IJpersch Weekblad.
geheel het land 3,00. op 500 afdruksels. voor stad 2,50.
Zondag 8" October 1882. 5 centiemen het nummer. 3d(' jaar N' 36.
DE KUNSTBODE VAN IJPEREN, verschijnt den Zaterdag avond; men schrijft in bij Karei Deweerdt, drukker, Rijsselstraat, 59, IJperen. De
inschrijvingsprijs is fr. 2-50 voor stad. fr. 3-00 voor geheel het land.—Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres ge
zonden worden vóór den Vrijdag avond. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamenden regel 15 centiemen. Inlijvingen bij akkoord aan geringen prijs.
Belangrijk Bericht.
Daar wij ons ernstig bezighouden met het drukken
van den Wegwijzer van IJperen voor 1883, bidden
wij de personen, handelaars, bedienden, enz., die ver
leden jaar niet opgenomen werden, of die sedert dit
tijdstip van woonst veranderd zijn, hun adres ten
bureele van dit blad toe te zenden, het zal kosteloos in
den Wegwijzer opgenomen worden
Annoncen en berichten worden er aan zeer genadige
prijzen ingelijfd.
Het Viaamsch Tooneel.
Er zijn menschen die het Tooneel beminnen, andere
niet. Dit is eene zaak van goesting, die niet te bespre
ken of te betwisten is.
Maar toch, de overgroote meerderheid der goede
lieden bemint de Tooneelvertooningen.
Zijn nu de Tooneelvertooningen goed of af te keuren?
Ach Heere! er is daar reeds zooveel, zooveel over ge
schreven geweest, dat het onnoodig is te herbeginnen.
Ten anderen met ons gedacht te zeggen is het al, die
anders peist, bahdie is er vrij van.
Ja, de Tooneelvertooningen zijn goed en loffelijk, als'
zij een waar zedelijk, nationaal en kunstkarakter be
zitten.
Die drie hoedanigheden zijn er dus volstrekt noodig.
Gewoonlijk, biedt het Ylaamsch Tooneel die drie voor
waarden aan. Er zijn uitzonderingen, doch waar be
staan er geene misbruiken, en waarom zou men om
eenige misrekeningen moeten alles veroordeelen.
Doch, de tegenstrevers van het Vlaamsch Tooneel,
aan hetzelve de soms zoo erge misbruiken van het
Fransch of Parijsch Tooneel niet kunnende verwijten,
hebben andere wapens in de hand.
Zij zeggen: Bah! noemt gij uw Tooneel nationaal
Uwe stukken zijn meest alle uit het Fransch vertaald
Ja, dit is waar, men moet met droefheid bekennen
dat onze Tooneelbestuurders maar al te dikwijls putten
in den rijken voorraad Fransche stukken maar, de
kwaal is gemakkelijk om genezen.
In plaats van den. Vlaming in zijne stad, op het Too
neel met zijn eigen geld gebouwd vertooningen in zijne
taal te weigeren, begint eens met hem te ondersteunen,
met hem zooveel maar zoo niet meer te geven dan aan
uw Fransche theatermannen. Dan zult ge iets zien. De
schrijvers, aangemoedigd en geëerd zullen hun best
doen. Waarom zouden, er in 't Vlaamsch zoowel geene
opera's en andere groote werken kunnen gemaakt
worden als in het Italiaansch en in het Fransch Wij
hebben groote gewrochten die onzegge lijk veel bijval
genoten hebben, er zijn dichters en toonkundigen, ge
niën die kunnen, als zij willen Doch zij zien rond hen
onverschilligheid. Al wat van bij of verre aan de offi-
cieële wereld houdt vlucht het Vlaamsch Tooneel. Men
zou zegden dat een stederaadsheer, of eene geborduurde
kazak van 't zij welk kaliber zal de pest betrapen in de
Vlaam'sche TooneelzaalMen ziet op geene duizende
om de Fransche taal te bevorderen, maar voor 't
Vlaamsch Tooneel beknibbelt men karige centen.
■Wanneer zal dit beteren?
Er is nogtans altijd volk genoeg in de vlaamsche ver-
toonino-en er ontbreken nog toehoorders, noch toe
juichingen Dus, men moet daar zoo licht de bankeroet
niet vreezen. Indien men daarbij eenige schoone pre-
miën voegde voor het vertoonen van schoone, hartroe
rende deugdelijke tooneelwerken, hoeveel goeds zou
men niet stichten.'t Ware vaderlandsliefde, vlaamsch-
wzindheid taal- en letterkunde met volle handen onder
't volk verspreiden. Willen de rijken nu nog niet meè-
doen welnu dan, wij zullen nog wat voortdoen zonder
mn want zij zullen er toch komen. Eens dat het
droombeeld der waarlijk vlaamsche opvoeding eene
wezenlijkheid zal geworden zijn bij rijken en armen,
dan zal dit wel beteren. Maar wij behoeven daarnaar
niet te wachten, 't ware te lang om geduld te scheppen.
Dat men ons een redelijk, schoon getal vlaamsche
vertooningen geve, dat men onze vlaamsche tooneel-
liefhebbers. eene weerdige toelage verleene, om hun toe
te laten wel en treffelijk de zaken te doen; dat men
zorge voor een goed orkest in plaats van eene fluit en
eenen trommel, dan zal liet beginnen wel te zijn.
Dan hebben onze goede, vlaamsche brave burgers
huisgezinnen een treffelijk en smakelijk vermaak voor
vele winteravonden. Dan zullen er,schrijvers zijn, die,
aangemoedigd door den bijval, door de goedkeuring van
een uitgelezen publiek, het zullen wagen iets voort te
brengen, dat hen toelate ten minsten brood te hebben,
iets wat zij niet altijd vinden.
Ten allen tijde is het tooneel in ons land eene volks
liefhebberij geweest en dat moet nog zijn. Hoeveel
menschen leeren daar bijna al wat zij weten in zake
van geschiedenis of aardrijkskunde?
Mits de lessen van het tooneel goed, nuttig, waar en
verheven zijn, zal het veel goeds stichten.
Welnu in het Tooneel vindt de kunst eene breede
beoeteningsbaan. Toonkunde, declamatie, dicht en zang,
alles werkt daar te samen om een grootsch geheel voort
te brengen. Daar is het dus dat onze kunstenaars zich
moeten oefenen. S.
Een voorwoord a. u. b.
Indien ik eenige heerschzucht bezat, dan zou ik toch
eerstdaags een boekdeeltje aaneenrijgen, en het doen
voorafgaan van een prachtig voorwoord, iets dat mij
zou vermaard maken!
Een schoon voorwoord, hoogdravend en langdradig
gelijk mijne twee adjectieven is zoo iets als eene
vorstelijke mise enscène een soort van stijgbeugel,
die den lezer op zijn gemak brengt in hoogere kringen,
waar hij volop te paard rijden kan op een Bucefaalvan
den nieuwen trant, op het springros van den heden-
daagschen lettertoon.
En 'k zou dit voorwoord in het fransch opstellen,
zelfs wanneer ik een vlaamsch gewrocht wou ophelde
ren, of beter lanceeren zooals men het in Holland
zou noemen. Niet waar, M. O
Ziet, van M. Ogesproken, dat is er een die de j
zaken goed verstaat! Ge moet weten dat die heer, ge
wezen leeraar van Vlaamsche letterkunde bij het Athe
neum van Brussel, eens in het hoofd kreeg eenen Ne-
derduitscheh Kindervriend te baren. Hij baarde in
het hoofd, gelijk jufvrouw Minerva, Jupiter gedenke
lieur ziele.
Men begrijpt dat hij in dien belangwekkenden toe
stand niet geraakte door zijn enkel toedoen. Zulks ware
anormaal... Hij zegt het ten anderen in zijn fransch
voorwoord
En publiant ce nouvel ouvrage, j'ai voulu répondre
aux voeux que m'ont exprimés a différentes reprises
plusieurs professeurs chargés d'enseigner la langue
flamande ou néerlandaise.
Is 't klaar? Wat welwillendheid, niet waar? Hij re
kende dan voor niets de barenssmart!
Je me suis, done irnposé cette tdche assez pénible.
'k Geloof het. wel, dat M. Odie taak niet gaarne
op zich nam. Verduiveld! Als ze.tegen zijn gemoed aan
stootte! Hij wist immers ook, dat alles plaats en tijd
moet hebben, en men draagt hem de pijnlijke taak op,
van een boek te vormen propre a être mis entre les
mains des élèves de toutes les classes de la langue
néerlandaise!
Hij bereikte toch zijn doel, dezen keer zijn eenig
doel, naar men beweert; anders zou hij zich de moeite
besparen. Het geld is voor hem eene nevenkwestie, ver
mits hij reeds zijne schaapjes op het droog heeft, zooals
hij zelf jubelt:
MM. S... et V. d. V... m'appellent même fabricant
de dictionnaires. Mais ils ne savent sans doute pas que
je m'honore de ce titre depuis cinquante ans, et qu'il y
a des fabricants encore plus malheureux que moi.
qu'ils apprennent done qu'avec mes dictionnaires j'ai
fabriqué entre autres deux maisons au boulevard de
l'Observatoire qu'on dit assez jolies, assez bien meu-
blées, etsurtout bien situées.
Daarop moeten Noël en Chapsal staan pruimen hebben!
Nu, ik zegde dat hij zijn doel bereikte. Inderdaad hij
vond zooveel en zoowel dat hij eerst als verbijsterd aan
zijne werktafel is blijven genageld. Dan, zich ras her
stellend, heeft hij zijnen keus gedaan. En welken keus!
J'ai pris a t&che de choisir des morceaux instructifs
et moraux, et je ne pense pas qu'il y ait unseul mot
dans l'ouvrage qui puissë blesser les convenances.
Dat de stukken, onder een zedekundig oogpunt be
schouwd, onberispelijk zijn, is buiten twijfel. Men vindt
er, als afwiseeling tusschen boeiende Vlaamsche
Verhalen ook al treffende sermoenen van den
volgendén aard
De Landheer en de Pastoor.
Wonder gedenkstuk van krislelijke liefde.
Gods Voorzienigheid.
Het kinderlijk geluk.
God is onze hulp.
Gods wijsheid, enz.
Men vindt er, zeg ik, fransche stukken van eenen
onbekenden les auteurs de la plupart des morceaux
que je donne sont inconnus") Pascal: Preuves de l'ex-
istence de Dieu; eenen Lamartine: Hymne de l'ehfant
a son réveil; eenen Massillon: La Fausse Grandeur;
en. vele andere, te lang om te melden.
Wie zou nu nog durven beweren dat daar de zedeleer
wordt te kort gedaan?
Leerrijk zijn ze ook zeker. Men vindt er den geheelen
catechismus in terug, wat geen klein voordeel is voor
beginnelingen. Men raapt er zelfs ten naasten bij eenen
volledigen leergang van bijbelstijl in. Bij voorbeeld op
bladzijde 48 reeds, waar men wellicht in de klas van
Rhetorika springt:
Volgens Gods verzekering zijn al de haren onzes
hoofds geteld, en geen enkel derzeiver kan, zonder Gods
wil, van ons hoofd vallen.
Trekt dat niet wel op de klachten van den profeet
David die, sprekende van den lijdenden God-Mensch,
zegt dat men al zijne heenderen heeft geteld?
Dus, een dubbel nut bij de lezing van dit boekje.
Het was dus geen onbeduidende praat toen M. O
vol hield, dat de groote verdienste van zijn werkje be
staat in le choix et l'arrangement des morceaux dont
il est composé!
{Wordt vervolgd.) Albert Tendaele.
Geschil-
DE KUNSTBODE
(kritisch praatje.)
Audaces fortunajuvat.
Een boerman tot zijn vrouwtje sprak
Ter hoeve werken geeft gemak
Hetgeen ge spelend hier verricht,
Vind ik als eene pluim zoo licht.
Ge melkt de koe, ge roert de pap,
Ge spint het garen fijn en rap,
Ge vet het verken, mest het l\oen,
Maar... waar ge een week hebt voor vandoefi,
Verricht ik op een achternoen.
Heedat is niet genoeg,
Drijf eens van 's morgens vroeg
Tot 's avonds laat de ploeg.
Ja, o man lief, ik ben schuldig,
'k Werke steeds nooit werkens moê,