DE DÜ1TSCHERS TE EESSEN Komiteit der Vluchtelingen van DIXMUDE. 4 5 A. G. Eerw. Heer Baeckelandt, (veuolg van bladz. 85 eerste jaargang). Wij meenden dan in vrijheid te zijn, maar weldra ondervonden wij dat deze hoop te voorbarig was. Te Vladsloo gekomen, zagen wij dat de stoelen der kerk buiten lagen, en dat de kerk diende voor stalplaats van de peerden, anderzins was er niemand te zien dan Duitsche soldaten. Wij wierden door eenige van hen binnen geleid in een herbergs- ken en moesten daar blijven als krijgsge vangenen; in de eerste uren, toen er iemand van ons naar buiten ging moester een soldaat mede gaan, de bajonnet op het geweer; den tweeden dag van onsverblijfte Vladsloo, honger krijgende stelde ik de wachten voor een zwijn te slachten, hetgeen ons toege staan wierd; want zwijnen en geiten liepen overal langs de straten los. Na twee dagen wachtens verkregen wij de toelating en noo- dig betoog om naar Thourhout te gaan. Trese Dewulf, eene vrouw van tachentig jaar viel langs den weg, wij wilden haar ophelpen, maar 't was niet noodig zei ze, zij rabbelde van ’s zelfs op en met nieuwen moed stap ten wij vooruit. Rond den middag kwamen wij te Thourhout aan. Charles Leplae en ik hebben ’s middags een nieuw pas gaan ha len, om naar Brugge te gaan, alles te voet, ’s Anderdags vertrok ik uit Brugge met den tram naar Moerkerke bij mijne familie. Charles Leplae keerde weder naar Thourhout. Van Moerkerke ben ik naar Holland kunnen gaan. Van vooren in Holland vond ik geen menschen uit onze streek, ik heb er alleen lijk eenige vluchtelingen van Hooglede ont moet. Men vertelde mij dat er te Eessen vele dooden waren, maar voor het oogenblik is het gevaarlijk iemand te noemen, want wij zelve wierden ook onder de dooden gere- niet voorzien worden. Iets dat nochtans in d’ oogen springt is, dat zij de uitbreiding van Dixmude ’s grondgebied zouden na zich slepen, en daardoor de lasten verminderen der huidige inwoners, daar die lasten op een grooter getal lasthebbers zouden moeten geheven zijn. Over eenige jaren wilde het Schepencol- legie van Dixmude eene ruiling van grond gebied aangaan met Eessen; doch ’t Scheper.- collegie deze laatste gemeente wees dit voor stel van de hand. Verhopen wij dat zulks na den oorlog zal kunnen bewerkstelligd worden! bevindende; ik ben gelast ook zulke sommen te overhandigen aan de omliggende gemeenten elk in evenredigheid van hunne noodwendig heid, gij hebt U dus maar enkel met de Dixmudelingen bezig te houden zich ter Panne bevindende en mij naderhand verslag te laten geworden nopens de besteding dezer hulpsom. Voor wat de uitbetaling der som van fr. 1.25 betreft, deze hulp zal in de eerste dagen uitbetaald worden en zal loop begin nen nemen van i maart 1915 Deze woorden worden hertelijk toegejuicht en de voorzitter bidt Mr Maes onzen innigen dank te willen aanvaarden in naam van alle Dixmudelingen. Wij hebben dus ons doel bereikt en onze pogingen zijn zooveel te beter gelukt daar wij niet alleenlijk voldoening bekomen heb ben voor onze stadsgenooten, maar voor iedereen der vluchtelingen in het algemeen. Ten einde gemakkelijker onze werkingen voort te zétten, wordt er beslist ons komiteit te vermeerderen in den zin van de overheden der omliggende gemeenten van Dixmude uit te noodigen, hun bij ons aan te sluiten en een komiteit te vormen waar iedere gemeente zal vertegenwoordigd zijn. Er wordt nog beslist een dankschrift te sturen aan Zijne Majesteit den Koning die, door onze tusschenkomst, zijne ongelukkige bevol king zoo spoedig is ter hulp gekomen. Wij vernemen nog met voldoening dat de Amerikaansche Miss Eliott 100 baloten ont vangen heeft, gevuld met kleedings'ukken om de ongelukkige bevolking ter hulp te komen. De Heeren Feys, Nouwynck en Claeys werden afgeveerdigd om Miss Eliott te gaan vinden naar Adinkerke. Die Heeren zijn daar goed onthaald geweest en die edelmoedige dame heeft hun een brief overhandigd den heer Voorzitter van den Amerikaanschen hulphond bestemd, om hem te verzoeken eenige baloten in ons voordeel af te staan. De lijsten voor het uitdeèlen der kleding stukken zijn reeds opgemaakt en seffens zul len er schikkingen genomen worden om iedereen voldoening te geven. De zitting wordt zonder verdere opmer kingen geheven. Dr Vanhoutte, Ed. Geldof, Feys-Vermeersch, A. Nouwynck, D. Mensaert, Alpii. Claeys. Zitting van 5 Maart 1915 De zitting wordt geopend onder voorzitter schap van M. Achille Nouwynck, gemeente raadslid. Lezing van ’t vorige verslag wordt gedaan en goedgekeurd. De heeren verte erwoordigers van de omliggende gemeenten hebben onzen oproep beantwoord en beloven samen met ons mede te werken om de noodlijdenden te helpen en te ondersteunen voor iedereen zonder onder scheid van klas of stand en buiten allen geest van politiek. De volgende Heeren worden dus bij ons en hebben recht onze wonen en door raad en daad - Zitting van 4 Maart 1915. De zitting wordt geopend onder voorzitter schap van Mr Dr Vanhoutte, den Heer Ghyssaert naar Frankrijk vertrokken zijnde. Zijn tegenwoordig de Heeren Nouwynck, Geldof, Feys, Mensaert en Claeys. De heer voorzitter meldt ons insgelijks het vertrek van Mr Eug. Devos naar Engeland. Eene welverdiende hulde wordt hem gebracht voor al het goede welke hij sedert de stich ting van ons komiteit gedaan heeft; ’t was immers altijd Mr Devos die op de bres stond alswanneer eene moeilijke zending te ver vullen was. De tegenwoordige zitting wordt vereerd met de tegenwoordigheid van Mr Maes onzen ieverigen Volksvertegenwoordiger; hij komt ons melden dat de pogingen welke wij bij Zijne Majesteit den Koning en verders bij de Heeren Ministers en Gouverneur aange wend hebben bekroond zijn gewordenhij zegt ons dat het Belgisch Gouvernemcn inderdaad eene som van fr. 1.25 voor de volwassenen en o.5o fr. voor de kinderen per hoofd en per dag toegestaan heeft, niet alleenlijk aan de vluchtelingen van Dixmude maar voor gansch de vluchtende bevolking, zich in de niet veroverde streek bevindende. Ik overhandig hier nu ook zegt Mr Maes eene som van drij duizend franken, waarover gij mij wel zult willen ontlasting geven en dienende als eerste en onmiddelijke hulp ran de Dixmudelingen zich in de Panne zijne haardsteden terug keeren alswanneer het land zal open komen. De heeren Dr Vanhoutte en Ach. Nou wynck zijn aangesteld om ons komiteit te gaan vertegenwoordigen. Een brief aan M. Losseau toegestuurd zal het hoofdkomiteit daarvan kennis geven. Niets meer op het dagorde zijnde wordt de zitting om 4 ure gesloten. Ach. Nouwynck, Ed. Geldof, I)s Vanhoutte, Feys-Vermeersch, D. Mensaert, Al. Claeys komiteit aangesloten zitting» n bij te ons bij te staan voor Heerst: Charles-Louis Avereyn, sche- pene voor Caeskerke: Arthur Vande Woude, burgmeester voor Vladsloo: Hector Chieux, onderwij zer voor Eessen Henri Veryser, winkelier voor Zarren: Jules Tuytten, handelaar; voor Wercken: R. Brutsaert, gewezen onderwijzer voor Pervyse: pastoor. Dezen morgen hebben wij van Mijnbeer Ed. Losseau de Burlet, voorzitter van het Comité de Secours et d’ Alimenta tion dn Littoral Beige», acht kisten ontvan gen met kleédingstukken bestemd voor de vluchtelingen van Dixmudeandere kisten staan ter beschikking der omliggende ge meenten van Dixmude. M. Los-eau de Burlet heeft ons voorge- s'eld twee afgevaardigden van ons komiteit te noemen die zullen tegenwoordig zijn in de bijeenkomsten en de beslissingen van het Comité du Littoral Beigeen dat hetzelfde doel beoogt als wij. Deze afgeveerdigden zullen van hunnen kant zich verplichten verslag te geven van onze werkingen, in een woord zullen wij ons wederzijds ondersteunen en inlichten nopens de belangen ons gemeenschappelijk betref fende. M. Losseau meldt ons dat hij reeds in betrekking is met een komiteit van Londen dat zich zal gelasten met het ravitaillement en het installeeren der bevolking die zal in

HISTORISCHE KRANTEN

Dixmude op den vreemde (1917-1918) | 1918 | | pagina 3