Adjudant Paul Vanden Bussclie van Beerst KOMITEIT DER VLUCHTELINGEN VAN DIXMUDE 47 46 De doodengang was naderbij dan hij zelf wel dacht... Hij wierd reeds daags nadien zijnde daags voor O. L. Vrouw Hemelvaart ten zijnen inzichte gezongen. Kristen Belg buigt zachtjes het hoofd want de ziel van een Vlaamsche held is ten hemel op geklommen. En gij, Beerstenaar, die den 22 jarigen jongeling zoo goed hebt gekend, gaat knie len soms voor zijn graf te Adinkerke en lispelt een vurig gebed ter ziele lafenis van dit bloemke geplukt, te vroeg helaas, op ’s Heeren akker ---- Zoon van Meester Vanden Bussche. 't Was als een donderslag dat de droeve mare zich verkonddeze kwam treurig en doodsch me toe te midden de dagelijksche oorlogsbe- drijvigheid aan de loopgraven te Boesinghe. Adjudant Vanden Bussche is gesneu veld te Caeskerke. En als instinktmatig klonk het van mijne lippen Eere aan den koenen held Lafenis voor zijne wakkere ziele We hebben hem zien opgroeien en toch zoo goed gekend: ’t was de jonge koene knaap vol kristen vlaamsch leven. Onbe wimpeld van karakter en gevoelen droeg hij zijn gedachten vrij in zijnen kop en zijn zienswijzen wist hij overal met smaak voor oogen te leggen en te doen aannemen Hij was veelbelovend en de kristene volks ontwikkeling zag hoopvol op den jongen student die in 1914 zijne latijnsche huma niora in Poperinghe volmaakt had. Hij wou naar Leuven gaan en zich de ka- tholijke hoogere ontwikkeling toeeigenen maar de schrikwekkende oorlog brak los, om wild te woeden over ons klein landeke... En toen na den val onzer laatste verster kingen te Antwerpen we Vrankrijkwaarts vluchtten, was Paul nog de moedige geest driftige jongen zooals we hem hadden ge kend. Owie van ons, die met hem voor de duitsche barbaarschheid op de vlucht waren er in groep naartoe te gaanzulks zal gedaan worden. De Vader Overste der broeders van liefde vraagt dat er een komiteit zou ingericht worden om den aankoop te doen der eetwa ren die aan de Djxmudelingen aan prijs van inkoop zouden aangerekend worden, gezien vele neringdoeners ons op eene schandelijke wijze uitbuiten en meer nog, ons de koop waren weigeren of ons deze waar willen be stellen nadat de anderen ervan voldaan zijn. En seffens worden er onder onze ingezete nen dienstwillige mannen gevonden die deze taak op zich willen nemen. Zullen er een handje aan toesteken de Heeren: Cyrille Poublon, Jéröme Monteyne, Vader Overste der Broeders van Liefde, Ro bert Maeseman, Jules Pil, Marcel en Georges Pelgrim, Vanden Broucke en VanRyckegem. Dezen avond om 5 ure zal er in eene nieuwe vergadering beslist worden op welke manier deze heeren zich zullen verdeelen, de eene voor den aankoop der kolen, de an dere voor de koffie, chicorei, suiker, enz. De deurwaarder Claeys wordt gelast voor- loopig de geschriften te doen en de adressen der Dixmudelingen ter Panne op te nemen. Niets meer op ’t dagorde zijnde, wordt de zitting om 11 ure gesloten. De Secretaris, A. CLAYS. De Voorzitter, A. GHYSSAERT. De leden, E. GELDOF, A. FEYS en D. MENSAERT. Brief gestuurd aan Mijnheer de Broqueville, Minister van Oorlog. De Panne, 26 november 1914. Achtbare Heer Minister. Bijna een derde der bevolking van Dix- mude gevlucht te De Panne, heeft zich heden vergaderd met het doel van uwe hooge wel willendheid een onderhoud te bekomen be trekkelijk hunnen toestand, door de vernie ling van hunne geliefde stad teweeggebracht. Onnoodig UE. te zeggen, Achtbare Heer Minister, dat allen niet beter vragen er zoo haast mogelijk terug te keeren, om ze te doen herboren worden uit hare puinen en haar terug te geven, al de schoonheid en welstand welke Zijne Majesteit Albert, onze welbeminde Koning, er met zooveel belang stelling bewonderd heeft. Maar helaas! Niettegenstaande het vader- landsch gevoel welke UE. beheerscht en alle Verslag der eerste vergadering Op heden 26 november 1914, wordt er door de Heeren Schepen Ghyssaert, Devos en Geldof, gemeenteraadsleden van Dixmude, een oproep gedaan aan al de inwoners der Stad Dixmude zich in de Panne bevindende, om ten 10 ure voormiddag tegenwoordig té zijn, ter herberg bewoond door Cyriel De- witte, ten einde maatregelen te nemen om ons lot in de Panne te verbeteren en bij hoogerhand de gesteltenis der Stad van Dix mude voor oogen te leggen. De Heer Schepen Ghyssaert die het voor zitterschap aanvaardt stuurt het woord toe aan de 59 familiën die zich hier hebben ko men schuilen. In ’t korte haalt hij den toe stand aan waarin Dixmude zich bevond. Wij, Gemeenteraad, zegt hij, kenden niet meer het gevaar dan de inwoners zelvepersoon lijk ben ik gegaan met den Sekretaris Hosten bij den Admiraal van ’t fransch leger naar Caeskerke den vrijdag 16 Oktober om hem te vragen welke maatregelen hij zou nemen om de inwoners van alle gevaar te beschutten en hij antwoordde mij kort weg:« Kruipt in uwe kelders». Waar ik mij ook wendde, zegt de Heer Schepen,niemand zegde ons«Vlucht het gevaar is nabij En den dijnsdag 20 Oktober is Dixmude voor goed beschoten geweest door den duitsch en het wreedste lot ondergaan van alle de steden die door den oorlog in België zijn beproefd geweest. Verders stelt Mr de Schepen voor, een brief te zenden naar den Heer de Broqueville, Mi nister van oorlog, om hem een verhoor te vragen en te vernemen indien er later scha devergoeding voor geleden verliezen zal in gestaan worden. M. Devos geeft lezing van eenen brief door hem opgesteld en tot den heer Minister van oorlog gericht en met algemeene goedkeuring wordt er beslist dit schrijven te verzenden. Mijnheer Geldof vraagt om eerst naar Dix mude te gaan zienmaar daar wij nog niet we ten wanneer de stad zal openkomen zullen wij maar dadelijk langs dezen kant handelen. De Heer deurwaarder Claeys vraagt dat de Gemeenteraad hier vertegenwoordigd, hem zou wenden bij de militaire overheid en vragen dat hij ons zou verwittigen zoohaast de toe gang tot Dixmude mogelijk wordt, ten einde gegaan, herinneren zich Paul niet die moed en hoop wist in te boezemen aan hen die droefgeestig waren en weenden... en, God weet, hoe zijn hart bittere tranen bloedde omdat hij zijne geliefde ouders, zijn geboor tedorp, zijn Beerst moest verlaten We hebben hem aan ’t werk gezien in z;jn militair leven: hoe kon hij met genegenheid zijne medestrijders op beuren en zoo seffens het betrouwen zijner overheid winnen. Hij volgde te Bayeux (Calvados) de tweede sessie voor O/L' en verwon er met vrucht zijn diploma. Zijne soldaten hadden hem lief omdat hij met zooveel menschenkennis hen wist aan te sporen tot beredeneerde leger- tucht en onverschrokken Vaderlandsliefde. Op het front was hij nog altoos de door kristen jongeling,, de koene soldaat die het sacrificie van zijn leven voor zijn vaderland had gedaan. Hier was de visch in zijn wa ter. Het oogenblik was gekomen de daad bij het woord te voegen en zijne menigvuldige aansporingen tot zelfverloochening in wer ken om te zetten. Onverschrokken torste hij die reuzentaak op zijne schouders en was een waar toonbeeld voor zijne strijdmakkers. Ook moest zijne benoeming van O/L‘ reeds vroeg plaats hebben hadde God er niet an ders over beschikt. Het koren was rijp zoo schreef hij daags voordien naar zijne geliefde ouders en Scherend, schuift de witte pikke Door het rillend roggestroo Halmpjes vallen, ’t kopje voren ’t Een na ’t ander, geern of noo. Trillend bij het zagend zingen Van hun aller uitvaartsgang Wachten halmpjes, halmpjes, halmpjes, Nazen doet de doodenzang... gedacht te boven gaat, vragen wij ons af: van waar zullen de noodige hulpbronnen komen? Ter oorzake der menigvuldige bombarde menten, zullen het grootste getal der inboor lingen, niet alleenlijk geene schuilplaats meer vinden maar zelfs niet meer de onont- beerlijkste meubelen, noch voedsel, noch brandstoffen. Wij mogen UE. zelf zeggen dat reeds me nigvuldige eertijds rijke en welstellende fami- iiën, tot de openbare liefdadigheid zullen gedoemd zijn. Wij hopen Achtbare Heer Minister, dat UE. wel de gunst zult willen toestaan van een on derhoud aan uwe ongelukkige landgenooten, wij zullen er UE. oprecht dankbaar om zijn. Gelief enz. t. A. Ghyssaert. E. Devos. E. Geldof.

HISTORISCHE KRANTEN

Dixmude op den vreemde (1917-1918) | 1917 | | pagina 2