezinnen ontbreken. De oorzaak van dit gebrek ligt in het verzuimen van de godsdienstige plichten, waardoor de genaden van staat en Gods zegen onttrokken worden. Waar echter het ideaal van de H. Familie van Nazareth wordt nagestreefd, zal vrede, orde, liefde en gehoorzaamheid heerschen, zullen de bijna onvermijdelijke gebreken en wrijvingen in de schaduw worden ge steld. lEiiiHimiiiiiiiiiiiinm HEBT GE OOIT EEN GOED WOORDJB GEDAAN OM EEN EN ANDER KENNI» AAN TE ZETTEN TOT HET ABONNEE- REN OP DIT BLAD. DOE HET ZONDER UITSTEL. IBBBBRflBBBBBBBBBaSRBaBRRBRBB Beste Engelsch* PEPERMINT voorkomt Hoofdpijn N eus verstopping Kortademlng Zenuwverzwakking enz. enz. T* verkrijgen enkel ln d* BESTE WINKEL» Vraagt het doosje met bet haantje. t^EOiSTEB^0. IBBBBBBBBBBBaaaflBliaBElBSaBBBBBBIBBBBIIEBBBBBSaflBflflBBflBBBBIBBBBBBBBBHiBBflBBBBRBBBIBBBBS 2 tabletten Chromo's B< zijn vereenigd in de met Liebig Vleeschextract bereid. 7ij laten toe voor 60 centiem onmiddeb lijk een liter uitmuntenden bouillon te bekomen, welke den geur en den smaak van vleesch en versche groenten bezit. Het pakje van 5 Blokjes (met Liebig Chromo's Bon) Fr, 3.—. LIEBIG BOUILLON BLOKJES Er werd reeds gefluisterd, dat Floris De lange het meisje wel uit zijn weg kon ge ruimd hebben, omdat zij hem hinderde. Haar broer, Jan Every, kwam uit Frank rijk thuis en zocht dan ook naar zijn zuster. Eergisterenavond bevond hij zich op de hofstede der Delange's, meenend dat Wie ze daar wel vastgehouden kon worden. Het was immers uitgelekt, dat de vader en zoon ook hun nicht gevangen hadden ge zet, toen ze hardnekkig weigerde met den jongen Delange te trouwen. Jan Every bemerkte, dat vader en zoon laat opbleven en hij vond dit verdacht. Hij verklaarde hoe hij het voorgevoel had. Iets gewichtigs te zullen ontdekken. Hij bleef dus op het hof. In den nadht kwamen vader en zoon naar buiten. En tot zijn ontzetting zag Jan Every, dat ze een doode uit den grond bij de haag achter de hofstede haalden en ze opnieuw begroeven onder een boom, vlak voor him woning. De arme jongen was overtuigd, dat ze het lijk van zijn zuster nog beter wilden verduiken. Hij had de meeste moeite zich te beheersdhen. Hij spiedde alles af en begaf zich 's morgens naar de rijkswacht, om zijn ontdekking mee te deelen. De kommandant verwittigde onmiddel lijk het gerecht, dat dadelijk naar Lin dendale kwam, en met een sterke afdee ling gendarmen de hoeve bezette. De twee Delange's beweerden nog steeds, dat ae Wieze Every verjaagd hadden en niet wisten waar ze zich bevond. Ze ver klaarden dit op brutalen, onverschilligen toon. Da onderzoeksrechter liet onder den boom graven, en tot ieders ontzetting werd een lijk bovengehaald. Het bleek In derdaad Wieze Every te zijn. De wetsdokter stelde vast dat de onge lukkige talrijke sporen van mishandelin gen droeg. Vader en zoon Every herken den haar onmiddellijk. Delange en Floris waren onder bewaking van gendarmen en werden bij de doode geleld. Ze hielden vol onschuldig te zijn. De oude boer durfde zelf vader Every be schuldigen, zijn dochter vermoord en hier begraven te hebben, om de schuld op Flo ris te kunnen leggen. Hij beweerde, dat hij in den laten avond en 's nachts niet buitenhuis was geweest. Zijn zoon, afzonderlijk onder vraagd, had echter verklaard dat ze mest hadden gevoerd... bij donker... De rechter vond ook bloedig stroo in de schuur en men veronderstelt, op goede gronden, dat Wieze Every daar afgemaakt is geweest. De schurken hadden ze eerst begraven buiten de hoeve, achter een haag. Ook dat kon nog vastgesteld worden, Delange en hun zoon bleven hardnekkig loochenen maar werden natuurlijk aan gehouden. Ze beweren de verblijfplaats van hun nicht Paula Delange niet te kennenMen vraagt zich af, wat er van dit meisje geworden is. De menigte gaf uiting aan haar veront waardiging door hevig gejoel en ge schreeuw. Men moest de gevangenen haastig wegvoeren.». Walter Haverbeke las dit bericht. Hij kende Wieze Every... hij kon zich de hoe ve voorstellen... en hij voelde nu weer, door welke doortrapte schurken hij be dreigd was geworden. Arm verdwaald kind, mompelde hij, peinzend aan Wieze Every, slachtoffer van haar verwaarloosde opvoeding, van een losbandtgen kerel en dan van twee misda digers. En hij, Walter, was bespot en verdreven geworden toen hij eens ln een herberg te Boekei, tegen verbeesting protesteerde. Zij, voor wie hij opkwam, beschouwden hem als een vijand... Maar ook de burgemeester had hem uitgelachen en Floris Delange verdedigd. Welke toestanden, zei Walter. Maar nog een andere bijzonderheid uit het dagblad bericht trof hem diep. Paula had op de hoeve gevangen gezeten en was gevlucht... En men scheen niet te weten waar ze zich bevond. Men maakt* zich ongerust over haar. Plots sloeg angst ook over Walter... Was Paula gedood door de schurken? Of anders, waar zwierf ze nu? Gejaagd stond hij recht. Op het portaal riep hij driftig zijn zuster. Tilde kwam vlug naar boven. Wat is er toch? vroeg ze, verschrikt door den rauwen toon en nu door het ont steld gelaat van haar broer. Kom mee! gebood Walter, terug keu rend naar zijn kamer. Maar wat scheelt er u? Ge weet dien avond... toen ik meen de de stem van Paula Delange te hooren... Paula Delange... stamelde Tilde ver ward. Nu moet ik de waarheid weten! In Gods naam... zeg het me: was Paula hier? Zijn zuster kon niet meer liegen. Ja, antwoordde ze. Maar ge waart zoo erg ziek. Bert heeft haar verjaagd... Hij zei, dat ge haar niet kondt ont vangen... En hij maakte mij wijs, dat het een wijnkoopman was die hem kwam spreken! We handelden om uw bestwil, Jon* gen... Om mijn bestwil? Neen... om me aan Flora Winkels uit te huwen! Maar lk heb Paula lief. En ze ls van haar oom en nent moeten weg vluchten... ZIJ zijn twe* moordenaars... O, waar ls Paula dan naartoe? Dat weet ik niet. Ze heeft het nie gezegd... Maar Walter, wind u zoo nie op! Ge zult weer ziek worden, zei Tlld onthutst. O, Bert heeft ze ruw toegesproken... Neen, neen... Jawel. Ik ken hem... Hij meende, da* ze me naliep... Ze was ongelukkig en 13c had ze hulp beloofd. En nu sta lk hier als een woordbreker... als een valschaard. Ha, toen ze mij dezen Zomer hielp, be wonderde Bert haar. En als zij om raa kemt vragen, jaa^ff; hij ze bulten! Wa heeft hij zich met mijn zaken te, be» moeien! <t V«5BPl

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1936 | | pagina 7