NIEUWJAARNUMMER
I
DE BLIK TERUG
li
Nïeuwjaarvertelllhg
ZALIG NIEUWJAAR 1938
1ALIG NIEUWJAAR
Laatste en Eerste Kalenderdag
Onze Almanak 1938
DRIE KONINGEN
KATHOLIEK WEEKBLAD VAN IEPER
12 BLADZIJDEN. 50 CENTIEM.
$ét meest verspreide
eekblad der streek.
nummer verschijnt
Dit
heden op 12 bladzijden
INTERNATIONAAL OVERZICHT
geven wij aanstaande week mede.
AAN ONZE LEZERS
ZONDAG 2 JANUART1938.
tiniiiiitaMuitiiHgiiuiiiiiiiiiiiiWLiiuiiiiiitrrMmT^^M—r;
«DE HALtE»
Katholiek '.Veekb'ad
Bureel
Boterstraat, 171 lElER*
ABONNElWVrS'WS
VOOR 1 JAA vP«r P°»0
Binnenland ?S.fr.
Belgisch Konro' 45-fr.
Frankrijk *5.fr.
Alle andere landen f5.— fr.
JAAR. Nr 1.
TARIEF VOOR BERICHTENi
Heden er ktn tim verintv
kun artikelt
k vooe
t
Kleine berichten per regel 1.—fr.
fr. toe!, v. ber. m. adr. t. bur.
Kleine berichte, (minimum) 4.— fr.
Rouwber. en Bedank, (min.) S.fr.
Te herhalen aankondigingen:
prijs op aanvraag.
Annoncen rijn vooraf te betalen en
moeten tegen den WoensdaR avond
ingezonden worden Kleine be
richten tegen den Donderdag noen
SniüitniiiiiiiRiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiii
Drukker-Uitgeveri
SANSEN-VANNESTE, Poperinge
Tel. Poperinge Nr 9
Postcheckrekening Nr 155.70
Tc Vaar dit Jaar in vliogmachien,
Om van leper tot de Zee,
't Winterlandschap eens te zien,
In den stillen Nieuwjaarsvreê!
En terwijl ik zachte zweef,
Boven het West-Vlaamsche land,
Dank ik God, dat ik nog leef,
En 'k reik U mijn vriendenhand!
'k Giet nu ovet Vlaanderland,
Onzen Hoorn, die steeds bevat,
Zilver, Goud en Diamant,
Nieuwjaarwenschen van ons blad!
iWeest gezond en blij van zin!
Tegenspoed zij U gespaard!
(Werkt in stil geluk en min!
I Blijft steeds Kristen-Vlaamsch van aard
Hup!... Vangt nu mijn strooibiljet!...
Leest met aandacht!... Heel dit jaar,
I Eiken Zondag staan we klaar,
Met 'n schoone Volksgazet!
Nieuws uit Steê en Dorp en Land,
Over Missie, Sport en Dood!
Over Oorlog, Storm en Brand!
Over Vlaanderen, Vrij en Groot!
Nieuwjaar 1938. Geo.
||BB9E8B£BBBBil9BBB3BBBBI3Bfl8BiZS3
God schenkt ons een nieuw jaar. De
mensehen hebben het een nummer gege-
van, nummer 1938, een cijfer, dat mis
schien niet eens juist is, maar wat doet
dat? Het is slechts bijzaak!
Hoofdzaak is, waar dit nieuwe jaar ons
naartoe leidt.
Naar een groot examen, naar een lang
verlof, een prettig feestje, 'n verjaardag,
een reis
Laat ons hopen, dat het neg veel en
meer dost dan dat. Want al die dingen
maken ons leven tenslotte niet uit! De
tijd wordt ons geschonken om dichter bij
God te komen. Voor God leven wij hier
op aarde en niet voor het wereldje, dat
ons omringt. Wie denkt, dat hij hier voor
voetbalplezier of velokcerssn, voor eten of
drinken aanwezig is, begaat dezelfde fout
als iemand, die een koning op een speel
kaart voor een echten koning zou houden
Dom hé? Ja, maar het andere is waarlijk
nist minder dom! Hoe eerder we dat in
zien, hos veel gemakkelijker het ons zal
vallen den weg naar God in te slaan. Wie
dat wil doen met ongetrainde beenen en
stijve knieën, kan er zeker nog wei ko
men, maar hij heeft 't voor zichzelf moei
lijk gemaakt!
Het jaar 1938 'n mijlpaal langs den weg
naar God, 'n mijlpaal dichter bij Hem.
Er kan voor ons veel gebeuren dit jaar:
een vriend, gezondheid, vreugde, dit eens
zal noch mag ons voorhallen:-het verge
ten van net doel onzer reis. Dat moet blij
ven bekoren, gelijk het goalnet voor den
voetbalspelen En niet eerder zal er rust
zijn, totdat onzs ziel rust vindt in Chris
tus, gelijk een kunstig-afgewerkte sleutel
in een slot.
Daareven zeggen we: hoe rapper je dit
begrijpt, des te duidelijker zal je den weg
naar God voor je zien. En dat is ook zoo,
want den man kunnen we kennen in het
kind! Immers de man werpt zijn schaduw
in het kind vooruit; zoo ziet men den toe-
komstigen ingenieur met een mecanodoos
bezig en den lateren journalist met boe
ken en bladen. Waar nu God ds hoogste
roeping is, die wij te vervullen hebben is
het toch heel duidelijk, dat wij toonen
deze roeping te willen volgen van onze
jeugd af aan!
Toonen wij cok dit jaar 1938, dat, van
kindsbeen af, wij alle enzs roeping begrij
pen. Zeker, er is veel goeds en veel gezel
ligs op aarde, maar God moet de hoofd
zaak blijven. Al dat andere zijn maar
vreemde goden, die van Hem weg leiden.
En juist het meeste verdriet in het leven
van 'n mensch stijgt op uit oneerlijk han
delen tegenover Gods geboden, uit het
voortrekken van de zichtbare dingen bo
ven de onzichtbare, eeuwige: wie God
verlaat, heeft verdriet op verdriet te
vreezen
Blijven wij op weg naar Hem, heel 1938
door.
Zalig Nieuwjaar aan ieder!
Onze tijdrekening wil het zoo dat de
knngioop van dagen giorgen terug een
aanvang neemt.
Reeao een voile maanci is het een onge
nadige wedijver tusschén alle handelaars
om aan hun geachte kltnteel de schoonste
kinder.n binnen. Dooan en pakken gol
den. ïeo^r houder van zijo n dagwijzer krijgt
z'n gade en zoo ziet hij heel 't jaar door,
Wc.dcht ender 't schaksche oog van een
gezonde freule of 't ingetogen tafereel van
Millet's welbekende Angelus, de vette gou
den letters van het tciclbetaamde huis
dat hem desnoods aaij vroege piantaard-
appeien zal helpen, ot verlossen van d.e
zoo gevreesde en vervilende rheumatiek-
aanooeningen.
En zoo z.en we die oeie almanak voor
alies dienen. Hij geeft de datum aan, en
daargelaten dat ie u stekende reklaam
moet maken, is hij eer onmisbaar sieraad
geworden in een weg opgezette keuken
van ieder nette huisvnuw.
aan iedre dag, en
lagen. In zn stom
,'aaraan hij hangt,
De almanak is trous
hij vergaat met hem.
ieder van z n blaadjjB is een wijzerpaal
langs 03 weg van onze
held ais van de mum-
is hij nog veelzeggen^. Alle dagen zegt
iets...
Den ouden rentenierlwiens dagelijksche
bezigheid net is z'n uurwerk op te winden
en zn almanak te pellen beeft hij van
daag gezegd dat het morgen nieuwjaar is.
Weeral denkt de ou le, verbaasd, dat de
drie honderd vijf r zestig dagen zijn
omgewenteld. En lij voelt dat de aan
komende dag van h t jonge jaar vreemd
afsteekt bij de strar heid van z'n lenden.
Herinneringen aan vroeger komen in hem
op en hij gaat in 't ieurgat z'n pijpe roo-
ken. Het is zoet weer; vroeger waren dat
altijd andersche wintefc... H«t oude jaar
werd begraven in de wjrme keuken onder
'tjhoevevolk; er was pajmekockengeur, ta-
bikswam en luim. Op tp fel stDnd de jene-
vlrflesch en buiten lag de sneeuw.
Maar de almanak hleft het aan ieder-
tlri gezegd. De schepe|en gaan hun bur
gmeester
kapelaans
llandscho:
Beleefde wenschen en 't bedrag van z'n
eereloon. De smid en jls timmerman ook.
De laatste dag zakt fceg de menschen
vit ren oudejaarsavond. Maar de manier
gaat stilaan vorafldeaen. Er is misschien
nog wel de drukkends wafelgeur en het
geestig gescherts in een eenvoudige huis
kring maar de jongeren met mosde
schouders van nooit voldaan verlangen
gaan zooveel schoons wegdrummen. Xe
simpel voor hen!
Er is de kinema en er komt het reveil-
lon. Met kinema kan men nusscnien goei-
koop gaan zien reveilloneeren.
Dansend m h:t nieuwe jaar te gaan, hoe
ieuk, maar 't onwaarscnijnlijk wel om
sciioon te zijn.
Aan 't tucuwe jaar 't gemaskerde ge-
zient te toonen, hoe ieeiijk in z n werke-
lijkneid. Het hortende ore-st schrijdt 011-
otzonnen t nieuwe jaar in en aan zn wei
felend rythme genoorzaamt slaats de ge
dweeë oansmas^a. Voor naar wordt net
morgen laat dag. Maar iaat gaan dat gaat
't is nieuwjaar!
En vandaag werkelijk ja, het weder zij
lijk 't wil. net is een itondagstemming
overal.
Er heerscht een ongewone drukte. De
deuren der treinen slaan epen; moeders
trekken en vaders auw-n ganscne slierten
en ae degelijkste aimanakken aan te bie-
ven mee. 't Is werkelijk nieuwjaar in
Vlaanderen. Langs ae wegen schuiven de
beladen fietsen, naar Metjestoe. De
kleinen klampen z.ch vast, de ouderen
peddel: n ook al mee. Men gaat z'n buren
neil en voorspoed wenschen. De oude ren
tenier doet zn gewone cafetjes en verza
melt sigaren voor een maand ver. Hij voelt
zich rijk als Crcesus.
't Is nieuwjaar in de kleine stad.
't Is ook nieuwjaar in de heele wereld!
Ons gazet van alle dagen, die 't n.euwe
jaar moet brengen... dag aan dag, wat nu?
Morgen is een tijd die ons ailen doet
terug zien. Ook hen die verleden nacht
hebben gedanst. We hebben in onze wen
schen voor iedereen al de oprechtheid van
ons hart gestoken. Zult gij ons dit jaar
kunnen zeggen dat zij die de teugels van
het wereldgebeuren mennen, dit cok zoo
hebben gedaan. Zoo vol somberheid is
ieder kalenderblad gevallen, met de ge
tuigenis van wrange liefdeloosheid. En nu
het toch eens terug lente wordt, dat wij
de jeugd zijn, en alles een eeuwig herbe
ginnen lijkt blijven we onze hoop on
verstoorbaar trouw en onze eerlijkheid
in onze innigste wensch van zaligheid en
zegen aan ailen. VAN HOPLAND.
uiiiiuHiiHiMiuniuiHiniiaiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii
iliill!m!il!l!lll!ll!l!ll!!l»HI!llUI;!t!l!lllllHIIIII!l!ir
iffiniiiHimnmiitiiiiimiimiftiiiiiniiiiiiniiüiiiiitiiiiiti
«iiiiüiimiiiiiiiiiimiiiiüiiiitiinaiiitiiiiiiiuniiiuiitiiiitiiitmiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiinii
Wanneer het oude jaar ten einde
neigt, maken de handelaars en de
industrieelen hunne inventaris en
hunne balans op. In de familiekring
overschouwt men de gebeurtenissen,
die vreugde en leed brachten. De en
kelingen worden voor hun geweten
gesteld en gaan na hoe ze zich tegen
over God en den evenmensch gedra
gen hebben.
Het nieuwe jaar brenqt nieuwe ver
wachtingen, hernieuwde beloften.
Ook voor de schrijver van een In
ternationaal Overzichtpast het bij
den overgang van het oude naar het
nieuwe, de gebeurtenissen en de al-
gemeene stroomingen na te gaan uit
het verloopen jaar, en er de gevol
gen uit te trekken voor het komende
jaar.
1937 Is een beslissend jaar geweest
in de geschiedenis van de mensch-
heid; we durven bijna zeggen, dat het
een keerpunt vormt. Dat keerpunt
vinden we in de stijgende en afne
mende invloed van het communisme
in het algemeen, in de stijging van
de tuchtloosheid en het hernemen
van de orde in bijna ieder land af
zonderlijk. Het is ook een jaar waar
in zekere landen een beslissende
machtspositie hebben verworven ter
wijl andere hun machtspositie heb
ben zien verzwakken.
Deze kentering is tenslotte het ge
volg van een intense, diplomatieke
bedrijvigheid en van een paar zeer
bloedige oorlogen.
DE TELEURGANG VAN HET
COMMUNISME
We bedoelen nu geenszins dat het
communisme afgedaan heeft, dat er
met deze verderfelijke levensbeschou
wing geen rekening meer zal dienen
gehouden te worden. Wel integendeel.
Maar zoo dicht als in het verloopen
jaar zal de wereld nooit meer bij de
algeheele bolsjeviseerivg staan.
Eerst en vooral werd in Svanje, door
de troepen van Generaal Franco, een
definitieve overwinning behaald op
de roode regeering. In het omgekeer
ds geval zou Spanje reeds thans een
Sovjet-Republiek geworden ziin. En
zulks zou een geweldige weerslag ge
vonden hebben over de geheéle we
reld. De agitatie die het communisme
alleen rond die oorlog in alle demo
cratische landen heeft uitgelokt, de
vernuftige propaganda zoo grootsch
en zoo degelijk, zooals die nog nooit
gekend is geweest, overal verspreid,
kon veel belangrijkereuitslagen ge
boekt hebben, dan dit nu het geval
is geweest. Alleen was hiertoe noodig
geweest dat ze onderstreept ware ge
weest met klinkende overwinningen
van de roode regeering. Een oude
spreuk zegt, dat degene die het wint
altijd gelijk heeft. Welnu, ook hier
schijnt dat het geval te zijn geweest.
De groote massa van de menschen
ziet in de overwinning van de troe
pen van Franco, ook al wordt be
weerd dat het Duitsche en Italiaan-
sche soldaten waren die ze bewerk
ten, een teeken dat ten gunste van
Franco spreekt.
IN FRANKRIJK EN ELDERS
In Frankrijk zagen we de commu
nisten voledig baas spelen. De regee
ring Blum voldeed aan al hun eischen
en verlangens. Alleen de overwinning
van de roode Spaansche regeerir.g
was er nog noodig opdat ze hun de
finitieve slag zouden slaan. Het te
genovergestelde verloop van de vijan
delijkheden in Spanje verminderde
hun prestige en bracht een regeering
Chautemps aan het bewind, die al
eens tegen de communisten in durfde
optreden en regeeren.
En zooals het in Frankrijk is ge
gaan, zoo hebben de communisten
ook in al de andere democratische
landen een groot deel van hun pres
tige ingeboet, vooral in de Oost-Euro-
pessche Staten en de Zuid-Ameri-
kaansche republieken. In Brazilië,
toaar ze een grootsche actie van on
derlinge ophitsing der Staten hadden
op touw gezet, werd hun macht ge
broken door de inrichting van een
autoritaire corporatieve Staat.
Ook bij ons schijnt hun invloed
verminderd te zijn. Hieraan is zeker
de solidaire actie van verschillende
politieke partijen en kuituurvereenl-
ginqen niet vreemd.
Het blijkt tenslotte wel dat het
communisme ook daar, waar het ver
wezenlijkt werd, onhoudbaar is. Alleen
dank zij een geweldige bloedterreur
van Stalin wordt het bolsjevisme in
stand gehouden, dat niet anders meer
is dan een autoritaire Staatsorgani
satie, waarin de enkeling alle vrij
heid verloren heeft en als een rad in
een reusachtig raderwerk dwangma
tig medraait. Geen recht op gods
dienst. op privaatbezit, enz.' Dat kan
niet blijven duren.
DE MACHTSVERHOUDINGEN
IN WEST-EUROPA
Wat reeds sedert een paar jaar dui
delijk aan het worden was, is in den
loop van het vorig jaar herhaaldelijk
bewezen geworden, namelijk, dat
Frankrijk zijn hegemonie op het vas
teland verloren heeft ten voordeele
van de spil Rome-Berlijn. Ook Enge
land is hiervan bewust en tracht een
zeker evenwicht te handhaven door
Frankrijk te steunen waar het kan,
doch ook door het Fransche stand
punt te doen wijzigen, daar waar het
onver eenigbaar blijkt met zekere
Duitsche belangen. De koloniale kwes
tie is voor goed gesteld en zal niet
meer uit de diplomatieke atmosfeer
te verwijderen zijn. Het zou ons zeer
verwonderen moest er niet reeds vol
gend jaar een zekere oplossing voor
gesteld worden.
Ten overstaan van de Pan-Aziati-
sche politiek van Japan, die welis
waar in de eerste plaats tegen het
communistische Rusland gericht is
maar in de tweede plaats ook tegen
de Amerikanen en de Europeanen, ook
ten overstaan van de afzijdigheid van
Amerika dringt zich sterker dan ooit
de solidariteit van de Europeesche
Staten op en vooral van de vier groo
te West-Europeesche Staten: Enge
land, Duitschland, Frankrijk en Italië.
Ook hierin, jneenen we, zal 1938 mer-
keVike verbetering brengen.
Eindelijk wijzen we nog op de el
lendige verzwakking van de Volken
bond en op de poging van alle kleine
Staten, inzonder Belgie, om een zelf
standige politiek te voeren, los van de
groote mogendheden.
Verboden nadruk.) ROSKAM.
IIBSaBBiSBBBHBBBBBaiBSaSSSBESBSBüBElBSZBBBBSBBBBBBBBBSBBZBI
iiimr
IIIIIIUIIIIIUIIIÜIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIi::: ;!lllllllHllHlllllll!llllUlimilHllllllllllllllllllllinilllinillUlllillllllllllllllll!iiiiiiiniinniiii;ninmmngmmn
Buiten was 't koud en vroeg donker. De
wind schoor door de gesprietelde takken
van de appelaars in de lochting en ram
melde aan de vensterluiken. Gezellig en
warm was 't toch binnen huize, beter dan
de vier laatste keeren, dat 't oorlogsgeweld
woedde lijk een kwaad beest.
De onrust was er nu toch uit!
Vóór een paar maanden, och Heere, za
ten ze hi hun keider; die twee eigenste
oudjes, die nu vóór hun stoofken zitten,
't kromgegroeid ventje, met zijn baard-
branderken tusschen de uicgeorokk-elde
tanden, en 't wijveken, dat bedrijvig de
breinaalden duikerken-piep doet spelen.
En 't ging er toen van Zsst... Boem!
Ze beef oen toen lijk blaarkens in den
wind, dachten hun laats-e uur geslagen.
De grend schokte bij eiken granaat, die
een put sloeg in hun lochting en de rui
ten in brijzsis uit de vensters kletste. Ge
meend verwekten ze een akte van berouw,
cn min of meer gerustgesteld in Gods wij
ze schikking, zei 't ventje: «Rozeken,
nu kan ons Heere ons komen halen!
«Nee! schuddebolde 't wijveken; nee,
Tien! £00 niet spreken, hoor! 't Gaat nu
toch op 'n einde met dien oorlog, en we
kunnen nog schoone dagen beleven! Ik
zou geren nog 'nen pacht bijteekenen,
hoor! Al gelijk het God belieft!
meende Tien en nij knikte op z.jn vrouw
ken...
't Bombardement was beter afgeloopen
dan z.j gedacht hadden. Den tweeden
nacht rolden de Duitschers hun matten cp,
en met den vroegen morgen was 't doip
zoo rumoerig als op een kermisavond. On
ze troepen, onze jongens waren daar: de
verbannen helden, de IJzsr-mannen! Ze
ware aaar na één en vijftig maanden leed
en lijden, gedragen manmoedig, met een
onverschrokken herte en een staien wil.
Ze zagen er buitengewoon goed uit.
De oude T.en was van de straat niet
weg te krijgen. Hij stond er Ljk cp ge
plant, en iiij ivJüe nog Ukscn st-.an, .-ent
lijk in zijn soldatentijd, en fier aanslaan
voor die soldaten... b»j wie zijn zoca was
geweest.
Arme jongen! Arme, arme jongen!
Rozeken stond Tien af te loeren, en ze
m:rkte, hoe hij van tijd tot tijd met de
b:venae hand over zijn wezen wreef. Hij
weende... ja, dat oud soldatenherc weende!
Negen kinaeren hadden zs greoige-
kweekt, jongens lijk bocmen, en aociiiers,
waar n.et mee te spelen cf te Jokken v.el.
Krap was 't dikwijls geweest, toen ze alien
kiein waren, altijd hongerig en gereed om
te versiinden. Lastige jaren kenden de
twee oudjes, en dikwijls zaten z: halve
nachten te werken, de man nevens de
vrouw.
En Goddank! alles raakten ze te boven,
en 't grootgroeien van hun kroost gaf d n
doorslag naar de verbeter mg en weivaart,
aie ze verdienden.
Ze hadden Gods zegen gevraagd over
hun werk m:t een diep-gevoeiig hefte, en
nun vast betrouwende Ziel had nooit ge
twijfeld aan Gcds Voorzienigheid! En God
had hen gezegend!...
Eén voor één waren de kinderen uit den
huize gegaan om zelf tenen heerd te
stichten, en zij, zij bleven op hun koehou-
dersplekje met hun laatsten zoon, hun
Jan, een jongen goed als brood.
Jan was opgetrokken met de twee laat
ste klassen, die 't land had opgeroepen.
En sedertdien hadden ze van Jan geen
mare, geen teeken van leven ontvangen!
Dien eersten nieuws jaarsdag, toen vrij
heid als een ongekend dmg was geworden,
zat Tien 's morgens vroeg in de kerk, ge
lijk gewoonte; maar na de Mis bracht hij
geen nieuwjaarskoeken mee.
'n Zalig en gelukkig jaar, man!
wenschte Rozeken...
Hij glimlachte, tn zelf wenschte hij
niets.
Zijn vrouwken moest zich opgeruimd en
moedig toonen, en zijn schamel hertje
weende.
Die dag, waarop vroeger al de uitgezeil-
da schippers met hun schipperinnen en
hun reesem kleintjes peetje tn meetje be
zochten, dat 't huizsken veel te klein was
voor al dat volk, ging nu eendelijk traag
en treurig voorbij, zwaar en zwart van
rouw gelijk een doadenwagen!
Ze mochten niet komen; 't dorp lag af
gesloten!
Wat hhadden Rozeken en Tientje ditn
avond lange, lange daar gezeten, bij hun
stoofken, zonder spreken en zonder naar
elkaar te durven opzien!
Wat lag er niet besloten, weigerlijk ach
tergehouden, in hun herte, dat naar een
uitweg zocht-en niet vond?...
En zoo was 't geweest, twee, drie, vier
keeren! Vier kseren, dat Tientje geen
nieuwjaarskoeken kocht, en niemand het
nieuwjaar wenschte, zelfs zijn doodbraaf
w-jvek-en niet!
't Hieip niet, dat Rozeken z:i: Tien,
't is nu, nu juist, mser dan vroeger dat we
moeten wenschen! We weten wel, dat het
in ons handen niet ligt, maar e;n hertelij-
ke wensch doet toch deugd!
't Baat allemaal niets! 't Is zooveel
gekort als water dragen in een mande!
meende Tientje koppig-stijf.
Tientje dacht op Jan, op de keppe van
't hu.s. Weggaan en wegblijven, zonder
taal of teeken! Dag en nacht kwelde het
h:m! Hij werd ziek en zuchtig, verouder
de met uen dag, als leefde hij tegen zijn
goesting:. Rozeken paste hem op als een
klein kind, en tegen ieders g.dacht in
spartelde Tientje den ooriog door!
Toen de pastoor na de bevrijding een
dienst voor de gesneuvelden aankondigde,
tn in 't bijzonder voor ds soldaten van de
parochie, die hij met naam en toenaam
opnoemde, rolden de tranen uit Tientje's
oogsn bij 't hooren van Jan's naam.
De kerk was veel te klein voor al 't volk.
Op de doodsbaar, die in den koor stond,
lag opengespreid de Belgische driekleur.
Soldaten stonden daarrond met het wa-
p:n in de vuist nevens de flikkerende
keersen.
't Was schoon en indrukwekkend. Voor
aan zaten officieren en de gemeenteraad
met den burgemeester aan d:n kop. Sol
daten bespzelden den/orgel en zongen den
lijkdienst. En 't scheen of de offerande
met wilde eindigen van al dat volk, dat
met gebukten kop rendom de doodsbaar
trok tot eerr laatste, innige hulde.
Tientje was er ook, onberispelijk in het
zwart, en msn zag 't hem aan: midden
de treurnis om 't varlies van zijn jongen,
de harde fierheid van het gebrachte cfïer
en 't genoegen, dat de gesneuvelde helden
niet werden vergeten!...
En nu was 't weerom jaaravond! En de
Duitschers waren weg! Al zijn kinderen,
buiten Jan, waren reeds gekomen, uit de
s.ad of u.t een ver dorp, waar hun have
en nering lag; en morgen kwamen ze al
lemaal, lijk het vroeger gebeurde...
Za hadden vader zoo verouderd gevon
den, zoo afgevallen; en moeilijk of niet,
ze wilden hem 't gcno:gen doen daar alle
maal te zijn!
Groote witte kcekebrooden lijk wagen
wielen lagen gereed in den kelder...
Tientje klopte zijn pijpkan leeg, en Ro-
IBB3B3SBBBE2B!32i:iSï2M3B8BBBBUBi
zeken lei den brei van kant. Trage sloe
gen ze een krui' ken en baden een tientje
op sla panden toon, dan de akten en een
kruisgebed.
's Morgens was Rozeken al vroeg in de
we:r cm de koffie te hsbbsn, eer Tientje
ter k:rke ging. Tientje zelf was er vroeger
dan Rozeken verwachtte.
Ik ga ten Onzen Heere! zei 't vent
je; help me gauw.
Rozeken hielp hem zijn halsboordje
schikken, en spande er een wit strik'ken
rond. Dan trok ze hem zijn vest aan,
dat was 't moeilijkste voor hem... Toen
hij terugkwam, stond de koffie uitgeschon
ken.
Baas, 'k wensch u 't jaar zalig en
gelukkig! zei Rozeken, en nog veel andere
erbij
Z jn moed raakte vol. Hij stak heur de
hand uit en zei:
Ik u ook zoovele, Rozeken; ons Hee
re 'n kon mij geen beter vrouwken ge
ven!... en 'k hebbe verleden nacht van
onzen Jan gedroomd!
Eet eerst e:n brokke, en vertel dan
eens!en Rozeken trok zijn vest uit
en maakte 't halsboordje los.
Hij dronk een slokje, en hij vertelde:
Ik droomde, dat 't sneeuwde, en
ons huizeken sneeuwde gansch onder. We
konden de dsur niet opendoen en zagen
door 't venster niet meer. En 't werd zoo
koud, dat we haast vervrozen. De schouw
wilde niet meer trekken, en we konden
geen vuur maken. Tigare kropen we naar
den zolder, maar 't dakvenster opheffen
konden we ook niet... 'k Zeg: «Rozeken,
wat gaan we daar mee doen? Gij
zeidt; «Jan zal 't wel weten! Roep Jan
eens! En ik riep: Jan! Jan! zoo luid
ik kon... En hij antwoordde...
Hé?... 11 deed Rozeken met den
mond open. Jan?
Ja, van eigen Jan! En hij was geen
spier veranderd! Hij stootte 't dakvenster
opsn, en daar was geen sneeuw meer te
zien! We kwamen beneden, en 't was of
hij nooit weg wa~ g-wcest. Hij zei: Va
der, ge moet Blare verkoopen!Ja,
jongen, zei ik, z'i_ al lang verkocht!
Rozeke stond met de schorte aan de
oagen en knikte op T.entje: Wat 'n schoo
ne drocm!en herhaalde: Wat 'n schoo
ne aroom!
«Ge most u alle twee op uw gemak
houden, g'hebt genoeg gewrocht! zei Jan
nog, en gij zeidt er op: 't Werk is mijn
lang leven!
Ik?... vroeg Rozeken ongeloovig...
Ach Heere!
«Ja, gij!... «Ge 'n moogt geen
verdriet maken, ge moet alles in Gods
handen geven, vader!...» En hij loech!
Ge weet hoe hij kon lachen, hé, beste
vrouwken!... Moet gij nu schreien?»
't Is van geluk! snikte Rozeken...
Gezapig ontbe.en ze dan.
In den dag kwamen hun kinderen, eige
ne tn aangetrouwde, en de lieve kleinkin
deren.
Peetje vertelde wel tien keeren zijnen
droom, opgewekt en blijgeestig. En ze
knikten blijde monkelend, omdat hij er
zoo goed uitzag, en ze zeidenVader, ge
zijt wel tien jaar verjongd.»
JOOST.
Het eerste Kerstkribbetje, het schoon
ste, het echte.
Jozef en Maria bidden hun duo
van vereering en liefde.
Het is geen vertellingsken om kin-
ders te paaien, als 't regent.
Geen mooi intérieur, geen gezellige
kamer. Alles is hier zoo primitief.
Bij het grootste wereldwonder roept
niemand Oh! of Ah!
Waar zijn de groeten der aarde om
den Koning der Koningen te groeten?
Twee redelooze dieren zijn de eeni-
ge lakeien, die de wacht houden.
De Engelen verkondigden met groo
te, groote veugde, Jezus Christus hun
mooi lied: Glorie aan God en vrede
op aarde.Dat lied kent geen super
latieven.
De wereld haalt de schouders op
voor de geboorte van een arme men-
schenkind.
In 't gedacht van de wereld worden
arme kinders in série geboren.
Gewoon van lammetjes te dragen
komen de herders om 't Lam Gods
in hun handen te houden.
Eenzaam ligt het stalleken in de
besneeuwde velden. De herderkens
zijn niet geschandaliseerd door de
armoe van den Opperherder op stroo
geboren. Verborgen grootheid.
En toch zullen eens alle wegen er
naar toe leiden, kerkewegels, maca
dams, heirbanen en autostraden. Alle
wegen leiden naar Christus, den Ko
ning die eens «stalbewonerwas.
HET KIND LACHT
Drie koningen op weg voor onbe
kend adres, entwaar in Palestina.
Geen publiciteit. En toch komen ze
van ver, om het Wonderkind te groe
ten, het Kind van eeuwigen ouder
dom, het Reuzekind in doeke.,l, het
onmondig Kind-genie, l'Enfant-prodi-
ge. Langs welken boulevard, langs
welke avenue ligt de villa? Geen
straat, geen nummer.
Alles heeft hier een bijzonder ca
chet. Voor luster een stallanteern.
De drie koningen moeten geen anti
chambre houden. Er is geen deur aan
't paleis.
Zij brengen goud. De arme Jozef
meent: het zal wel van passé komen.
Zij brengen wierook.
Dat is geen vernielende springstof
voor bommen of granaten. Dat is
hulde voor God alleen. Geschenken
aan zijn voetjes. Alleen de giften zijn
hier royaal.
Zij verzinken in het niet en geven
kordaat.
Het Kindje lacht hen tegen, het
lacht van gezondheid, het lacht van
goedheid.
En kwam Herodes hier, het zou ook
op hem lachen.
Het lacht op allemaal, vriend en
vijand.
Het is en vredelach van een Vrede»
vorst. Hier geen intrigues. Hier geea
diplomatie.
Waarom lacht de wereld niet tegen?
Het lacht reeds op voorhand op al
zijn heiligen, zijn vrienden martela
ren, belijders en maagden.
Het is al negentien eeuwen dat het
op ons lacht, die deze reken lezen,
Waarom lachen we niet terug?
KI NDERM AARTJE
De drie1 koningen roepen: Heil! Hij
leve lang!
Lang? Drie en dertig jaar. Het is
niet lang, maar lang genoeg om binst
dien tijd God de hoogste eer te ge
ven, glorie aan Goden lang ge
noeg om de menschen gelukkig te ma
ken, vrede op aarde Lang genoeg
om veel te bidden, veel te prediken,
veel te lijden.
Wij knielen neer met de drie ko
ningen en de kinderen van 't gebuur
te, die meeliepen als ze die kemels
zagen. We luisteren naar het kinder
gebed:
O Jezus, lief Kind, Gij weet dat
ik U bemin, Gij weet niet hoe geern
ik U zie. Wist Gij maar, hoe ik U
liefheb.
Gaven die drie koningen mij al hun
goud en kostelijk reukwerk, dan zou
ik zeggen; «Neen, geeft mij liever
Jezus en ik ben rijk genoeg.
O lief Kind, en als de booze He-
rodes U zou willen treffen, we zul-
len een stok halen en hem slaan.
Ik kan nog niet veel doen, U te
drinken geven, een commissie doen
voor Maria, naar de plaatse gaan
om brood, naar de bron om water,
ik zal den vloer vagen, een beetje
helpen wasschen, ik kan nog niet
strijken.
Ik kan nog niet veel, 'k ben maar
een klein meisje, ik zeg met Maria:
zie de dienstmaagd des Ileeren. Ik
wil uw kindermaartje zijn.
VREDE
De rooden gaan niet naar Bethle
hem. Hun kinders kennen dien weg
niet en leeren hem niet bij moeder
thuis of bij de zusters in de school.
De rooden gaan naar Spanje, met
mitrailleuzen, meliniet en dynamiet.
Het goud is weg uit het land. Hon
ger en ziekte kwamen in de plaats.
Geen engelen juichen gloria
Ronkende vliegtuigen zaaien vernie
ling en dood. Herodes komt terug, de
kindermoorder.
Geen wierook stijgt ten hemel op,
vergiftige gassen wel.
Jezus, kom met uw Kerstvrede, leer
de koningen, en presidenten en volks
commissarissen den, vrede.
Jezus, daal nog eens. Liefde over
wint den haat.
Kom, wit lammeken, midden de
roode wolven. A. B.
Aan allen wenschen we eerst eeh zalig jaar 1938: Geliok en
voorspoed, goede gezondheid onder Gods zegen.
We danken allen om hun trouw en zullen het mogelijke doen
om hun ivekelijks een paar uren nuttige en aangename verstrooiing
te geven.
De nieuws jaar dienst brengt steeds wat ontreddering bij in den
besteldienst, dit door overlast in de post. Wie dus een postabon
nement betaalde en deze week niet mocht besteld worden, verwitti-
ge niet ons, maar wel zijn briefdrager. Déze zal het zoo best ont
houden en ons uw blad vragen om het U te bezorgen en het zoo
best onthouden voor de volgende weken.