STADSNIEUWS. SÖCIÉTÉ DE GARDES CIYIQUES D'YPRES. Haut Total. Bas Total. Société Royale des Francs Arbalétriers. Maatschappij de Viaamsche Sier. Heer Opsteller, Niets heeft op mij meer indruk dan eene viaamsche vertooning die goed opgevoerd is. Alsdan voel ik al de snaren van mijn vlaamschminnend hart trillen, omdat ik de overtuiging heb, ten minste eenige der franschge- zinde personen, die bij geval in het vlaamsch tooneel aanwezig zijn, tot betere gevoelens ten opzichte hunner moedertaal zullen gebracht worden. En inderdaad wie kan er ongevoelig wezen bij het hooren van het harmonieus muziek in het liefelijk stuk geiiteld een huwetijkstwisl alwaar de heer J. Van dendriesche met zijne aantrekkelijke stem ware bewij zen van talent gegeven heeft. De heer J. Vandendriesche is immers gekend voor eenen verdienstelijken tooneel- speler die voor vele tooneelspelers van beroep niet moet onderdoen. Even veel lof valt Mevrouw Apers-Ghys- brechts te beurt. Dit liefelijk stukje is uitermate goed verstaan en opgevoerd geweest. Het tweede stukDe drie oude kameraden is niet min liefelijk. Het is een stuk waar de schrijver de daadzaken van het hedendaagsch leven op eene schitte rende wijze te berd heeft weten te brengen. De ikzucht bestrijden en het tegenovergestelde de edelmoedigheid inprenten daarin bestaat het grondplan dat hij gevolgd lieeft om de noodlottige gevolgen der eerste en de heil zame uitwerkingen der tweede te doen gevoelen. Ganscli het stuk is zedelijk; de heeren toeneellisten hebben des schrijvers gedacht zoodanig weten weder te hem in uwe armen terug te voeren.... zijt gij nu te vreden? En nu zult gij op hoop leven, niet waar? Kom, ik zal u naar de hoeve nog wat vergezellen, want gij zijt zoo licht gekleed en die koude moerasnevel, die over den boomgaard hangt, zou u kwaad doen. Adolf bood haar zijn arm en zij stapten, door het reeds nat bedauwde gras, in de richting van het pachthof, terwijl hij haar nu uiteen deed, hoe hij het aan boord leggen zou, om Edgard tot den keer- tocht over te halen. Aan den doktor en zijne vrouw, zou hij wel zijne voornemen laten kennen, hun zoon van die ongelukkige dwaalgedachte af te brengen, maar het hoofddoel zijner pogingen mocht hun niet ter ooren komen, wijl zij alsdan de verblijfplaats van Edgard natuurlijk zouden verzwijgen; want de doktor- was een koppig man en zou, van wat hij eens in 't hoofd kreeg, zich zoo gauw niet loshechten. Hij zou morgen niet toeven, haar onmiddelijk te laten weten, waar de weglooper zich bevond en zou hem op staanden voet een langen, zeer langen brief schrij ven, waarin hij hem al liet belachelijke van zijn gedrag voor oogen zou leggen, er eene doödelijke ziekte van Leonie bijsmeden en hem bij boog en laag bezweeren, zich zonder verder overleg, met vader land en heimmat te verzoenen. En nu verlaat ik u, Juffer, besloot hij, want mijne belofte te volbrengen, lijdt geen uitstel en ik wou niet graag, dat men ons zoo te samen wandelen zage, daar eene of andere klappei ons soms mocht bemerken, door hare veronderstellingen de rammel- keezen van het dorp in ophef brengen en zoo ganscli ons plan verbrodden. Gij zult dus hoopvol den goeden uitslag afwachten en u niet meer ontmoedigen, niet waar?.... zoo, goeden avond dan en slaap rustig Ik weet waarlijk niet, hoe u voor zooveel vriend schap bedanken, mijnheer, sprak Leonie, terwijl geven dat men zou gemeend hebben dat het vertoonde wezenlijk plaats had. Wanneer men zich in de wezenlijkheid gelooft, moet men toch wel bekennen dat het stuk goed wedergegeven is geweest. En hoe zou het anders kunnen geweest zijn Zijn de heeren Gustaaf' Maillard, Karei Deweerdt en Julius Vandendriesche de perels der Viaamsche Ster niet? Mogen zij geene aanspraak maken op de erkentelijkheid van alwie vlaamsch bloed in zijne aderen voelt vloeien. Ja, mogen zij niet doorgaan voor de beste tooneelspelers die ooit eene viaamsche maatschappij bezeten heeft Eere dus aan die mannen Zij hebben getoond wat zij vermogen. Het derde stuk spant nog de kroon. Vader Cats, met al de koddige gedichten die liet behelst, heeft liet publiek veel doen lachen. De dikke baas uit de herberg was zoodanig wel in. zijnen witten voorschoot gedom peld, dat men moeite had den persoon te herkennen. Hadde men niet geweten dat die baas niet anders dan de heer Emiel Deraedt was, men zou hem voor eenen Hottentot genomen hebben. Het was het geval te mogen zeggen: Voorschoot, waar loopt gij met dien man? Vergeef mij dien omweg, heer Opsteller, ik wilde alleenlijk doen zien dat de heer Deraedt insgelijks het zijne bijgedragen heeft om den goeden naam der Viaamsche Ster in stand te houden en om het publiek te bewijzen dat men niet groot hoeft te wezen om de plank te betreden. Er zijn veel mannen die groot in wapens willen we zen en tocli slechts mogen vergeleken worden aan groote lantaarnen met kleine kaarsjes. Ontvang, heer Opsteller, dé verzekering mijner hoog achting. Frederik. Burgerwacht. Dinsdag laatstleden waren de heeren officieren in een banket vergaderd ter. gelegenheid van 's Konings ver jaardag. Dit feest werd opgeluisterd door de tegenwoordigheid van M. Hynderick, Majoor der burgerwacht en van M. J. Iweins, voorzitter der schuttersmaatschappij Verschillige heildronken werden voorgesteld en be antwoord, en de gulhartige vrolijkheid heerschte onder die vergadering. Na het banket zijn dë heeren officieren in korps de heeren onderofficieren gaan vinden die insgelijks, ter dezer gelegenheid, in hun lokaal het Bronzen Hoofd, op een banket vergaderd waren. Hunne aankomst werd begroet door den zang van het vaderlandsche lied, en weldra werd de eetzaal in eene ruime concertzaal veran derd. Romancen en Kluchtliederen werden aangeheven, de vreugde was op elks gelaat te lezen, en men vermaak te zich tot in de kleine uurtjes. KoorzangmaatschappijLa Lyre ovrière. Heden zal in het lokaal der Lyre ouvrière een con- tranen van dankbaarheid op hare wangen rolden gij hebt mij daar straks zoo heilzaam getroost en ik heb er een voorgevoel van, gij zult onze goede engel zijn Doch Adolf onttrok zich met een' handdruk, aan hare dankbetuigen en stapte met rasse schreden naar de baan heen, terwijl het meisje het in de richting der hoeve op een huppelen stelde, alsof er over het welgelukken der onderneming geen twijfel meer be staan kon. Eens op den weg en buiten haar gezicht, bleef de jongeling eventwel stilstaan en schudde ver legen liet hoofd. Wat heb ik daar nu al beloofd, slimmerik die 'k ben, sprak hij zich zeiven toe. Alsof dit alles eene belangiooze zaak ware Iets verspreken is goed en wel, docli waar naartoe met dat blind paard Edgard, gij drommelsche jongen, wat booze duivel heeft u die domheid inden kop gestoken?En toch, dat ver wondert mij niet, want hij is de avantuurlijkste heet- kop, dien God op de aarde schiep. Hij was romanesk zei hij soms dat merk ik nu ook zijne gekke streek, ziet er heel romanesk uit. Zoo dat alles nu maar goed eindigt, voor hem en het arm kind. Husch wel welwie heeft zijn gansche dagen zoo iets ont moet Nu, tot daar God leeft die 't al geeftmaar zoo mag het toch niet blijvenliet verdriet van dat meisje kan ik niet aanschouwen en Edgard bemin ik als mijn eigen broeder. Dat hij er ook van doortrekken moest wat lafheidEn na eerst naar zijn huis; ik moet weten, waar hij zich ophoudt... En onder het uitspreken van dergelijke verwijten, over het gedrag zijns vriends, liep hij snel de baan op en ging regelrecht, na hij zich diens woning, door de buiten zittende dorpelingen, had laten aanwijzen,bij den doktor aankloppen. Vervolg hierna.) eert plaats hebben, dat, te oordeelen naar het program ma, een der schoonste feesten zal uitmaken welke tot alsnu door die Maatschappij gegeven zijn geweest. Koorzangen met groot orkest, Romancen, Kluchtliede ren, en allerhande muziekstukken maken de stof van het feest uit. Ste Cecilia. Ter gelegenheid van het St0 Ceciliafeest, geven de heeren Muzikanten der Pompiers morgen eenfbanket in het hotel het klein Yper. Naar men zegt zal hun een prachtig maal opgedischt worden, en wij twijfelen er niet aan, vreugde en broe derlijkheid zullen daar ook elkander de hand geven, en eenen aangenamen avond doen doorbrengen. Theatre d'Ypres. La représentation, donnée Lundi dernier par la trou pe d'opéra du Theatre de Bruges, a parfaitement réussi. La Traviata et le Chalet ont excité l'admiration du public. Les artistes étaient tous a la hauteur de leur röle et les passages les plus difficiles furent rendus avec une aisance, un entrain, une verve dignes des plus grands éloges. Signalons particulièrement le premier ténor, qui, d'une voix süre et puissante, interprète admirablement les plus belles pages de cette oeuvre magistrale. La première chanteuse aussi merite une mention particulière. Douée d'une voix pure, d'un tim bre magnifique, elle captive son auditoire par ses mélo- dieux accents. Les notes perlées qu'elle lance dans l'espace fascinent et subjugent les spectateurs; enun mot elle possède un talent hors ligne incontestable. En somme, exécution parfaite, richesse et beauté do costumes, salie comble et public choisi, voilé le bilan de la représentation du 14 Novembre. 2me Tir de la période d'hiver. 13 Novembre 1881. Tir au Carton. Podevyn A. 20. 20. 20. 20. 20. 100. Ligy F. 20. 10. 20. 25. 0. 75. Devos L. 20. 1. 1. 1. 5. 28. Van Nieuwenhuyse. 5. 10. 10. 1. 10. 36. Tir du Lundi 14 Novembre 1881. AUX OISEAÜX haut total. Desramault René, prix. Pintalon Lambert, prix. Tir du Mercredi 16 Novembre 1881. Brunfaut, 5. 6. 6. 6. Van Lerberghe. 2. 2 1/2. 1. 6 1/2. Landbouw. Het bewaren van aardappelen gedurende den winter. In een jaar als 1881, waarin de aardappe len veel vocht hadden te verduren en nat gedolven werden, zal men ze het best op de volgende wijze tegen verrotten bewaren kunnen .- Vooreerst legge men op den bodem van den kelder eene dunne laag geblusclite kalk en strooit ook bij het uitstorten der aardappelen een weinig kalk daar tus- sclien. De noodige hoeveelheid kan eik wel bepalen. De uitdroogende eigenschappen van de kalk verhinderen vochtigheid en verrotten. Zelfs als er eenige aangesto ken aardappelen aanwezig zijn kan zich de ziekte niet aan andere knollen mededeelen, omdat de kalk, de woekerplant, die de ziekte veroorzaakt, vernietigt. 'liet gebruik van kalk levert ooit nog liet voordeel op, dat het vroeg uitloopen der aardappelen krachtdadig er door verhinderd wordt. Men kan ze daardoor veel lan ger in voor de keuken bruikbaren staat bewaren. Ruw, gemalen gips heeft ongeveer dezelfde uitwer king, maar kalk is toch werkzamer. Eet-aardappelen, die men in kuilen bewaart kunnen op dezelfde manier voor bederf bewaard worden. den Droes hooren huilen, in 't. diepste der hel, een zwijn, dat men doodt in de maan, hooren schreeuwen, of God uit compassie, op zijn troon, hooren geeuwen en roepen met dondrenden telefoonklank Sa, vlegels, benedennu ga-je :nen gang. Onze oudren, van maag als van talé steeds dietscli, verteerden als hongrige wolven, doch nu leeft een Tanner zes weken met niets, als een fakir in de aarde bedolven. En anderen gaan, als nooit kemel net deed, die uit Marokka's tempels naar Medina reed Met keizers van Rusland en hunnes gelijken, wil 't socialismus den hemel verrijken op 't laatst nog wordt de beedlaar de zekerste rang; ja, 't spreekwoord zegt waarheid nu gaan we 'nen gang! Las m'eertijds een stukje, men zocht naar den geest, nu zift men en vit, dat gaat beter; met 't eeuwig kritiekzet dat weer op de leest zond Zaagmans mijn brodwerk mij wede; Dat noemde hij waarheid maar 'k ben eens zoo vrij. en 'k stuur hem 't menu voor een noenmaal er bij, dan had ik als meester mijn ontwerp bezongen, 't werd heerlijk, al was het ook scheel en verwrongen; 'k riep cent mille tonnerres en ik greep naar de tang O, slimme kritieken, nu ga-je 'nen gang! Yperen. nestor. ♦- BAS TOTAL. HAUT TOTAL. BAS TOTAL.

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1881 | | pagina 2