X I IS jli nil J||t if m i a [i ft ,1'ijl STADSNIEUWS. VERSCHILLIGE TIJDINGEN. MENGELINGEN. mM\ VS stoken yan gemeenschap met de beschaving en zonder letterkunde, vergeten had dat er boeken bestonden, en niets meer las.... niets meer. Men moest dus eerst en vooral eene letterkunde daarstellen, die het vlaamsclie volk kon verstaan en beminnen. Welke vorm, om dat doel te bereiken, moest er aan die letterkunde gegeven worden De jonge baanbrekers konden er zich niet in be driegen. Zij zouden eene eenvoudige en duidelijke taal gebruiken, vrij van alle gemaakte kunstgrepen, van eenen al te gezochten stijlzij zouden hunne ingevin gen reclitstreeksch putten uit dat volk, uit welks schoot zij geboren waren en dat zij tot in het hart kenden zij zouden de zeden van dat volk schilderen, zich ver eenigen met de vreugde in zijnen huiskring, met zijn lijden en zijne hoop op eene betere toekomst; zij zou den in dat volk den moed en het gevoel zijner waar digheid wakker maken, door de geestdriftige opdelving der roemrijke feiten onzer voorvaders zij zouden eer biedigen wat het vlaamsclie volk bemint en eerbiedigt godsdienst, vaderlijk gezag, huwelijkstrouw en de kinderlijk-eenvoudige eerbaarheid zijner zeden, die door eeuwenlang ongeluk, den stempel eener vrees achtige strengheid droegen. (Vervolg bij naaste.) Zondag morgend was er in de stad van niets anders spraak dan van den zonderlingen vond dien men kwam te doen in het portaal der herberg den Beer, bewoond door Jules Van- houtte en zusters. Een wichtje dat slechts eenige weken oud was had daar neergelegd en onmenschelijk verlaten geweest. Groot was de verwondering der huisgenoten toen zij het arme schepseltje ontwaarden. Aanstonds werd er kennis van gegeven aan wie het behoort, doch tot nu toe zijn de opzoekingen om de plichtige te kennen vruchteloos gebleven. Het kind heelt in het doopsel den naam van Maria ontvangen en de burgerlijke Overheid heeft het den familienaam van Quinrinus gegeven. Nous venons de recevoir la lettre suivante que nous nous empressons de communiquer a nos lecteurs: verdrijven wilde. Zij ging een gesprek met hem aan en vroeg hem hoe hij het stelde. Hij antwoordde met weinige woorden dat hij wel is waar beter was, maar zich nog voor lang niet in staat gevoelde zijn gewonen arbeid te hernemen, dat deze hem nu nog zwaarder en lastiger voorkwam dan voortijds, en waarhenen hij blikte hij niets anders te gemoet zag dan lijden en kommer. Het zou mij toch verwonderen, hernam Brigitta, dat een zoo behendig man, als gij, mijnheer Metsys, op geen andere wijze uw brood kondet verdienen, dan met dezen onbeschoften arbeid. Anders heb ik niet geleerd» mijn vader was een smid THelnu, gij hebt anders niets geleerd, maar uwe gelukkige natuur heeft u tot leeren bekwaam gemaakt. Zijt gij dan geen meester in het luitenspel Meent gij dat men uw tralie-werk niet kent En hebben uwe teekeningen niet gansch Antwerpen in verbazing ge steld Ach, zwijg antwoordde Quinten mismoedig. Gewis, antwoordde de vrouw, en ik heb met mijne eigene ooren gehoord dat meester De Brindt uwe beeldekens voor een deftig en veel belovend werk aanziet. De Brindt, zegt gij vloog Quinten op, en het purperrood glom op zijn gelaet. Ja, de oude De Brindt. Zijne dochter, jufvrouw Margareta, heeft hem over eenige dagen uwe beelde kens getoond. Zij liep zoodra zij dezelve van de hospi taalgasten bekomen had er mede naar boven bij haren vader. Quinten's borst bruischte op maar zijne oogen staarden duister ten gronde. "Verder zeide hij, wanneer vrouw Brigitta eene wijle ophield. Wel, verder weet ik niets, tenzij dat de vader uw werk geprezen en de dochter met haren bruide- Société de de Concorde, PROGRAMME du Concert qui sera donné Ie 12 Juin 1881, a 6 heures, par la musique du 4e Rég' de Landers, sous la direction de M. Th. Coutelier. 1. Marche Millitaire sur les Mousquetai- res au Couvent. 2. Le Camp clu Drap cl'orOuverture. Humblet. 3. La mignönne. Polka. Dewitte. 4. Gavotte, $tépha'nie. Czibulka. 5. Fantaisie sur le Petit Due. Coutelier. 6. Le Chant d'Eyménée, Valse. Czibulka. 7. Pot-pourriPopulaire. Couteler. Réception de M. le Gouverneur Heyvaert a Roulers. gom, of wat hij is, twist daarover gehad heeft. Met meester De Bos over mijne beeldekens Of, over u, wat weet ik dat. Ik hoorde haar hevig in de kamer twisten zag haar gansch vertoornd dezelve verlaten en als zij door den gang ging zij zag mij niet, want. de gang is donker en ik stond ach ter de kas, nevens de trapdeur, dan hoorde ik haar zeggen Ik wilde dat De Bos een smid ware, en Quinten een schilder De jongeling sprong op Heeft zij dat gezegd en zijne wangen gloeiden, zijn oog vonkelde Ik zou een schilder zijn vrouw Brigitta Ik een schilder Ja ik zal ik wil het en God zal mij de genade geven. Hij was zijn eigen geen meester, sprong naar de schuif, nam er al het geld uil dat er in was, en drukte het de brengster der goede mare in de hand. Hij wist nietwaar .hij. was, noch wat er in hem om ging. Margareta liad zich over hem geuit, zij had den wensch uitgedrukt, die de eenigste bedinging van eene toekomende verbintenis was!De vernuftige tus- schenkomster verwijderde zich dankbaar en besloot het jonge paartje op het beste te dienen. En Quin ten, overstelpt van vreugde, dacht aan niets anders dan hoe hij het voornemen zou ten uitvoer gebracht hebben dat Margareta's woorden, als eene vuursprank uit zijne ziel had geslagen. Ja, schilder wilde hij worden Dit was het, dat reeds lang en smartelijk zijne ziel bewerkt had thans was het hem klaar geworden, hij wist wat hij wilde, weinig bekommerden hem de hinderpalen noch zijne armoede, noch zijn nederige stand, noch de mangel aan onderrichtingen onderstand. Hij wilde schilder wordenMargareta had het gezegd, en hij zelf dit lang gevoeld. Van nu af had hij geene andere streving- meer dan de kunst en de liefde. (Wordt voortgezet.) -V k i 1 W 'V will Schaerbeek, 7 Juin 1881. Monsieur l'Editeur, En lisant le N° 15 du 8 Mai dernier de votre journal, j'y ai vu avec le plus vif intèrêt une poésie intitulée: Eet doode Hondje. Je prends la liberté de rp'adresser a votre journal pour vous informer que je ne saurais assez remercier le spirituel auteur H. D. de la poésie que ma statue, qui se trouve au musée d'Ypres, a pu lui inspirer. Je dois avouer qu'indépendamment de la satisfaction que j'ai éprouvèe de voir mon i-dée traduite dans un langage poétique, je suis heureux de pouvoir en féliciter l'auteur. Agréez, Monsieur, l'assurance de ma considération très-dis- tinguée. ED. LEFEVER. Nous avons été a Roulers et nous en sommes revenus enchan- tés de ce que nous y avons vu. A 11 h. 35, une foule énorme saluait de vigoureuses aeclarnations l'entrée en gare du train spécial qui amenait M. le Gouverneur de la Flandre Occidentale. M. le notaire De Brouckere, président de la Commission des fètes, reqoit M. le Gouverneur et lui présente M. le Bourgmestre Mahieu. Apres quelques paroles de bienvenue, dites parM. De Brouckere desa voix chaude et vibrantele cortége, composé de 32 sociétés, défilé devant le Gouverneur; puis suivent les voitures contenant les autoritéé, Tout le long du parcours ce ne sont qu'aqclaniations et ova tions. A chaque instant la calèche de M. le Gouverneur s'arrête. Des jeunes fllles, aussi gracieuses que modestes, parmi lesquel- les nous remarquons Mesdemoiselles Vandamme soeurs, De Brouckere et C. Vermeulen, lui offrent de splendides bouquets. M. le Gouverneur, pas plus que la foule qui l'acclame, n'a l'air de s'apercevoir qu'il pleut. Voilé, le cortége arrivé a l'Hötel-de-Ville. Douze charmantes fillettes, liabillées de blanc et portant en sautoir une écharpe bleue oü on lit: Ecole communale, offrent A M. le Gouverneur une corbeille de fleurs de toute beauté, une ravissante fillette, Mlle Van Maele, se détache du groupe et prononce de sa voix argentine le petit compliment que voici: Monsieur le Gouverneur, Les élèves de l'école eommunale de la ville de Roulers, guidées par les sentiments de la plus profonde gratitude et da la plus vive affection, voui prientd'accepter cette corbeille de fleurs. Puissent-elles vous dire que la jeune génération qui fréquente les écoles officielies aime et respecte le protecteur zêlé et dévoué des enfants; et elles garderont une éternelle reconnaissance a Monsieur le Gouverneur de la Flandre Ocei- dentale. Ensuite a lieu la réception de toutes les autorités. Une grande quantité de bouquets encombre une partie de la salie. Signalons la corbeille de MM. Lucien et Henri Tant, et les bouquets de M. Van Gheluwe-Lenoir, de L'usine De Brouckere frères M. et Mme Heyvaert,et enfin celui de L'Inspecteur cantonal et les membres du corps enseignant de Roulers qui sont tout simple- ment de vraies merveilles. La réception terminée, M. le Gouverneur visite les établisse- ments communaux, les écoles primaire et gardienne, les filatures et le laboratoire provincial de chimie agricole, et se rend 4 heures au Café de Commerce oü se dresse la table autour de laquelle bientöt, viendront prendre place les 160 convives. 11 nous suflïra de dire que le banquet était parfait et, on ne peut mieux servi. Nos compliments A qui de droit. Le moment des toasts arrivé, M. le Notaire De Brouckere se léve et, en termes éloquents, comme il sait en trouver, porte la santé de M. le Gouverneur. Nous regrettons de ne pouvoir re- produire cette improvisation si chaude et a la fois, si remplie d® sentiment a la fois. Avec un tact parfait M. De Brouckere évoque la mémoire du père de M. le Gouverneur qui, A force de sollicitude pour son fils, en a fait une des sommités du pays. II exprime A M. le Gouverneur toutes les sympathies qu'éprouve la popula tion de Tarrondissement de Roulers, pour son administration si loyale, si sincère et si intelligente, et termine en buvant a 1® santé de l'homme et du Gouverneur. Un tonnerre d'applaudissements accueille ces paroles, saluées par l'orchestre qui entonne avec vigueur l'hymne national. M. le Gouverneur se léve et remercie, en quelques paroles empreintes d'une réelle émotion, M. le président des bonnes paroles qu'il vient de prononcer A la mémoire de son regretté père. Dans un élan superbe il s'écrie: Oui! mon père a voulu faire de moi un homme, et je tache d'être un homme. M. le Gouverneur promet alors de faire pour l'enseignement moyen ce qu'il a fait pour l'instruction primaire. Si j'étudie, dit-il, dans le silence du cabinet, la question d'enseignement, j'aime aussi a l'étudier sur place; et j'espère rester assez longtemps A la tête de la province poür jouir des succes que doit nous ap- porter une instruction saine, solide et exempte de toute idéé rétrograde. Pendant plusieurs minutes la salie tremble sous les trépigne- ments et les applaudissements de l'auditoire. M. Vande Weghe boit ensuite A la presse, toast auquel répond M. Victor Hallaux avec sa bonne humeur habituelle. La série des toasts se termine alors par celui de M. Vanneste de Vive-St- Eloi, qui, au nom des libéraux campagnards, boit A l'énergique administration de M. le Gouverneur. A 10 h., le cortége du matin se reforme et reconduit la gare M. le Gouverneur, dont la calèche est entourée d'une véritable forêt de lanternes vénitiennes. La gare est littéralement bondóe de monde. Nous y remarquons avec bonheur le beau sexe qui, en agitant ses mouchoirs, n'hésite pas A se joindre nous pour saluer le départ du train par de vigoureux: Vive Monsieur le Gouverneur! Leve Heyvaert! En somme, fête parfaitement réussie. M. le Sénateur Solvyns peut voir que ses discours ultramontains au Parlement n'empé- chent. pas les électeurs de son arrondissement de penser autre- ment que lui; et MM. les Conseillers communaux qui ont montró tant de tact en s'abstenant de paraltre A la réception officielle, ont pu s'apercevoir qu'ils trouveront sur leur chemin des hom mes pour leur tenir tête au mois d'Octobre prochain. Moord. Dinsdag 11, omtrent 3 ure 's morgens had een gevecht plaats in eene herberg te Becelaere, tusschen eenige jongelingen van Wervick en anderen uit de omstreken van Terhand een jongeling van dit laatste gehucht heeft eenige messteken bekomen die zijne dood veroorzaakt hebben. Eergisteren reeds hebben een aantal Wervickanen voor den instruktierechter verschenen, en gisteren verschenen er een dertigtal van Becelaere en Terhand. S »3*ïJ svïiichton. Eene groote opschudding heerscht tusschen de duivenmelkers te Charleroi. Drie groote prijsvluch- ten hadden zondag plaatsde duiven werden opgelaten te Etampes. te La Ferté en te Creil. Zondag morgend omtrent 8 ure, toen de duiven reeds opgelaten waren e Etampes, borstte een hevig onweer los. De duiven geraakten van den we^ en 's zondags kwam er met eéne te huis. Maandag morgend zim drie duiven m den erbarmelijksten toestand aangekomen Meest al de anderen mogen als verloren beschouwd worden er waren niet minder dan 15,000 duiven op reis. Bij de bijzonderheden, die het jaartal 1881 aanbiedt, kan men de volgende voegen Telt men de twee eerste cijfers 1 en 8 samen, men heeft 9 de twee laatste, 8 en 1, geven samen ook 9: die twee uitkomsten geyen door samentelling 18 of de eerste helft van 't jaartal, terwijl zij door vermenigvuldiging 81 of de tweede helft uitmaken Voorts leest men 't jaartaf verkeerd ofTmge keerd altijd 1881, D De vorsten van Europa zijn naar orde van leeftijd gerang schikt als volgtv 6 Wilhelm I, keizer van Dmtschland 33 Paus Leo XIII Willem III, koning der Nederlanden Christiaan IX, koning van Denemark Alexander II, keizer van Rusland Victoria, koningin van groot Brittanië Karei I, koning van Wurtemberg Albert, koning van Saksen Oscar II, koning van Zweden Frans Joseph I, keizer van Oostenrijk Leopold II, koning van België 78 6S 62 62 61 57 52 51 49 45

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1881 | | pagina 2