STADSNIEUWS. Société Royale des Francs Arbalétriers. YERSCHILLIGE TIJDINGEN. Aan Retha. De twee Uurwijzers. (Aan den hooggeaehten Heer P. J. H. Brouwers, IIoofd-Inspecteur van 't lager Onderwijs en nooit zou men, noch van het gelind, noch van hem, die het gemaakt heeft, meer hooren spreken Nu, nu, riep de Franschman, daarop, zouden zich de heeren van Antwerpen toch nog moeten beraden. En zijt gij nu nog niet te vreden, Quinten, viel een der omstaanders in. Beklaag lï toch/nietwant heeft dit traliewerk u reeds niet veel lof verworven En bij al wie het ziet en verstaat zal het u immers tot eere strekken. Hij was de jongste gezel, zegde een bejaarde man en aan hem werd dit werk toevertrouwd dewijl de werkbazen, in hunne vergadering, aan zijn plan en teekening den voorkeur gaven. Aldus werd nog eenigen tijd voortgepraat, waarbij Quinten eentoonig geworden was, tot eindelijk een der lustigsten uitriep. Wat hebben wij daarmee te doen Wij laten den schoonen tijd voorbijgaan komt jongens, naar baas Debrandeluirt, die lekker bier en-eone allerschoonste dochter heeft, Gaat gij niet meè Quinten kom meê, en speel ons een deuntje op de luit. Quinten schudde van neen. Laat hem in rustriep een andere, aan hem is niets te doen. En zij stelden zich op weg. Hij is een droomer, zeide de eerste spreker, het is jammer, hij is nogthans zoo een brave, kloeke jon gen, en daarbij een uitmuntende zanger. Maar de liefde Komen, P. P. Denys. Bulletin Artistique. II faut avouer que la critique artistique abuse parfois de sa mission. Au lieu de se borner a encourager les débuts d'un jeune artiste, de lui signaler ses défauts, elle se plait souvent a lui faire de tels éloges qu'on serait tenté de croire qu'il existe une certaine camaraderie entrelecri- vain et l'artiste. Nous disons ceci a propos d'une statue que nous avons eu l'occasion de voir a une vitrine d'un magasin de bronzes, a Bruxelles. Cette statue, intitulée Cérès, est l'oeuvre d'un de nos compatnotes M. P. Comein. Malgré la meilleure volonté du monde et toute l'in- dulgence possible, on est oblige de reconnaitre que le dernier travail de M. Comein dénote encore beaucoup d' inexperience et peu de science, beaucoup de naïveté et peu d'habileté. En eifet, donner a Cérès, la déesse de la moisson, de la vie et pour ainsi dire de la nature entière, un air maladif et mélancolique, prouve que le sculpteur n'a pas compris son sujet. Quant a la forme, qui aurait pu racheter la pauvreté de la conception, elle est fort vul gaire le torse est beaucoup trop courtles jambes sont tordues, les mains trop grandes, l'arrangement manque totalement de goüt et, loin de représenter une si belle déesse, la statue nous fait l'effet d'une femme astreinte a de rndes labeurs journaliers. heeft hem erg aangegrepen. I)e liefde, riep de Franschman uithoe zoo? Weet gij dan niet, was het antwoord, dat de arme duivel het wagen durft een verliefd oog te slaan op de dochter van meester De Brint, die recht over zijn werkhuis woont De rijke De Brintriep een der omstaanders uit hij is er wel meè. Hij zal zich mogen beloven, zoo hem de vader den eenen of anderen keer met de penseelsteel het stof uit de vest klopt. Deze laatst overluid gesproken woorden, waren Quinten nog ter oor gekomen, en joegen al liet bloed naar de bleeke wangen des jongelings zijne vuisten nepen zich toe, zijn voet drukte krampachtig den grond en hij keerde liet hoofd, om tezienwie de vermetele was die deze beledigende woorden had uitgesproken hij deed eenige stappen om het gezelschap achterna te loopen, dat zich overluid lachend en klappend, door de naaste straat verwijderde maar zij waren reeds buiten zijn bereik ook kwam hem zijne rede ter hulp. Hij heeft gelijk, hij heeft gelijk riep hij uit. Ik ben een gek, ik, ellendige werkgast, bestemd om als dienstknecht mijne dagen gedachteloos aan het aan beeld te verkloppen, en niets voort te brengen dat den menschen genoegen baren, en mij eene schrede nader tot het doel mijner wenschen brengen kan. Wordt, voortgezet. M. Comein a une revanche a prendre et nous som mes convaincus qu'avec de la volonté et de l étude il pourra devenir un sculpteur capable de rivaliser avec les statuaires tels que MM. Fiers et Lefever, qui hono- rent la Ville d'Ypres. Landbouw-IViaatschappij van het Arrondisse ment IJperen. M. Mortier, Kantonale Schoolopziener te Brugge, zal zaterdag, 2 April 1881, zijne 4e voordracht geven over den kweek en den snoei der fruitboomen. Dagorde Snoei van den pereboom in vorm van pyramide, spinrok, snoer (rechtopgaande en schunsch) Wijngaard. Deze voordracht is publiek, en zal plaats hebben in het Stadhuis, ten 2 1/2 uren des namiddags. Association Agricole de ['arrondissement d'Ypres. M. Mortier, Inspecteur Cantonal a Bruges, donnera Samedi, 2 Avril 1881, sa 4e Conférence sur la culture et la taille des arbres fruitiers. Orde du jour Taille du poirier en forme de pyramide, de fuseau, en cordon (drcit et oblique) Taille de la Vigne. Cette conférence est publique et aura lieu a l'Hótel- de-Ville, a 2 1/2 heures de l'après-midi. TIR DU LUNDI 21 MARS 1881. Prix offerts par le Secrétaire Trésorier, AUX OISEAUX. lr Prix. Pinteion Lambert. 2e Prix. Pinteion Félix. HAUT TOTAL. Bafcop. 5. 6. 5. 5. 21. BAS TOTAL. Ote Henri. 1. 1 1/2. 11/2. 11/2. 5 1/2. TIR DU MERCREDI 23 MARS. Prix offerts par la Société. HAUT TOTAL. Van Lerberghe J. 25.25.25. 1. B. 25. Pintalon Lambert, 3. 7. 1. 1. Een koninklijk besluit van 22 Maart 1881, benoemt den heer J. A. Delbrouck, gewezen Politie-Commissaris te Basel (arr. Sl Nicolaas), in dezelfde hoedanigheid te IJperen. Een ander koninklijk Besluit van denzelfden dag; verleent het kruis van le klas aan M. F. Ligy, ge wezen Lieutenant Adjudant-major bij de Burgerwacht onzer stad. De lieer Emile Iweins, oud-leerling van het stads- kollegie, alhier, komt met goeden uitslag vóór den jurij van Brussel zijn tweede examen van doctor in de rechten of te leggen. Verjaardag'. Prins Philippe van Saxe-Cobourg, Graaf van Vlaanderen, broeder van Koning Leopold II, is donderdag laatst zijn 45e jaar ingetreden Sedert een groot getal jaren zijn er geene be langrijke veranderingen geweest in de garnizoenen van het rijk en men meldt dat de tegenwoordige toestand eerlang zal veranderd worden. De afdeeling van Ant werpen zou verwisselen met, die van Vlaanderen die insgelijks deel maakt van de eerste militaire omschrij ving, waarvan het hoofdkwartier te Antwerpen zal blijven. De regementen der andere provinciën, behalve diegene der grenadiers, karabiniers en gidsen, te Brus sel blijvende als koninklijke wacht, zouden, zegt men, andere bestemmingen bekomen. Het garnizoen van Bergen zou detachementen leveren aan Charleroi, zoo dra de kazerne zal voltooid zijn O! Retha. ik wil rti in zangen. Mijn vurig harten verlangen. Doen kennen. Maar ik vind op mijn harp geen akkoorden. Ik vind. neen ik vind geene woorden O I sehoone Retha. In dijne lieflike oogen Schouw ik, het harte bewogen Tot weenens. O mochten ze mij eens verkonden. Dat ik, dijnen zin hel) gevonden 'lt Zou knielen 'k Zou knielen, tenecr voor dijn voeten, En di, als de godheid begroeten, Vol glorie' De sterren, stool ik aan de transen, Om er dijn hoofd mee t omkransen Van liefde. Dan leidde ik di langs hei loover Waar alls van liefde getoover Zou kweelen. En ik schiep di op d'aarde een hemel Vol wellust, vol zonne gescliemel En roeme. O werp slechts, mijn lieveken feeder, Een blik, een blik op mij neder, Di reine. Wil mij dijne min niet ontrekken, Maar lustig tot zingen opwekken O sehoone Retha. Ph. Caluwaert. Hevig, lijk twee booZ.e wijven. Stonden Piet en Jan aan 't kijven Voor het uurwerk van de klas. En, ziehier wat oorzaak was Van het groot geschil der knapen. Piet vol waanwijsheid in 't wapen Vond en zet ja hield het staan Dat, naar zijn gegrond verstaan, Ver, der twee, de lange wijzer Meest verdienste aan 't uurwerk bracht. Jan een denker weet zich wijzer Dan zijn maat. In zijn gedacht Was de horte vast de beste.... Wie van beiden was in 't recht Wie van lien had waar gezegd 't Zou straks blijken, 't Lange leste Kwam de de meester op 't geschil, En met een viel alles stil Maar nu moest de meester weten Welke de oorzaak was der kreten, Die hij daar gehoord had Piet Oaf hem seflens het bedied Van 't krakeel, en de onderwijzer Vroeg wat elk zoo op zijn wjzer Kon beweren voor zijn recht. Als hem Piet had voorgelegd Dat de lange twaalf maal rapper Dan de horte wijzer i Op de ronde wijzerplaat En daarbij zoo lier en dapper Boven zijnen makker staat, Toonde Jan dat die twee zaken Weinig ter verdienste maken, En dat vast de horte naald Op de lange zegepraalt, Om reden dat zij de uren Van den tijd zoo dag op dag, Steeds koelbloedig kan besturen Wen de lange met beslag In heur overhaastig reizen Slechts minuten aan kan wijzen Luistrend stond nu 't kinderpaar Naar des meesters vroed beischeiden. "Uwe taal is wonderbaar Zegde hij alsdan tot beiden. Nu, als men op-'t werken peist Van een kind, dat goed wil leeren. 't ls de horte naalddie wijst, Hoe het kind zich moet beheeren. Lang moet 't peizen, diep en goed Om zijn lessen wel te weten Want geleerd met haast en spoed Is aldra ook weer vergeten Maar, mijn kleinen, ging hij voort. Als men dieper nog wil denken Dan het aan uw jeugd behoord, De andre wijzer geeft ook wenken Van geen minder kostbre soort Hij doet denken op de stonden Van der menschen levenstrijd, Die zoo spoedig zijn verzwonden In den kolk der eeuwigheid Beide wijzers dus, mijn vrinden Doen u_elk een' waarheid vinden Be eene zegtWerkt traag en wel Be andre roeptDe tijd vliegt snel AU BLASON ORDINAIRE. AU BLASON VARIÉ.

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1881 | | pagina 2