89 88 D. Catteeuw. publiek kenbaar te maken in welke voor waarden zijne tusschenkomst kan ingeroe pen worden voor de verzending der brieven naar België. 1Worden alleen aangenomen persoon lijke brieven. Het Comiteit kan zich aldus er niet mede gelasten prospectussen, dagbladen of druk werken te verzenden. Geld of weerden wor den ook niet aanveerd. 2. Om aangenomen te worden, mogen de brieven geene inlichtingen, rechtstreeksch of onrechtstreekse!! nieuws bevatten nopens den oorlog. Zij moeten ook afgegeven wor den in open omslag, zonder zegel, en duide lijk den naam en het adres van den bestem meling opgeven. De brieven welke aan die vereischten vol doen moeten in eenen tweeden omslag ge schoven worden, bestemd aan het Comité Ojjiciel beige de secours aux réfugiés, place Frédéric-Sauvage, 2, Sainte-AdressejS.lnf. Die laatste omslag moet voldoende gefran keerd worden. Het wordt uitdrukkelijk aan alle verzen ders aanbevolen bij hunne verzendingen geene uitleggingen of aanbevelingen te voe gen, die ten andere volstrekt nutteloos zijn. 3. De tusschenkomst van het Belgisch Comiteit strekt zich niet uit tot de antwoor den der bestemmelingen. Het is dus niet toe gelaten hoogerstaand adres van het Comiteit te gebruiken om die gemelde antwoorden te laten geworden. 4. Daar de omstandigheden welke in vloed kunnen hebben op de middelen aan gewend tot het bestellen der brieven ten hoogste veranderlijk zijn, zal het publiek licht begrijpen dat het Comiteit niet aanspra kelijk kan zijn voor het afgeven der brief wisseling of den uitstel welke hare bestelling »u kunnen ondergaan. 5. Aangezien het Officiéél Belgisch Co miteit zijne tusschenkomst zonder eenige vergoeding verleent, wordt het publiek ver zocht zijne hulp met maat en rede in te roepen. -- Geldverzending. Die wil geld verzenden naar 't bezet ge deelte van België kan dit doen, zonder om kosten door tusschenkomst van het Minis terie van Nijverheid en Arbeid van België. bergrug aan de hoogvlakte verbonden is, en die vroeger met een vestinggracht of tranchée doorsneden was, en nu nog heet de straat die langs dien kant gaat, rue de la tranchée en eindigt aan la porte de la tranchée. Zware muren met torens, die nu nog gedeeltelijk bestaan volledigden de vesting. Van in de vroegste tijden moet het dus eene natuurlijke sterkte van eersten rang geweest zijn, en bevolkt door de voorhistorische menschen, gelijk ten anderen blijkt uit de vele grotten en cavernes die in de rotsen te vinden zijn, en uit de menigte voorwerpen uit de steen en bronsperiode die men overal gevonden en opgedolven heeft, en die men in de museums der st id kan zien. De stad zelve is bijna geheel ondermijnd want er bestaan eene menigte onderaardsche gangen, die soms honderde meters tot zelfs een kilomt. lang zijn, en vele kelders van twee, drie stagien waarin men met twintig, tachtig trappen afdaalt. Sommige gangen en kelders zijn gevuld maar het meeste deel bestaat nog, en is gekend en beschreven. Geheel de stad is vervuld met overblijfselen uit de oude tijden, zooals bijv, de machtige ruinen der Romeinsche arènes die men tusschen de huizen ziet uitsteken, en vele resten van oude openbare gebouwen kerken en kapellen. Een oudheidskundige belg, een Jesuit van Doornik, de E. Heer Camille Delacroix, die men hier une des gloires archéologiques de la France noemt heeft over eenige jaren vele oudheidskundige opsporingen en ontdekkingen gedaan, onder andere het gallo-romeinsch kerkhof op de hoogten buiten de stad die men les dunes noemt, met eene soort van grafkelder, of onderaardsche kapel, het Hypoghée Marty- rum, waarin men eene menigte steenen doodkisten, opschriften en oude beeldhouwe- rien gevonden heeft, en waarin vroeger de overblijfselen van 72 martelaren, uit de eerste tijden van het Christendom vergaderd waren. Thans is die grafkelder blootgemaakt, en een gebouw er boven opgericht, dat met een gedeelte van het kerkhof als musée dient. Het bronzen borstbeeld van den heer Delacroix staat op een steenen voetstuk recht over de deur van dit gebouw. In 1911 heeft hij ook nog de overblijfselen der cel van S‘ Radegonde en de Chapelle du pas de Dieu opgedolven, die nu ook weder hersteld zijn. De historie van St-Radegonde is nog al cu rieus maar ik heb geen tijd nog plaats meer. Aanvaard E. H. enz. PAR1S-PLAGE ligt op vijf kilometers van Etaples. Van ’s morgens om 7 ure tot s avonds om 8 ure rijdt er alle 25 minuten een tramook is een autodienst ingericht. Niettegenstaande dat, zijn er nog 64 ik zegge vier en zestig huurkoetsiers, waaron der zeven Dixmudelingeni° Hector Decuiper 20 C. L. Deschepper, die samen doen3° Jerome Billiet, 40 Charles Bonte, 5° Prosper Vanstechelman, 6" Jules Vandersteen en 70 Benoit Wybou. Peerd rijtuig en benoodig- heden kosten van i5oo tot 2000 fr.... Allen zeggen dat zij wel voortdoen.... Wij jennen het hun van herte, en wenschen dat allen met eene dikke beurs naar Dixmude terug keeren. LIMERICK (Ierland) E. H. Wij kunnen niet laten van U eenige woorden van dank te zenden voor de ont- vangene gazetjes. Het is ons toch zoo aan genaam eenig nieuws te vernemen over onze streke, land of geboortestad nog te meer daar wij er zooverre van verwijderd zijn en wij gelijk vele er maar nu de weerde van kennen. Tot nu toe gaat alles nog goed met ons. Onze twee zoons die in den oorlog zijn, zijn God dank ook nog altijd welvarend. Ik kan ook niet laten E. H. eenige woorden te zeggen over het godsdienstig en kristelijk volk van Ierland. Die menschen hebben zulk een groot geloof dat wij katholieken van Belgie daarbij niet mogen vergeleken worden. Alle kerken zijn alle dage proppende vol volk. Men is er waarlijk van gesticht als men dit ziet; alle soorten van menschen de rijkste nog d’ eerstede arme zijn ook niet ten ach teren zij hebben grooten eerbied voor den priester, zij hebben een zachtmoedig en goed karakter niettegenstaande zij natuurlijk hunne fouten hebben in een woord ’t zijn menschen die stipt de geboden van God onderhouden en leven om hunne ziel zalig te maken. Wij verlangen ook toch zoo achter het einde van den oorlog bijzonderlijk voor de soldaten de krijgsgevangen en de menschen in het bezette Belgie. Wij hebben er ook nog onzen oudsten broeder twee zusters met hun talrijke huisgezinnen en drie van onze bin ders die bij hen wonen. Zoodus wij hebben grootelijks ons part in de beproevingen van dezen langdurigen en wreeden oorlog. Nog eens onzen innigen dank enz. Vrouw Jules Vlaminck ook de groeten van moeder die bij ons is en op haar 8oste jaar gaat. B. W. Juist vvor het ter pers leggen gewordt ons het volgende schrijven: JULMA GHYSELEN echtgenoote van Ju les Devlaemynck is in Limerick (Ierland) overleden van aantrek en verdriet in den langdurigen oorlog, den 15 Juli 7.9/7’ -- CAMILLE VAN COILLIE E.H. In ’t Julinummer Dixmude 1917 sprak ik over de dood van Mr Camiel Van Coillie van Eessen, er bijvoegende dat het graf van dees man aan mijne opsporingen was ont snapt. Op heden is het ontdektdank aan de inlichtingen van Hautekiet sergent C. I. 5 11/II Auvours Sarthe. De jongen schreef mij te weten, dat Camiel Van Coillie was inge schreven op de registers van de in Kales ge brachte zieke gekwetste van ’tjaar 1914, onder de naam van Camiel Van Willo. Ik heb dan de zaak doen onderzoeken op Kales Noord Kerkhof. Er is een graf gevonden met houten kruisje voor opschrift dragende Van Willo Camille civil beige né a Hooglede le 28 7brc i860. Décédé a Calais le 26 8bre 1914 Dit is voorzeker ’t graf van Camiel, want ’t overlijden is gelijk ik heb aangeduid, de geboorte ook dag jaar plaats zijn juist naar ’t zeggen van zijn zoontje Leon. Ik heb het graf doen verzorgen en eene lichtteekening doen van nemen. Mijn innigen dank aan den sergent Hautekiet. J. Schinck legeraalmoezenier D. 291 59 cle B. L. ---—4.-- Briefwisseling met het bezet gedeelte van Belgie De Belgen in Frankrijk verblijvende, of in ’t niet bezet gedeelte van Belgie kunnen schrijven naar ’t bezet gedeelte. Daarvoor moeten zij hunne brieven laten geworden aan het Bureau du Comité Officie! beige de se cours aux réfugiés, place Frédéric-Sauvage, 2, Sainte-Adresse (S. Inf.). Het officiéél Belgisch Comiteit acht het nuttig dit bericht nader te bepalen en het

HISTORISCHE KRANTEN

Dixmude op den vreemde (1917-1918) | 1917 | | pagina 5