8 R. D. V. Drukkerij Alexis De Carne, Stavele. Mo /t Plaatsgebrek verplicht ons de adressenlijst uit te stellen tot het naaste nummer. Dan ook zullen verschillige verbeteringen, volledigingen, en terechtwijzingen aan adres sen en doodenlijst toegebracht worden. Die verandert van adres is verzocht het aanstonds te laten weten. -- Uit ALEQON (ORNE) -«rm n «-■—■in .wuif —m Eerw. Heer Onderpastor, Hoogst tevreden en tenzeerste dankbaar voor het ontvangen van het maandelijks tijd schrift Dixmude Dit zal zijn als een maandelijks bezoek van een stadsgenoot om over ons geliefd Dixmude wat te spreken. Hoe aangenaam zal dit wezen voor iemand lijk ik die in zoo lange maanden geen dixmudsch aangezichte meer aanschouwd heb, daar we hier gansch alleen zijn van de streek, niettegenstaande er van 200 tot 3oo belgische vluchtingen zijn. Gelukkiglijk krijgen wij binnen korte een belgische school voor onze kinders. Ze hebben dit hoogst noodig voor hun vlaamsch te leeren, want ze doen niet anders dan fransch zwatelen. De belgische aalmoezenier doet hier goed zijn beste, maar hij is over last van werk ge kunt denken, alleen voor het departement. Over 6 maanden heeft hij onze nieuwe dochter Maria Elisabeth ge doopt. Het was hier zijn eerste dooplinge. Wij hebben er een klein vlaamsch feestje op nagehouden. We komen hier goed aan ons brood. Veronie Cornetie is bij ons, frisch en gezond; ze doet bijna al onze boodschappen geen fransch kennende. Alzoo leven we hier in geduldige afwachting, naar den zoozeer verlangden terugkeer. We zijn hier in een godsdienstige streek gevallende menschen zijn zeer beleefd en vriendelijk. Het stadsbestier is goed de vluch telingen genegen. Het is een stad van 18.000 zielen juist gelijk het vermoorde Yper. Er zijn 3 groote schoone kerken, wel bezocht. Het omliggende is oprecht schilderachtig, omrimgd met bosschen, bergen, carrieren enz, een oprechte appel- en bloemenstreek. Zoo men er soms het aanleeren der jonge rekruten niet zag, zou men aan geen oorlog denken. Uw dankbare stadsgenoot, Gve Hoebeke. Proficiat Gustave: met uwe Maria-Elisa- beth. Mocht ik welhaast in Dixmude voor u een Albert doo pen. twee hoogten in wit kalk Falaises noemt men dat hier. Wanneer de zee achteruittrekt, ziet men niets anders dan keien en wil men zand zien, dan begint de moeilijkheid. Eerst een tien minuten door de keien. Sommige hebben de dikte van een hoofd, andere zijn juiste lijk eieren, en daar zijn er soms die zeer eigenaardig uitgehaald zijn door de baren. Om naar de Falaises te gaan die voor Le Treport ligt, moet men 365 trappen op klimmen. Andere wandelingen krinkelen over berg en dal. Het uitzicht is prachtig, want boven op de bergen hebt ge groote bosschen. De landbouwers zeggen dat hier nog al veel vossen woekeren, en binst de klare nachten hoort men ze dikwijs bassen. Het leven is hier nu uittermate duurook trachten de Belgen zoo gesparig mogelijk te leven. Wanneer de zee onstuimig is geweest, dan gaan wij allen, zonder onderscheid van rang of stand, de eene met een kar, de andere met een kruiwagen of zak, al over de keien naar de zee schaverdijnen om hout te rapen. Het is ongelootijk wat daar al aangespoeld komt, waarschijnlijk van schepen die getor- pilleerd werden. Stukken acajou, deuren lijsten van spiegels, sporten van stoelen, bal ken enz. Het is toch zoo aangenaam om bestatigen hoe de Belgen in ’t algemeen en de Dixmu- delingen in ’t bijzonder, hier wel overeenko men. Men zou zeggen dat ze maar één groo te familie uitmaken. E. H. Priem doet hier ook zooveel goed. De Franschen zijn toch zoo tevreden met «Le bon petit curé beige» zooals zij zeggen. Hij heeft hier alles ingesteld op zijn Belgisch; want hier was juist lof den zondag. Wij komen hier allen aan ons brood, doch verlangen algelijk om terug te keeren naar ’t lieve Vaderland.

HISTORISCHE KRANTEN

Dixmude op den vreemde (1917-1918) | 1917 | | pagina 5