IJ persen W eekblad geheel het land 3,00. voor stad 2,50. een zonderling man. Zondag 5" November 1882. 5 centiemen het nummer. 3de jaar Nr 40. OP 5 0 AFDRUKSELS. I vE KUNSTBODE VAN IJPUAEN, verschijnt den Zaterdag avond; meeschrijft in bij Karei Deweerdt, drukker, Rijsselstraat, 59, IJperen. De inschrijvingsprijs is fr. 2-50 voor stad. fr. 3-00 voor geheel het land.— Alle artihfeïen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres ge zonden worden vóór den Vrijdag avond. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamenden regel 15 centiemen. Inlijvingen bij akkoord aan geringen prijs. Belangrijk Bericht. Daar wij ons ernstig bezighouden met het drukken van den Wegwijzer van IJperen voor 1883, bidden wij de personen, handelaars, bedienden, enz., die ver leden jaar niet opgenomen werden, of die sedert dit tijdstip van woonst veranderd zijn, hun adres ten bureele van dit blad toe te zenden, het zal kosteloos in den Wegwijzer opgenomen worden. Annoncen en berichten worden er aan zeer genadige prijzen ingelijfd. Iets over de duiven. Het schijnt dat er sedert eenigen tijd op de reisduiven geschoten wordt. Zoo hebben vele liefhebbers hunne duiven, die zij in prijskampen lieten medevliegen, niet zien weêrkeeren, terwijl anderen terug zijn gekomen, gekwetst en zichtbaar getroffen door loodkorrels. Eenige duivenliefhebbers hebben zich tot ons gewend om te weten of het geoorlofd is reisduiven te schieten. Wij hebben het vraagstuk onderworpen aan eenen onzer vrienden, een rechtsgeleerdeen ziehier wat hij ons hieromtrent geantwoord heeft: Het belgische strafwetboek bevat een geheel stelsel van maatregelen voor de bescherming der dieren. Het is verboden, op strenge straf, paarden of andere trek- of lastdieren, schapen of geiten te vergiftigen; stoffen te gebruiken die den visch kunnen vernielen: NOVELLE DOOR JEIMHEDL CALLANTT. (Vervolg.) II. De heer De Vlier was geëngageerd als eerste rol in onzen schouwburg. Zijn vriend, meester Andries, die ook verbonden is aan het tooneel, was eergisteren nu eens dol van plezier, omdat hij nu toch eindelijk een chambre garnie voor zijnen collega De Vlier ge vonden had, want het was reeds zoo dicht bij het openen des tooneeljaars, en M. Andries was het maar over eenige dagen te weten gekomen dat zijn goede vriend en kunstbroeder ook naar hier kwam. Ook had M. De Vlier, eerste rol, aan M. Andries, tweede komiek, in een mooi briefje, teederlijk en vol erbarmen gevraagd om eens naar een - onderkomen uit te zien; als trouwe kameraad van vroeger, mocht De Vlier zulks wel van hem verhopen. En M Andries heeft zulks gedaan: Bij toeval las hij eene aankondiging in het dagblad, waartij den lezer werd bekend gemaakt, dat er bij M. Frmkels, die «traat dit nummer, e me bevallige gemeubeleerdeka- •mer te huren was aan civiele prijs; hebbende pomp- IV r óf en water, weinig gerucht op straat e..i een hove- ken angs achter, metende, veertig meters lengte en hlM Andries nam hoeden jas, sprong in den «tram nam! daar was hij, op een, twee, drie, ten huize pr pami nam v„n manheer en mevrouw Frankels, waar onze Andries, .muter veel plechtplegb-gen ofte ceremoniëen, de kamer tur nam, voor rekening van M. De Vlier, tooneel- ipr die ze binnen eenige dagen, met koffer en zak, you komen betrekken. m Frankels was zeer tevreden dat eindelijk toch de i arnpt* verhuurd was, en zegende in stilte den uitvinder der aankondigingendoch mevrouw was nog meer ver men mag ook zonder noodzakelijkheid geen der voor melde dieren (den visch uitgezonderd) dooden of hun een zwaar lichaamsleed veroorzaken. De straf aan dit misdrijf toepasselijk verandert volgens het begaan werd op de eigendommen van den meester van het gedoode of gekwetste dier of in plaatsen waarvan de plichtige de eigenaar is of volgens het begaan is geworden op alle andere plaatsen. Alwie zonder noodzakelijkheid een ander huisdier dan de hoogervermelde gedood of een zwaar leed zal hebben toegebracht, op eenen eigendom van den mees ter van het dier, wordt insgelijks gestraft. Straffen worden ook toegepast indien deze daden met kwaad in zicht zijn gepleegd geworden op een tam of op een in bedwanggehouden dier, op de plaatsen waar deze be waakt worden, of op een huisdier, op het oogenblik dat het gebruikt werd tot den dienst waartoe het bestemd was. Worden ook gestraft, maar enkelijk als overtre dingen, degenen die op hunnen eigendom een ander huisdier dan diegenen hooger vermeld met kwaad in zicht zullen gedood of gekwetst hebben en eindelijk wordt nog als overtreder aanz;en degene die vrijwillig en zonder noodzakelijkheid hetzij een dezer huisdieren, hetzij een tam dier zal gedood of zwaar gekwetst heb ben, op eene plaats waar de eigenaars van het dier of de plichtige geen recht op hadden. Uit deze opmerkin gen blijkt dat men op zijnen eigen grond geen dier mag dooden of kwetsen zonder noodzakelijkheid en dat men ook zonder noodzakelijkheid geen huisdier noch tam dier mag dpoden of kwetsen, op eenen grond op den welken men geen hoegenaamd recht heeft. Dit vastge- heugd, toen Andries zegde dat M. De Vlier vrouw noch kinderen had, dus een heel stil mensch. Zij, mevrouw Frankels, had dit ook zóó liefst gehad: zoo een alleen wonend mensch, die nu en dan eens een partijtje kon mededoen of een gezellig praatje des avonds na het eten of des Zondags namiddags kon houden. En M. Frankels dacht er ook zoo over. En beiden lachten eens van innig geluk 1 Twee dagen nadien stoomde in de standplaats van 's Rijks spoorbaan de trein binnen, die den langver- wachten maar hier nog nooit gezienen artist in de stad bracht. 't Was M. De Vlier! 't Zag er me een braaf mensch uit; een beleefd woord links en rechts, een vriendelijken oogopslag, kortom, een sympathiek gezicht. Daarbij, men kon zulks raden, het zag er een volkomen kunstenaar uit: lang, donker bruin krulhaar; een grooten ronden hoed; deze beide dingen, 't zij tusschen haakjes en oogjes gezegd, zijn het gewoon kenteeken van den eenen of anderen artist geen baard of knevels; insgelijks het kenteeken van.... iemand, die zich veel laat scheren. Verder een langen overjas, die stellig niet van gisteren nieuw was; dit kon men overigens heel wel zien aan de verschillige kleuren, welke hij, de lange overjas, op de schou ders van onze eerste rol begon te trekken, en ook aan de half afgesleten knopgaten, die hier en daar een treurig figuur maakten; aangaande zijne schoenen, had men het ontegensprekelijk recht te zeggen, dat hij scheef in zijne schoenen liep doch niet met eene slechte bedoeling; het was wellicht ook zijne schuld niet, dat dit verduiveld leder maar niet aitoos recht wil blijven! Anders zag M. De Vlier er een heel ordentelijk man uit, die voor heel de wereld mocht verschijnen, zonder over zijne afkomst of zijn edel beroep te moeten blozen. Doch.... rijk was hij niet; zulks kon men, zonder zich te bedriegen, bij den eersten blik zien. 't Is waar, zulks is in onze dagen geen ontzettend nieuws meer: Geen zand verheven in eigen land! is eene spreuk, welke goed gekend is, vooral bij dezen, die dagelijks de bitterheid ervan ondervinden! Vreemde- steld zijnde, is het de vraag te weten tot welke klas van dieren de duiven behooren. Reisduiven en gewone duiven moeten als tamme dieren aanzien worden. Dus is het verboden dezen zonder noodzakelijkheid te doo den of te kwetsen waar het ook zij. De noodzakelijkheid om ze te dooden wordt aangeno men als de duiven schade veroorzaken. De eigenaar van een land of eenen hof mag op dit land of in dien hof de duiven schieten, die er het gezaaide koren of de bloe men zouden komen oppikken. Duiven mogen nooit in de vlucht of op het dak doodgescho ten worden. Nu, ziehier wat wij aan de duivenliefhebbers aanra den: Als een hunner vaststelt dat iemand naar duiven schiet en ze doodt of kwetstmoet hij seffens over de daad eene klacht indienen, 'tzij bij de gemeenteoverheid, 'tzij bij de gendarmerie ofwel nog bij den procureur des konings. Hij mag dit doen zelfs als hij geen eigenaar van de gedoode of gekwetste duif is. Wij moeten hier nog bijvoegen dat het verboden is de gedoode of gekwet ste duif mede te nemen. Dus, wanneer de duivenschie- ter de geschoten duif opraapt en zich toeeigent, dient er togen lmn nog een proces-verbaal opgemaakt te worden uit hoofde van diefte. Wij achten het overbodig te onderzoeken of degenen die reis- of huisduiven schie ten zich plich tig.maken aan eene jachtovertreding. Het gerecht des noods zal die kwestie oplossen. Gazette van Gent.) Eïsn onmisbaar voedingsmiddel. Een onmisbaar voedingsmiddel is het keukenzout, dat lingen, meteen vierendeel talent (of kwakzalverij! o ja, dan een heelen kilo!) worden de beste plaatsen of de ridderkruisen op eene mooie wijze naar het hoofd geworpen en worden schatrijk! Maar zij, inlanders, hoe talentvol zij ook mogen wezen, worden meer dan eens stilaan weggecijferd, en mogen zich tevreden stellen met, uit liefde voor de kunst en ter wille barer bescher mers honger en armoede, vernedering en misken ning te lijden! De eerste persoon, dien M. De Vlier bij het uitstappen der standplaats ontmoette, was zijn vriend Andries, die op weg was om zijnen gezel te komen afhalen doch een weinig te laat kwam. Och! mijn beste Andries! zei M. De Vlier. Wel! mijn goede De Vlier! zei de andere. En ze gaven elkander eenen handdruk, maar eenen handdruk, die meer zegt dan duizenden woordenen slechts kan gewisseld worden door ware vrienden. M. Andries was nu eens volop tevreden, omdat zijn vriend De Vlier aan onzen schouwburg verbonden was, en M. De Vlier wist Andries niet genoeg te bedanken, omdat deze nu alles zoo goed geschikt had, dat hij een mooi kajnertje vond, bij stille menschen, die weinig aan beslag deden, en er dit vooral! niet een paar schreeuwende en huilende kinderen op na hielden, die hem, natuurlijk, zouden beletten zijne rollen te bestu- deeren en te repeteeren. Daarop trokken ze beiden de eerste de beste herberg binnen, en dronken erop de gezondheid van De Vlier en Andries een luimig glasje. Nadat elk zijne gelegen heid had verteld, en hoe het ginder ging, en hoe het hier was; werden de vier vol gestopte en vol geduwde koffers van M. De Vlier op eenen wagen geladen. An dries toonde zijnen vriend den kortsten weg naar M. Frankels. Graag wilde hij zelf medeloopen doch moest nog een tal dringende boodschappen doen, maar zou M. De Vlier wel 's avonds teruggezien hebben. Een jongen trok triomfantelijk met dien wagen voort, en M. De Vlier, eerste rol aan onzen schouwburg, er achter, recht naar mijnheer en mevrouw Frankels- Patat, rustig paar, hebbende: eenen kanarievogel, eene kat, eenen hond, pomp- en regenwater en een hovekeni DE KUNSTBODE „t TT1 nr. v\ Ir r\1 ei nrrnr nr rt r\ A rl r» l AO o>-

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1882 | | pagina 1