#y L Est-ce étonnant! Onoffre aux jeunes filles qui entrent, 40 fr. jgar mois. Quarante francs par mois! Une recompense civique pour l'instruction acquise! Après 5 ans de service, alors que la jeune fille a plus de 20 anset qu'elle a prouvé, dans un nouvel examen, ses capacités pratiques, administrative^ et générales, ce traitement peut mème atteindre 1,080 francs! Ge .traitement fantastique pour une jeune fille qui doit tenir un certain rang, constitue, dans les grandes villes, une sorte d'épreuve pour obtenir le prix de vertu. On veut, dit-on, donner a la femme les moyens de gagner sa vie. Rien de mieux et on ne peut qu'approuver hautement le but moral a atteindre, mais encore faut-il que ces moyens soient réels et qu'a l'age oü la jeune fille a le plus besoin d'ètre protégée, elle ait les ressour ces nécessaires pour vivre décemment. On a assimilé le traitement des femmes a celui des hommes; c'est une erreur. Un jeune liomme n'a pas besoin d'un traitement rela- tivement élevé; il convienl mieux, au contraire, que ce traitement soit faible au début, atin qu'il lui donne des habitudes de sobriété et des goiïts modestes, un traite ment qui le force a chercher ses plaisirs dans l'étude; mais dès qu'il atteint l'hge de se marier, il faut que ce traitement soit raisonnable et qu'il suive une progression accentuée, afin que le père de familie puisse élever con- venablement ses enfants. En est-il de même de la femme'? La période qui doit attirer spécialement i'attention du moraliste social qui veut assurer une position indépen- dante a la femme, ve sont ses années de jeune fille. C'est pendant cette période que la femme doit jouir d'une aisance relative, si l'on veut que l'oeuvre entre- prise atteigne son but. Plus lard, quand la jeune femme sera en age de se marier et quand elle sera mariée, la progression du traitement ne devra pas être forte comine chez l'homme et ce pour plusieurs raisons: 1. La place de la femme est dans son ménage. l)u moment qu'elle est mariée, qu'elle a trouvé le compa gnon qui a charge de la nourrir, la raison sociale qui lui a donné les moyens de vivre de son travail, n'existe plus. Mille raisons plaident, au contraire, pour qu'elle aille a sa cuisine et c'est vers ce point qu'il faut la pousser. Le traitement doit done devenir presque stationnaire. 2. La perspective d'un traitement croissant est pour la fille h marier un danger, paree que celle-ci risque beaucoup de devenir la dupe d'un homme qui entrevoit dans le mariage une existence de dolce farniente, gr&ce au travail de sa femme. Ce qui n'entre certes pas dans les vues des partisans de l'emploi des femmes. 3. Si la femme reste célibataire, elle ne souffrira pas de la faible progression de traitement, paree qu'a 40 ans, ses besoins sont a peu prés les mêmes qu'h 20; son traitement lui suflira conséquemment. •l. Dans l'intèrêt du service, il convient d'éloigner la femme sous puissance de mari. En eflfet, les enfants, le ménage, les maladies, mille causes l'empêcheront a tout moment de se rendre a son service. Or, ge qu'il faut avant tout, ce sont des agents sur la présence desquels on puisse compter, sinon le service serait a tout propos en désarroi. Nous signalons ces raisons a I'attention de l'autorité supérieure. Dans l'intèrêt de l'institution des femmes, il convient de se montrer sévère dans l'admission et de mieux rétribuer en consequence au début, sinon l'oeuvre sera caduque et si elle ne se fonde pas sur de bonnes bases, gare la gangrène! II deviendia alors bien difficile, sinon impossible, de réparer la faute commise. (Le Moniteur des employés Landbouw. (Vervolg.) De pachters die hunne melk aan de Aylesbury Dairy willen verkoopen, moeten zich bij een contract verbin den eene soort van verzekeringsact waarvan wij hier de voornaamste bepalingen laten volgen: De melk moet toegezonden worden zonder vooraf gaandelijk ontroomd te zijn, zonder de minste bijvoe ging van water of iets anders. Zij moet ten minste 22 vaste stoffen bevatten. Zoodra de melking gedaan is, moet de melk gegoten worden in vaten die altijd met de meeste zorg met warm water moeten gereinigd worden. De melk van twee melkingen mag niet gemengd wor den; de melk van 's morgends moet eiken morgend ver zonden worden en de melk van de avondmelking moet nog denzelfden avond verzonden worden. De pachter moet met zorg waken op de. reinheid der handen van degene die melkt en van den koeuiër. Hij mag de melk niet zenden van eene koe die pas gekipt heeft of van een ziek beest. De koeien moeten zee'- zui ver water drinken en mogen maar gevoederd worden met eten dat aan de melk geenen smaak kan geven. ïn geval van ziekten en dat is de hoofdbepaling, die een besmettend karakter hebben, zooals typhus- koorts, pokken, roodekoorts, keelontsteking, voorko mende bij de familie der pachters of hij zijn werkvolk; in geval van het bezoek van eenen persoon, die ziek geweest is min dan eene maand voor zijn bezoek, of in geval van ziekte van het beest, zal de pachter onmidde- lijk het bestuur der compagnie moeten verwittigen en mag hij de melk niet zenden. De inbreuk op dit reglement wordt gestraft met, eene boet van 2,500 frank. Van haren kant verbindt zich de compagnie', in geval van onmogelijkheid van den ver koop van melk, ten gevolge van eene der bovengemelde voorwaarden, den pachter schadeloos te stellen in de maat van den gewoonlijken verkoop. De hoeve wordt, alvorens aangenomen te worden om de melk te leveren, door den ingenieur der compagnie bezocht, die in behoorlijke voorwaarden, de waterput ten, de riolen, enz., doet inrichten, en door Dr Hart, gezondheidsopzichter, die de-gezondheidsvoorwaarden der streek en van de hoeve onderzoekt. Het bestuur doet in elke hoeve eenen afkoeler stelsel Lawrence plaatsen. Voor de verzending naar Londen wordt de melk in koperen kannen gedaan, met eene nauwe opening en een bijzonder deksel. Zoodra zij aankomt, wordt da melk in kleine vazen gedaan, die gewarmd zijn met stoom en gesloten, voor den verkoop in de stad. Bij elke zending wordt de melk ontleed in het laboratorium en vergeleken met diegene van de stalen genomen op het onverwachts op de rijtuigen gedurende den uitverkoop. Men belet aldus de melkvervalsching. De instelling van het ro.iddenmelkhuis te Londen zou eene lange beschrijving verdienen. Afgescheiden dooi" straten van al de naburige woningen, is het melkhuis in het beschut door een stelsel van bijzondere kanaliseering van de besmetting die van de woningen zou kunnen voortkomen. De muren worden alle dagen met salicylie- zuur gewasschen. De grootste reinheid hèerscht in al de zalen waar de room en de boter wordt behandeld. Warm en koud wa ter zijn overal bij de hand en men staat verbaasd over de zorgen die aan zekere deelen van het werk worden besteed. Het bestuur heeft sedert eenigen tijd eene fabrikeering van koumijss ingevoerd, die te Londen 1 schelling 2 deniers verkocht wordt, De bedienden zijn gelogeerd in de gebouwen, afge zonderd, het spreekt van zelfs, van het melkhuis; ka mers zijn er op zeer nette wijze ingericht, in alle noodi- ge gezondheidsvoorwaarden, voor de werklieden. Vele burgersgezinnen hebben zulke aantrekkelijke kamers niet. In de lokalen hangen onderrichtingen die aan de werklieden hunne plichten herinneren. Zij moeten streng nageleefd worden. Eene afhouding van 10 p. h. op het dagloon maakt het reservefonds uit; men betaalt er de intresten van en de boeten. De compagnie heeft talrijke bijtreders gevonden. Zij telt niet min dan 90 pachters, die te zamen eene kudde van 5000 stuks vee bezitten. Zij is aldus in staat geweest in 1880, 726,378 gallons; dit is 2,945,516 liters melk te leveren; dit jaar zal de verkoop de 900,000 gallons overtreffen. Ik zou niet beter kunnen doen, om te eindigen, dan de woorden herhalen die dé heer Pasteur geschreven heeft op het boek der bezoekers, in de maand augusti laatst leden: Ik ben verrukt over mijn bezoek. vVij zijn hier in het rijk der best begrepen gezondheidsleer, toegepast op eene der belangrijkste nijverheidstakken. De strijd tegen het gevaar der ziekte aanbrengende kiemen, die zich bij toeval in de melk kunnen voordoen, is gedreven tot de zekerheid in de zegepraal. (De akkerbouw.) VOOR TWEE CENTEN SflINDER. VOLSDKAMA IN ÉÉN BEDRIJF. Piiilimond Caluwaert. (Vervolg.) NEGENDE TOONEEL. De VORIGEN, WILLEM, met NORKEN, haastig op. Wat gebeurd er hier? (beurtelings Cools en Vleems beziende) Wat is er hier gaande.... (Op hare moeder toesnellend.) Moeder, lieve moe der! (gezucht). Wat zie ik, Vleems, de schoelje, die Hendrik, voor twee centen minder zijn werk deed verliezen, hier in den huize (grijpt hem vast) schobbejakwat doet ge hier?... Spreek of ik verwurg u, dronkaard... Raak mij niet aan... laat mij los... gij gaat mij ver wurgen... laat los, zeg ik... of ik sla (Terzijde.) Indien ik macht had... houden wij ons liever stil Lafaardsla eens als ge durft (schudt hem heen en weer). Als ik mij niet weerhield, waart ge een schurk op de aarde minder. (Met heesche stem.) Gij laat mij niet los, hêe? gij laat mij niet los, zie dan (geeft Willem een stamp). Dat zult ge lijden. (Zij worstelen. Cools tracht hen te scheiden. Gedurende dit tooneel heeft Norken, met kinderlijke zorg hare moeder op een stoel ge bracht en nu loopt ze tot Willem.) Ach! ziet ge wel dat mijn voo'gevoelen mij niet bedrogen heeft; een ongeluk moet er gebeuren. (Tol Willem.) Om Gods naam, Willem, laat af; Willem, ik bid u, laat die ellendeling los. AchM. Gools, doet ze eruit scheiden. Ik ben geen vechter en koom er niet tusschen. Om de liefde Gods, Willem, hoort gij uw Norken dan niet meerAchhij iióort mj nietVleems zal mijnen geliefden dooden.... God!. Willem laat af, (hart verscheurend) Moeder sterft (Laat Vleems los welken hij op den vloer deed liggen.) Ziet ge valschaarddat is nog maar een begin, pas op dat ge durft herbeginnen, dan pletter ik uwen laffen rossen kop aan stukken. (Willem lot bij Heieen. Vleems staat recht. Cools spreekt met hem.) (Met gebrokene slem.) Willem, heb dank dat ge geko men zijtIk ben zoo ziek. Moeder, uw blik, uwe bleekheid verontrusten mij.... en waar is Hendrik? Oja, waar is vader Hoe zoo.... gij ook mijne kinderen.... gij weet niet.... Moeder (Terzijde.) Zou Herman.... nu dan is het toch mijne schuld niet. Wel kinderen, toen ik van M. Decroon wederkeerde, was vader weg en vond ik het huis ledig. Dat is wonder. Hij scheen nogtans vrolijk en welge moed toen hij ons verlof gaf, om naar het bal te gaan. Ter zijde.) Zou ik spreken.. Ik weet er toch iets van. (Luia.) Willem.... Ha! gij weet waar Vader is, M. Cools! (Geslepen.) Om de waarheid te zeggen, neen, ik weet niet waar Herman is, doch ik ben hier over eenige minuten in huis gekomen. Ik wilde een praatje met Herman komen houden, maar hij scheen zoo ontsteld, zoo gejaagd, zoo onrustig... Ik sprak hem over 't werk, en zie, op dat woord sprong hij op als een dolzinnige, verweet mij de onbeschofste dingen, en wilde mij, ik weet niet waarom, daar met die bijl liet hoofd splijten. Gelukkig kon ik mij nog door vlucht in tijds redden. Op straat gekomen, ontmoette ik Vleems, en deze had alles, daar door het venster afgespied, hij kan getuigen of ik waarheid spreek. Zoo was 't, ja. Herman, wilde M. Cools.... dood.... schieten. Ik begin in de zaak klaar te zien. Gij hebt Hendrik, opgehitst tot wanhoop Ik zweer u.... Zweer niet. Gij zijt een afschuwelijk leugenaar. Gij ook zijt een verdrukker van weduwe, weezen en werk lieden, dat is gekend; en wellicht is liet uwe schuld, dat vader Herman zich gez dfmoord heeft. Wee u, want Gods hand zal u straffen, aartsdeugniet!.... (Met gebal de vuisten op Cools toe.) DE BESMETTING DOOR DE MELK. BOOR WILLEM. LEONOOR. WILLEM. VLEEMS. COOLS. WILLEM. VLEEMS. WILLEM. LEONOOR. COOLS. LEONOOR. WILLEM. HELENA. WILLEM. LEONOOR. HELENA. LEONOOR. COOLS. HELENA. WILLEM. COOLS. WILLEM en LEONOOR. COOLS. VLEEMS. WILLEM. COOLS. WILLEM.

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1882 | | pagina 2