geheel het land 3,00, IJ persoh Week blad yoor stad 2,50. OP 500 EXEMPLARS KUNST- EN LETTERE STADSNIEUWS. Zondag 25" September 1881. 5 centiemen het nummer. 2dcjaar N° 34. DE KUNSTBODE VAN JJPEREN, verschijnt den Zaterdag avond; men abonneert zich bij Charles Deweerdt, drukker, Rijselstraat, 59, ÏJperen De prijs van het abonnement is f>\ 8-50 voor stad. fr. 3-00 voor geheel het land.Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres gezonden worden. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamenden regel 15 centiemen. Insertion bij akkoord aan geringen prijs. Conscience's feest. De hulde aan Hendrik Conscience blijft bepaald op heden 25 September. Ziehier de feestelijkheden Van 9-20 tot 10-30 ure 's morgens vorming van don stoet langsheen de Antwerp- sche laan (Noorderstatie). Om elf uur optocht van den stoet naar het Wiertz- museum. Toespraak door den heer voorzitter Stroo- band. Uitvoering in den hof van het Wiertz-museurn der cantate Conscience's-Tuin. Na de redevoering, af tocht naar de beurs. Om 2 uur groet feest in do Beurs, bestaande in eene Feest-ouvertuur door H. Waelput, en een koor. Gij zijt ons lief, door Gevaerten een lied te zingen door mevr. De Give-Ledelier, muziek van Benoit. Vervolgens eene feestrede, door den heer voorzitter Van Driessche. Overhandiging der nationale geschen ken den heer Conscience door liet Vlaamsclie Volk aangeboden. Overhandiging aan Conscience der diploma's van eerebied der maatschappij van nederlandsche letter kunde te Leiden en doctor Honoris Causa der hooge- school van Leuven. Lied te zingen door den heer Biauwaert, van Willem De Mol en tot slotHuldezang, gedicht van H. Claeys. Om 8 uur des avonds Algemeene verlichting der Groote Markt. Volksconcert. Gedurende het volksconcert, avondfeest op het stad huis, in de gothieke zaal, den lieer Conscience door het gemeentebestuur aangeboden. Geschenk aan Hendrik Conscience. Ziehier de beschrijving van het portret van Hendrik Conscience in zilver gedreven en door eene prachtige omlijsting opgeluisterd, vervaardigd door den heer Lambreclit Van Ryswyck en dat zondag aanstaande den grooten schrijver zal aangeboden worden. Des dichters portret is uitgevoerd op driekwart van natuurlijke grootte met zilveren omlijsting en ebben houten raam inbegrepen, zal het ongeveer een meter hoog zijn, breedte in evenrededigheid. De geniale man is afgebeeld met vollen baard, gelijk wij hem thans kennen, niet zoo als de meesten in metaal gemaakte figuren, koud, hard en ganscli levenloos; maar zoo dichtervol en gemoedelijk, als toen hij zijne volksverhalen in eenen vriendenkring ten gehoore bracht. Men kan zeer goed zien, dat de heer Lamb. Van Ryswyck met gansch bijzondere voorliefde aan een vriendenportret heeft gewerkt, dat hij maar alléén vatten kan, die weet wat al gaven zicli achter het uiter lijk van zijn model schuil houden. Zeggen wij er maar seffens bij, dat om dit kunststuk te doen gelukken, de bemiddeling van den verdienste lijken beeldhouwer de heer Fr. Deckers niet is van de hand gewézen aan hem ook een deel van de faam, die aan den heer van Ryswyck in de kunstwereld weder zal ten deel vallen. De beroemdste aller Vlamingen mocht niet anders dan in een vlaamsch pak steken daarom eene echt vlaamsclie versiersehvijze van door en in elkander ge- vlochte en gekrulde riemen, middels, met gebekte draperijen uit saterskoppen hangend, verbonden zwie rige bloemkransen wiegelen aan haken en ringen met fruit gevulde korven bekronen de opstekende toppen. Op twee handrollen is de spreuk te lezenAan Hendrik Conscience, zijne taalgenoten 1881. Het portret is met eene lauwerkroon omgeven op het kronkellint daarvan staat de sagenkring geschreven van des dichters wereldberoemde verhalen. Om liet plaatachtige, aan alle drijfwerk eigen, uit het tafereel te bannen, is het krulwerk als kant uitgesneden, door mat en blink kleuriger gemaakt en zeer bollig en diep uitgewerkt. De achtergrond, door somber fluweel merkelijk verdiept, doet goed zien, hoe het liefelijk spelend loof werk door elkander gevochten is. Verstei'kt het halfverheven drijfwerk, als techniek den maker tot eer, dan voorzeker spreekt dit meester stuk van diepgevoelde en in den breedsten zin begrepen kunst. Van allen helleenschen en romeinsch-franschen in vloed vrij, mag dit kunstwerk als van echt vader- landsch gehalte begroet worden, en is onder alle op zichten den genialen dichter waardig, aan wien het als blijvend bewijs van Vlaandren's hulde verstrekken moet. De betooging ter eere van H. Conscience zal groötsch zijn. Honderde vlaamsclie maatschappijen van het land hebben reeds hunne deelneming toegezegd. Holland, fransch Vlaanderen en DuitsChland zullen afgevaardigden zenden. De gemeenteraad van Ant werpen zal vertegenwoordigd zijn door eene deputatie. Holland zal Conscience een kunstalbum schenken, waaraan 400 kunstschilders, dichters, toondichters, enz. hebben medegewerkt. Wij vernemen dat de volksinschrijvingen om de kosten der feesten te dekken, de som van 30,000 fr. bereiken. Het Viiegsken. (Bij de wieg van mijn zoontje P. P. E.) Kermisavond. Gisteren 24 September, heeft het vierde eskadron van het 4e Reg' Lanciers onze bezetting verlaten om zich naar het kamp van Beverloo te begeven. Het zal vervangen worden door eene menigte officieren die de Koersen der rijsclioole komen bijwonen. Burgerwacht van IJperen. Maatschappij van Onder-Officieren. Ivaporaals en Brigadiers 8HI.JFSCHIETHVG gegeven door de heeren Majoor Kommandant, cn Ad'j- Majoor Ligy, aan al de leden der Maatschappij, op Maandag 3 October 1881, ten 3 ure juist. DE NST10DE 0 Aardig viiegsken. Vlieg en gons maar rond het wiegsken Lijk het aan uw grillen lust. 'k Volg u gaarne in uwe kringen 'k Zie u gaarne dansen, springen 'k Ilooru gaarne ronken, zingen Wen gij 't wippend liefje kust Ja, 'k zie gaarne de pleiziertjes. Van de menschen en de diertjes. Doch geen zagen, noch geen plagen Kan ik in mijn hart verdragen Daarom moet 't u niet mishagen Dat 'k twee dingen u verbiê 't Is, ten eerste, viiegsken, zie Dat gij op de sprei van 't wiegsken (Luister wel nu, aardig viiegsken) Geenc zwarte puntjes zet, Want dat vind ik geenszins net- Maar nog strenger is 't verboden, En gij hebt die slechte mode Van te bijten op de kaak Van liet kindje, dat 'k bewaak. O gij zult het diep beklagen Moest gij nog mijn kindje plagen 'k Zou u vangen in mijn woed' En mij wreken in uw bloed 1!. Die twee punten moet ge onthouden, Want 'k herhaal het, anders zouden, Wij geen vrienden blijven, neen Maar ik zie 't du habs versteh'n I Nu, 't is wel, ik hen te vreden Gij verstaat nog recht en rede Gij zult volgen mijnen raad Daarom ook zal ik u toonen Hoe 'k de braafheid wil beloonen, U bevrijdend voor liet kwaad Als mijn zoontje groot zal wezen, En in andren 't voorbeeld lezen, Zal 'k hem leeren en gebiên Al de vliegskens gaarn' te zien Nooit zal hij u mogen plagen Met uw vlerksjes uit te doen En u dan te voet te jagen Lijk kwajongens dikwijls doen Vlieg dus rond hier, aardig viiegsken, Wip en speel maar rond het wiegsken Maar wees braaf voor sprei en kind, Zoo wordt gij van ons bemind Werken, 15 September, 1881. P. P. Denys. Het koperwerk is klaar gewreven Het hangt te glinstren aan den wand!.. Nu plaatst de dikke meid de potten En,pannen op de schab van kant. De kelder geurt van vleesch en fruiten Er staan zelfs twintig flesschcn wijn Terzij der volle ton, wier inhoud Van 't patersvaatje schijnt te zijn Nu steekt men op de hoef den horen, En 't werkvolk komt verheugd van 't veld Het redekavelt hoe het weder Voor 't kermisgaan zal zijn gesteld. De paardeknecht komt op zijn karre Van 't dorp met taart en koeken aan Vertelt aan 't tegenloopend meisje Wat kramen er te plaatse staan. De boer berekent wat zijn werkvolk Voor deze week ontvangen moet, Terwijl zijn vronw in al de plaatsen Nog eene laatste inspectie doet. De fleurige dochters, op hun kamer, Probeer en kleed, bottien en hoed, Zich wringend voor den kleinen spiegel En denkend op huns minnaars gloed. En ginds nu uit den blauwen toren Der dorpskerk stijgt een blijde akkoord. En gallemtKermisbin bam kermis Tot dat ter streek het elkeen hoort. De hoef valt nu allengskens stille Elk gaat te bedde blij van zin De kleinen droomen van de paardjes, De jonge lieden van de min En de oudjes in hunne avondbeden Verzoeken 't allerschoonste weêr Herhalen nog wie komt ter kermis, En leggen zich de laatsten neêr. Werken, 17 September 1881. P. P. Denys. //72+GV.-

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1881 | | pagina 1