I
Eene Zante lieuwsmaren
--4—
Rich. Van de Zarre.
7
6
het huis van
Uit ’tHooglandeke te Lain (Yonne)
Nieuwjaarmaand 1917
eenige verstrooide balken
verloor hen dan uit het oog.
’t vervolgt
te vreden was,
de verhandelin-
toch zoo nauw
Beste Vriend Frêe van de Sparre,
Dixmude wel ontvangen doet a. u. b.
mijn gelukwenschen aan E. H. V. R. ’t Ver
toont hem eenvoudig maar in nette stevige
kleederenook wensch ik het veel geluk en
welvaren.
In deze dagen dat ’n mensch gedurig
groote gazetten aan ’t lezen is, meest met
allerhande nieuwsjes opgevuld die zelve nog
geen schijn van waarheid hebben en maar
De volgende burgers en
krijgsgevangen te Soltau, in
Ernestine Sabbe, Marie Decorte, Marie Roo
se, Ameliede poortieres, Louise Demoen en
ik. Ik zag het eerst eenige rookwolkjes langs
den kant onzer parochiekerk. Wij liepen
allen naar de Groote Zaal van het Couvent
en zagen daar den brand ontstaan en zich
uitbreiden. De klokken van den Beijaard
verdwenen een voor een; dan onze groote
klokken; dan sloegen de vlammen als de
baren eener woedende zee langs alle kanten
uit den toren en verhieven zich als een muur
hoog opwaarts dan sloegen zij als een on
meetbaar vlammend tapijt uit de zijbeuken
men kon het niet aanzien zonder weenen.
Het dierbaarste wat wij hadden was verslon
den, de kunststukken vernield, de herinne
ringen van ouders en voorouders wegge
vaagd. Ter neergeslegen liepen wij den kel
der in.
In de kerkstraat was iedereen gevlucht; de
dekenij brandde af;de Bibliotheek insgelijks;
het kuis van Mr J. Ketele was reeds den
prooi der vlammen geworden; het huis van
Mr Prudent Flour was sterk beschadigd; de
Herberg «De Passer», de huizen van de
We Fierens, van Emile Cornelis, van de We
J. De Keyser waren afgebrand; het overige
der Kiekenstraat geheel ontredderd, opge
schoord, ondersteund met planken en balken
om het instorten te beletten. Ik wilde het
ander einde der Kiekenstraat bezichtigen,
maar de soldaten beletten het mij omdat het
zoo gevaarlijk was; het magazijn en woon
huis van Mr Daniel Quatannens waren afge
brand. De Breede Steeger en
Jufvr. Delheye insgelijks.
Ik moest eenen omweg maken langs den
Grooten Markt om iets te zien. Het Stadhuis
stond nog recht maar doorschoten; de Con
corde, en het huis van M'ne J. Hoet waren af
gebrand; geene huizen scheenen nog be
woonbaar; niets dat nog aan elkander hield.
Dienzelfden Woensdag 2in waren er 15
menschen vergaderd in den kelder der Zwar
te Zusters toen eensklaps het gewelf instortte
onder de obussen. Welke schrik! Welke ver
warring. Doch allen werden gered.
Eensklaps wierd er gebeld aan ons Hof
wij schrikten allen. Het was Mrae W° Quatan
nens, die in den kelder der Zwarte Zusters,
begraven onder puinen balken en steengruis,
gered wierd door Zuster Marie, die eerst
geen uitweg vindende, eindelijk, met genoeg
Uit MERS-LES-BAINS
Wij hebben heel goed Dixmude ontvangen
waarover wij u dankbaar zijn.
Wij wonen hier te Mers-les-Bains een goed
kwartier van Le Tréport. De streek is hier
wild, maar schoon. Wij hebben de zee soms
driekleurig, bleek-blauw groen en verder
grijs. Ons Mers staat verborgen tusschen
geweld, eenige planken kon wegruimen en
aldus hare zieke kon redden. Zij bracht haar
half bezwijmd naar het Beggijnhof, waar
men met haast een bed voor haar gereed
miek. Zij rustte daar eenige uren en toen zij
ontwaakte, betuigde zij hare dankbaarheid.
Het wierd avpndMme vertelde hoe zij gedoold
had van den eenen kelder in den anderen en
schier verongelukt bij de Zwarte Zusters.
Het was treffend om zien met welke zorgen
Zuster Marie haar behandelde. Maar eens
klaps rond middernacht wilde zij naar haar
huis in de Statiestraat, niettegenstaande de
gevaren die wij haar vertoonden. Wij moch
ten allen met haar mede zegde zij. De Jufvr"
Beggijnen, Marie Decorte, Louise Demoen,
Marie Sweertvagher, Ernestine Sabbe gingen
met haar. Wij bleven dus enkel met Jufvr.
Huyghe en hare moeder, Marie Roose, Ame
lie en ik.
Ik ging achter om te zien en viel op den
Appelmarkt over
en planken en
soldaten zijn
1 Hannover,
Duitschland: Achiel Van Coellie, Charles
Aalbrecht, René Vanrooze, A. Geerardyn,
Robbe van tegen Dixmude, Charles Leplae,
René de zoon van Stechelman, De jacht
wachter, allen van Eessenalsook nog de
twee zonen van Goucquie van Zarren, ter
Eist; Rich. Veryser, Antoon Van Acker en de
zoon van Toortelboom van WoumenCharles
Beernaert en de zoon van Veryser, uit den
Troetelare, beiden van Vladsloo.
Tijdens den inval van de Duitschers in
Keyem, wierd Sidonie Waeyaert, echtgenoote
van Marcel Bailleul, met twee van hare
kinders doodgeschotenhet zoontje van
Henri Deboeck, elf jaar oud, wierd ook alzoo
gedood, tijdens het vluchten, op het hof van
voorzeiden Bailleul. In October 1915 werden
vele Keyemnaren als krijgsgevangen naar
Duitschland vervoerd. Onder deze was Desiré
Dieusaert, die in den tijd landbouwer te
Eessen was. Hij werd met zijne vrouw en
meid, in eenen trek naar Duitschland ge
bracht. Daar werd hij gevaarlijk ziek, maai
dit miek dat hij met nog andere bannelingen
naar Zwitserland mocht overreizen. Zijne
meid keerde weder bij hare ouders die in
Oostvlaanderen verbleven. Thans verblijft hij
te Le/sin in het kanton van Vaud (Zw.)
Alouis Vermothe en August Avereyn van
Keyem en Florizoone van Stuyvekenskerke
zijn ook in Zwitserland geïnterneerd. Henri
Van Eigen verblijft te Ste-Andries bij Brugge.
Het meestendeel der bevolking van Keyem
is op zeven gemeenten van Oostvlaanderen
gerefugierd. Desiré Vanbezien, en Bailleul,
die te Exaarde (Oost-Vl.) verblijven, doen er
dienst de eerste als burgmeester van Keyem,
de tweede als secretaris.
Sedert Oct. 1914, heeft de dood vele
slachtoffers tusschen de bevolking van Keyem
en Beerst gezocht. Onder deze noemt men
Irma, de dochter van Amelie Knockaert,
welke te Brugge in het Lazaret gestorven is.
Charles Demaagd, de twee Karei Sanders,
vader en zoon, de vrouw vanTheophiel Roest
en de veldwachter Leo Pollentier, zijn te
Ichteghem dood en begraven. De vrouw van
Henri Demaegd, Romanic Depuydt van
Keyem, Romanie Van Thuyne d’echtgenoote
van Henri Waeyaert stierven te Couckelare.
Men noemt ook nog de vrouw van Charles
Van Eigen en Karei Louis Neuville. Louise,
de vrouwe van Modest Loncke van Beerst is
in 1915 overleden te Villeroy bij Parijs. Stierf
ook in het hosipaal van Kales tengevolge
van zijne kogelwonden, Kamiel Van Coellie
voorname landbouwer van Eessen. Estella
Villein, die volgens men vertelde, door den
vijand wreed versmoord wierd, is gave en
gezond te Thourout bij hare ouders.
Zant er
dienen om het groot publiek zijn bekomste
te gevennu dat men dagelijks den toestand
en de gebeurtenissen van een heele wereld
te overzien heeft, en verre verre moet leven
van de gewesten en streke met wier midden
men vroeger zoo gelukkig en
hewel nu zijn de namen en
gen over die plaatsen, ons
aan ’t herte, dubbel lief, omdat ons leven
ermêe vergroeid was. Daarom zalDixmude
bij alle streekgenooten hertelijk welkom zijn,
hoe eenvoudig dat de bijdragen hoe gering
dat ’t nieuws ook zijn moge. De name alleen
van personen en plaatsen is genoeg om aan
te trekken en deugdoende te doen gevoelen
iets dat van ginder komt, iets dat andere
streken niet geven kunnen, omdat hetgeen
dat van daar komt alleen bekwaam is om
rechte naar ons gemoed te gaan. Proficiat
en goed heil
’t Is hier nu gesneeuwd, een kloefe dikke,
’t Werk, meer of 't steperwerk en ’t futter-
werk, ’t grof werk zeg ik, ligt al stille nu en
mijn stiel van houthakker zit nu in ’t dak tot
dat ’t weêre betert; dan pak ik hem weêre
aan tot half maarte.
Onze doeninge hier is gelegen heel op ’t
uiterste toptje van Test-Millon’s heuvebrugge
wij genieten frissche lucht en schoone ver
gezichten. Lain ligt wat leeger op de helling
van een anderen heuvel en, langs onzen
kant, met eene vallei tusschen ons. Lain
onder sneeuw nu is heel schoone. ’t Is bij
lange zoo schoone niet als g’ er zijt; lijk
vele dingen: schoone van verre maar verre
van schoone. ’t Is lijk de streke hierze mag
schoon zijn, goed zijn, vruchtbarig of gezond,
dat kan allemale aan ons Vlaanderen niet
want dat is ’t schoonste land van de wereld...
Vit een brief van den Heer Rich. Theuninck
aan Heer Fred. Loncke.
i