VERSCHILLIJ TIJDINGEN. Een Lentezang. Wat Tïesijs ons vertelde. Sosiété de la Concorde (extra-muros). Programme des morceaux qui seront exécutés par la musique du Corps des Sapeurs-Pompiers, sous la direc tion de M. J. Wittebroodt, Dimanche 11 Juiu 1882, a 6 lieui'i s du soir. 1. Les Francs Arba étriers, 1 tr< ducticn, Wittebroodt. 2. Le Tannhaüser, ouvertu.e, Suppé. .3. Martha, fantaisie, Flottow. 4. Gavotte, Moreaux. 5, Flandre, grande inarche, SLeenebrugen. 0. Lilly, polka, Hervé. Warmte en luchtdruk. Onze Kiezingen. Het is niet slechts eens na te gaan wat kansen liberalen en katholieken hebben om den 13 Juni de overwinning te behalen. De Senaat telt tegenwoordig 66 leden, waarvan 35 liberalen en 31 katholieken. De liberale meerderheid is dus maar vier stemmen. Van die 66 senators moeten er 33 aan eene herkie zing worden onderworpen 22 liberalen en 11 katho lieken. Er zullen ook krachtens het nieuwe wetsontwerp 3 nieuwe senators gekozen worden 1 voor Brussel, 1 voor Brugge en 1 voor Maaseyck. Dat maakt dat er den 13 Juni 36 senators moeten gekozen worden. Het kan nu gebeuren dat de liberalen te Brugge niet overwinnen, en als men Maaseyck rekent, die ook een katholieke zal kieken, dan blijft de liberale meer derheid maar van 3 stemmen. Maar Gent zal denkelijk de heeren N. Van Crombrugghe en Jan Casier door liberalen vervangen en alzoo de liberale meerderheid op 5 stemmen brengen indien, wel te verstaan, in de overige provinciën, dat niet waarschijnlijk is, geene veranderingen komen. Wat de Kamer van Volksvertegenwoordigers betreft, die is semengesteld uit 132 leden, waarvan 74 liberalen en 58 katholieken. Meerderheid 16 stemmen. Van deze 132 leden zijn aan herkiezing onderworpen: 48 liberalen en 18 katholieken. Men moet bij dit getal nog voegen 6 nieuwe zetels, waarvan 4 verzekerd zijn aan de liberalen Brussel 2, Bergen 1, Luik 1. Antwerpen en Aalst zijn twijfelach tig. Zooals men ziet zal Gent het voornaamste mikpunt van den kiesstrijd zijn. In 1878 behaalden er de libe ralen eene meerderheid van 579 stemmen. Militaire inrichtingen. Met den meesten ophef spreken de militaire bladen thans weer over de prachtige nieuwe inrichting van het duitsche leger, dat in tijd van vrede maar 427,274 officieren en manschap pen telt, maar in tijd van oorlog dadelijk 668,000 man in Ist0 en 250,000 man in 2de linie, dus 918,000 man te zamen kan stellen, terwijl Frankrijk in vrede 700,000 soldaten onderhoudt, in oorlogstijd echter maar 2000 man meer (wat weten de Pruissen het reeds allerbest) dan Duitschland kan stellen, namelijk 680,000 man in lste en 240,000 man in 2de linie, dus 920,000 strijders te zamen. De reserve of landweer van Duitschland telt 1,100,000 m., die van Frankrijk maar 500.000 m. Het territoriaal leger of landstorm van Duitschland telt nog eens 1,000,000 strijders evenals in Frankrijk, zoodat het rijk van Willem I in tijd van nood 3,018,000 geoefende strijders onder de wapenen kan roepen en de fransche republiek 2,420,000 min of meer goed geoefende strij ders. Cijfer» waaruit ten duidelijkste blijkt datFrankrijk nog niet gewassen is tegen Duitschland het eerste be schikt nog maar over 20 lichtingen, terwijl het tweede voor leger en landweer er 22 geoefend heeft. Na een drietal jaren zal echter de Franzoos even veel soldaten hebben als der Preuss, dat is ieder zoo wat 3 miljoen, en zal dan het groote spel niet zeker beginnen Tusschen die 6,000,000 krijgers met 60,000 Belgen van den eenen en met 40,000 Hollanders van den ande ren kant, dus met nauwelijks 100,000 man te zamen of 1 man tusschen 60 anderen geplaatst, allen van kop tot teen gewapend, voorwaar, dat is geen prettige stelling. Naaimachinen. Een enkele fabriek, de Singer manufacturing CP., te New-York, heeft in het afge- loopen jaar niet minder dan 561,306 naaimachinen afgeleverd, zijnde een derde van de geheele voortbrengst in dit artikel. Het is wel een bewijs tot welk eene hoog te deze betrekkelijk nog jeudige nijverheid gestegen is. Huismiddeltje. Tegen het hoesten, waarmede in het voorjaar vooral kinderen maar ook volwassenen geplaagd worden, beveelt een duitsch blad als huismid deltje aan een sterk afkooksel van haverstroo te maken, en daarvan eenige malen per dag te drinken. In een dag of drie zal dan bij kinderen de hoest verdwenen zijn. Vervalschingen. Wij lezen in een parijzer dagbladDrie uitgehongerde vliegen zochten eten. De eene vloog op eene worst, de tweede nam plaats op een zak met meel en de derde op eenen kom met melk. Na een lichten maaltijd vielen zij alle drie dood. De worst was gekleurd met analine, het meel gemengd met plaaster, en de melk bevatte kalk. Oude schilderijen. Eenige dagen geleden heeft er te Brussel eene openbare verkooping van oude schil derijen plaats gehad, voortkomende van de verzameling van den lieer Du Bus de Gisignies. Een Adriaan Brou- wes, Drinkers aan tafel, werd verkocht voor 13,000 fr. (in 1835 werd zij 800 fr. en in 1856 1450 fr. betaald); eene andere schilderij van denzelfden meester 2000 fr. De omstreken van Dordrecht, door Albert Cuyp, 18,800 fr.; Bloemen en Vruchten, van den- zelfde, 10,100 fr.; De herbergpolitiekers, van A. van Osiade, 5000 fr.; de Reizigersrust, van J. Van Ostade, 16,000 fr. een landschap van Paul Potter 5590 fr. Van Teniers verkocht men een Rooker 6000 fr.; de "Dronkaard,» 8750 fr.,- de Bekoring -Nonius, 11,600 fr.; een landschap, 2 PredlkmS yan St. Antonius van Padua, ~10Ü fr.; een gezicht in Vlaanderen, 3000 fr. Uit het leven. Binnen kort zal verschijnen een nieuwe dichtbundel getiteld: Uit het leven, door Em. Gallant, met eene inleiding van den heer Em. Hiel. Allerlei. Zekere officier van gezondheid schreef altijd zoutwa ter aan zijne patiënten voor. Op zekeren dag viel hij vlu Th He! -ri°P T matroos' die ilet ZW daar valt de dokter in zijn medicijnkist. Het karakter van onzen tijd is karakterloosheid. fnTerispffigen 8Pamaam m lofbetu Wn en gierig Menige afkeurende beoordeelingen van wetenschap- AAN FANN1J. I. In de groene weide, aan de Nethcboord, Langs de frische bloemen, trad een paarken voort. En de jongling zuchtte, wen hij 's meisjes hand In de zijne prangdeBlijf me steeds gestand Mijne alderliefste; lioe u 't lot toelacht, Prent steeds mijne beeldtnis, vast in uw gedacht Denk aan al de smarten, die ik lijden zou, Werd ge ooit, o! lieve, mij eens ongetrouw, 'k Durf het u verklaren, bij vreugd of verdriet Zal ik aan u denken, ik vergeet u niet. En het meisje zoende, 's jonglings roode mond, En ze lispte teeder: Neem mij dezen stond, Neem mij in uwe machte, zoo gedenkt dat ik, U niet blijf beminnen, tot inijn jongste snik. II. En alles stond in frischen bloei, ln kleur en groei, De lentewinden waaiden zoel Al door de bladeren der linde.... Daar zwierf een dichter met gevoel, Al in de schadnwe der linde.... Hij zong een lied, Het klonk als 't ruischen van den'vliet, Dat lied Aan zijne teerbeminde.... III. Mijn liefje, heb ik hartelijk lief, Mijn liefje 't blonderig kind. Nog nooit heb ik een meideken Zoo vnriglijk bemind. Ik droom er gansche nachten van, Wat wil ik er meê doen Ik droome dat mijn liefje mij Vrij meer geeft dan een zoen! 11 ruil mijn liefje voor geen goud, Geen troon, noch aardschgebied. Och! sloeg welhaast het trage uur Dat zij mijn rrouwken hiet! Mijn liefje heb ik hartlijk lief, Mijn liefje boven al; In heure oogjes las ik 't lied, Dat ik steeds zingen zal! IV. En in de weide. Dansen, en zingen, lustige meiden Met vrolijke knapen aan de hand. O! wat is dat schoon, en plezant! V. Zachtjes stoeit het zuiderwindje. Zoent de eerste bloemekens; Kust ze lijk de moeder 't kindje Dat al lachende ontwaakt. Weiden, velden, heuvlen, dalen Tooien zich door Lenten's aam. Bracht de Winter ons veei kwalen Alles wordt vergeten thans. Op naar buiten 't hart verkwikken Op en langer niet gedraald.... Sla verheugd, nu uwe blikken In d'ontwakende natuur! VI. De dichter heeft de zang gehoord. Hij zet zich op de Netheboord Zyn boezem gloeit Hij zoekt een woord Maar vindt het niet en stervend voort, Rolt van zijn harpe 't laatst akkoord... VII. En ik. zal ik ook vrolijk zijn? Vergeten zorg, en leed, en pijn? Och! wistik dat het maagdelijn Mij trouwig bleef, 'li zou vrolijk zijn. VIFI. Ik zou dat maagdelijn Zingen veel schoone liekens... Ik zou haar plukken een bloemenkrans, Ik zou haar leiden, langs de groenende weide, Ik zou haar voeren ten liermisdans. Ik zou haar geven, wat ik kan geven, Niet een fortuin, neen, maar ziel en zin. En in mijn' zangen haar doen leven..,. Als 't ideaal van mijne min. Ph. Caluwaert. De tijdl waarachtig hij heeft vleugels; Hij voert met zich maar alles mee. Hij rent voorbij met losse teugels, Maakt wee van vreugd en wel van wee. De tijd keert alles om en om. We waren klein, we werden groot; We waren arm, ons neep de nood: Wij alen vaak het grove brood, 't Was raar dat moeder bier ons bood, En nu.... de ton ligt in den kelder. En onbezorgd knapt 't vuurken helder: De tijd keert alles om en om. Dan moest men zien hoeveel men at. Daar men maar juist gepast bezat; En nu.... wij eten al gerust Zoolang ons spijze lust. Met vijven sliepen wij bijeen; We spraken dan van geen gemak 't Was koud daarboven onder 't dak; Ik weet het goed, is 't lang geleên. Een krakend stroobed was ons dons We kenden niets; het scheen ons zacht: We sliepen, ronkten gansch den nacht; Gerustheid van geweten Doet vele smart vergeten! De beide kamers onder ons, l)ie waren ook meestal gehuurd Door Mie of dellen uit de buurt. Men ziet dit meer dan eens geschién; De huurders van het het huis, beneên. Die slapen heel omhoog, En 's avonds gaan ze er lachend heen: Ze slapen hoog eii droog. De kamers.... zijn vo :>r vreemde liên; (Ik ken er nog een heele schaar) Want vader zei, en 't was heel waar, De maanden zijn zoo gauw voorbij En achttien frank is veel en wij, We trokken naar den tweeden rang: We waren huurders van belang! En nu,... we wonen vrij, alleen, Tevreê dat ze allemaal zijn heen: Waar vroeger kromme dellen zat, Waar't rook naar tabali en petrool, Zijn bloemen, boeken, een viooll Voor 't bed ligt eene zacht mat, Langs waar men t woilen bed in gaat. We blikken vrij nu in de straat, En niet, als eertijds,... in de goot; Niet waar. die ommekeer is groot? De tijd keert alles om en om. Het stroo van vroeger is nu wol, De kast was ledig, ze is riu vol! Wie weet, misschien keert 't nog eens om Doch Tiestje, die dit zei, is niet zoo dom; Hij spaarde, stap voor stap, een ronde som Voor d'ouden dag, En zoo hij zag Dat 't lot hem dreigen zou... met eene korst. Hij kapte gauw in (i d'appel voorden dorst. Gent. Ciksje. WARMTEGRADEN in de SCHADUW. IXIIiniTK op den ijdele wKEitraoMn (Barom aueroido.) DATUM. MORG15ND. MIDDAG. Juui 2 15° 18» 763mm. id. 3 18° 21» 759mm. id. 4 18» 21° 758mm. id. 5 16» 18» 759mm. iu. 0 17» 1S° 758mm. id. 7 17° 19» 751mm. id. 8 16° 18» 754mm. Aangeteekend door B. en H., leerlingen der Stadsschool van IJperen. nemeidmpneei.,n6n gCTei1' al§ n°°^ is' d(,ch als ^gel

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1882 | | pagina 2