De toekomst van Dixmude Van zijne Majesteit Koning ALBERT I. 3 Jos. Vanden Berghe. I Helaas! Helaas! De storrem kwam, De donder brandde door het zwerk.... In puinen stortte een stede, een stam Vernield lag gansch zijn levenswerk!... Hij ging in ballingschap de man, Gekroond met jaren en met wee, En dag en nachte droomde hij van Het lieve land van over zee. Omstraald door deze gaven Gods, Ging plichtbewust, hij ’t volk vooraan. Dat.hem vereerde als zijnen trots En hem beminde om zijne daan. Hij zag het groeien.... bloeiend staan.... Te midden bloeiend veld en vee En voelde op hem de weerglans slaan Van tijden rijk aan vreugde en vree. O ja, na storm en onweerswolk, Daar zou hij komen nog, vol vreugd En minnen, redden weêr een volk Door zelf vergeten burgerdeugd. Het was een droom, helaasHij viel, Gelijk een eik valt in ’t orkaan; Maar viel zijn lichaam, zijne ziel Blijft in zijn werken rechte staan! Zijn ziele leeft in kind en kroost, In lijken.... puinen.... maar vooral In onze hoop die sterkt en troost, Dat ’t volk, zijn volk, herworden zal! Mijnheer Gust. Vandenbussche, schepen van Dixmude, verblijvende in ’t onbezet ge deelte van Belgenland, te Leysele, had het goed gedacht, ter gelegenheid van het naamfeest van onzen roemvollen Vorst Albert I, aan te bieden aan zijne Majesteit de geluk- wenschen der Dixmudelingen, en tevens de gevoelens van getrouwe verkleefdheid der Dixmudsche bevolking aan het Vorstelijk huis. Het volgende antwoord werd hem toege zonden La Panne, le 20 Décembre 1916. Monsieur 1’ échevin, Sensibles au témoignage de loyalisme que vous leur avez adressé, leurs Majestés me chargent de vous transmettre leurs meilleurs remerciements et vous prient d’être leur in- terprête auprès de vos dévouées Concitoyens qui se sont associés a votre démarche. Recevez, je vous prie, Monsieur l’Echevin, l’assurance de ma considération distinguée. L’Officier d’ordonnance du Roi, Major E. d'Oultremont. den ouden boom bracht den boom tot treu ren, tot kwijnen, tot sterven. ’t Was in April 1915. De lente ging aan ’t bloeien vol blijde beloften; niet enkel de schepping ontwaakte bij ’t streelen der zon, maar de herten gingen open vol blijde ver wachting naar zegepraal en verlossing. De verlossing kwam voor hem, niet de verlos sing, helaasdie hij had gedroomd, het over varen naar zijn lieve land, maar de groote verlossing der rust na een verdienstvol leven, het overvaren naar het Glorieland des He mels, waar eene vrede heerscht die geen kei zers storen kunnen. Ik zie hem nog liggen, blank op ’t blanke bed, met het kruisken in de hand, eeremerk der christene dooden gansch de wereld door. Ik heb zijn lijk be sprenkeld met gewijd water en gebeden bij zijne sponde, en hij leek mij te zijn een zin nebeeld van ons bezweken land dat rein, eer vol uitgeleefd lag op een praalbed. Zijn lijk werd gevoerd op een vreemde koets, onder vreemde bloemenkransen, en daar scheurde iets in mijn hert toen ik zijn kist toevertrouwd zag aan een kerkhof waar niets dan vreem den begraven liggen. Doch eensdaags zuilen zijne gebeenderen rusten in de schaduw eener nieuwgebouwde kerk, waar vlaamsche klok ken zullen luiden, en alswanneer dan zijne medeburgers en de nageslachten zijnen graf zerk zullen voorbijgaan, dan zullen zij vol dankbaarheid denken aan donkere dagen waarop een edele grijzaard die hun hoofd was het werk zijner handen, het werk zijner liefde verlaten moest, en sterven ging, als een slachtoffer van den wereldoorlog ginder ver, over de zee. Hei volgend gedicht werd den overledene opgedragen. Hij was een kostbaar man.... ”t Verstand Straald’ helder in zijn oog, en ’t hart Lag uitgespreid op tong en hand Als balsem voor de menschensmart. Korte beschrijving van een ontwerp, dat met verklarende schets naar den bevoegden Heer Minister opgezonden werd. Het hoofdgedicht van het ontwerp bestaat hierin: dat de stad Dixmude te kleinen koste en zonder veel moeite in ’t bezit zou gesteld worden van voordeelig ge legen nijverheidsgrond daar waar zij er voor den oorlog over hoegenaamd geen kon be schikken. Daartoe zou de Handzaemevaart van af den draai aan den Keizerhoek tot aan de Kruisvaart of iets hooger recht getrokken (en wat breeder gedolven) worden, terwijl de ijzerenw'eg van het zuiden naar het noorden, geheel tegen de stad, zou gebracht worden. De nijverheidsgronden zouden tusschen beide gelegen zijn, en tevens zou er tusschen den nieuwen ijzerenweg en de stad al den Westkant, geschikte bouwgrond ontstaan waar een zeker getal modelwerkmanswoons- ten met hofje zou kunnen opgericht worden. Het ontwerp zou het ook gemakkelijker maken de buurtspoorwegen en een groot deel van het zwaar vervoer buiten de stad te houden zooals op het plan aangewezen is. Het spreekt van zelf dat een klein deel van het grondgebied der gemeente Beerst bij de stad Diksmude zou dienen ingelijfd te wor den. Openhaar nut. Het zou ongetwijfd een werk van open baar nut zijn de groote kromming der lijn Gent - Duinkerke rond Dixmude door een veel rechtere lijn te vervangen, te meer daar die nieuwe lijn alleen over den steen weg Dixmude-Oostende zou loopen, terwijl de bestaande lijn ten ie den steenweg Dix mude- Roeselare, ten 2e den steenweg Dix mude-IJper, en ten 3e den steenweg Dix- mude-Veurne moet dweerschen. Het verhoogen der lijn (om onder ander de draaibrug over den Ijzer te vermijden dat voor den oorlog stond om verwezentlijkt te worden, zou aldus zooveel gemakkelijker geschieden, zelfs al ligt de grond in ’t noor den der stad iets lager) daar de op te hoo- gen lijn aanzienlijk korter zou zijn, bijzon derlijk als men heb dweerschen der kalsijde Dixmude-Veurne wil vermijden. Er dient daarbij in acht genomen dat men de noodige aarde bij ’t werk vinden zou, na- mentlijk deze voortkomende van het recht trekken der Handzaemevaart. Die werken zouden voor het Bestuur der Spoorwegen te meer belang opleveren daar het plan bestond, meen ik, de lijn Dixmu de -Caeskerke te verdubbelen in ’t belang der lijn Dixmude-Nieupoort. De nieuwe richting der buurtspoorwegen, door het ontwerp voorzien en mogelijk ge maakt, zou voor dezer uitbating voordeelig wezen en tevens de straten der stad van die buurtspoorwegen ontlasten. Eindelijk zou het zwaar vervoer tusschen Oost en west en tusschen Zuid en West of Oost en het verkeer der automobielen gemak kelijk rond de stad kunnen afgeleid worden zooals op ’t plan aangeduid is, terwijl ook het verkeer tusschen 't Westen en ’t Noor den merkelijk verbeterd zou zijn. 2 -X-

HISTORISCHE KRANTEN

Dixmude op den vreemde (1917-1918) | 1917 | | pagina 2