De Stem m het Hart
EN€D£ SÏPPOP
SNUIF
WEKELIJKSCH
LITURGISCH BULLETIJN
GEDACHTEN
OOGEN ONDERZOEKEN
HEURSEL
~~U"7T=--
VERVANGT OP
VOORDEELIGE WÜZE
BOTER...
'TIS DE...
WEET GIJ...
Ü:SuMME/'i
'T IS KOFFIE
VAN 'T PARADIJS
'T ROOS KRUIS
APRIL - GRASMAAND
IN DEN NEGER
HUM0RADI0
Lichte gedaan
volgt wel aan.
Katten, die jongen hebben, muizen wel.
In t vele spreken
en zal geen kwaad gebreken.
Willen en ls geen landsrecht.
Met een sterken dwaas
ls het kwaad worstelen.
HITMANNIKE
UIT OE
MAAN
VRIENDEN, HIER IS UW GAST
Die berokkent U veel last
En hij groet U zeer gepast
Met woorden en gebaren.
Aan zoo'n groet is niet veel vast
Dat wil ik U wel verklaren
tf Brengt niets binnen, 't draagt niets
Wat zeker raar gebeurt [buiten
'k Mag van m'n groetje dus besluiten
Niemand is er aan gezeurd.
Dat 't ne keer goê weer wilde worden,
lie, dan zouden we de lente met volle
teugen kunnen smaken. We zijn geen
muggenzifters, maar als de zonne niet
meè 'n wil is 't toch nog al moeilijk van
fcltljd. Wijgezind te zijn. Dat kan wel
5 tijdje duren, maar als 't blijft aan
houden... neen zulle!
D'eenlge die met dat weer kunnen op
gezet zijn, dat zijn de moeders de vrouw,
die voor den wasch moeten zorgen... want
d'r is zeker regen- en sneeuwwater genoeg.
BAH! en klinkt het niet zoo botst het...
lijk bij Minnekens die verslingerd was op
Mie Tootjes.
Hij zat er in de cinema nevens en hij
wou langs 'n omwegsken aan zijn akte
van liefde beginnen.
Mieken, zei Minnekens, ge zijt 'n lief
tallig kindje, 'n gezicht lijk een kriekappel
en zoo 'n nette kleine handjes. Als ge
gaapt moet ge zeker alle twee uw handen
voor uwen mond houden?
Zijt dan sjantiel... als g'U niet beter
ekspslkeeren kunt!
Om voort te spreken van 't weêr, t
•chijnt dat we dus al volop in de Lente
fitten.
Lente, schoonste van al de jaargetijden,
zooals de dichters ze bezingen, als de
menschen nieuw bloed wordt ingespoten
#n de planten nieuw sap..,.
Als de bloemekens op de vruchtenboo-
Oien komen kijken om ons in den zomer
tn in 't najaar met de zoetste en sappigste
vruchten te bezegenen. Ze zijn nog daar
niet, maar... laat ze maar komen.
Wie dat ook op dien tijd moet gedacht
lebben, dat is Susken van thuis neven.
sken, moet ge weten, is 't jongere
iroerken van Fonsken (Fons) die ons
den tijd op zoo'n schoone gedich-
iekens vergastte!
Hewel! dat Susken heeft nu in zijnen
il gekregen de voetschreden van zijn
iroér op te volgen... en ook rijmelaar te
worden... en als 't u planzier kan doen,
hier hebt ge zijn eerste... pennevruchten...
't Gaat over
DE CONFITUUR
Ons moeder die maakt veel confituur
Zij zet daarvoor de bezen op het vuur
En laat ze dan dapper koken
Daarvoor neet ze een goed vuurken sto-
£>an doet ze de bezen door een doek [ken
Of door een versleten onderbroek
En bij dat sap doet ze dan suiker bij
Ik mag de kom uitlekken. Ik ben dan blij
Want ik ben amateur van confituur
In de winkels ls dat niet zoo goed en kost
[dat duur
Confituur is goed tegen den brand
En doet door den band
De spi'zen goed verteren
En doet ook den achterwagen smeeren.
Enfin. Susken, voor den eersten keer
Bullen w'er over stappen, want 't is verre
van briljant... en daarbij ge moet voor
taan uw familiegeheimen niet meer ko-
Sen verteilen. Want wat moeten mijne
ïzers en Lezereskens wel gaan denken
van mij... nu ze weten dat ik in relatie
ben met menschen die kunnen confituur
fabrikeeren... met 'n versleten onder
broek!
PARDAF, de burgemeester van Hespe
gein, was winkelier en tot cp 't gemeente
huis zat zijn winkel in zijn gedachte 1. Hij
Was bezig met 'n koppel te trouwen.
Jan Snul, vroeg hij, verlangt ge
Marie Snep tot uwe wettige huisvrouw?
Ja meheer, zei de jongen.
Ik zal ze laten inpakken en afgeven
Of neemde ze zelf mee, zei de burgemees
ter, die weer op zijnen winkel dacht.
VASTEN. VASTEN IMMER AAN,
Niemand die het aan zou staan
Maar voor de gezondheid gewis
Is er niets dat beter is.
Zijt ge liefhebber van een goed glas
Wijn?
Houdt ge van een druppeltje of borrel
tje? zooals de Hollanders zeggen.
Kan een tasken koffie u deugd doen,
Bloederken?
Smult ge gaarne een schotel gekruid
Tleesch?... dikzak!
Hewel, maakt er een krui ken over.
Daar is een Amerikaansche doktoor
tomen verklaren dat de kanker voortkomt
Van al die dingen...
Dus... menschen, wilt ge gezond leven,
begint u dan maar op water en breed te
Betten...
Maar 't is te zien of die geleerde dok
toor zijn eigen woorden wel gelooft.
Of zou die kerel doen zooals Johannes
in de woestijn en zich voeden met sprink
hanen. Ze hebben in Amerika reeds veel
Mengelwerk van 4 April 1937. Nr 8.
door
H. COURTHS-MAHLER
Nu laat ik het zoo niet langer gaan,
juffrouw Annie. U moet een stukj» eten.
Slechts een slokje koffie en een broodje.
U verliest al uw kracht, als u niet een
stukje eet, zeide zij.
Annie stond zuchtend op en verliet met
haar het vertrek. Werkelijk voelde zij zich
heel slap, daar zij sedert gisteren niets
gebruikt had.
Ik heb 1 kcffie en een broodje voor
u in de kuiskamer gezet, juffrouw Annie,
zei juffrouw Lehmann buiten in de gang
tot het jonge meisje.
Annie knikte zwijgend en ging de klei
ne, gezellige huiskamer binnen. Eenvoudi
ge en goedkcope meubelen stonden er in,
maar de handige handen van Annie had
den met allerhande kleinigheden, met
kussens en kleedjes, dit vertrek een vrien
delijk aanzien gegeven. Toen de beide
vrouwen, nadat er plotseling een einde
was gekomen aan hun vermogend bestaan,
zich in dit kleine tehuis hadden terug
getrokken, was het hun kaal en armelijk
toegeschenen. Maar Annie had het eiken
dag gezelliger en bewoonbaarder gemaakt
en hun else hen waren steeds bescheide
ner geworden. Zoo hadden zij zich ten
laatste geheel thuis gevoeld in de kleine
woning.
In Annie Sundheim was, sedert zij met
haar moeder in bescheiden omstandighe
den leefde, een practlsche, krachtige geest
ontstaan. Zij keek met verstandige, helde
re oogen rond, zag zooveel armoede en el
lende, dat zij zich in alles had leeren
schikken, en dat zij heel goed besefte, dat
haar lot nog benijdenswaardig was, ver
kwakkels opgelaten... deze kwakkel kan
d'r nog wel bij.
'k Denke eerder dat dien doktoor willen
bewijzen heeft dat ne mensch niet moet
leven om te eten, maar wel eten om te
leven, en in alles de mate houden.
En daarmeê gaan we allen t'akkoord,
hé! beste Lezers en alderllefste lezeres
kens?
T WAS ROND Pasehen en meneer de
onderpastoor gaf catechismusles.
Wel Janneken? vroeg hij, wat vieren
we met Paschen?
De verrijzenis des Heeren, antwoord
de Janneken.
Goed, zei meneer de onderpastoor,
en aan wie heeft Christus zich het eerst
getoond na zijn verrijzenis?
Aan de heilige vrouwen, antwoordde
Janneken weêr.
Heel goed, zei meneer de onder
pastoor en waarom het eerst aan de
vrouwen?
Omdat... omdat ons Heer wist... dat
die het vlugst zouden rondbabbelenzei
Jantje zonder haperen.
HEBT GE T NOG NIET BESPEURD
D'r is een mirakel gebeurd?
'k Maak U dus kond
Da It geen nieuws 'n vond
En dat Marenta, om m'n wonde te stelpten!
Me 'n beetje is komen helpen!
En als dat geen mirakel is!
Zet maar in uw gazet, zegt ze zoo, wat
'k hier lees in de gazet van Parapomme-
len... en ze leest: Op de veetentoonstelling
te Antwerpen werd den eersten prijs voor
den vetten os toegekend aan den heer
Rcbljns alhier en hij zal Zaterdag worden
uitgestukt.
Zie, dat is nu dubbelzinnig, wordt de os
uitgestukt ofwel mijnheer Robijns?
't Zal de os wel zijn, zegt ons nichtje
Rozemarijntje, want menschen stukken
ze niet uit!
Da's waar, maar menschen levend het
vel afdoen dat gebeurt nog genoeg... en
die menschen, dat zijn de Vlamingen.
Wie durft er zeggen dat de Vlaamsche
kwestie opgelost is. Meer dan stekeblind
moet hij zijn, hij die dat niet ziet. Ter
gelegenheid van de Brusselsche verkie
zingen kunnen we nog ne keer vaststel
len, hoe de Vlamingen door de vuile
franschschrijvende gazetten uitgeschol
den worden voor al wat leelijk ls!
't Is nog 't zelfde van over twintig jaar.
Burgers van tweeden rang zijn we... en
*t is ons eigen schuld...
Hoelang nog?
EEN BOERTJE was in een automatisch
koffiehuis verzeild te Brussel, waar juist
niemand aanwezig was, dan een knorrig
garcon die bijna van zijnen sus draai
de, als hij iemand 'n woordje Vlaamsch
hoorde spreken!
Wel! Wel! wat is dat nu voor een
winkel, mijnheer, zei ons boerken, wat
verkoopt men hier toch?
Ezelskoppen, was 't bitsige antwoord.
Ha! zoo! ge moet er zeker veel ver-
koopen, want Tc zie dat ge er maar een
meer hebt!
Goed gelapt, boerken!
EN ALS ER ONDER mijn alderllefste
Lezereskens personen zijn die last hebben
om 's morgens hunnen man op tijds uit
zijnen beddebak te halen, ga ik hun hier
een middel geven, om dien uit den weg; te
ruimen!...
Niet hun man!
God beware me daan'an!
Maar over dien last
Was 't
Dat
•k Het had!
't Is zoo simpel als 't groet ls. Dat ze
zich maar een van die nief wekkers aan
schaffen geheeten: niespoedergasverwek-
kende wekkers... Nog niet van hooren
spreken?
Een horlogemaker van Baden heeft ze
uitgevonden ter intentie van de langsla
pers. Men windt ze op (niet de langsla
pers, maar de wekkers) en zet den afloo-
per op 't uur dat men wenscht. precies als
bij d'andere wekkers; op dat oogenblik
dan komen er uit 't apparaat zekere
scheikundige ofte chemische bestanddee-
len, die U kost wat kost doen niezen en
U alzoo dan natuurlijk wakker maken...
En ge blijft voort niezen tot als ge recht
staat. Dus ge moet er uit, willen of niet.
Allee! nog 'n schoon uitvindinge te
meer... en 'n nuttige daarbij!...
Marenta heeft er mij al een-en beloofd
voor mijnen verjaardag!
Op voorhand... atchie!
ZEG DENE MOEDER, vroeg klein
Zanderken, is ons vader nen bisschop?
1Wat zijn me dat nu voor ezelarijen,
zei moeder: waarom vraagt ge datte?
Hewel, de pastoor heeft maar een
heel klein kaal pleksken op zijn hoofd...
en ons vader heeft zoo'n groote kale plek!
'N GEDACHT:
Vleiers en ljdele vrouwen
Zijn niet te betrouwen.
DE MODE houdt tegenwoordig de
menschen voor den aap. Als ge de meis-
kens ziet stappen met hun halssnoeren
aan,
Dan zegt ge alras
't Is allegaar glas.
Ja, 't glas is nu volop mode. Rood glas!
wit glas! groen glas! geel glas! Glas aan
de ooren, glas aan den hals, glas aan de
vingers, glas om de armen.
Klatergoud! en darameê
Gaan de meiskens zich behangen
Om nen ouwe pee
Of een manneken te vangen!
Ja. ja. zegt Marenta, in onzen tijd Man
neken, toen was dat anders.
Zeker Marenta, de wereld is hard ver
anderd.
Klatergoud!
Allemaal die plezieren!
Dat mondje van parlee fransee
Klatergoud! Die modepoppen, met hun
geverfde koppen.
geleken met dat van duizenden andere
menschen. Als zij haar moeder maar had
mogen behouden, hoe gelukkig zou zij dan
zijn geweest.
Zij dwong zich de kleine vervensching
te nemen. Juffrouw Lehmann kwam
zachtjes binnen en bracht haar nog een
broodje met vleeSch, toen zij zag, dat An
nie werkelijk at. Zonder eenig geraas te
maken, verliet zij de kamer weer.
De tranen biggelden langs Annie's wan
gen. De zorg van juffrouw Lehmann trof
haar.
De toekomst lag donker en dreigend
voor haar.
Zij had zich tegenover haar moeder
steeds moedig getoond, als die zich zorgen
had gemaakt over haar toekomst. Maar
nu werd het haar toch bang te moede. Zij
bezat nog slechts een paar honderd mark.
De renten, die haar moeder ontving, hiel
den op bij haar dood, en de eenvoudige
inrichting der woning zou bij een mogelij
ken verkoop slechts een kleine som op
brengen.
Het vertrouwen van haar moeder, dat
mevrouw von Saszneck haar bij zich zou
nemen, deelde Annie in het diepst van
haar ziel niet. Wel wist zij, dat tante Eli-
saebth een edele, goedhartige vrouw was,
maar zij kon het niet gelooven, dat zij het
ernstig gemeend zou hebben, toen zij be
loofde, Annie na den dood harer moeder
op Saszneck een tehuis aan te bieden.
Waar zou de wind haar nu heendrijven,
evenals een afgevallen blad?
Mevrouw von Saszneck aan haar belofte
te herinneren, zou nooit bij Annie zijn op
gekomen. Daar was zij te trotsch voor. Zij
had er ook nooit in ernst op gerekend, hoe
zeer zij zich ook had verheugd op het be
zoek te Saszneck met haar moeder. Dade
lijk na de begrafenis nam zij zich voor
werk te maken van een betrekking, die
paste voor de kennis en bekwaamheden,
die zij zich had verworven. De woning
moest verlaten worden en juffrouw Leh
mann den dienst worden opgezegd. Nu
moest elke stuiver bespaard worden, opdat
zij het zou kunr.en volhouden, totdat Bij
DOET GRATIS UWE
door
Gericht kundige
Boterstraat, 41, IEPER.
O, meines, meisjes neé
Doet (rfaraan niet meê
Toont U meisjes van uw stroke
Durft uw moedertale spreken
We est steeds met uw lot tevreden
Toont U Vlaamsch van hart en zeden
Daar, daar komt ge verder meê
Dan met uw parlee fransee
Onthouden... en toepassen, dat is de
boodschap.
JANNEKEN was met zijn moema meê-
gegaan naar sjiek volk, en ze moesten
daar dineeren.
Janneken, had moema gezeid, aan
tafel moogt ge ginder niet klappen, want
dat is erg onbeleefd.
Ze begonnen te eten, maar 't dinee
duurde lang en Janneken wou iets zeg
gen. Doch mama deed teeken dat Janne
ken zwijgen moest. Eindelijk na lang
wachten... en snuiven zei mama... die
precies lont geroken had:
En wat is er nu ventje, nu moogt ge
klappen.
Daar is moema, zei Janneken, dat ik
achterklap heb gesproken, en dat mijn
broeksken vol is!
EN VOOR den zovoeelsten keer ga'k U
hier trakteeren met 'n lieêken, speciaal
voor U geschreven, m'n beste Lezers en
alderllefste Lezereskens... en 'k hoop dat
ge 't mij niet ten kwade zult duiden. Het
gaat over 't llêken van den Blikslager...
en 't draagt als pompeuzen titel
RIKKETIK.
Heel den dag in mijnen winkel
Gaat het rikke-tikke-tik
Kletterend klinkt het klaar gerinkel
Van mijn hamertje op het blik
'k Ken mijn vak, 'k houd van mijn stieltje
Van mijn schootsvel en mijn kieltje
Als de duivel van een zieltje
Ik heb van 't werken geenen schrik:
'k Zing van: rikke-tikke-tik.
Is 't van lappen of vertinnen
Ik kan dat alles op een prik
Waar hoezee! als 'k mag beginnen.
Met mijn: rikke-tikke-tik!
'k Klop en 'k zwaai en 'k sla zoo dapper
't Hamertje valt rap en rapper
Op de maat van 't blij geklapper
In mijn nopjes, jubel ik
Vroolijk: rikke-tikke-tik.
Mooi Heleentje op een morgen
Bracht me werk en vroeg of ik
Voor de pan zou willen zorgen?.,.
Zeker... lieve stouteriki...
En wijl Leentje even poosde
Nam 'k haar handje... Leentje bloosde
En terwijl ik minnekoosde
In mijn hartje, wonderlik
Ging 't van rikke-tikke-tik;
Zoetjes fluisterde toen Leentje
O! 'k las 't wel in haar blik
In mijn hartje, zingt ook eentje
't Lied van rikke-tikke-tik!...
Leentje ging en 'k lapte t panneken
En ik dacht: gij zwart, zwart Janneken
Wordt ge eenmaal Leentjes manneken?
Nimmer zongt ge met meer schik
't Lied van rikke-tikke-tik.
k Trouwde Leentje al over 't jaartje
En nu, rikke-tikke-tik!...
Ben ik al 't gelukkig vaartje
Van een kleinen stouterik.
'k Zie van uit m'n winkelboeltje
't Kleine ventje in zijn stoeltje
Met zijn guitig lachend smoeltje
Als we zingen, Leentje en ik
Lustig... rikke-tikke-tik!
OM HET NIET TE VERGETEN.
Professor Dingemans had alle morgens
veel tijd noodig om zijne kleederen bijeen
te zoeken, want hij vergat altijd waar hij
ze den vorigen «ag had gelaten. Op zeke
ren dag kwam hij op het gedacht een lijst
te maken voor al zijn kleedingstukken en
daarop aan te teekenen, waar hij ieder
artikel gelaten had:
Jas-derde knop van den kapstok rechts.
Broek - stoel WJ het bed.
Kol - op den deurknop.
Kravat - door het oog van den sleutel.
Vest - op den vloer bij het raam.
Manchetten - op de nachttafel.
Overhemd - aan den kapstok links.
Kousen - over den stoel.
Schoenen - buiten de deur.
Professor - in b:d.
Men ziet dat hij voor de zekerheid ook
zichzelf had genoteerd.
Den volgenden morgen ging alles prach
tig: stuk voor stuk vond hij alles op zijn
plaats, maar teen hij aan den laatsten
post oo de lijst was, liep het mis, want
toen hij in het bed keek was het leeg.
't Plan is toch niet zoo praktisch als
ik dacht, mompelde de geleerde, want nu
moet ik toch nog zoeken.
't Manneken uit de Maan,
4BE3SBSB8ES3B3EB3BaB£3BBBHHB
ONS WEKELIJKSCH RAADSEL
Oplossing vorige week:
TRAP RAP PART.
Nieuw raadsel:
Het eerste is een noot;
Het tweede is een boot,
Tot aan den rand gevuld;
Het derde vraagt geduld
Als men te voet moet gaan.
't Geheel doet dieven staan.
weer vasten grond onder de voeten had.
Het wreede moeten leidde haar wat
van haar droefheid af. Zuchtend stond zij
op en bracht haar bordje en kopje zelf
naar de keuken.
Juffrouw Lehmann zei eenige troostende
woorden en keek haar bewonderend na
toen zij de keuken weer verliet.
Wat een mooi meisje is juffrouw Annie
toch. Neen over haar maak ik mij geen
zorgen al heeft zij op het oogenblik ook
geen geld. Zij wordt met open armen voor
het tooneel aangenomen, als zij wil. Dat
zal ik haar bij gelegenheid eens zeggen.
Maar gemaifckelijk, neen, dat zal het arme
wurm het niet hebben.
Zoo sprak zij bij zichzelf en blies met
volle wangen in de grooten kop koffie,
dien zij met beide handen vasthield alsof
zij er zich aan wilde warmen.
Midden in haar wijsgeerige overpeinzin
gen, ging de bel aan de vordeur over. Zij
zette haar kopje neer en ging naar de
gang om open te doen.
Een krans werd afgegeven. Zij bracht
dien naar de sterfkamer.
Een groet van mevrouw Bornemann
van de tweede etage, juffrouw Annie, zij
deelt zeer in uw verlies. Het is een heel
mooie krans, die zeker twee gulden heeft
gekost, al zijn de bloemen op het oogen
blik goedkoop, zeide zij met waardeering,
terwijl zij den krans aan de voeten der
gestorvene neerlegde.
Ik dank er hartelijk voor, antwoord
de Annie, den eenvoudigen krans met
weemoedigen blik aanziende. Het was de
eerste, die op de baar harer moeder werd
gelegd.
Er zullen er nog wel meer komen,
juffrouw. Als één maar in het huis is
begonnen, dan blijven de anderen die in
dit huis wonen, niet achterwege. Dat weet
ik maar al te goed.
Annie knikte slechts zwijgend. Zij kende
niemand van de vele menschen die in het
zelfde huis woonden. Zij en haar moeder
hadden slechts een vriendelijken groet ge
wisseld als zij haar medebewoners op het
portaal ontmoetten. ZIJ vonden het heel
woToek >n ons ~VVJ'
ten "en *oe eene -oo^
iake pe\s verveerdigd *ordl.
On«keU' "lUve'b"e"'
4 s/ C D
recht o\ coWorrrug,
s va\\ nog sleed*
eest In den smaak»
?£jel niet dal binnen een
:k van A 00 km. hel hui*
andevoorde èénig '\s
oor z.V\n buitengewoner;
jïjsrraad, rechtstreeks le kon»
en Leningrad gekochi
Door iV\n ongeëvenaarde
akiieden waaronder verschei»
ene Nehonaai bekroonden
3» Om de bexorgheid
waarmede steeds ieder
kiem bediend wordt.
DE TARWEVOORTBRENGST
JEUGDIGE VILLA
PLUNDERAARS TE OOSTENDE
VIER KNAPEN VAN TIEN TOT
ZESTIEN JAAR OUD AANGEHOUDEN
Sedert eenigen tijd had men opgemerkt
dat jongens van 10 tot 16 jaar steeds rond
thans verlaten villa's slenterden op de
wijk «California» te Oostende.
De policle stelde een onderzoek in. Een
bezoek ter plaatse deed aan het licht ko
men dat alle kranen, buizen en spiegels
in al de bedoelde gebouwen verdwenen
waren.
Snel werd een scherpe toezichtsdienst
ingericht en weldra liepen vier jeugdige
rekels in de val. Zij behooren tot een ben
de inbrekers van 10 tot 16 jaar. Zij zullen
ter beschikking van den kinderrechter ge
steld worden. De regie der Domeinen, aan
wie deze villawijk toebehoort, zal waar
schijnlijk vervolgingen inspannen tegen
de ouders der Jeugdige schelmen. Het be
drag van den diefstal beloopt 10 tot 20
duizend frank per villa.
voor het besme
ren van boter
hammen.
Kost minder, is
zeer voedzaam,
bevat 60
ker.
COMMERCIEELE
APPELGELEI
in alle Kruidenierswinkels
iBBBaaBBBflaasBBBCsaBBaBaBaaa
dat aluminium voorwerpen kunnen
gereinigd worden in een bad van petro
leum of naphte of met een borstel in
«carbonate de soudegedoopt?
dat men geverniste meubelen grondig
reinigt met ze in te wrijven met een doek
gedoopt in een mengsel van olijfolie en
wit was? Dit mengsel vooraf laten sme
ten op het vuur.
dat men bij 't verwen de beste uit
slagen bekomt door twee lagen te leggen
met dunne verfeene in de breedte de
andre in de lengte?
vriendelijk en het trof haar, dat allen
hun deelneming betoonden. Want juf
frouw Lehmann had gelijk, de één na de
andere zond bloemen als teeken van deel
neming.
Juffrouw Lehmann ging heel nauw
keurig na of iemand achterwege bleef.
Weer werd er gebeld.
Annie sloeg er geen acht op. De geur
der bloemen in de kamer had haar wat
vermoeid gemaakt. Met ge ioten oogen
zat zij naast haar gestorven moeder toen
Juffrouw Lehmann weer binnen kwam.
Nu had zij geen bloemen in de hand,
maar een visitekaartje, dat zij Annie
overreikte.
Hemel, juffrouw Annie, daar is een
heel voorname mevrouw, die u wil spre
ken. Ik heb haar in den salon gelaten.
Haar naam staat op het kaartje.
Met deze omslachtige mededeeling ging
zij, blijkbaar zeer nieuwsgierig, voor Annie
staan.
Deze had nauwelijks een blik op het
kaartje geworpen of zij sprong op en riep
verheugd en verrast uit: «Tante Elisa
beth
Zonder acht te slaan op Juffrouw Leh
mann verliet zij haastig de kamer. Me
vrouw von Saszneck had intusschen zeer
aangedaan het eenvoudige, kleine kamer
tje rondgekeken, dat door juffrouw Leh
mann de salon werd genoemd.
Arme Bettina! zeide zij diep geschokt
bij zich zelf, toen zij bedacht hoe droevig
het lot was veranderd van de vroeger zoo
rijke en geziene vrouw van den senator.
De deur werd geopend en Annie Sund-
helm stond bleek en aangedaan voor haar.
Tante Elisabeth och, mag ik nog
tante Elisabeth zeggen, stamelde zij.
Zonder een woord te zeggen nam me
vrouw von Saszneck haar in de armen.
Hoe kan je het vragen, mijn arm,
Hef kind. Ik ben nu hier om de nalaten
schap van mijn arme Bettina te aanvaar
den. Je weet toch, Annie, dat ge nu mij
toebehoort, dat nu te Saszneck Je tehuis
is?
Beste Engelsche
PEPERMINT
voorkomt
Hoofdpijn
Neusverstopping
Kortademlng
Zenuwverzwakking
enz. enz.
Te verkrijgen
enkel in de
BESTE WINKELS
Vraagt
het doosje met het
haantje.
GEPENSIONNEERD MIJNWER
KER WINT EEN HALF MILJOEN
^EOisteSÊ'O
Een vijfde van het loterijbriefje, dat
het lot van 2.500.000 frank der laatste
trekking van de Koloniale Loterij wint, en
dat verkocht werd door een wisselagent
van Houden-Goeugnies, komt tce aan een
gepenslonneerd mijnwerker der streek, die
dus een half miljoen wint.
50.000 KINDEREN IN DE HOVEN
VAN PRESIDENT ROOSEVELT...
OM PAASCHEIEREN TE ZOEKEN
Maandag namiddag hebben 50.000 kin
deren de hovingen van president Roose
velt, te Washington, overrompeld.
Het is een oude gewoonte in het Witte
Huis met Paaschmaandag al de kinderen
van Washington uit te noodigen om harde
eieren, in het rood geverfd, die in het gras
en in het struikgewas verspreid lagen, op
te zoeken.
EEN LEKKERE SMAAK!
EEN FIJNE GEUR!
EN NIET DUUR!
Geen twijfel,
Vraagt bij uwen winkelier het Jubi
leum koffertje, gegarnierd met een
keuze van ailerfiijnste pralienen en
gegeven op 30 kaarten (1 kaart per
halve kgr. koffie). - Voor 't groot:
GER. TRUANT-DUCOURANT
Veurnestraat, 12-22, Poperinge.
Op algemeene aanvraag onzer
geachte kliënten en gezien den
grooten bijval zullen wij steeds
het Jubilé-Kofiertje pralinen voor
een onbepaalden tijd over 1937
toestaan.
HEBT GE OOIT EEN GOED WOORDJE
GEDAAN OM EEN EN ANDER KENNIS
AAN TE ZETTEN TOT HET ABONNEE-
REN OP DIT BLAD.
DANK EROM.
Annie keek haar met een onbeschrij
felijke uitdrukking aan.
Lieve, dierbare tante Elisabeth ik
och ik heb het niet gewaagd te ge
looven dat u dat werkelijk ernstig meende.
Ik dacht, dat u mijn lieve moeder daar
mede slechts gerust wilde stellen. Ik ben
er u zoo dankbaar voor geweest, dat u
haar door deze belofte het sterven hebt
verlicht.
Mevrouw von Saszneck streek teeder en
troostend over het goudglanzende haar.
Een belofte ja Annie een belofte
heb ik gedaan. En als je Elisabeth von
Saszneck beter zult hebben leeren kennen,
zal je weten, dat zij gewoon is haar De-
lofte te houden. En ik vertrek zonder Jou
niet meer naar Saszneck, Dadelijk na
ontvangst van ?e brief ben ik op reis ge
gaan. Maar kindlief, breng mij nu eerst
naar Je moeder, ik wil haar nog eens zien.
Zij sloeg haar arm om den schouder
van Annie en zoo naderden zij samen het
lijk van Bettina Sundheim.
Tranen stonden in de oogen van me
vrouw van Saszneck.
Daar ligt zij nu en rust uit van haar
leed! Mijne Bettina vele, vele jaren
geleden, ontmoette ik je voor het eerst
je had zware zwarte lange vlechten en
lachende oogen. En nu!
Aangedaan drukte zij haar voorhoofd
op de koude handen. Zoo bleef zij een
poosje. Daarna richtte zij zich op en legde
een mooien ruiker roode rozen op de ge
vouwen handen der gestorvene. Deze rozen
had zij voor Bettina meegebracht als
laatste groet.
Annie stond snikkende naast haar.
Mevrouw van Saszneck sloeg haar ar
men hartelijk om het meisje heen.
Ja, kind, de dood ls wreed en vraagt
niet of ons hart verscheurd wordt. Ik heb
in zorgvolle, wanhopige uren geleerd mij
voor hem te buigen. Maar het moet een
troost voor je zijn, dat Je je moeder tot
haar laatste oogenblik met liefde hebt
omringd. Heeft zij een moeilijken dood
strijd gehad?
ZULLEN WE IN 1938
GEBREK AAN TARWE HEBBEN?
Tot heden toe leefden we in de «vette
jaren» van de tarwevoortbrengst. De over
vloed was inderdaad zoo geweldig, dat men
hem in de schuren moest laten rotten. Het
schijnt nu evenwel dat deze tijd voorbij
is en we voor de magere jarenstaan.
De vooruitzichten laten immers vermoe
den, dat in 1938 er over de gansche we
reld een gebrek aan tarwe zich zal laten
voelen. De voorraad van vóór zes jaren
is opgebruikt en we moeten thans afwach
ten wat de komende oogst ons brengen
zal.
Het feit dat Duitschland en Italië op
alle markten de tarwe willen opkoopen,
is natuurlijk niet vreemd aan deze toe
stand. De Argentijnsche regeering is zelfs
moeten tusschen beide komen om den uit
voer van tarwe verder te beletten, om
een tekort op de binnenlandsche markt te
voorkomen.
In Australië heeft de oogst weinig op
geleverd. Duitschland en Italië, die voor
hun eigen land gingen zorgen, moesten
elders gaan opkoopen. Wat de Zwarte
Aarde van Ukranië zal opbrengen, blijft
een vraagteeken.
We kunnen niet anders dan leven op de
hoop van goeden oogst, maar... dan zou
den de boeren wat minder moeten te kla
gen hebben van het slechte weder.
Zoo luidt een bericht uit Londen.
9E&XHBBBBBBBBBBKBËI9BBBB3IBSBB
ANKF.R'Naaimachienen
aan de spits van den vooruitgang. Wonder
zig-zag ANKER, naait alles! Geen beter
naaimachien dan ANKER... Wel duurder.
Vr. inlichting bij Vertegenwoordiger uwer
streek: Van Sevenant, Diksmuide; Amery,
WoumenWe A. Vervaecke, Waregem
Lannoo, KoekelareVerdoene, leper. Of
voor 't groot: M. J. Verhaeghe, Steendam.
Gent. - Overal voortverkoopers gevraagd.
«BBBBBBBBBBBBBBBBIBBBBBBBBBB
Waarom lijden aan I
HOOFDPIJN
MIGRAINE
TANDPIJN
GRIEP
RHEUMATIEK
ZENUWKOORTS
PIJN DER
I MAANDSTONDEN
|a!s de Wonderbare Bruine Poeder» van]
der Apotheek DE POORTERE
Sint-Niklaas-
U oogenblikkelLjk «onder schade lij'.» gevolgen
ven deze pijnen zullen herrijzen*
_D» doov. 6 potdert 4 /r.
De driedubbele doe»
25 poeder10. (fü fr
Te verkrijgen in alle I
goede Apotheken of|
vrachtvrij tegen
postmatidaat.
Gebruikt ze eens, U 1
zult nooit geen an-|
dere meer gebruiken!
PAX
4 Z Belok. Paschen. H. Isid. V. Sevilla
Evangelie: De ontelooviihtii tan Thomas.
5 M O.L.V. Boodschap. H.Vinc, Ferreriu#
6 D E Ceelestinus
7 W H. Albertus, kluizenaar
8 D H. Walterius
9 V H. Waldetrudis
10 Z H. Macarius
ZONDAG 4 APRIL
Beloken Paschen, hoogdubbel, 1* klaf.
- Wit. - «Quasimodo». - 2« Gebed van den
H. Isidorius.
De Kerk spreekt ons heden vooral over
de deugd van geloof, zoo noodzakelijk
voor ons godsdienstig leven. In het Epis
tel leert de H. Joannes ons: «Welbemin
den, al wat uit God geboren is, overwint
de wereld, en dit is de zege die de we
reld overwint: ons Geloof. Wie is het
die de wereld overwint, tenzij degene die
gelooft dat Jezus de Zoon Gods is?
Dit geloof wordt versterkt door het
Evangelie waarin twee verschijningen van
Jezus verhaald worden, een op Zondag
avond, toen de apostelen bijeen waren in
de zaai van het Laatste Avondmaal, en
acht dagen later, aan dezelfde apostelen
en aan Thomas. Vooral voor de laatste
verschijning heeft de Kerk bijzondere
aandacht; want door Thomas' ongeloo-
vigheid te overwinnen, gaf Christus aan
al de menschen een van de meest door
slaande bewijzen van zijn Verrijzenis en
dus van zijn zoonschap Gods.
Dit geloof zal ons, in het uur van da
bekoring en de beproeving, herinneren
aan Gods opperste rechten, aan de ge
hoorzaamheid van zijn schepselen, aan
de onuitsprekelijke smarten waardoor Je
zus voor onze zonden heeft geboet, aan
de noodzakelijkheid van het gebed, aan
de eeuwigheid der pijnen waarmede God
den verstoken zondaar straft, aan de ein-
delooze vreugden waarmede hij zoo heer
lijk een getrouwheid van enkele jaren
beloont. Aan al die waarheden herinnert
ons het geloof; en hoe geducht 's vijand»
pijlen ook wezen, hoe hevig ook zijn in
blazingen, hoe aanhoudend de strijd, do
vurig geloovende ziel vindt in haar geloof
den stevigsten steun van haar weerstand*
het grondbeginsel van haar standvastig
heid in het goede, het ware geheim dep
overwinning.
Zalig de ziel deze woorden komctl
van God zelf zalig de ziel die alzoo
de verzoeking weerstaat zonder er zich
aan blootgesteld te hebben... het oog
gevestigd op de goddelijke beloften; ze
zal reeds hier beneden zegepralen; en
later zal ze den prijs van haar edelmoe
digheid en van haar getrouwheid ontvan
gen. (Jacobus, 1, 12.)
Want Christus, zoo verzekert ons dé
H. Paulus, verlaat in den strijd zijn vol
gelingen niet, daar Hij een barmhartig®
hoogepriester is die beproefd is geworden'
en derhalve weet wat de beproeving is
en ons kan ter hulp komen in den strijd.
(Hebr. 2, 18, 5, 2.) Dat doet hij door zijn
genade, door zijn smeeking. Alsdan doet
Hij opnieuw voor ons de vraag die Hij
zijn hemelschen Vader toestuurde toen
Hij den laatsten aanval der hel ging on
derstaan en zegevierend afslaan: «Va
der, ik vraag niet dat Ge hen wegneemï
uit de wereld, maar dat Ge hen bewaart
voor het kwaad.(Joh. 17, 15.)
En omdat wij gelooven in zijn fcooti
Jezus, omdat we ons van Hem niet wil
len verwijderenomdat we, ons zelf mis
trouwend, in Hem alleen, door het gebedy
onze hoop stellen, omdat Hij in zijn Zoon
ons ziet en bemint, daarom zal de Vader
ons voor 't kwaad bewaren. Hij zal zijn!
goede engelen zenden die ons onzicht
baar zullen naderen om ons te dienen
H. VINCENTIUS FERRERIUS, Belijje*
(Woensdag 7 April.)
De H. Vincentius, in 1373 in Spanje ge
boren. trad op achttienjarigen leeftijd fit
de orde van den H. Dominicus. Hij reisde
door gansch Europa en spoorde de zon
daars aan zich voor te bereiden op dert
dood, «want de Menschenzoon komt op
een onvoorzien uur». (Evangelie). Hij
werd de Engel van het Laatste Oordeel
genoemd en steeds herhaalde hij de woor
den Staat op, dooden. en komt ten oor
deel. Hij bevestigde zijn woorden doo?
menigvuldige wonderen. (Epistel.) Met
duizenden telde men de bekeeringen. Vel#
ongeloovigen en Joden namen het christe
lijk geloof aan. Zeer dikwijls kwam hef
voor. dat ieder der toehoorders zijn eigeni
moedertaal vernam, ofschoon de predi
kant steeds Spaansch sprak.Hij mocht,
tot zijn groote vreugde, het einde beleven
,'an de Scheuring van het Westen (1417)
en overleed twee jaar later. Paus Calix-
tus III verklaarde hem heilig in 1455.
4flBlBflBBB9EZBBHBSBBflflflBBBBBBflf
FEN LTFTKOOI NFFRGESTORT
IN EEN ZUID-AcRIKAANSCHE
MIJN
Een Europeaan en 34 inlanders gedood.
Te Durban is een liftkooi in een_ mijn
neergestort. Een Europeaan en 34 inlan
ders zouden bij het ongeluk zijn gedood.
Neen, goddank is zij stil en rustig
ingeslapen, 's Avonds heeft zij mij
nog van u van uw gemeenschappelijken
schooltijd verteld. En zij heeft mij gezegd,
dat zij heel blij zou zijn als zij zoover
herstelde dat zij naar Saszneck zou kun
nen reizen. Sedert wij in Wiesbaden wa
ren, sprak zij er altijd over. Daarna wilde
zij beproeven te slapen. In den laatsten
tijd had zij veel hinder van hartkloppin
gen en kortademigheid en kon daardoor
weinig slapen. Maar dezen keer sliep zij
gauwer in dan gewoonlijk-, Ik zat nog
meer dan een uur bij haar en was zoo blij
dat hij rustig sliep. Daarna stond ik op en
wilde ook gaan rusten. Maar plotselings
werd «ij wakker en had weer een be
nauwdheid. Ik richtte haar op en gaf
haar haar droppels in. Toen werd zij
rustiger en glimlachte mij toe. Ik sliep
zoo heerljik mijn lieve Annie, nu ga^ik
weer slapen, ik hoop erg lang,zeide 'zij
en gaf mij een kus. Ik durfde mij niet
te verroeren, uit vrees haar te storen. Op
eens ging er een schok door haar lichaam
en strekte zij zich lang uit. Maar ik ver
moedde niet wat toen gebeurd was, ik
voelde slechts dat zij heel stijf en zwaar
in mijn armen rustte. Ik keek haar in
het gelaat en wist, dat ik mijn lieve,
trouwe moeder had verloren.
Weer stroomden de tranen over het ge
laat van Annie. Mevrouw von Saszneck
streelde haar hoofdje.
Haar strijd is nu voorbij, mijn kindje
wij willen haar vrede niet storen.
Langzaam verlieten zij het vertrek. An
nie bracht mevrouw von Saszneck in de
huiskamer.
Mag ik u wat geven, tante Elisabeth?
vroeg Annie, zich met moeite tot kalmte
dwingend.
Ook mevrouw von Saszneck gaf zich
moeite zich te beheerschen.
Neen, dank je, lieve kind, ik heb ln
het hotel alles genomen wat ik noodig
heb. Als je het goed vindt, zullen wij nu
overleggen wat er al zoo moet gebeuren.
Is alles reeds geregeld voor de begrafenis?
Ja, tante Elisabeth, onze hulp ln de
F. BLANCKAERT-VERLEENE
(Meesterkleermaker)
Gasthuis»traat, 41, Poperinge,
Eerste keus Kostumen, Overjassen,
Fantazijbroeken. Speciale zwarte
stoffen voor ceremonie. Eenige
verkooper der «BELGICA»-Regen-
mantels. Lederartikelen en spe
cialiteit van Lodens, gewaarborgde
herkomst van Alsace en Tyrol.
UNIFORMEN.
huishouding is een flinke, praktische
vrouw, Zij heeft mij dadelijk in alles raad
gegeven.
Zoo, dan zullen wij aan haar ook wel
het opbreken van Je kleine huishouden
kunnen overlaten. Ik zou liever niet lan
ger dan noodig is van Saszneck wegblijven
en wil je in elk geval dadelijk meenemen.
Wat je wilt meenemen geven wij de vrouw
aan, zij kan dan alles nazenden. Dat wat
je van kleeren noodig hebt, nemen wij
dadelijk mee. Ik heb mijn kamenier mee
gebracht, die kan je helpen. En als je nu
wat te doen hebt, dat je afleiding geeft
in Je smart, dan is dat heel goed.
Annie had het gevoel alsof haar wan
kelende levensboot weer in een kalme
haven was binnengeloopen. Zonder een
woord te zeggen drukte zij een-kus op de
hand van mevrouw von Saszneck, die
haar toelachte.
Zoo kindje, roep nu juffrouw Leh
mann, ik wil dadelijk zelf met haar
spreken.
Deze werd dadelijk geroepen en het
gesprek tusschen haar en mevrouw von
Saszneck was heel eigenaardig. Maar juf
frouw Lehmann was werkelijk een bij
zonder flinke vrouw. Zij begreep dadelijk
wat er van haar werd verlangd.
Den volgenden dag kwam zij reeds met
het bericht, dat mevrouw Bornemann, die
op de tweede étage woonde, het geheele
meubilair voor haar dochter wilde koopen,
als het niet te duur was. Op die manier
werd alles vlugger geregeld dan men had
gedacht. Zondag werd Bettina Sundheim
begraven en Maandag vroeg gingen me
vrouw von Saszneck en Annie reeds op
reis.
VERBODEN NADRUK, ('t Vervolgt).
«o»
te verkrijgen bij on» Verkoopere.