SOCÏËTÉ DE GARDES C1V1QUES D'YPRES.
Société Royale des Francs Arbalétriers.
RECHTERLIJKE KROKIJK.
YERSCHIL1IGE TIJDINGEN.
Ouverture des tirs de la période d'Hiver 1882-83.
Dirnanche 22 ociobre 1882,
Prix o ff erts par le Président.
1.
Boedt Léon
25
20
20
20
25
110
2.
Santy A.
20
25
25
20
20
110
3.
Ligy Albert
25
15
20
25
20
105
4.
Maillard Gu stave
25
15
25
20
20
105
5.
Smeysters Emile
25
20
20
20
20
105
6.
Vandendriesche J.
15
25
15
25
20
100
7.
Ligy Félix
20
20
20
20
20
100
8.
Dumon Auguste
15
25
25
15
20
100
9.
Joos Alphonse
15
20
25
25
15
100
10.
Deweerdt Charles
20
25
20
20
15
100
11.
Vermeulen Henri
15
15
25
20
15
90
12.
Podevyn A.
15
15
25
25
10
90
Lundi 23 öctobre 18S2,
Tir offert par le Roi
AU OISEAU.
Prix: Dezutter Arthur 1 oiseau.
TIR AU CERCLE.
F PrixPinteion Lambert 30
2e Brunfaut Aug. 29
F PrixToussaert E. 12
2e Mahieu Louis 14
AU BLASON ORDINAIRE.
PrixMaillard G. 6 6 6 6 24
F Prix: Fraipont M. 3 1/2 1 3 1 8 1/2
2e Desramault R. 21/2 1 1 3 1/2 8
Tir du Mercredi 18 Octobre.
PrixMaillard G. 25 3 25 25 78
BAS TOTAL.
Prix: Deweerdt Ch. 1114 7
Koormaatschappij.
Deze maatschappij heeft Woensdag laatst, voor eene
proppende zaal, de reeks concerten geopend welke zij
gedurende het saizoen 1882-83 aan hare leden zal geven.
De verschillige stukken van het programma dat wij
in ons laatste nummer medegedeeld hebben, zijn aller
best uitgevoerd geworden.
Wij hebben de gelegenheid gehad eenen nieuwen
amateur te hooren: M. Dewanckel, die begaafd is
met eene krachtige barytonstem. De romance Repentir
heeft hij op geheel voldoende wijze gezongen; met wat
moed en eenige oefeningen in het publiek, zal M. De
wanckel zeker een goede zanger worden.
Naar wij vernemen zijn er reeds verschillige nieuwe
liefhebbers opgeschreven, om in de aanstaande con
certen hunne stem te laten hooren; bravo! het is
maar alzoo dat men de eendracht kan blijven behouden
onder de leden die toch liefhebbers van muziek zijn.
Onze gelukwenschingen aan M- Wittebroodt, den
nieuwen bestuurder der koor-afdeeling. Wij hebben de
overtuiging, dat, onder zijn kundig bestuur, deze af-
deeling hare vroegere faam zal herkrijgen.
In de aanstaande zitting zullen er vijf nieuwe leden
vóórgedragen worden, die ongetwijfeld met algemeene
stemmen, zullen aanveerd worden.
Aardbevingen.
(Men zie ons numer van 3 September.)
Wij hebben over het ontstaan der aardbevingen
gehandeld, aannemende dat de hypothesis van het cen-
traalvuur de waarschijnlijkste was. Nu willen wij
eenvoudig opgeven hoe de tegenwoordige aardkundigen
er over denken, en dan moge de lezer zelf beslissen aan
welken kant de waarheid of ten minste de grootste
waarschijnlijkheid te vinden is.
De lagen van den aardbodem zijn niet enkel en alleen
uit steenachtige stoffen samengesteld, maar meestal
wordt er eene niet onbelangrijke hoeveelheid andere
zelfstandigheden in gevonden; vooral dierlijke en plant
aardige, die verrotten, vergaan en veelal brandbaar
zijn. Bij de lagen, die door bezinksels in het water ont
staan, bedraagt de hoeveelheid van zulke stoffen oor
spronkelijk zelfs meer dan die van de onverbrandbare
steenachtigen. De schelpen en schalen van weekdieren
zijn niets dan een dierlijk weefsel, welks cellen slechts,
met kalk gevuld zijn en dat stinkt als brandend leder
wanneer men het gloeit
Meestal zijn de verrottende lichamen der dieren in de
aardlagen, die vol van plantaardige modder zijn, bedol
ven. Die stoffen verminderen zeer schielijk door de
verrotting, doch verdwijnen nooit geheel. De planten-
overblijfselen veranderen in de slijklagen en zoo ont
staan, onder voortdurende ontwikkeling van koolzuur,
ammoniak en water, de verschillige olie- en pikachtige
massa's, die uit vele lagen met het water der bronnen
naar boven komen en aard- of steenolie, nafta, bergteer,
bitumen, aardpik of asphalt genoemd zijn. Gansche
vormingen uit verscheidene tijdperken zijn zoo rijk aan
zulke stoffen dat zij zelfs kunnen branden.
Uit de organische bestanddeelen in den bodem ont
wikkelt zich het koolzuur, dat of als gas uit den grond
stroomt en de zoogezegde gas- of dampbronnen vormt,
of zich verbindt met de waterbronnen. De ontwikkeling
van koolzuur doet in den omtrek van rottende lagen
zelfs in de diepten van den aardbodem de gesteenten
gedeeltelijk tot stof veranderen, wijl het koolzuur de
kalk, waar die aanwezig is, oplost, of zich meester
maakt van de grondslagen der kiezelzure zouten, en dit
in oplosbare koolzure zouten verandert. Zoo worden
zelfs gesteenten die uit de hardste kristallen van kiezel-
zure zouten bestaan, tot murwe leemige beddingen
omgezet. Zoodra deze niet meer in staat zijn om het
bovenliggende gesteente te dragen, dan valt dat in; de
aarde beeft.
Nog eene andere en zeer krachtige oorzaak van aard-
schudding is het water, dat voortkomt van regen,
smeltende sneeuw, enz. en in de aarde dringt, waar
het stoffen oplost, andere vloeibaar maakt, den
bodem als 't ware op duizende plaatsen teert, lagen
verplaatst en wijde holen leegspoeld. Al het water dat
uit den grond spruit, al schijnt het nog zoo helder, voert
ontzaglijke hoeveelheden vaste stoffen met zich uit
den bodem mede. Het klare Rynwater bevat op
100.000 deelen 12 deelen opgeloste vaste stoffen en daar
er jaarlijks voorbij Bazel 300.000 kubiek hectometers
water vloeit, zoo ontvoert die stroom 36.000.000 ku-
biekmeters vaste stoffen uit den grond.
Welke overgroote holen moet het Rynwater alleen
niet in den bodem doen ontstaan door den ontvoer der
vaste stoffen? Die ontzaglijke uitholingen geven aanlei
ding tot onderaardsche instortingen en deze tot aardbe
vingen als onmiddellijke gevolgen daarvan. Als zulke
door het water uitgespoelde holen in den bodem inval
len of als de bovenliggende lagen glijden en breken, dan
wordt er eenen plotselingen schok bespeurd, die vooraf
aangekondigd is door een hevig kraken, dat uit den
schoot der aarde opstijgt. Daarenboven bij het invallen
en glijden der bovenliggende lagen ontstaat er eene niet
geringe wrijving, oorzaak der warmte, die het water
verdampt, de lichamen ontbindt en de gassen en brand
bare stoffen doet ontvlammen. Waar het invallende
dek door zijne scheuren en spleten eenen uitweg opent,
breken de brijachtige steenmassa's, meer of min met
water gemengd, met koolzuur en brandbare gassen en
met olie en aardpik doordrongen, met hevigheid naar
buiten: zij ontladen zich ondereen ontzaglijk gedruisch
vergezeld van eene liooge golving des aardbodems en
vreeselijke vuurverschijnselen, zooals wij in de vorige
nummers reeds beschreven hebben.
IJperen. NÉ Pauw.
Tentoonstelling van Amsterdam.
De Belgische Commissie der internationale koloniale
en uitvoerhandel Tentoonstelling van Amsterdam her
innert onzen kunstenaars en nijveraars dat den eersten
November aanstaande de inschrijvingstijd eindigt.
Tevens meldt de Commissie dat er een internationale
wedstrijd voor de medalie en voor het diplome ten
dienste der toe te kennen bekroningen bij de interna
tionale Tentoonstelling geopend is. Het is een wedstrijd
met premiën. Onze teekenaars, graveerders en kunste
naars worden uitgenoodigd om hun talent aan dezen wed
strijd te wijden. Inlichtingen kunnen zij bekomen bij
het algemeen Commissariaat, Zijstraat, 1.
(Medegedeeld).
Aloude staat van Vlaanderen
VÓÓR EN GEDURENDE HET LEENGOEDERIG BESTIER.
BELLE.
Belle, eene kleine stad nu in Frankrijk tusschen
Armentiers en Cassel gelegen, wordt door Meyer Bel-
gioli en ook Belbulla genoemd, en in het fransch
draagt zij de naam van Bailleul. Volgens den genoem
den kronijkschrijver zouden de Belgen, door de Romei
nen uit het land der Atrebaten verdreven, zich aldaar
in de moerassen of leege gronden nedergezet hebben,
waarom zij uit verachting door hen Belgioli, dat is
kleine of verkleinde Belgen, genoemd wierden; waaruit,
door inkorting, den naam van Beüe zoude gesproten
zijn. Eenigen willen dat Belle zoo veel te zeggen is als
schoone stad, doch deze gissing heeft geene of weinige
gegrondheid. Aldaar heeft oudtijds een sterk kasteel
gestaan, welk door de Noormannen verwoest zijnde,
ten jare 1084, door graaf Robert den Vries herbouwd
wierd, die ook aan Belle, voor den onderstand, die hare
inwooners hem in den slag van Cassel tegen gravin
Richilde gedaan hadden, ten jare 1072, het voorrecht
van stad gaf. Zij was voormaals eene kastelnij, en er
bestond eene proostdij van het orden van den H. Anto-
nius; zij is ook de geboorteplaats van den meergemelden
jaarboe vschrijver Jacob Meyer. Er wordt in hare om
streken goeden kaas genaakt, welken men gemeenlijk
Belschen kaas noemt.
ASSISENHOF VAN WEST-VLAANDEREN.
Lijst der heeren Ju. ren voor de 1° serie van het
4e kwartaal i882, van het hof van assisen dezer
provencie, waarvan de opening zal plaats hebben
maandag 20 November, onder het voorzitterschap
van M. De Meulenaere, raadsheer bij het hof van
beroep te Gent.
Titulare Jurëen.
Congres. Men schrijft uit Brussel dat een Con
gres van vlaamsche liberale dagbladschrijvers in den
loop der aanstaande maand te Brussel zal gehouden
worden. Dezelfde briefwisselaar meldt dat er eerlang
eene betooging ter eere van de vlaamsche romanschrijf
ster, mev. Courtmans zal plaats hebben. Men zal aan
de uitstekende vrouw haar portret schenken.
De komeet. De persoonen die begeeren de ko
meet te zien, moeten zich haasten. Allo dagen, van 4
tot 4 1/2 uur ongeveer, is zij goed zichtbaar en waarlijk
het schouwspel dat zij oplevert, is wel waard dat men
wat vroeger opsta. Waarom men zich moet haasten?
Omdat de komeet verbrokkelt en er misschien weldra
een tiental zullen zijn, die elk afzonderlijk weinig te
beteekenen hebben. In het begin dezer week was zij
reeds in twee gesplitst en wij treffen heden in de dag
bladen de tijding aardat eene derde komeet ontdekt
is, zich bewegende oj vier graden ten zuidwesten der
eerste en die blijkbaar van deze deel gemaakt heeft.
Dit laatste verschijnsel is niet nieuw; reeds van over
eeuwen heeft men be; ïerkt dat kometen twee, drie en
vier kleintjes kregen ej zelve in evenredigheid vermin
derden. Veel personen nog knnnen zich herinneren, nat
zulks voorgevallen is met de vermaarde komeet van
Halley, in Februari 1846.
Een dergelijk feit is gebeurt in het jaar 371, voor
Christus geboorte. Ook in 1618 en in 1652 werd die
komeetverbrokkeling door den grooten sterrekundige
Kepler waargenomen.
HAUT TOTAL.
BAS TOTAL.
HAÜT TOTAL.
BAS TOTAL.
>^3KxS»COgSsg<«
AU BLASON VARIÉ.
AU TOTAL.
1. Wouters Felix, notaris te Thielt.
2. Mulié Xaverius, landbouwer te S. Denijs,
3. Perneel Joseph, gemeenteraadsheer te Ardoye.
4. De Vriendt Désiré, négociant te Coolkerke.
5. De Croix Adolf, brouwer te Thielt.
6. Belamy Charles, grondeig. te S. Pieters op-den-dijk.
7. Minne Eugeen, grondeigenaar te Denterghem.
8. Masureel Rutin, burgemeester te Bavichove.
9. Bourgognie Léonce, ingénieur te Nieupoort.
10. De Ketelaere Bernard, aannemer te Brugge.
11. Tscharner Antonius, grondeigenaar te Veurne.
12. Dhondt Adolf, reeder te Blankenberghe.
13. Schoutteeten Leopold, rentenier te Heist-aan-zee.
14. Bostyn Charles, gemeenteraadsheer te Gheluwe.
15. Verheyleweghen Albert, koopman te IJper.
16. Van Steenkiste-Van Acker Frans, rentier te Brugge.
17. Ballekens Hippoliet. provinciaal raadsh. Avelghem.
18. Renders August, schilder te Brugge.
19. De Langhe Louis, notaris te Jabbeke.
20. Van de Woude Pamphile, landbouwer te Caaskerke.
21. Ghyoot Aloise, négociant te Kortrijk.
22. Titeca Floribert, notaris te IJper.
23. Boone Cyrille, brouwer te IJper.
24. Verstraete Albert, négociant te Brugge.
25. Verscheure Felix, rentenier te Kortrijk.
26. Claeys Henri, notaris te Oostkamp.
27. Caestryck Edward, négociant te Kortrjjk.
28. Neuville-Fratsaert Seraphien, rentenier te Leisele.
29. Ancot-Dobbelaere August, lithograaf te Brugge,
30. Biebuyck Eugeen, notaris te Ardoye.
Bijvoegelijke Jurëen.
1. De Clerq Adolf, advokaat te Brugge.
2. Van Nieuwenhuyse Jules, grondeigenaar id.
3. Van den Berghe Jan, hotelhouder id.
4. Flauw Louis, secretaris van gemeenten id.