EEÜ ENKELE VERTOONING
'IhSBARMCIRHUS.
De Menagerie zal vanaf 80 uur voormiddag te bezoeken zijn.
komt uit Frankrijk en zal er te IEPER op Ransdag 25 Juli 1933,
geven die beginnen zal te 20,15 Ui
Inhuldiging vnn het Nieuwe Baanvak
Loo-Gijverinkhove vun Rijksweg Nr 64
door Minister Vun der Poorten
Diksmuide
Poperinge
en Veurne
nnmm
BARNUM is tegenwoordig het grootste cirkus van Europa.
Het behelst 8.000 zitplaatsen, twee groote ménageries, een
groep olifanten waarvan de grootste 2.500 kgr weegt, het
kleinste weegt er 500,
Een reusachtig NIJLPAAPD van 3.000 kgr. en de mooiste en
beste rijschool van onzen tijd bestaande uit 70 paarden, hebben
dit cirkus een wereldfaam bezorgd, evenals de £0 attracties,
eenig in de wereld.
Binnen kort geeft het
vertooningen te
Volk van leper en omstreken, eerst wanneer ge de vertooning
van The BARNUM CIRKUS zult gezien hebben zult ge
weten wat een groot cirkus is.
Inwoners van alle omliggende gemeenten neemt alle middelen
te baat om U naar dit groot cirkus te verplaatsen.
Vanaf 10 ure in den voormiddag zullen plaatsen te huren zijn
aan de talrijke winketten.
1
- "I ïl
1
Op Taferdag 15 JuM werd het nieuwe
baanvak Loobrug-Gijverinkhove door den
Heer Van der Poorten. Minister van Open
bare Werken. Ingehuldigd.
De Heer Minister, vergezeld van de HE
Byls, adj. Kabinetshoofd, Deheem, Direc
teur-Generaal, Gorinckx. Hoofdingenieur-
Directeur, kwam om 10.10 uur in het sta-
tior te •Diksmuide aan en werd opgewacht
door den Heer Burgemeester J. Heindrycx,
der stad Loo. den Heer Claevs, Hoofdin-
genieur-Besttiurder der Provincie West-
Vlaanderen en de ambtenaren van het
Departement van Openbare Werken dezer
provincie.
De reis Diksmuide-Loo werd verder in
auto afgelegd en de personaliteiten kwa
men te loo aan om 10.35 uur, waar een
kleine kollatie werd aange' oden. Daarna
pine de Heer Minister het Doodenmonu-
ment groeten en -af zich de stoet te
voet lanes de zeer oude Westooort en den
Keizersboom naar de Loobrug, wtar het
driekleurig lint werd doorgeknipt, nadat
door een lief klein meisje. Yvonne Hein
drycx. het vüfiarig dochtertje van den
Heer Burgemeester, volgend zeer flink
*ell. migedichtje werd voorgedragen:
Mijnheer de Minister,
Zoo blij gezind
Kom ik, een kind,
een kind van d'oude Vlaamsche steê,
en schenk de gouden schaar, waarmee
gij openen gaat
de breede straat,
langs waar de Vlaamsche jeugd vooral
naar 't schoone stadje komen zal.
Zeer aandoenlijk en treffend was het
toen de Heer Minister het kindje om
helsde.
Over de brug, aan het begin van het
nieuwe baanvak, werd den Heer Van der
Poorten verwelkomd door den Heer Bur
gemeester der gemeente Poilinkhove, in
gezelschap van het Schepencollege, waar
na de baan over een 300-tal meters te
Voet werd afgewandeld. Verder werd de
weg afgelegd per auto tot het grondge
bied Hoogstade, waar op zijn beurt de
Heer Burgemeester, samen met het Sche
penkollege, den Heer Minister verwelkom
de.
REDE VAN HEER HEINDRYCX,
BURGEMEESTER TE LOO
Terug te Loo werd de eerewijn geschon
ken en werd door den Heer Burgemeester
HEINDRYCX volgende huideadres uitge
sproken:
Excellentie,
Toen ons het bericht uit Brussel toe
kwam. dat de Heer Minister van Open
bare Werken en Werkverschaffing de in
huldiging van het nieuv, baanvak Loo-
brug-Hoogstade (Staatsbaan nr 64) met
zijn hooge tegenwoordigheid zou vereeren,
was dat voor ons een zóó verheugend en
zóó verrassend nieuws, dat wij het amper
durfden te gelooven. En inderdaad, het
ligt in onzen aard van Veurne-Ambacht-
sche menschen, te gaan enken dat wij,
omdat we tot den versten uithoek van
Beigie behooren, ook het verst van de be
langstelling van de centrale besturen ver
blijven. Dit gevoel van minderwaardig
heid ware wellicht vóór den oorlog gewet
tigd geweest. Doch ook op dit gebied heeft
de vroreldoorlog vee', veranderd en bracht
hij deze ver afgelegen gouw in het mid
denpunt van 's lands belangstelling.
De stille boorden van den IJzer werden
tot een betonnen strijdfront omschapen.
De groene weiden van Veume-Ambacht
werden gewijde grond, doordrenkt met
het bloeü van den besten onzer jongens.
De platte boerenstreek van Over den
IJzer werd het koninklijk verblijf van
Zijn Majesteit Koning Albert I, roemrij
ker gedachtenis, met wiens kommervol
bezoek Loo, tijdens den oorlog, meermaal
vereerd werd.
IHli!:iiiiIUtlIWHHUi}ilIlltiHII1tIU!!'tl%
BIJ DE INHULDIGING VAN DE NIEUWE BAAN.
In 't midden Heei Mini.ler Van der P oorlen; recht» Heer Heyndrick, Burge
meester van Loo Senator Sobry.
En zoo gebeurde het. dat na den oorlog
Veurne-Ambacht het druk bezochte aan-
trekkingspunt werd voor bedevaarders en
toeristen. Men kwam er, vol piëteit en
dankbaarheid, de plaatsen ve.oeren, die
getuige waren geweest van zooveel lijden
en heldenmoed. Meteen werd men in de
gelegenheid gesteld het eigen schoon
van Vlaanderens uitersten westhoek te
bewonderen: de glimmende groene beem
den doorspikt met het rood v: ..i frissche
dukpannen en daarboven den eindeloozen,
wollig-bewolkten hemel; de bijna onzicht
bare dorpjes met hun spitse kerktorens
hoog uitstekende boven de eeuwig-groene
weiden, en eindelijk te midden van dat
alles de parel van Veurne-Ambacht, het
kleine stadje Loo, met zijn monumentale
abdijkerk, zijn fraai Stadhuis in Ieper-
sche gothiek, zijn oud Klooster uit de XV*
eeuw, zijn aardige Westpoort met zijn le-
gendarischen Cesaersboom, zijn reuzen-
Duivenhok, zooveel overblijfsels van een
aloud en roemrijk verleden.
Het paste dan ook, dat deze verre uit
hoek van België de aandacht van 'r lands
bestuur bijzonder gaande maakte. En zoo
zien we ook, dat na den oorlog de blijken
van belangstelling van hoogerhand voor
onze streek, elkaar in snel tempo opvolg
den. De verwoeste dorpen en hoeven rij
zen opnieuw uit den giond op, fraaier nu
en frisscher dan ooit, d.ink zij de bezorgd
heid van de eerste naoorlogsche regee-
riagen. Groote en breedere wegen wor
den aangelegd, die Veurr.e-Ambacht met
de rest van het land moeten verbinden,
r- baan Diksmuide-Kaaskerke-Loo wordt
een der schoonste der Provincie en de
verlenging ervan, die Uw Excellentie van
daag zelf is komen inhuldigen, 't baanvak
Loo-brugge-Hoogstade, is wellicht een van
de heerlijkste autostraden, die België
thans bezit.
En is het niet een wonderlijk samen
treffen, dat op vandaag 15 Juli 1939 deze
baan wordt ingehuldigd en dat juist een
eeuw geleden, op 15 Juni 1839, het Ge
meentebestuur van Loo besloot met het
aanleggen van een gravier of keiweg
van de Loobrug naar de Gapaard.
Om het toerisme nog verder te bevor
deren werden de jaagpaden overgenomen
en onderhouden, ik denk vooral aan deze
van Veurne-Loo en Nieuwpoort-Knokke-
aan-den-IJzer, en onlangs nog werden de
Kerk en het Stadhuis van Loo door de
Commissie van Monumenten officieel er
kend.
En eindelijk, hebben we vandaag de
dpn Minister van Oijenbar* Werken en
Werkverschaffing in ons midden te mo
gen ontvangen.
Excellentie,
Voor die vele blijken van belangstelling
en genegenheid van 's lands bestuur voor
onze geliefde streek en niet het minst
voor uwe vereerende tegenwoordigheid bij
deze plechtigheid, zeg ik U, in mijn naam,
in naam van den Gemeenteraad en de
bevolking van Loo, en ook nog in naam
van de omliggende gemeenten hier verte
genwoordigd, onzen zeer geineenden en
meer hartelijken dank.
Doch, Excellentie, dankbaarheid ls im
mers een teeken van vertrouwen. En daar
om, om de diepe gemeendheid van onze
dankbaarheid ten uwen opzichte nog ver
ders te bewijzen, durf ik het aan bij dit
dankwoord een wensch en een bede te
voegen: 1)U zult ook wel dezen morgen
bemerkt hebben, hoe die arme versleten
veel te enge Loobrug thans afsteekt bij de
mooie autobaan, waarop ze uitmondt en
zult U ook wel de bedenking hebben ge
maakt, dat deze nauwe brug, waar een
ministerieele auto amper doorkan, en die
toch de verbinding moet bezorgen tus-
schen de Hoogebrugstraat en het breede
baanvak, een zeer gevaarlijk verkeers
punt is geworden, zoodat het verbreeden
ervan hoogst noodig is.
Ziedaar, Heer Minister, het probleem
dat zich thans stelt aan deze zijde van
het baanvak, het probleem van de her
nieuwing van de Loobrug. Maar ook aan
gene zijde van hetzelfde baanvak stelt
zich thans een probleem: namelijk dat dit
baanvak zooals het zich nu voordoet geen
uitkomst heeft, en, indien het zijne volle
beteekenis wilt verkrijgen, zou moeten
doorgetrokken worden tot Beveren...
Eindelijk, Excellentie, nog een laatste
wensch. Zooeven sprak ik U over de jaag
paden, waarvan de Staat een deel heeft
overgenomen. Ik durf het u te vragen dat
het overige jaagpaden Loobrug-Fintele en
Knokke-aan-IJzer-Fintele, ook door den
Staat zouden onderhouden worden.
Dezen driedubbelen wensch als een blijk
van vertrouwen stellende, verhoop ik,
Mijnheer de Minister, dat Ued. dezen in
overweging zult nemen.
Deze woorden werden door al de aan
wezigen warm toegejuicht.
De Heer Minister VAN DER POORTEN
beantwoordde deze toespraak met een
zeer mooie rede, in een uiterst sierlijk
groote eer en het geluk Zijn ExcellentieNederlandsch en zeer aangenaam voorge
dragen. Hij drukte zijn voorliefde uit voor
deze polderstreek en toonde aan wat reeds
voor de streek werd gedaan: de volledige
opschikking van de baan Diksmuide-I oo.
de herstelling der jaagpaden langs IJzer
en Loovaart en eindelijk het prachtige
baanvak dat heden Ingehuldigd wordt.
Speciaal richtte hij zich tot den Heer
Burgemeester Feys-Callewaert van Beve-
ren-IJzer en beloofde zeer binnenkort
zoo niet de opschikking der overblijvende
7 kilometer weg dan toch ten minste het
gedeelte tusschen Klein leisele en het
Tramstation te Beveren (einde).
Na deze rede werden de verschillende
merkwaardigheden bezocht van het stad
je, klein in bevolking doch groot door
zijn verleden: de machtige kerk, de stem
mige lambrizeering der sakristij, de abdij,
de schatten enz., alles onder de zeer kun
dige leiding van den Heer Pastoer, die
zich ontpopte als een geleerd archeoloog.
Daarna werd het aperitief aangeboden
en werd de personaliteiten een banket
aangeboden.
Aan de eeretafel zaten aan: de Heer
Minister, de Heeren Maes, AiTondisse-
ments-Kommlssaris, J. Heindrycx, Burge
meester der stad Loo, Byls, adj. kabinets
hoofd, Beschuyt, Burgemeester te Poi
linkhove, Deheem, Directeur-Generaal, de
C. Duron, Burgemeester te Hoogstade,
Claeys en Goorinckx, Hoofd-ingenieurs-
Bestuurders, en de HH. Parlementsleden
van het Arrondissement, waaronder
Senator Sobry. Volksvertegenwoordigers
Goetghebeur, Porta, Van Claobeke, Van
Steenlandt en Vanderghote. Burgemees
ter te IeDer. alsook Bestendig-afgevaar-
digde M. Bulckaert.
Aan de nagerechten, nadat BURGE
MEESTER HEINDRYCX een heildronk
had ingesteld, nam de HEER SOBRY. Se
nator te Diksmuide, het woord, en dankte
den Heer Minister in naam van de HH.
Parlementsleden van het Arrondissement
zonder onderscheid van partij en opinie,
om zijn blijk van genegenhe'd deze
plechtigheid met zijne tegenwoordigheid
te vereeren. Hij voelde zich gelukkig dat
dé werking zijner collega's en de zijne
met zooveel vruchten was beloond gewor
den.
Aan de komst van den Heer Minister
van Openbare Werken samen met ver
scheidene zijner hoogere ambtenaren uit
de centrale en provinciale diensten om
een groot, heerlijk en verdienstelijk uit
gevoerd werk, zooals het nieuw baanvak
Loobrug-Hoogstade officieel en plechtig
in te huldigen, hechtte spreker eene
groote beteekenis. Minister Van der Poor
ten, zoo voegde hij er aan toe, breekt af
met oude tradities; hij volgt de werken,
uitgaande van zijn Departement, van
dicht bij en doet dat in nauwe vereeni-
ging en samenwerking met de Parlements
leden der betrokken gewesten.
Spreker verheugt zich ten zeerste om
deze ministerieele houding en trekt ver
der nog de aandacht van den Heer Mi
nister op de onmisbaarheid van een fiets
pad langs de staatsbaan Veurne-Elzen-
damme, waar de fietsers en de voetgan
gers ongetwijfeld aan groote gevaren zijn
blootgesteld en waar ook feitelijk vele on
gelukken zich voordoen.
Wat de jaagpaden betreft, zoo stelt Se
nator Sobry vast dat deze tot eenieders
voldoening reeds een eerste algemeen her
stel hebben ondergaan en wijst er nog
even op in aansluiting met hetgeen des
betreffend gezegd is geweest door den
Heer Burgemeester te Poilinkhove in zij
ne aanspraak bij de Loobrug, dat bet
strookje gaande over de Fintele ook zoo
spoedig mogelijk zou worden in orde ge
bracht.
De Heer Sobry heeft dan nog een bij
zonder woord van dank over voor Burge
meester Heindrycx te Loo om de buiten
gewone gulhartigheid en hoffelijkheid met
dewelke hij de genoodigden heeft ontvan
gen.
Hij drukt den vurigen wensch uit nog
in dit gezellig midden terug te keeren met
zijne collega's parlementsleden, en zich
verder richtende tot den Heer Minister,
koestert hij de hoop dat zulks cldra zou
mogen gebeuren ter gelegenheid van het
aanleggen eener nieuwe aangepaste brug
in vervanging van de huidige te enge Loo
brug.
Spreker eindigde deze gemoedelijke
aanspraak met een heildronk voor den
Heer Minister Van der Poorten en den
Heer Burgemeester Heindrycx.
Dan werden nog toespraken gehouden
door den HEER VAN WASSENHOVE.
Voorzitter van den Bond der Aannemers,
en den HEER C. DHONDT, uitvoerder
van het ontwerp *van de nieuwe baan.
Beide heeren drukten oe hoop uit dat
nog vele werken zouden worden uitge
voerd ten bate van de bevolking die steeds
mee gebukt gaat ender de werkloosheid.
De Heer Dhondt eindigde zijn toespraak
met de spreuk: beid Adelt».
De Hr MINISTER VAN DER POOR
TEN beantwoordde de redenaars met een
zeer gesmaakte toespraak, en drukte zijn
genoegen uit over de mogelijkheid te kun
nen verbroederen met parlementscollega's
en het volk. Dergelijke feesten ziin het
bindend element der natie. Hij beloofde
te doen wat in zijn vermogen is om de
werken van hoogste noodzakelijkheid voor
de streek binnen korte tijdspanne uit te
voeren, doch 's lands middelen zijn be
perkt en het programma van openbare
wer'.ien is reuzegroot. De Heer Minister
beëindigde ziin rede op zeer pittige en
kimstrijke wijze.
Om 16.30 uur verliet de Heer Minister
de Stad Loo om zich naar leper te bege
ven en zich rekenschap te geven der noo-
den van de streek.
Deze heuglijke dag verliep In de beste
stemming.
KORTE NOTA'S VAN LOO
IN 'T VERLEDEN
De naam villa de Loëkomt in de
Annales Abbatiae Blandiniensis op 't jaar
608, parochia de Lo op 931; in Coutumes
de la Prévoté de Bruges; doch deze bron
nen zijn weinig betrouwbaar. De vorming
der Stad moet verschoven worden tot op
het einde der elfde eeuw.
Langs den zeer ouden Loowegvan
Kales naar Gent was het Klein dorpje Loo
ongeveer 1090, kwamen de kanonikken
van St-Augustljn zich aldaar vestigen.
Philips van Loo. zoon van graaf Robrecht
de Vries, schonk l.un groote vrijheid op
de bewoners van hun eigendom, en de
toelating er eene markt op te richten. Zijn
zoon, de befaamde Willem van Loo, werd
uit Vlaanderen verbannen; een deel zij
ner bezittingen werden aan de Abdij toe
gekend, het overige aan den 'raaf van
Vlaanderen. Vandaar een dubbel jurisdic
tie in het bestuur welke samen moet de
stad beheeren. In den loop der dertiende
eeuw; bij het opkomen der gemeenten
nam de stad uitbreiding buiten het ge
bied der abdij, en vandaar menigvuldige
twisten tusschen de twee samenverbonde-
ne gebieden.
In 1269 reeds is de Stad omringd van
muren en grachten doorsneden door vier
straten, aan wier uiteinde de vier
stadspoorten (waarvan de Westpoort een
overblijfsel is». In de oude stadsrekening
(1404) zien we, dat het Steidhuus bouw
vallig is en moet hersteld worden, evenals
de oude halle Het stadhuis werd ver
nield in 1560. Loo had zijn geschreven
wetten en keuren, zijn eigen bestuur, zijne
markten, calcijden, zijn weekmarkt en
vrije jaarmarkt, zijn vleeschhalle en zijne
visschebanken, zijn gasthuis, zijn schut
tersgilden en rederykers.
Loo hield aan zijn vri.ineden soms zoo
uuur bekomen: Te Kortrijk in 1302. stre
den ze ond r Staes Sporkin: in 1328 te
Cassel onder Zannekin; in 1382 te Rooze-
beke voor Artevelde; en menigmaal daar
na trokken ze ter verdediging tegen den
vijand van hun sta en land. Telkens er
gevaar was van een inval, aanstonds werd
de lade der vrijheden veilig weggevoerd.
Doch zonder gebieduitgestrektheid (400
m. doorsnede) en zonder buitenbezitting,
was zijn inkomen zeer gering en bestond
schier uitsluitend uit assysen lasten.
De Loovaart, middenader der Noordwa
tering. gegraven in de 12* of 13* eeuw, liet
toe dat de stad een binnenvaart of los-
kaal had. en een goed vervoermiddel naar
de naburige steden m-t het IA:rctscip
In de 15" eeuw, onder de Burgondlers
trachtte de stad, hier de lr.'-.ernijverheid
op te helpen. Eerst in 1443, doch de pest
van 1487, en daarna de inval der Iransche
legers in Loo ten jaar 1489, deden ze
gansch verloren gaan. In 1530 krijgt de
stad een nieuw previlègeom de saey-
weverij op te richten als poorterlicke nee-
ring: zij bouwt zelf haar weverij, laat
vakmannen komen van Hondschote. Doch
dit ook mislukte: de pest in 1546 had
haar den doodslag gegeven.
Een derde maal herneemt de stad hare
pogingen in 1578 te midden de godsdienst-
beroerten, bij middel van een Antwerp-
sche reeder, om de greinsaeyen hier in
te planten Doch het leven is er onmo
gelijk geworden, en van den brand van
het middendeel der stad door de Fransche
soldaten ten dienste van de Staten (1579)
valt weer alles stil. Deze godsdienstbe
roerten, evenals de gedurige oorlogen der
17" en 18" eeuw. brachten ons stadje tot
volledig verval. Ook de abdij weid ver
nield door de Fransche omwentel: ars in
1797.
Het onderwijs werd vroegtijdig door d«
Stad ondersteundden scolasferwerd
reeds eene toelage gestemd in 1482. D«
gezondheidsdienst was er zeer nauwkeu
rig voorgeschreven niet alleen door dt
keuren der stad. maar ook door de vroeg,
tijdig aanwezigheid van een gesworen
surgien (reeds in 1462).
Gedurende de 19* eeuw trachtte het
bestuur zijne wegenis in orde te brengen.
Een verslag van 1815 vermeldt, dat d»
wegen bulten stad 's Winters in erbarme-
lijken staat waren en dat er dan maar
een gebruikelijke weg was, te weten, ds
trekweg langs de Loovaart. In 1839 werd
iei den Gemeenteraad besproken een kei
weg van den uitgang der stad naar den
Gaepaerd om alzoo de stad te verbin
den met de groote baan Ieper-Veurm
(juist 100 jaar later wordt deze weg vol
trokken). Doch de gemeente Pollinkhovt
had liever die verbintenis gebracht door
tiaar dorp naar de Linde, en dit geschied
de in 1840. In 1844 werd de steenweg naar
Diksmuide aangelegd. In 1869 de steenweg
nr.r.r de Rabbelaere. en in 1875 de steen
weg naar Reninge. In 1885 komt de buurt,
spoorweg Ieper-Loo-Veurne.
ueatisasBBRaaaasiViaraassaaimi
TREKKING VAN DE BINNEN.
LANDSCHE LEENING 1933
Dinsdag liad te Brussel de 70" tric
king plaats van de Binncnlandsche I,ce
iling 1933.
Reeks 292852 wint 500.090 frank.
De hiernavolgende reeksen zijn betaal
baar met 25.000 frank:
116569 121255 122230 130358 148213 156556
157568 17147-1 1714,82 177143 180.970 189066
20.5079 204670 218182 219022 228211 23.1786
239191 255088 255475 263149 265283 274968
278075 280498 288323 293183 301575 301849
308050 308279 315655 315840 321535 327134
331041 344568 350465 366385 370556 371548
373301 373698 394206
Elke obligatie beboerend tot een uitge
trokken reeks beeft recht op een vijfdi
van bet lot dat deze reeks te beurt viel
TREKKING DER
VERWOESTE GEWESTEN 1921
149" TREKKING
Zaterdag bad in de Nationale Bank tl
Brussel de 149" trekking plaats van dl
Beening der Verwoeste Gewesten 1921,
Reeks 43.703 Nr 11 wint 1 inillioen frank,
Al de andere obligaties zijn terugbe
taalbaar met 250 frank.
BELGEN ERG ONGELUKKIG IN DE RONDE VAN FRANKRIJK
In de 8* rit Weef Jules Lowie met Rom. Maes na een pijnlijken val uitgestrekt en bewusteloos liggen. Hij werd door ora«
staanders terug op zijn velo geplaatst en met een erg bloedende voorhoofdwonde kon hij den strijd voortzetten. Later echte?
wanneer de zon opdaagde brandde ze hem zoo hard in de wonde dat hij half duizelig den strijd staken moest en naar een
hospitaal overgebracht werd om er verzorgd te worden. Ook Kint, overwinnaar dezer rit, kwam enkele meters over dl
eindmeet in botsing met een fotograaf. Kint kreeg een ergen duw op de bo *st waardoor hij in het tijdrijden, dat erop
volgde, veel kostbare minuten verloor.
SENSATIEVOL NIEUWS TE IEPER