IJpersch Weekblad. geheel liet land; 3,00, voor stad 2,50. Zondag 9" Juli 1882. 5 centiemen het nummer. 3dejaar N° 23. OP 500 AFDRUKSELS KUNST- EN LETTERNIEUWS. STADSNIEUWS. DB KUNSTBODE VAN IJPEREN, verschijnt den Zaterdag' avofld; men schrijft in bij Karei Deweerdt, drukker, Rijsselstraat, 59, IJperen. De inschrijvingsprijs is fr. 2-50 voor stad. fr. 3-00 voor geheel het land.Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres ge zonden worden vóór den Vrijdag avond. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamen den regel 15 centiemen. Inlijvingen bij akkoord aan geringen prijs. Namaaksels. Men mag groot bewonderaar der kunst zijn, in den regel houdt men weinig van 't kunst matige, vooral op den boord van de schotel; want in de keuken wil kunstmatig ook ver- valscht zeggen. En hoeveel kunstmatige stof fen gebruikt men nu in 't bereiden der spijzen nietKunstmatige boter, die van eikelen en vet gemaakt is, wijnen van Campêchenhout, melk van aardappelbloem, brood waar geen meel in is, ossenvleesch van een oud peerd..., en soortelijke dingen te lang om te melden, die men ons in naam van de kunst in het lijf geeft. Ge kent waarschijnlijk, beste lezer, de lot gevallen van de vier vliegen; zoo niet, zal ik ze u zeggen: Vier vliegen hadden elkander zoo lief, dat nooit een hunner zich op disch of lekkernij zou neergezet hebben, zonder hare vriendinnen te noodigen of met haar te deelen. Nogtans had elke vlieg hare goesting. Het gebeurde zekeren dag dat ze in de eetkas geraakten. De eene zette zich gretig op eene saucies, de tweede op eenen zak met bloem en de derde op den boord van eenen schotel melk. De vierde had nog geen eetlust. Na een kort ontbijt vielen de drij eerste vliegen dood De saucies was geverfd met aniline, de bloem was gemengd met pleisterpoeder en de melk was vervalscht met kalk In tegenwoordigheid van liet noodlottig ein de harer drie gezellinnen, besloot de vierde vlieg, ten prooi aan de grootste wanhoop, een einde aan haar leven te stellen. Om dit noodlottig besluit ten uitvoer te brengen, ging zij met vastberadenheid plaats nemen op een stuk vliegenpapier en begon met razernij te zuigen; doch te vergeefs: het insectendoodend papier was zelf vervalscht Deze echte geschiedenis is van natuur om ons te doen overwegen. Zie, 'k veronderstel dat ge in uw eigen zegt: ik zou wel eens jonge aardappels willen eten; 'k heb er al op de markt gezien. Zij zijn nog wel duur maar mijne beurs is nog al rond, en en daarbij eens weelde is niet altijd armoede. En ge koopt daar kleine ronde aardappeltjes waar de pellekens afhangen. Aardappelen kan men toch niet vervalschen!... Eli wel, ge hebt daar nogtans kunstmatige patatjes gekocht! Het zijn oude kleine ronde aardappels, die eenigen tijd in sterk water ge legen hebben en daarna gedroogd zijn. Onmogelijk zult ge zeggen, en nogtans is het zoo. Hedendaags is alles zoo wat o_ kunstmatig. Maar voorzeker, het kunstmatigste van al dat zijn... de vrouwen. De schoone bruine lokken van Liza komen van den coiffeur, de sneeuwwitte tanden van Annette komen uit Midden-Afrika waar ze in den tijd als wapen aan een olifant dienden.... en de ronde vormen van Trientje verjoegen over eenige maanden de vliegen van den rug van liet oude vigilantpaard. De blozende wan gen van Laura komen uit een porceleinen potje dat ginds met zijne vergulde randjes op het schap staat. Waar zal de kunst dan toch paal en perk vinden?!, 't Is te veel kunst; een naturel zou niet mishagen. weinig meer Wij roepen de bijzondere aandacht onzer lezers op de aangekondigde uitgave der GedichtenUit het leven, van den jongen Vlaamschen dichter Emiel Gallant. Alle Vlaamschgezinde en voorstanders van Vlaamsche Taal en Kunst, moeten het zich als eene plicht rekenen, onzen ieverigen schrijver aan te moedigen, met op zijn nieuw werk in te teekenen te meer daar dit gewrocht opgedragen wordt aan den talentvollen dichter Emanuel Hiel, wiens moedig streven om het goede en het schoone voor het volk, in de voorrede der Gedichten Uit het leven, zoo waar en zoo warm wordt afgeschetst. De personen, die dit boek begeeren te ontvangen, schrijven, zoo gauw mogelijk, per briefvaart, aan het adres Emiel Callant, Vlasstraat, 5, Gent. De prijs van dit werk is slechts fr. 1-25, en het zal ongeveer 125 bladzijden behelzen. Aan mijnen geëerden Vriend, den heer Karei Van- kemniel, kunstschilder alhier, naar aanleiding eener zijner best gelukte tajereelen, de Vlaamsche schoone hunne verbeeldende, uit hunst.broederlijke achting en genegenheid opgedragen, (i) Zielsbegoocheling. Aan den watertrap. (Vervolg.) Wij vernemen met voldoening dat de heeren Onder officieren onzer Burgerwacht, in vergadering van 4n dezer, met algemeene stemmen den heer Smeysters als Eerlid hunner maatschappij gekozen hebben, als bewijs van erkentenis voor zijne bewezene diensten. Het eere diploma is hem reeds toegestuurd. Indien wij het voor waarheid mogen aannemen, zul len de heeren officieren, uit dankbaarheid, den heer Smeysters op een prachtig banket uitnoodigen. Société de la Concorde (extra-muros). Programme des morceaux qui seront musique du Corps des Sapeurs-Pompier tion de M. J. Wittebroodt, Dirnanche 6 heures du soir. 1. Par droit de conquête, marche, 2. Haydée, ouverture, 3. Madame Favart, fantaisie, 4. Fleurs de Pommier, idylle, 5. Les Cloches de Corneville, mélodies, 6. L'Immensité, valse, exécutés jfar la s, sous la direc,- 9 Juillet 1882, a Steenebrugen. Auber. Offenbach. Hitz. Planquette. Grech, Sterfgeval. Woensdag 4 dezer, ten gevolge eener hartaderbreuk, DE KUNSTBODE VB. LIED. O eedle spruit, uit heldenzaad gesproten, Gevoed met Vlaamsche melk op Vlaamschen grond, Uw liefdepijlen hebben mij doorschoten, Uw woord en blik mijn minnend hart doorwond O mooie Vlaamsche maagd, Die mij zoozeer behaagt En gansch mijn ziel verovert. Aanhoor mijn wrange klacht, Kn maak mij 't leven zacht Uw beeld heeft mij betooverd Uw oog zoo tintiend schoon, zoo helder gloeiend, Uw wang zoo blozend, schitterend van kleur, Uw fijn gesneden leest, zoo slank, zoo boeiend. Uw kuische deugd zoo rijk aan balsemgeur: O mooie Vlaamsche maagd, Die mij zoozeer behaagt En gansch mijn ziel verovert, Aanhoor mijn wrange klacht. En maak mij 't leven zacht Uw beeld heeft mij betooverd Wanneer mag ik op uwe reine lippen Vertroosting zoeken voor mijn angstig hart? Wanneer zal 't jawoord uwen mond ontglippen Wanneer daagt redding voor mijn liefdesmart? O mooie Vlaamsche maagd, Die mij zoozeer behaagt En gansch mijn ziel verovert, Aanhoor mijn wrange klacht, En maak mij 't leven zacht TTw beeld heeft mij betooverd! IJperen, den Juli 1882. Guido Rotiers. (1) Deze onvermoei- en vruchtbare kunstschilder maalt bij voorkeur onderwerpen aan het Vlaamsche volksleven ontleend. Daardoor alléén toont hij zich der achting en genegenheid van allen weidenkenden Vlaming waardig, en verdient in zijn edel vaderlandsch streven alleszins aangemoedigd cn naar belmoren gewaardeerd te worden. G. R. Daar floddert door het water Het jakje van Katrien; Een mouw is weggenomen Een arrem van Katrien.... O, daaglijks kan 't gebeuren Dat 't een of ander stuk Van 't lijf wordt, afgetrokken; Wie heeft altijd geluk t Machienen staan te brommen, De wielen zwaaien rond, 't Vliegt alles heen en weder Op één en zelfden stond. En wie zich onvoorzichtig Bij 't helsche tuig bevindt, Die kan het erg bekoopen Hij wordt der dood een kind Zoo ging het ook met Trientje. Het was een Zaterdag! Ze viel haast van heur zelve Als zij den dokter zag. En moeder kwam ze troosten In 't gasthuis meengen keer. Ze gaat weer ter fabrieke, En werkt gelijk weleer. En daar zijn nu de kousjes Van kleinen Adriaan. Hij schreide en wou met moeder Hetdingen spoelen gaan. Zie hem met bloote voeten Daarboven op den trap: De kousjes zijn bij moeder. Ze lacht met zijn gesnap. Nog vele, vele malen Ging 't waschgoed heen en weer; Het water golfde en klotste. Het schuimde en spatte zeer. Met de eene hand aan 't ijzer En de andere in het nat, Spoelt Eietje stuk voor stukje, Tot dat ze 't laatste had. Daar treedt zij uit het straatje. Ze voelt zich wel te vreê; En 't jeugdig Adriaantje l)ie hielp een beetje meê. En 's avonds kwamen jongens Weer spelen, ongestoord; Ze vonden 't nergens beter Dan aan den scheldeboord. Gent. Ciesje.

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1882 | | pagina 1