IJ perseli Week blad.
voor stad 2,50.
geheel kt land 3,00.
OP 500 AFDRUKSELS
STADSNIEUWS.
WAAROM
mijn vriend naar de stad kwam wonen.
Zondag 4" December 1881.
5 centiemen het nummer:
jaar
X'.m
Ode
Vlo
DE KUNSTBODE VAN IJPER.EN, verschijnt den Zaterdag avond; men schrijft in bij Charles Deweerdt, drukker, Rijsselstraat, 58, IJperen. De
inschrijvingsprijs is fr. 2-50 voor stad. fr. 3-00 voor geheel het land. —Aiie artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres ge
zonden worden vóór den Vrijdag avond. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamen den regel 15 centiemen. Inlijvingen bij akkoord aan geringen prijs.
Onze Pompiers.
Maandag, 21 Novemberheeft het Muziek
van het korps Pompiers onzer stad, zijne pa
trones, Ste Cecilia, gevierd door een banket.
Het feest had plaats in het hotel le Petit
Ypres.
Toen iedereen aan tafel plaats genomen had,
bood de heer wachtmeester Swekels aan M.
Wittebroodt, muziekoverste, in name der
muziekanten, een prachtigen ruiker. Met
waar genoegen wenschte hij den chef eenen
gelukkigen feestdag en drukte de hope uit dit
nog lange jaren te mogen doen.
M. Wittebroodt, diep bewogen, gaf den mu
ziekanten zijnen hartelijken dank te kennen
voor hunne genegenheid. Daarna begon het
eetmaal, een lekker eetmaal voorwaar! dat
eere doet aan Mme wed. Joye, de hospes van
le Petit Ypres, en waaraan de muziekanten
ook eere hebben gedaan.
De grootste eendracht en blijgeestigheid
heerschten gedurende het feest.
Aan het nagerecht stond de heer Luitenant
Aug. Brunfaut recht; in welgepaste woorden
gaf hij met spijt te kennen dat M. Valcke, de
achtbare Commandant van het korps, uit hoof-
door H. Van Beveren.
(Vervolg.)
Op het gewone uur, ging 's anderendaags morgends
het schoolpoortjen open en Adolf stopte eenen knaap
met wakker voorkomen een klein briefjen in de hand,
waarna de guit onmiddellijk de baan naar P. opdraafde
en door het herhaald blootbrengen zijner ferm bespij
kerde zolen ten zeerste bewees, dat hij in dat slag
van gijmnastiek geen nieuweling meer lieeten mocht.
Adolf's bezoek en pogingen, gisteren bij den doktor
waren gelukt, voor zooveel ten minste dat zij tot het
welslagen zijns plans bijdragen mochten. Want de
geneesheer noemde zijn zoon een razende gek welke,
na door veel opofferingen en moeiten van 's ouders wege
eene winstgevende plaats bekomen te hebben, alzoo
maar alles in den wind sloeg en, als een koppige kleine
jongen, liever honger leed dan te gehoorzamen en naar
goeden raad te luisteren. Het scheen hem ongehoord,
dat een jongeling, die zulk eene opvoeding had genoten
en toch zeker reeds een grein gezond oordeel in den
koker zitten had, zich door eene half uitgedroogde
boerendeerne het hoofd op hol liet brengen en als een
domoor, die hij was, zijne gansche levensbaan blinde
lings aan duigen sloeg. Had de oude man zich zijner
jeugd herdacht, wellicht had hij een dergelijk feit op
zijn geweten gevonden, maar hij wond zich zoo fel op,
dat hij luide zegde, geen zakenmet Edgard meer te
willen hebben en niet minder dreigde, dan hem, bij de
eerste wederverschijning, buiten de deur te gooien.
de van erge onpasselijkheid, in de onmogelijk
heid was het feest bij te wonen. Iiij stelde
eenen dronk vóór op de spoedige herstelling
van den welbeminden vader der groote familie
Pompiers, den wensch uitdrukkende hem wel
dra in hun midden terug te zien.
.De woorden van den heer Luitenant werden
met geestdriftige toejuichingen begroet, en
men dronk op de genezing van den heer Com
mandant Valcke.
Dan was het de beurt van den heer Oscar
Poupart, geneesheer van het korps.
Hij stelde de gezondheid vóór van den held
van 'het feest, M. Wittebroodt, wiens talenten
en verkleefdheid hij in zeer vleiende woorden
deed uitschijnen.
Een drijduhbel hoeralH beantwoordde den
heildronk door den heer Doctor voorgedragen.
De tijd van zingen was nu aangekomen:
Tone, de boute-en-train in alle feestjes, opende
de reeks. Na hem lieten verscheidene liefheb
bers zich hooren, waaronder de Petit Bon-
homme, die fel gebisseerd werd.
Bij alle goede feestjes gaan de goede werken
gepaard: Eene omhaling, door eenen der oud
sten van het Muziekkorps gedaan, heeft 5 fr.
55 c. opgebracht ten voordeele van den school
penning.
Men verliet eindelijk de zaal onder het uit-
Hij schrijft mij, dat hij in Londen is, had hij
gezegd lieweldat hij er blijve, hij is er een exen-
trieke rekel te meer bij den hoop. Ik schrijf hem in
mijn leven niet meer neen, ik moei er mij niet mêe,
al raakte hij als dagdief achter de grendels
Och, vader, verschoon hem '1 had de dochter
gesmeekt.
Och, ja, Maltens, wees redelijk, bad de moeder,
gedenk toch, toen wij jong waren en mijn vader
Ik bid u,vrouw,zwijg er van of ik ga liever heen...,
had de doktor gegromd en was met hoed en stok ter
deur uitgestapt.
I)an kon Adolf van de bedroefde vrouwen vernemen,
dat Edgard in Londen, door zijne grondige kennis der
engelsche taal en het toedoen van daar verblijvende
vrienden, eene plaats als kantoorbediende had aange
troffen en er vlijtig werkte, maar ten stelligsten wei
gerde naar het vaderland terug te keeren, eer zijn
vader hem zijne vlucht vergeven, en zijne hatelijke
dreiging ingetrokken had. Doch deze was onplooibaar
en nu van langsom meer tegen zijn zoon ingenomen.
Adolf verzekerde hun, dat hij het middel gevonden had,
den jongen, onaangezien al die voorwaarden, wel in
te schepen en vroeg enkel naar zijne verblijfplaats,
welke hij ook dadelijk te weet kreeg en zich hiermèe
naar huis spoedde, na dat hij wel had moeten beloven,
de zaak voor niets ter wereld ruchtbaar te maken,
daar bijna niemand in het dorp er nog iets van verno
men had.
In zijne opgewondenheid en vriendelijke bezorgdheid,
had hij, in zeer vloeiende stijl, een brief van een zestal
bladzijden zonder moeite bijeen gebracht. Toen hij
denzelven herlas, scheen hem het facit indignatio
ver sum meer waar dan ooit, want hij twijfelde niet,
of Edgard zou op den roep van zijnen boezemvriend
niet langer kunnen terug blijven, te meer, daar hij met
Leonie's gewaande ziekte op alle mogelijke wijzen
schermde, en dezelve tot slotsom zoo erg ais doodelijk
spreken van den grootsten lof over het welge-
lukken van het feest, waartoe Mme wed. Joye,
door fijne en goede spijzen en lekkere wijnen
veel bijgebracht had.
VSaamsche Ster.
Wij vernemen dat de onvermoeibare leden
der Vlaamsche Ster, Zondag aanstande, 11
December, hunne derde vertooning van het
abonnement zullen geven.
Te oordeelen naar het ontworpene program
ma, zal dit feest een der aangenaamste zijn
die deze Maatschappij ooit gegeven heeft.
Schoon muziek, uitgulezene tooneelstukken en
vooral goede opvoering, ziedaar wat de Ster-
relingen ons beloven.
De vertooning zal samengesteld zijn uit
'Tasnboei' iksissens.
Blijspel met zang in twee bedrijven, door H.
Van Peene,
I>e Wei'tji^oeclei'lsig',
Blijspel met zang in één bedrijf, door H. Van
Peene.
Tony en Belleke,
Comedie in één bedrijf, door Van Goethem.
De twee eerste stukken zijn reeds allergun
stigst gekend en hebben niet weinig bijgedra-
afschilderde.
Dit nu was het nieuws, dat hij door liet epistel met
bovengemelden snellooper, aan liet meisje weten liet,
en waardoor hij haar alweer eene nieuwe dosis hoop
toediende, welke mijne gevoelvolle Lezeressen gemak
kelijk en zonder verderen uitleg, bevatten zullen.
Vijf uur was door de eenige klok uit den dikken,
ouden toren aangekondigd en op het straks zoo drukke
schoolplein, heerschte reeds geene luidruchtige vreug
de meer, toen de jeugdige onderwijzer met den wijden
stroohoed op, en den wandelstok onder den arm, de
baan naar P.opstapte.Eenige kleerkoffers enboekenkasjes
waren zoo schreef de statieoverste, op zijn adres toe
gekomen, maar gelijk de voorzichtigheid ten allen
tijde het behoud van den porseleinwinkel geweest is,
wilde Adolf zicli van den goeden staat van het aan
gekomene eerst overtuigen, eer hij aan Jan de koetsier
den last gaf, de verzendingen herwaarts te brengen.
Aan de laatste huizen van het dorp gekomen, zag
hij daar uit een modewinkel, een tamelijk dik heer
met grijze bakkebaarden stappen, die blijkbaar een
handelsreiziger was- want hij droeg twee stalenpakjes
over den schouder geslagen- en in wien Adolf dadelijk
een vriend zijner familie, de heer Lintmans, herkende.
Wel, jandorie! Dolf, wal mee;, gij hier uit?
sprak de gulhartige heer en kneep met rnn onbedwon-
druk Adolf's vingers in zijne hand zijL gij hier werk
zaam in den wijngaard des heeren
Als of 't u de nikker verteld had z Adolf.
Jandorie toch, Dolf! twee steene., gemoeten el
kander niet, maar waar twee menschon het doen, is
onzeglijk. Wel, wel, wat nu nog al! En dat moeder
Roza daar geen ziertje van gekout heeft. Want giste
ren nog, was zij bij ons aan huis en zoo liep zij met
een, zei ze, bij M. D., den drukker aan, om wat boe
ken. 't Was altemet voor u, Dolf?
Ja, daar zijn ze juist aangekomen, 'k Wil eens gaan
rr i
I
DE KUNSTBODE