Aanspraak yencuden in de kapel van Homes
door den E. H. Pastor ter gelegenheid der
Cap Ferrat den 22 December 1917
Itegraleni' den jongen Maurice CORNELIS
35
34
Sterven, verre van zijn land, in balling
schap, op vreemden grond, is droevig, bitter,
beklagensweerdig en pijnlijk.
Dit is nochtans het lot van den jongen
belg Maurice Cornelis.
Hij had ongetwijfeld Oedroomd eensdaags
te mogen rusten ginder verre in de christelij-
de nieuwe prijken er. eensdaags wordt Dix-
mude’s dood het leven der nieuwe boterstad.
Van de verre kusten der Middelandsche
zee, droom ik van mijn geboortestad, en heb
betrouwen in zijn toekomst. Bij ’t lezen van
Dixmude is het mij alsof ik mij binnen
zijn muren bevind en ik mijn stadsgenooten,
bij ’t lezen hunner namen, door de straten
heen zie trekken.
Gave God dat het jaar 1918 het laatste
weze dat wij in ballingschap doorbrengen en
wij, den ien Januari 1919, malkander een
zalig en gelukkig nieuwjaar moge wenschen
in onze stad, ons Dixmude.
Sinds 15 maanden ben ik ziekenverzorger
in een hospitaal gelegen langs de Middenland-
sche zee en op 20 km. van de grenzen van
Italië. Ik stel het heel goed. De streek is
wonderschoon, altijd zonneschijn, winter on
bekend. Het hospitaal staat op een bergtop,
vóór ons ligt de blauwe zee, achter ons ver
heffen zich de Alpen.
Mijne Ouders en Zusters te Dieppe zijn
in goede gezondheid en stellen het ook op
perbest.
Ontvang onze groeten E. Heer Onderpas
toor en tot weldra in...Dixmude.
Desmedt, H. M. B.
Cap Ferrat, Col de Laire,
Alp.es maritimes, France.
Het is dus met een doel van rechtvaardig
heid en menschelijkheid tegenover de slacht
offers dezer stad, dat de ondergeteekenden
u eerbiediglijk verzoeken van hun wel te
willen toelaten zich naar Dixmude te bege
ven, vergezeld door de gendarmerie en dit
op het oogenblik van het binnentreden der
verbondene legers, ten einde alle plundering
te vermijden en opdat zij de noodige maat
regelen zouden kunnen nemen hunne belan
gen te vrijwaren, samen met deze hunner
medeburgers waarvan er reeds zekeren juis
te aanduidingen gegeven hebben.
Indien echter, de gunst van er te verblij
ven hun niet zou kunnen toegestaan worden
door de militaire overheid, vragen zij, ten
minsten deze er zich te mogen begeven, wa
re het maar eenige uren.
Het is met dit doel dat de ondergeteeken
den de vrijheid nemen U hun rekwest te stu
ren zelfs vooraleer eene beslissende wer
king hunne streek verlost hebbe; en zij
hopen vuriglijk dat uwantwoord hun gunstig
zal zijn en dat de gevraagde waarborgsmaat-
regelen, hun desgevallend zullen toegestaan
worden.
Zij bidden U, Heer Generaal, de verzeke
ring hunner volle achting te willen aanvaar
den.
Get.
ke aarde van België; doch neen, nu gaat hij
hier op franschen grond zijn laatste rust ne
men, maar dat zijne ziel er zich niet over
ontroere, dat zijne familie gerust weze
«Voor België is Frankrijk geen vreemd
land.
Sinds het heldhaftig, edel en katholiek Bel
gië is opgestaan in een heerlijke drang van
moed en eer om den toegang tot zijn grond
gebied te verdedigen tegen de duitsche in
dringers, is het Frankrijks zuster gewor
den.
Heden strijden beide voor dezelfde zaak
het recht en de vrijheid. Voor ons zijn de
Belgen geen vreemdelingenhet zijn broe
ders aan wie wij gedeeltelijk het heil van
ons land te danken hebben.
Eer en dank dus aan henZoet is het mij
op het lijk van den jongen Maurice Cornelis
geheel de natie te groeten wier daad de ge
schiedenis zal vereeuwigen als zinnebeeld
van hooge rechtzinnigheid, voorvaderlijken
moed en ridderlijke eer.
Indien die jonge en betreurde afgestorvene
deze wereld heeft verlaten vooraleer hij het
einde van dezen schrikkelijken oorlog heeft
kunnen begroeten, indien hij den uitslag der
vereenigde inspanningen van zijn en ons
land niet heeft kunnen bestatigen,moeten wij
hopen dat hij weldra den dageraad van den
zoo vurig gewenschten overwinningsdag zal
mogen aanschouwen in die andere geheim
volle wereld waarheen de zielen gaan ontlast
worden van hun lichamelijk omhulsel. Zijne
ziel zal er gansch verheugd om wezen.
En, wat zal ik u zeggen, diepbep oefde
ouders, om eenigszins uwe smart te leni
gen
Als Franschman, bewonderaar van uw
land, zeg ik u dat gij uwen plicht hebt ver
heerlijkt, met hem eenvoudig weg tegenover
de onbeteugelde macht te stellen.
De verbanning is er ’t gevolg van geweest
maar gij ondergaat ze edelmoedig. Dat is
schoon
Als priester voeg ik er bij dat uwe kriste-
lijke gevoelens u zullen troosten in het
vroegtijdig verlies van uwen zoon denkende
dat gij hem eens zult wederzien in het ande
re vaderland, waar geen oorlogen, geen
scheidingen meer bestaan, doch waar het sa
menzijn eeuwig duurt.
weest zijn, voldoening zullen bekomen bij
dit komiteit, op die wijze zal iedereen tevre
den gesteld worden.
Niets meer op ’t dagorde zijnde wordt de
zitting om 9 ure gesloten.
De VoorzitterEn. Geldof De Sekreta-
ris: A. Claeys De Leden: Feys Ver-
meesch A. Nouwy.nck C. Focke
D. Mensaert.
A. Nouwynck Ed. Geldof
A. Feys Vermeesch D. Mensaert
C. Focke Pollet, Notaris
Bodard,Controleur der rechtstreek-
sche belastingen A.Claeys,deur
waarder Mme Avanzo, grondei
genaresDe Gryze, statieoverste
L. Vranckx Mme Ghyssaert.
De zitting wordt om zes ure gesloten.
Zitting van 24 Mei 1915
om 7 ure namiddag
Lezing wordt gegeven van ’t verslag der
vorige zitting, dat goedgekeurd wordt.
De heer Edw. Geldof, gemeenteraadslid
wordt als voorzitter van ons komiteit gekozen.
De staat der kas wordt nagezien en vastge
steld op vijfhonderd franken vijftig centiemen.
Eene hoeveelheid van acht honderd kilos
aardappelen zal aan deze onzer stadsgenooten
die er zullen van begeeren uitgedeeld worden.
Wij zijn overeengekomen met het komiteit
van Mr Losseau dat degenen die kleding
stukken begeeren en nog niet bediend ge-
E. H. Onderpastor,
Met veel genoegen heb ik het blaadje
Dixmude ontvangen. Sinds zijn ontstaan
lees ik het met veel belangstelling en iedere
maand wacht ik met ongeduld zijn komst af.
Arm DixmudeDierbare Dixmudelin-
gen! In alle gewesten van Frankrijk en En
geland treft men ze aan. Sedert drie jaren
droomen ze van hunne stad; van dit stille,
vreedzaam leven waarvan iedereen nog
spreekt en zich zoo graag herinnert.
Eens toch eindigt de oorlog en komen onze
stadsgenooten naar den Yzer terug. Sinds
drie jaren spreken ze iederen dag over die
terugkomst. Zonder twijfel wacht hun bittere
teleurstelling; doch het weder samenzijn na
zooveel jaren verwijdering, zal ieders hert
opbeuren en weldra zal in ’t nieuw Dixmude
het leven van het Oude hernemen.
Iedereen hijgt naar dien oogenblik waarop
de terugkomst naar de geboortestreek zal
aanvangen. Op dien stond, wat zullen de her
ten onzer Dixmudelingen van vrees niet klop
pen bij het denkbeeld van hetgeen hunne
.oogen zullen te zien krijgen, maar ook
van ontroering, wanneer ze voor hunne ver
gruisde woonsten zullen staan en de herinne
ringen uit het verleden hunne oogen zullen
doen vochtig worden.
Arm.Dixmude! ik herhaal het; de gebeen
ten uwer overleden kinders zelf werden door
den vijand niet gespaardéén doodenveld
nogtans blijven wij behouden, dit, hetwelk
door alle eeuwen heen onze dierbaarste her
inneringen moet bewarenik wil zeggen de
puinen onzer stad.
Kostbare overblijfselsZetten wij ze onge
schonden aan ons nageslacht over... De oude
stad moet, als een nieuw Pompei’, nevens
Wij drukken volgeerne deze aanspraak gehou
den over ’t lijk van een onzer liixmudsche jongelin
gen, omdat zij trouwde gevoelens v “dergeeft waar
mede alle verstandige Franschen ield zijn tegen
over onze Belgische Vluchtelingen.Het zal deugd doen
aan menig Dixmudsch gemoeo van jar nog eensde
bevestiging te hooren vernieuwen dat het offer wel
ke onze natie gebracht heeft aan eer en plicht naar
weerde geschat wordt.
---