lets voor de Woumenaars
OVERLIJDENS
-—4.-
Ter echt wij zingen
Vrienden van Dixmude
VRAGEN NAAR INLICHTINGEN
8
9
J. Van Ryckeghem
Een gezaghebbende Woumenaar schrijft
uit bezet België
Eenigen tijd na de aankomst der Duit-
schers te Woumen werden de ingezetenen
gedwongen de Gemeente te verlaten. De
zusters en de ouderlingen van het gesticht
zijn gebleven. Wij werden naar Thourout
overgebracht en aldaar opgesloten. Nochtans
na eenigen tijd mochten deze die geld hadden
losgeloten worden en gaan waar zij begeer
den.
Zoo is M. de notaris Proof met zijne fa
milie naar Gent gegaan; E. H. Pastor Van
der Heyde heeft zijnen intrek genomen bij
Z. E. H. Deken der stad. C. Tommeleyn is
naar Coolscamp gegaan met Vertinde zijnen
pachterR. Vanoverschelde naar Lichter-
velde, waar hij een i5e kind heeft laten
kersten doen onder den naam van Albert.
Henri Dedecker, wiens vrouw zinneloos ge
worden is verblijft te Kortrijk. Meestal de
Woumenaren zijn te Thouront en te Lichter-
velde. Burgmeester Decoene en Mevrouw
van 't kasteel zijn te Thourout.
met nieuws over stads- of streekgenooten
aan te schaffen
al wie het kan doen met een geldelijken
steun op te zenden.
ZIJN NOG OVERLEDEN
MM. Damman Cyriel, Dixmude 1914.
Clemence Debaene, huisvr. van Romain
Van Cuyck te Le Mans.
Casier Raoul, zoon van Henri, de Panne
in 1915.
Deirendonck Alexander, machiniste van
den tram, te Veurne in 1915.
Ferdinand Braeckeveld, te Oostkerke in
1915.
Vermote Frans, stoker van den tram, te
de Panne in 1915.
Masschelein Henri, te Montauban, Feb.
1917.
Vanstechelman Florentine, echtg. van
Ach. Gouwy den 19-9-1916 te Auray.
De vrouw van Charles Abeele te Blackpool
(Engeland).
MM. Germaine Palmyre Rosseeuw, 5jaar, te
Jarnac (Charente) in Feb. 1917, doch
ter van Florent.
Declercq Philomene, Wevan Charles Elle
te Niort(2 Sèvres) in Feb. 1917.
Jufvr. Marie Dekeyser te Paris in 1917.
M. Lucien Vermeesch te Cayeux in 1917.
We Ch. Decuypere.
We Adelaide Van Sassenbrouck, 94 jaar, te
Parijs in 1917.
M. Ch. Beernaert, 71 jaar te Mers-les-Bains.
WIL VOORTS ALLEN MEDEHELPEN met
mij de missen in de adressenlijst kenbaar
te maken;
met nieuwe of veranderde adressen op te
sturen
Den woensdag 24 Januari laatst overleed
te Désvres (Pas de Calais) Madame Marie
Adet We van Hip. Vermeesch, waar zij ver
bleef met haren zoon E. H. Jules Vermeesch.
Zij was slechts eenige dagen ziek. De ge
neesheer zag er geen erge in, toen haar toe
stand haastig verslechtte zoodanig dat zij op
Dinsdag 23" moest berecht worden.
Madame Vermeesch was eene echt Dix-
mudsche christene huismoeder, die zonder
wereldsche praal haren tijd en haar geld
wist te besteden ten voordeele van alle nut
tige inrichtingen in hare geboortestad.
Wij vragen een bijzonder gebed tot laafnis
harer ziel aan de christene moeders der
H. Familiewaarvan zij met zooveel ijver
het voorzitterschap waarnam, alsook aan de
leden van ’t werk der arme kerken waar
van zij insgelijks voorzitster was.
-o-
Is haastig overleden te Veurne den 2" Feb.
1917, Madame Weduwe Ferdinand Van de
Woude geboren Melanie vande Velde in den
ouderdom van 81 jaren.
mijne vrouw en mij uit ons gevangenschap
verlost te zijnwant niemand kan het geloo-
ven wat het is, in de handen van den vijand
te zitten, en van te moeten leven onder zijn
oogen, bestendig in het gevaar, en alle stap-
pe onrechtveerdiglijk gestraft te worden en
opgesloten te zijn in smerige kampen, waar
een mensch vergaat van alle slach van
venijnt en vuiligheden. Gelukkig zijn deze, die
alles ontvlucht hebben, want wij hebben toch
alles zien ontnemen, wat’ wij bezaten. Had
ik alles kunnen voorzien, ik had liever naakt
bij u kunnen geraken. Ik heb nog een jaar
onder den Duitsch, op mijne hofstede geble
ven. Het leven was er lijk in eene hel. Ik
mag er niet aandenken. Ik moest in het jaar
1915 mijn land, waar alles lijk in slijk en
water lag, beboeren’t was een wonder om
zien welke schoone vruchten ik had; maar
toen alles ingeoogst was, kwam de vijand
ons gevangen nemen, en ik had slechts twee
uren tijd om mij tot het vertrekken gereed te
maken. Men verzekerde mij dat ik in twee
dagen zou wedergekeerd zijn naar Keyem
maar wij werden naar Duitschland gestuurd
en in twee verscheidene kampen opgesloten,
waar wij onwetend waren van malkanders
lot. Ik wierd bijna zinneloos: alles geroofd
zijn en niet weten wat er van mijne vrouw
geworden was... Beste Vriend, gij moogt het
nooit beklagen dat gij gevlucht zijt... Ik en
mijne vrouw, en bijna gansch Keyem heb
ben dikwijls in afgeschoien huizen gesteken
geweest, het was van mij den zesden keer,
toen men mij naar Duitschland verbande.
Uit Keyem hebben de vijanden alle ijzeren
machienen weggevoerd. Ik heb ook voorbij
mijne hofstede, de klokken van onze schoone,
kerk zien voorbij rijden. De kerk was ook
weg, en wat een groot wonder is, alleenlijk
is het groot kristusbeeld, dat tegen den kerk
muur staat, ongeschonden gebleven. Ik moet
u nog het treurig einde mede deelen van
Felix Fonteyne, die bij zijne familie gevlucht
was, en ’s morgens dood lag in zijn bed.
Hij laat negen kinderen achter. Schrikkelijk.
Beste Vriend, mocht het God believen
wedra een einde te stellen aan den wreeden
oorlog, en dat wij het geluk mogen hebben,
elkander weldra weder te vinden op ons
vroeger zoo schoon Keyem waar wij allen
zoo gelukkig waren.
- -
Het is mij volstrekt onmogelijk per ge
schrifte te antwoorden op het overgroot
getal brieven dat mij toegezonden werd bij
het verschijnen van Dixmude
Daarom vraag ik aan alle Dixmudsche
vrienden die geen antwoord ontvangen heb
ben, dit schrijven hier te willen aanzien als
de uitdrukking van mijnen dank
vooreerst en vooral aan hen die mij hun
nen penning jeunden tot onderstand van ons
maandelijks gazetje
dan ook aan allen die mij met hunne
gelukwenschen hunne erkentlijkheid aan-
booden.
--
Men vraagt mij naar nieuws of verblijf
plaats van de volgende personen van Dixmu
de.
De moeder van Pieter Debaere
Philomène Ghyselen
Cecilia Dewulf, huisvr. van Alph. Dewulf;
Louis Huyghe.
Die iets weet over bovengemelde personen
wordt vriendelijk verzocht mij deze inlich
tingen op te zenden.
Kan er niemand geen inlichtingen geven
over het huisgezin Petrus Deburgraeve-
Brouchaert van Woumen.
Wij waren slecht ingelicht toen wij onder
de overledenen opnamen
Mme Zwaenepoel-Verlinde.
Elodie Poublon.
Beide zijn Goddank in goede gezondheid.
Wij bidden hen ons te willen verontschuldi
gen over die misgreep.
Bernard Deguytter, soldaat, zoon van
Achille mocht enkel opgegeven worden als
vermist sedert 22 Oct. 1914, in den slag van
den Yzer, niet als overleden.
Baptiste Staelen is ook niet dood in
Dixmude, maar was over eenige maanden
verblijvende te Couckelaere waar hij door de
duitschers uit Dixmude overgebracht werd.
Henri Tiberghein is ook door hen uit
Dixmude weggevoerd naar Wynghene.