Drukk. nr 1123. DE WEERSLAG DE OORLOG 1940 communie tussen de beschei- het smetteloze offer in de- edel volkslievend christelijk de Jeugdbede- maar vol- voor den Vlaams Minister, lasterend voor al de weerd en wordt De verklaring door de inrichters van vaart ondertekend is niet alleen tendentieus, j ledig in strijd met de waarheid, zij is onterend opsteller, hij weze dan nog een maar vooral is zij kwetsend en bedevaarders. Critiek op het verleden kan men best bestempelen met het woord van de mode negativisme. Zij kan hoofdzakelijk dienen om aan de vijanden gewenschte argumenten te bezorgen tegen het werk zelf. Die vijandige mentaliteit, gevoed door zulke argumen ten leidt naar het dwarsdrijven van de bedevaarten, leidt naar een geest, die zelfs voor de brutale onteige ning niet terugdeinst. V en vertrappeld verraders werd gescholden. voor de bewustwording van de voor de weerbaarheid van het nu door het Vlaamse bloed de hoofd- i van de Belgische natie gered waren in den oorlog 1914-’18, nu'hadden de Vlamingen het recht in naam van dat geofferd bloed, de levensbelangen als volksgemeenschap voorrang en voorliefde te geven. Im mers ook de Staat moest de volksgemeenschap dienen. De IJzertoren was dus Vlaams: in den kop hing de stormklok Nele en boven het lA.V.V. en V.V.K. wapperde zegevierend de Vlaamse leeuwenvlag. De leeuwenvlag is geen antivaderlandse vlag, tenzij in hoofden vol van onbegrip. Maar de Vlamingen mo gen voor geen onbegrip zwichten. Het spreekt vanzelf, dat tegenover onrecht rechtvaardigheid in de vurigheid en 1 r Verantwoordelijke Uitgever 'M.Z.W. Bedevaart naar de Graven van den Ijzer Em. Jacqmainlaan, 124, Brussel Beheerder-tAfgevaardigde E. 'CLOTTENS, Weverstraat, 201, Weerde In het aanschijn van de integrale, belangloze offer vaardigheid van de grote symbolen van den Ijzer moest in zulke omstandigheden elk gewetensonderzoek in den dienst van de offers, leiden tot een aanklacht tegen vele Belgische gezagdragers, want de IJzertoren was een vaandrig in den Vlaamsen strijd voor volksontvoogding langs nationale verbondenheid en trots het testament der doden. Nooit werd op de bedevaarten de Belgische staatsgedachte verworpen; nooit het Belgisch nationa liteitsgevoel betwist; nooit werd de Belgische vlag ge weerd in de optochten van de verenigingen; steeds wap perde aan het stadhuis de Belgische naast de Vlaamse vlag; steeds zond de Belgische nationale zender de plechtigheid uit. Alleen bij de incidenten van 1930 onder het mom van driekleurige briefjes, heeft de verbitterde menigte een Belgische vlag afgerukt omdat deze menigte voor 1 Maar in den strijd Vlamingen als volk, volksprincipe, belangen en on- hardnekkigheid van den Vlaamsen strijd, gesproken door oudstrijders tegen over de bedevaarten vóór den oorlog 1940, niet politiek- rekbaar of diplomatisch behendig werden afgemeten. Het werd trouwens door de Vlaamsgezinden aan vaard sommige partij politiekers uitgezonderd dat aan den Ijzer een toon hoger en strenger gesproken werd. Zulks gebeurde ook op politieke massavergade- ringen door wijze politieke voormannen, wanneer het ging over het springen op de barricadeof het weigeren van belastingen enz. Het gebeurt nog dage lijks. De IJzertoren is een deel van ons hart, van onze tra gedie, van onze herwording; de doden zijn een geeste lijk en moreel kapitaal. De bedevaarten moeten opnieuw worden, gelegenheden van denheid van ons werk en dienstbaarheid voor een idealisme. Over woorden kan men steeds vitten naar gelang: men zelf een partij-, of politieken bril opzet, naar gelang men iets uit het tijdsverband rukt. Doch voor de eer van ons volk laten we niet toe te beweren, dat de honderd duizenden bedevaarders, die van jaar tot jaar talrijker werden, zouden misbruikt of misleid geworden zijn door de inrichters van de bede vaarten of door het vals bespeeld motief van de piëteit en de heldenhulde, dan wanneer van jaar tot jaar de Vlaamse gemeenschap meer en meer zelfbewust alle waarden van haar wezen opeiste en aan alle minderwaar digheidsgevoel verzaakte. Wij stellen een andere vraag. Heeft België nadat in. den oorlog 1914-’18 de gelijkheid in rechte en in feite plechtig door een regering werd beloofd, in den strijd ter verovering van de taalwetten, waarvan de laatste- slechts in 1938 werd gestemd, wel liefde en rechtvaar digheid genoeg voor de Vlaamse rechtseisen getoond Het bewijs nog ten dage, in 1946, worden de arme Vlaamse taalwetten schandelijk overtreden en niet eer lijk toegepast, en zulks steeds ten nadele van de Vla mingen. We zwijgen over andere gebeurtenissen uit de jongste tijden. Wat zou bijgevolg een rechtzinnig ge wetensonderzoek bij de doden van den Ijzer ten dage nog opleggen Wanneer bovendien vaststaat dat in alle commandoposten van dit land, de Vlamingen ge- de Nederlandse taal als assepoes bejegend' Ondertussen moesten alle tegenstanders, officiële en officieuse, openlijke en verkapte het feit vaststellen en ondergaan dat spijts alles, de jaarlijkse bedevaarten uit groeiden tot een onstrembare machtsbelij denis van Vlaamsen volkswil en ontvoogding. Zulks onbegrip en zulke vijandschap kunnen niet be twist worden wanneer we maar even ten dage terug denken aan wat de heer Buisseret, Minister van Bin nenlandse Zaken nog in het jaar 1946 als antwoord op de interpellaties over den IJzertoren namens een rege ring in het parlement en den Senaat verkondigde. Voe gen we daarbij, dat de naoorlogse jaren den verbit terden strijd inzetten voor de vervlaamsing van het be stuur, het onderwijs, het gerecht, het leger. De wet op de vervlaamsing van het leger werd slechts in 1938 af gedwongen. Wie uit die tijden de Kamerverslagen herlezen wil, kan vaststellen, hoe dikwijls in het Parlement gewaar schuwd werd voor den slechten dienst dien sommige verklaringen van Vlaamsvijandigen aan de Belgische staatsgedachte bewees, door een partijdig en onbillijk verzet tegen de rechtmatige eisen van de Vlamingen; hoe dikwijls er werd beroep gedaan op meer waardig heid in het parlementair werk opdat de Vlamingen de volksvertegenwoordiging en de politiek niet zouden minachten. Onder den oorlog verbood de Duitse bezetting alle bedevaarten slechts een beperkte plechtigheid werd in. de crypte toegelaten. De leiding van de bedevaarten, welke zoo tuk op het afweren van elke inmenging in haar werkzaamheden was, had onder den oorlog 1940s haar werkzaamheden moeten staken gelet op het gemis aan vrijheid van -woord en organisatie, gelet op het feit van het onontkoombare Duits toezicht. 'Maar het staat ook vast dat de Duitse bezetting niet gaarne het thema van de oorlogse plechtigheid we zijn een volk »i aanvaardde en dat de Duitse officier Dr Seiterich verklaarde hier (in de crypte van den- IJzertoren) voelen wij best hoezeer Vlaanderen zich van Duitsland heeft afgekeerd, ja zelfs begint te haten.

HISTORISCHE KRANTEN

De IJzertoren (1946) | 1946 | | pagina 4