De opkomst der dultsehers aan den Kapelhoek bij Dixmude Uit een schrijven van Mr Paul Deceunynck van Eessen KERKGEWAAD 3 B -- De Eerw. Heeren Pastors der Dekenij van Dixmude, die langshier op vrije voeten zijn, aanzien het als een aangename plicht hun nen welgemeenden dank te betuigen aan het bestier van het St-Elisabeth’s werken aan ai de liefdadige medewerkers voor al wat zij doen ten voordeele hunner verwoeste en leeggeplunderde kerken. Een woord van gansch bijzonderen dank richten zij tot Mevrouw Pollet, Notaris Baert en Eerw. Heer Hocepied. God zal 't hun loonen. Bedrijvig, voorzienig is het Belgisch, het Vlaamsch, het Dixmudsche volk. Het is ver spreid, als bannelingen in verschillige lan den het heeft stof tot treuren en moedeloos zijn dag en nachte om zooveel onheil dat hem kwam treffenhet is gansch ontredderd uit zijn midden geworpen, en is komen aange spoeld als brokkelingen van een deerlijk wrak bij menschen die vreemden zijn voor hem, eene andere taal spreken, andere ge bruiken en zienswjjzen hebben, en zelve de armen vol hebben om den grooten wereld oorlog door te worstelen. Zulks belet niet dat het ’t hoofd omhooge houdt en de handen onledig, In de Fransche hoofdstad zagen wij het Geraeente-bestuur samen komen om op de puinen der nog be zette stad pla men van stoffelijk herworden op te bouwen; en in de groote hoofdstad van Engeland zien wij ook Dixmudelingen aan het werk om in de toekomstige geeste lijke noodwendigheden te voorzien, niet enkel der stad maar der Dekenij Dixmude. Kerkgebouwen zullen gewis eensdaags weerom pralen in het Dixmudsche, kerken die in hunnen immer ouden en immer nieu wen bouwtrant, doordrongen van godsdiens tige en nationale schoonheid, de gedachte van een heerlijk verleden en eene heerlijke toekomst zullen samenbindenen, moet het nog een tijdje duren vooraleer deze groote droomen zullen kunnen wezentlijkheid wor den, houten kapellen zullen binnen hunne schamele wanden den bloei van den eere- dienst verzekeren. Kerkgewaad moet samen met kunstgebei- tel en steenenwerk een huldelied zingen aan den God der christene geloovigen. Het aan- koopen, het uitbeelden, het snijden, het af werken dezer gewaden is geen droom meer, maar van nu af hangen koorkappen, mis- kleederen, linnen, altaargerief gereed om in al de kerken der Dekenij uitgesteld en inge huldigd te worden den triumfantelijken dag waar het Te Deum zal weergalmen om al de veroverde vreugde na zooveel leed. Eerweerde Heer Hocepied, geen Dixmude- ling van geboorte, maar Dixmudeling niet enkel omdat hij er leeraarde maar omdat hij de stad leerde lief hebben en thans om Toen ik den 16 October 1914 opstond, zag ik langs den ijzerweg eene aaneenscha keling van burgers, die wegvluchtten uit hunne teêrgeliefde dorpen, om aan de mis daden van de laffe duitschers te ontkomen. Om 8 uren zagen wij de Fusiliers marins afkomen. Zij mieken aan het Eessenkapel- huis hunne loopgrachten, maar van zoo zij er vijf minuten inzaten, kwamen er 8 duit- sche voorposten af per velo, voor dewelke de Franschen achteruit trokken tot aan den Robbehoek; de Duitschers trokken de Ees- senkapel binnen. Om 8 3/4 ure schooten zij op mijn vader een tiental kogels toen hij terugkwam van het gemeentehuis van Ees sen, waar hij eenige boeken was gaan halen. Om 9 ure kwam er een stoomtrein afge stormd uit Eessenstatie recht naar Dixmude, voorzeker met het gedacht van hem te doen botsen op den train blindé en de canons die in Dixmudestatie stonden. Toen dat machten voorbij ons passeerde zagen wij dat er niemand op zat. Na dat begonnen zij van weerskanten hard te bombardeeren. Dan liepen wij in de kelders en kwamen er slechts uit om 1 ure. Toen het wat gestild was, ging ik naar boven op ons huis en, om 3 ure, zag ik drie duitschers langs den ijzerweg afko- Eerbiedig en dringend verzoek aan de Eerw. Heeren Pastors der Dekenij, ofwel naar den Zetel van het Ste-Elisabeth’s werk bij E. H. Hocepied, 33, West Hill, Sydenham S. E. London, ofwel op mijn adres een volledige lijst op te sturen van het kerk gewaad en altaargerief dat zij begeeren te ontvangen van bovengenoemd werk. Al wie eene zichtkaart bezit van eene der kerken onzer Dekenij, zou een goed werk verrichten met ze mij op te sturen om ten toon gesteld te worden in de expositie van Kerkgewaad voor de kerken der Dekenij Dixmude te Sydenham op 14 April aanstaande. Dank op voorhand. J. Van Ryckeghem. Onderpastor-Desservitor van Dixmude. Op 15" October 1914, daags vóór de eerste beschieting van Dixmude was hij zoodanig uitgeput dat zijn geneesheer hem bevel gaf, wilde hij niet bezwijken onder den last, zoo haast mogelijk de stad te verlaten. Maar de oude Burgmeester wilde van niets hooren, en ’t was niet zonder de grootste moeite dat zijne kinders erin gelukten hun nen kranken vader uit Dixmude weg te krij gen, onder voorwendsel van eenige dagen te gaan rusten in eene omliggende gemeente. ’t Was maar toen hij na eene lastige reis, op een open wagon, zonder eten of drinken, met zijne familie te Duinkerke aankwam en vernam dat men -naar England zou vertrek ken dat hij de werkelijkheid van den toe stand gewaar wierd. Kost wat Iftst wilde hij naar Dixmude terugkeeren en ’t was slechts met geweld dat men hem al weenen op het schip kreeg. ’t Was te Sydenham, nabij Londen, dat hij in den nacht van 21" April 1915 overleed, bijgestaan door zijnen goeden vriend Z. E.H. Deken Moulaert en omringd van zijne kin ders en kleinkinders. De plechtige lijkdienst had plaats den Za terdag 24" April 1915 om 11 ure ’s morgens in de katholieke kerk van Sydenham. Al de Belgische vluchtelingen van den omtrek wa ren aan dezen dienst tegenwoordig, alsmede menigvuldige Engelsche familiën die een laatste hulde wilden brengen aan de nage dachtenis van den Burgmeester eener diep ongelukkige Belgische stad. E. H. Hocepied, leeraar aan ’t collegie van Dixmude deed de H. Mis en de Z. E. H. Deken Moulaert zong de absouten. Na de kerkelijke plechtigheden -werden verschillige lijkreden uitgesproken, nament- lijk door Dr Delaeye van Knocke in naam van den Provincialen Raad, door Z. E. H. Moulaert in naam der tegenwoordige en afwezige Dixmudelingen,door Mr J. Van den Berghe, Schepen van Rousselaere, in naam der Belgische vluchtelingen. Wij vragen aan onze christene lezers een gebed voor onzen betreurden Heer Burg meester. X. haar lijden honderdmaal meer bemint heeft, dank aan de krachtige en onuitputbare me dehulp van den Hooggeachten Heer Consul van België in Engeland en Mevrouw Pollet, eenen schat het is niet overdreven van kostbaarheden voor het werk der kerken van ’t Dixmudsche weten te verzamelen. De Heer Notaris Baert, gouwraadsheer van Dixmude en zoon van den diepbetreurden Heer Burgmeester, stond hem ievervol in het beredderen van het werk bij, en wist zich aldus voor de godsdienstige belangen zijner streek verdienstelijk te maken. Mevrouw Collin, en Jufvrouw Hocepied deskundigen, hebben edelmoedig hunne vakkennis en werkdadigheid ten dienste ge steld van het werk. De voorwerpen werden onlangs ten toon gesteld te Croydon, eene groote stad dicht bij Londen, en maakten er de bewondering van Engelsche en Belgische bezoekers gaan de. Binnen kort zullen zij worden ten toon gesteld te Sydenham, eene Londensche voor stad waar Eerwaarde Heer Hocepied als al- moezenier der Belgen oneindig veel goed heeft gesticht. Benevens het zielewerk dat hij op eenieder der vluchtelingen uitoefent, heeft hij er opgericht met de wonderbare medehulp van Engelsche weldoenerseene Belgische Kapel, eene Belgische school (afdee- ling der Engelsche) eenen werkwinkel voor dezen die in geene Engelsche bediening waren. Mij dunkt, dat de Dixmudelingen van nu reeds den plicht hebben den Eerweerden Heer Hocepied dank te zeggen en Dixmu de» die de tolk is der bannelingen onzer stede zal gewis met blijheid dit huldewoord aan zijne Dixmudsche lezers mededeelen. West-Vlaming. 2 Het zoo belangwekkend artikel over De toe komst van Dixmude is nit plaatsgebrek verschoven tot een volgend nummer. -X-

HISTORISCHE KRANTEN

Dixmude op den vreemde (1917-1918) | 1917 | | pagina 2