Engène Rougon en La faute de l'Abbé Mouret. In le ventre de Paris en Son Excellence Eugène Rougonmaakt Zola zinspelingen op Napoleon III en op M. Rouher, den trouwen Bonapartist. Rougon en Rouher verschillen inderdaad maar van eene silbe. La faute de l'Abbé Mouret is eene soort van navol ging van 't Verloren Paradijs van Milton, waar de abt Mouret de plaats van Adam inneemt. Dit is waar lijk een gevaarlijk, een slecht boek. Maar onder dat opzicht heeft het eene gaaf: het is vervelend dat het stinkt! Neen! dat zijn geene romans: dat zijn geene zeden- studiën onder den vorm van dramatische verhalen voorgesteld. Het zijn kritiekwerken, min of meer betwistbaar, min of meer laakbaar op de drij maat schappelijke kwestien: het stoffelijk leven, het Gouver nement, de Priesters. Het zijn krietiekwerken die zelfs niet ernstig zijn, om reden dat de kritiek aan de polemiek uitkomt. Het is eene discussie (eene redekaveling) door lyrische aan vallen verbloemd. Dat is niet hetgeen men zegt kloek gestaafd dat is niet afdoende. Het gesticht kan morgen als een op zand gebouwd kasteel instorten onder een stormwind, die Zola zou kunnen doen bekennen dat hij den bal misgelagen heeft, zooveel te meer dat hij nooit van God noch van ziel en spreekt en den mensch beschouwt als een dierlijken tweepooter! Wat een boekwerk betreft is er niets standvastigs dan hetgeen op de eeuwige waarheid gesteund is, om réden dat zulks altijd waar was en bleef. De kritische werken van E. Zola zijn slechts persoon lijke denkwijzen des opinions personnelles. Le Réalisme, zegt hij, est un coin de la nature vue h travers un tempéramenthetgeen een dwaze drogreden is. (Wordtvoortgezet.) P. P. Denys. Bulletin Littéraire. Dimanche, 31 Juillet dr, eut lieu a Bruxelles, la lre reunion de la Federation Beige des soci- étés d'enseignement populaire. Par l'intermé- diaire du Cercle des anciens Normalistes, l'administration Bruxelloise avait gracieuse- ment mis a la disposition de la Federation, la salie de l'Union syndicale a la Bourse. Les délégues des cercles littéraires les plus renom- més, tant du pays flamand que de la contrée wallonne, y assistaient. Dès le commencement cependant, nous avons constaté avec regrêt, que la representation des cercles flamands était loin d'atteindre le nombre de celle du pays wallon, ce qui est une preuve évidente que, si l'enseignement populaire en Flandre ne marche point le pas d'écrivisse, il est au moins encore bien éloigné, du but que se sont proposé tous ceux qui travaillent a lemanci- pation intellectuelle des classes bourgeoises et ouvrières, gezegd hebben, dat de jongen eene volkomen goede conversatie voerde. Het gesprek breidde zich al verder over een en ander uit, en het duurde niet lang eer Adolf wist, dat zijne schoone reisgenoote finma Her mans heette, dat zij een tijd lang te Th.... in de kweek school was geweest, doch er als weeze onder Ooms voogdij, en op diens aanraden had van afgezien en nu sedert pas drij maanden, Oom en tante Klara was ko men gezelschap houden. Dat Adolf van R... bij IJp'eren was en hij slechts zijn eersten post vervullen ging, bleef ook voor Emma geen geheim; alsmede dat zijn vader over eenige maander verscheiden was, dat hij dit jaar loten moest en meen dergelijke praatjes, zooals een jongeling van negentien jaar, die nauwelijks in de wereld treedt, aan een meisje dat nog den kostschoolmantel draagt, al vertellen kan. Intusschen had hij het lieve kind eens goed in oogen- schouw genomen en zij scheen hem in levenden lijve, eendier ideaaltjes, welke onze verdienstelijke Conscience zoo aantrekkelijk te schilderen weet Een lief zwart koppeken, waar, onder wiegelend krulhaar, een hoog voorhoofje schier verdoken lag, en waaronder twee jaspenkijkers het golvend neusje en het rozenroode monjde bewaakten; eene slanke en goed geëvenredigde leest, waarvan het keurslijf de schoonste vormen verried en waaraan kleine handjes en vlugge voetjes het gansche schepselijn kwamen voltooien, dat alles gaf haar een heel ander opzien dan het boerinach tige dorpsmeisje endeed haar oneindig veel van de in- eeiigedf ongene modewesp verschillen. Ja, 'twas in den waren zin des woords een ideaaltje, dat zelfs de onge voeligste jongen zonder glimlachen, oogpinken of blo zen, niet lang bekijken zou. (Voort te zetten). Parmi les sociétés flamandes qui y avaient envoyé leurs délégués nous remarquerons le Rubenskring d'Anvers le cercle Veld bloem de Bruxelles le Willems-Genoot- schap de Bruges et le Vlaamsche kunst en letterkring Rust Morgen d'Ypres les noms des autres sociétés flamandes nous étant in- connus. Le comité provisoire se composait de Mr Lobet, président et de MM. Novent et Weber, secrétaires. Apr es avoir donné lecture de pro cés-verbal, des séances du comité provisoire, Mr le secrétaire procédé a l'appel nominal, au- quel répondent les envoyés de 38 cercles litté raires ou unions conférencières. II dit que le montant des cotisations volon taires est de 530 fr. Mr le Président propose ensuite de voter des remerciements au Cercle des anciens Norma listes et a l'Administration communale de Bruxelles pour les services qu'ils ont rendus a la société. (Applaudissements) Mr Tyberghien, délégué d'une société littéraire Bruxelloise dit que, quoique l'initiative de la fédération soit partie de Verviers, ce n'est nullement une raison pour localiser le siège de la société dans la dite ville. II voudrait que chaque ville eut au moins sa réunion annuelle, et il émet le voeu de voir sièger au comité permanent, au moins un membre de chaque province repré- sentée. L'ordre du jour porte ensuite la nomination d'un comité permanent. Plusieurs membres alléguent que cette no mination est totalement impossible aussi long- temps qu'une liste de candidats n'est point présentée. II s'engage a ce sujet une longue discussion entre Mr Cardier de Charleroi et quelques autres membres. Mr Cardier dit, qu'indépen- damment d'une question de personnes, il con- vient d'élever a la présidence, celui des délégués qui, depuis nombre d'années a rendu des ser vices très-marquants a l'enseignement popu laire. En conséquence, il propose Mr Donnier de Liége, membre de la Société littéraire Beige, comme président. Mv Novent demande qu'il serait pris en con- sidération, que le président du comité provi soire, Mr Lobet, a été jusqu'ici l'ame de l'ceu- vre et le créateur de la Fédération. Mr Heynz, fait observer qu'il ne serait point juste que le comité fut exclusivement composé de délégues wallons. II demande done, que le vice-président et le secrétaire-adjoint soient choisis parmi les délégués des cercles flamands et qu'on voterait trésorier, un délégué appar- tenant a un cercle mixte et possédant les deux langues. II est ensuite décidé qu'une assemblée de six membres (un par province représentée) dresse- ra une liste de candidats. Cette assemblée composée de MM. Cadier (Hainaut), Brans (Brabant), Gain (Namur), Weber (Liége), Stof fels (Anvers) et Dequéker (Fl. Occ.) soumet une liste de 10 candidats, dont les suivants sont nommés PrésidentMr Lobet, du cercle de Verviers; Vice-PrésidentMr Heynz, du Rubenskring d'Anvers Secrétaire M1' Novent, du cercle de Ver viers Secrétaire-adjointM. Stoffels, de Rubens kring d'Anvers. Trésorier M. George Hansens, du cercle de Quaregnon. M1' Lobet invite MM. les élus a prendre place au bureau il remercie l'assemblée des marques de sympathie qu'elle vient de lui montrer en le nommant président et propose de voter des remerciements a M1' Arm. Weber, se crétaire du comitée provisoire, (applaudisse ments). M. Donnier propose de choisir la ville de Bruxelles, comme siége de la société. II motive sa proposition en disant que la capitale étant située au centre du pays, présente par la des avantages considéralfles et une plus grande facilité pour le déplacement des délégues. Un autre membre n'est nullement de eet avis. II lui semble a juste raison, que les autres villes, soit flamandes soit wallonnes, peuvent avoir autant de droit a la préférence que Bruxelles. II propose done Anvers comme siége de la Société. M. Novent voulant mettre d'accord ces deux orateurs, propose de fixer le siége de la société a Bruxelles et de convoquer les réunions a tour de röle dans une ville wallonne, flamande ou mixte. Cette proposition est adoptée a l'unanimité. Après quelques explications échangées entre les délégués flamands et wallons, il a été con- venu que la prochaine réunion obligatoire du mois de Septembre, se tiendra a Gand. Les deux réunions suivantes, dont la date sera fixée ultérieurement, auront lieu a Bru xelles et a Verviers. Les autres questions a l'ordre du jour, n'ayant pu être discutées dans la présente séance figureront en tête de l'ordre du jour de la pro chaine réunion. Un délégué du cercle «Rust Morgen Den heeren X, Y en Z....babbelaars. Conscience-Feest Bij den weerlicht I uw moed, uw geleerdheid was groot, Toen 'k laatst van uw gramschap de blijken genoot Luid klonken uw' stemmen en dapper uw' taal; Zoo kan 't geen Arkadische nachtigaal. Gelukkig ik eet nog: dus ben ik niet dood; En zijt gij boosaardig en snijdend als staal 'k Vrees weinig, want er is toch donder noch schroot Bij uw'weerlicht O! mannen, wier hersens zoo zwaar zijn als lood, Wat zijt gij der menschheid een tergende kwaal! Wat rooft gij de 1 Hemel uw dagelijkseh brood! Waar' ik Heergod, ik zond u reeds honderd maal, Met japneut, met IJpersch janhangel en waal. Naar den weerlicht! Laat nu vreugdetoonen galmen, Vlaamsche zonen, frissche meiden Vlecht festoenen, kransen, palmen, Gaart de bloemen uit de weiden, Wilt niet talmen, tijd verlieren, "t Geldt Conscience te vieren. Op mannen van het Vlaanderen, Die uwe taal nog mint Op 't geldt een man te vieren, Conscience ons aller vrind. Conscience, de wijze dichter, De wreeker van het kwaad, De stichter reiner zeden, De zon des dageraad, In Vlaanderen verschenen Na eeuwen duistere nacht, Dien nacht ons door den vreemde Met loos verraad gebracht. Conscience, de zieletrooster, De droom van heel ons hart. Conscience, de ster der vreugde Als wee en leed ons tart. Conscience, die dacht en wrochte Het heldendicht, de schreeuw Der diep verdrukte Vlamen, De kreet des Vlaamschen Leeuw De kreet die donder knallend Het Vlaanderen wakker riep, En wars van vreemde wetten, En taal en kunst herschiep. Conscience zoo wel geheeten 't Geweten rein door Hiel. Kan men hem beter noemen O Vlaandrens schoonste ziel. Vereeren wij den strijder Van Vlaanderens bestaan. Ons is hij lief, Conscience, Zijn roem zal nooit vergaan

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1881 | | pagina 2