de Graven
VEEL ONBEGRIP
.Het Comité der Bedevaarten naar
van den IJzer
van
honderd vijf-
te keer ge-
Immers sinds de
velend had gezucht
lijden, kon, maar alles
voor Christus, was
het idealisme te smoren,
naar de schennis
troep eenvoudige
en rood
schap. Een comité onder den naam Heldenhulde zou
met de karige en pijnlijk gespaarde soldij van de gewone
frontsoldaten zerkjes van heldenhulde oprichten ook
-op de graven van Waalse jongens om de schoon
heid van het offer te bewaren. De kunstschilder Joe
(English, naar een kruistekening welke hij voor helden
hulde miek, ontwierp een model van zerkje dat op de
graven zou opgericht worden. Het droeg de leuze
A.V.V. en V.V.K. met den wiekenden blauwvoet.
Een echt liefdewerk De vele kruisjes welke piëteits
vol opgericht, een massa werden, een slagorde die
Vlaamse erkenning eiste, spraken te luid en waren te
•edele getuigen. )Men vreesde hun macht.
Onder de verraderlijke dekking van den nacht tus
sen 9 en 10 Februari 1918, werden door bandieten op
het kerkhof te Oeren, de letters A.V.V.—V.V.K. op
36 zerken toegecimenteerd.
Met de letters meende men
De overheid wees alle onderzoek
de hand.
Den 1111
soldaten
beklemtoond met een vloek aan den oorlog nooit meer
oorlog»; in 1930 werd de IJzertoren onthuld en in
gewijd.
Helaas, het was te schoon Briefjes met de nationale
driekleur werden per vliegtuig over de plechtigheid ge
worpen om de Vlamingen voor verraders te schelden.
De verontwaardiging brak los. De rijkswacht, lichtzin
nig opgeroepen, chargeerde en bloedig werd de strijd,
welke gelukkig door overleg onder de comitéleiders en
de gendarmerieoverheid werd gestild.
Deze beslissing tegenover de Vlamingen zou lang na
werken.
In 1931, 32, 33, 34 verschenen de onsterfelijke sym
bolen op de schoorzuilen van den toren Renaat De
Ruddér, het ideaal; Joe English, de dienende liefde; de
Gebroeders Van (Raemdonck, de (broedertrouw; Van
der Linden en L. de Boninghe, de volksverbonden strij
ders.
In 1935 werd hulde gebracht aan de geestelijke lei
ding van Dr Van de Perre, Dr De Gruyter en C. Ver-
schaeve, en in 1936 aan Firmin Deprez, de hoog
student, aan Fr. Kusters en B. Willems.
In 1937 gebeurde op de West-Vlaamse wijtewagens
de roerende overbrenging van de lijken van zeven hel
den naar de crypte in aanwezigheid van
tig duizend bedevaarders.
In 1938 werden de eerste tienduizend namen van
gesneuvelden in de crypte, met festoenen bekroond en
in 1939 werd het hoogtepunt van de massale volkstoe-
loop omdat men aanvoelde dat te midden van de groeien
de spanning onder de volkeren, de Vlamingen bij het
voorgevoel van belangrijke gebeurtenissen, sterker
schouder aan schouder met hun helden moesten staan.
Bovendien werd vanaf het jaar der inwijding van de
Crypte, jaarlijks op 11 November, in stille vroomheid
de H. Mis opgedragen bij het doorboorde Christusbeeld,
nabij de graven, voor de zielerust van alle gesneuvelden.
De bedevaarten naar de graven van den Ijzer waren
massale volksbedevaarten, geleid met tucht en orde,
waarvoor honderden offervaardige jongeren uit studen
tenbonden, turnverenigingen, allerlei wachten, enz. zich
aanboden om met het kenmerk van den ordedienst der
bedevaarten voor het plechtig verloop te zorgen. De
vooravond van de plechtigheid werd voorbehouden aan
de jeugd. Over gans het land werd de organisatie ge
dragen door de Vlaamse oudstrijders 1914-’18, ge
steund door de cultuurverenigingen, terwijl de meisjes
en vrouwenverenigingen voor den verkoop van erken-
ningstekens zorgden.
Gans Vlaanderen, zonder onderscheid van rang of
stand, zonder onderscheid van politieke of wijsgerige
overtuiging deed mede en was er welkom.
Geen ereleden, geen ereplaatsen, tenzij voor weduwen,
wezen, oorlogsverminkten en ouderlingen, geen officiële
vertegenwoordigers, geen officiële machtbekleders.
Het Vlaamse volk, één, ï'n dienst van heldenhulde,
van de offers, van het idealisme Zo tuchtvol ging die
massa volks ter bedevaart naar de begraafplaats van
haar doden dat geen officiële ordedienst nodig was
en nooit iets gebeurde of gezegd werd dat haar door de
regering als antinationaal werd verweten.
Enig schoon en onvergetelijk 1
Niettegenstaande dit alles hebben vóór den oorlog
1940 vele Belgische hoogwaardigheidsbekleders blijken
gegeven van uitdagend onbegrip, van onverantwoorde
vijandelijkheid, van onvergeeflijken laster. Bepaalde mi
litaire machten en verenigingen van oud-militairen ston
den woedend tegenover het groeiend succes van de
Vlaamse bedevaarten en de Vlaamse gedachte. Dit on
begrip werd echter door enkele Ministers, door enkele
vooraanstaande gezagdragers gemilderd en t
gaan.
Februari 1918 togen een
naar de kruisen en schilderden groot
opnieuw de heilige letters A.V.V.V.V.K.
vrome Renaat De Rudder, al sneu-
ik wist niet dat een mens zo
maar alles voor Vlaanderen en Vlaanderen
Christus, was dit ideaal bloedig geheiligd en
bovenal dierbaar geworden.
In den strijd bij den Ijzer was gedurende de vier
lange jaren, in allen eenvoud en bescheidenheid, zoveel
schoonheid en zoveel heldenmoed door den gewonen
soldaat in dienst van land en volk opgehoopt, dat deze
.schat die niet met erekruisen werd aangeduid, want die
waren voor de overheid, als adellijk erfgoed moest be
waard blijven voor ons volk en voor de geschiedenis
van het land.
Het Comité van de bedevaarten naar de graven van
den Ijzer werd gesticht met het doel het aandenken aan
de gesneuvelden en de eerbied aan hun offer verschul
digd, levendig te houden.
Ieder jaar zou in Augustus een algemene volksbede-
vaart plaats grijpen die zou staan in het teken van
vrome inkeer en van Vlaams gewetensonderzoek ten
overstaan van de Vlaamse bewustwording het testa
ment der Vlaamse gesneuvelden buiten alle partij
politiek om; een volksbedevaart die voor den Vlaamsen
strijd zou gaan communiceren aan de hoogste belang
loze offervaardigheid in den dienst van een ideaal dat
het algemeen welzijn van volk en land dienen moest.
Zo gingen van jaar tot jaar de bedevaarten naar het
•graf van 'Joe English te Steenkerke; van de gebroeders
Van Raemdonck te Steenstrate; van Renaat De Rudder
te West-Vleteren; van de geschonden grafzerken te
■Oeren; van het slagveld te Diksmuide waar van 1924
af voortaan de jaarlijkse bedevaarten zouden samenge
trokken worden rond een of ander motief van de plech
tigheid.
In Mei 1925 werden in Adinkerke en Westvleteren
meer dan 500 grafzerkjes op bevel van de militaire over
heid stuk geslagen om als macadam in een straatweg
verwerkt te worden. De bedevaart van dit jaar, als
protest tegen de schennis ingericht bracht te Diksmuide
30.000 bedevaarders samen. Toen werd de eed van
trouw aan Vlaanderen »- geboren; toen werd besloten
een groots kruis van heldenhulde te Diksmuide op te
richter'.
In 1926 werd op de bedevaart, de eerste paal gesla
gen in 1927 werden de geredde overblijvende graf
zerkjes overgebracht; in 1928 stonden 100.000 bede
vaarders bij het kruis dat in opbouw was; in 1928 werd
de noodzakelijkheid van de internationale verbroedering