STADSNIEUWS. SOCIÉTÉ DE GARDES CIYIQUES D'YPRES. YERSCHILLIGE TIJDINGEN. En stil gaat hij zoo voort met zaaien In 's aardrijks voorbereiden schoot. Hij weet het, na zijn moedig zwoegen, Wordt eens het graan gezegend brood En met dit brood, men voedt eens mannen In arbeid sterk, in onspoed groot, Op welke 't vaderland kan steunen Den onheilsdag van ramp en nood En zeg nu, Vriend, is 't niet dit denkbeeld, Dat gij in schild als leus U stelt Doe stille voort dan en zaai moedig Op Vlaandren's vruchtber Letterveld Komen, December 1882. P. P. Denys. De Ncordzfee. Maatschappij da Vlaamsche Ster. Zooals wij het in ons vorig nummer aankondigden, is het Zondag aanstaande, 24 dezer, dat de derde ver tooning van het abonnement zal plaats hebben. De re- petitiën worden druk voortgezet en beloven eene schit terende opvoering. Théatre d'Ypres. La representation donnée par la troupe du Théatre de Bruges, Mercredi dernier, a parfaitement róussi. La belle oeuvre de Donizetti, La Fille du Régiment, a obtenu un immense succès. On nous promet pour la pro- chaine représentation, Les Dragons de Villars. Société des Choeurs. Mercredi prochain, 20 Décembre, la Société des Choeurs donnera, en son local 1'Aigle d'or, unesoirée- tabagie, a 8 heures du soir. Nous nous faisons un plai- sir d'en communiquer le programme a nos lecteurs. 7me Tir de la période d'Hiver. 10 Décembre 1882. Smeysters E. 20 25 20 25 25 115 Borry A. 25 20 25 25 20 115 Juncker A. 20 20 25 20 25 110 Devos L. 20 25 20 20 25 110 Ligy F. 20 20 15 25 25 105 Leclercq Th. 20 25 20 20 20 105 Vandendriessche J. 15 25 15 25 20 100 Van Nieuwenhuyse G. 20 20 20 20 20 100 Dumon A. 20 15 20 20 20 95 Boekbeoordeeling. Verhalen voor kinderen van Emiel Leclercq, vertaald door Fanny Herain. Brussel, A. N. Lebègue <fc Cle, Magdalenastraat, 64. Hoe en wanneer zal men de kinderen leeren vermaak vinden in het lezen van nuttige boeken Moeilijk vraagstuk inderdaad Sprekende over de kindsheid van Garfield, zoo zegt Emile de Lavaleye: Bij ons, leert de landsche scho lier lezen, maar toen hij zulks kan leest hij niet en en vergeet alles-, in de Vereenigde-Staten leert hij het, om te lezen zooveel als 't hem mogelijk is, om dat hij om zich heen eenieder ziet lezen en overal hoeken onder de hand heeft. Bij ons ontbreken dus twee zaken: 1° 't voorbeeld-, 2° boeken Bij het volk wordt er bijna niets, niets gelezen, tenzij de almanak van Snoeck Aan leesboeken zouden de ouders geenen duit beste den, en de prijsboeken, die de kinderen tot nu toe van school hebben medegebracht, staan vol rijmram aller best geschikt, om den leeslust voor immer te voldoen Ook worden deze prulhoeken weldra aan de kleinen gegeven opdat ze zich met den arlekijnschen omslag bezighoudende, niet zouden schreien!... Er blijven dus, voor het lezen in de volksklas, twee hoofdzaken te verrichteni° het voorbeeld te stichten, 2° degelijke boeken te vervaardigen. Bij de ouders in 't algemeen is het voor het te geven voorbeeld nutteloos gepraat: bij de jeugd is dus alles te doen, De onderwijzer kan hier alles, maar daartoe moet hij zelf gaarne lezen!... Op eene tweede plaats dient eene kinderliteratuur tot stand gebracht te worden. De begaafde schrijver Pieter Geiregat uit Gent heeft, reeds zeer veel onder dit laatste opzicht gedaan. De heer Emiel Leclercq streeft in dezelfde richting, beider werken zijn wederzijds in 't Fransch en in 't Vlaamsch vertaald. De onderhavige bundel verhalen voor kinderen maakt deel van de nationale verzame ling, uitgegeven door MM. A. N. Lebègue Cle, en bevat,- a) Het Bootje, b) Krezeltje, c) De Hazenjacht, d) De Kruiwagen, e) De Pachthoeve, f) Het Spook, gj Hector en zijn hond, h) Johanna, i) Hel Kistje, j) Een schrikkelijke dag, k) Het gevonden kind, en 1) De Puinen. Onmogelijk is het al deze verhalen te ontleden. Wij moeten ons tevreden stellen met te zeggen dat ieder verhaal eene gebeurtenis uit het kinderleven behelst i waaruit iets degelijks te leeren is, dat het kind tot nadenken brengt. De stijl is klaar en eenvoudig. Alles is voor kinderen verstaanbaar, en moet hun zeer belang rijk voorkomen, daar steeds een kind tot held der histo rie optreedt. Ja, groote hoedanigheden kenmerken de verhalen voor kinderen door Em. Leclercq, nogtans, gelijk al hetgeen uit 's meuschen handen komt, dragen zij hiel en daar wel kleine vlekken, die wij zouden aanduiden, ware hier kwestie van eene grondigealzijdige studie. Hoe nu, die veel belovende kinderliteratuur onder de kinderen verspreid De prijsdeelingen komen op eene eerste plaats; het kinderfeest van St Niklaas of St Maarten op eene twee de, andere voordeelige omstandigheden volgen zooals Nieuwjaar, enz., enz. Indien onze kinderen leeren lezen, en waarlijk lezen, dan mogen wij een nieuw geslacht verwachten, vol kennis en deugd, waarop het vaderland zal fier zijn. De toekomst is aan het volk; maar het volk moet deugdzaam wezen en geleerd Komen, 1882. P. P. Denys. Zevende zoon. Te Zillebeke is in den loop der verledene week, bij David Capoen, een zevende zoon geboren. Eene aanvraag is bij Z. M. gedaan geweest, opdat hij zou aanvaard hebben peter te zijn van den nieuwgeborene. Die aanvraag is gulhartig toegestaan, en de koning heeft den burgemeester van de gemeente belast zijne plaats in die plechtigheid te vervangen. Het weder vóór 100 jaar.Een correspon dent van de Meuse schrijft als volgtIk vind in een oud boek eenige bijzonderheden over het weder dat in 1782 in België geheerscht heeft. In 1782, na eenige dagen verstikkende warmte, op het einde van Juni en het begin van Juli, is het overige van den zomer en geheel den herfst koud en buitenge woon vochtig geweest. Het is, zooals men ziet, hetzelfde als in het jaar 1882. De weêrgesteltenis in 1783 was voor de maanden Januari en Februari zacht en vochtig: in de maand Maart heeft het sterk en lang gevrozen en veel ge sneeuwd. De lente van 1783 was koud en ook vochtig. Eindelijk, de warmte in den zomer van 1783, overtrof alles wat men van menschen geheugen zich herinnert. Wij zullen eens zien of wii dat weder van 1783 ook in 1883 zullen hebben. M. Lachaud. Men meldt uit Parijs, dat Zater dag aldaar is overleden de beroemde advocaat M. Lachaud, in den ouderdom van 64 jaar. Hij was den 25 Februari 1818 te Treignac, departement Corrèze, geboren. Zijne beroemdheid begon met 't beruchte proces Lafarge. Mme Lafarge had hem te Tulle liooren pleiten en getroffen door zijn talent vertrouwde zij hem hare verdediging toe. M. Lachaud was alsdan rauwelijks 22 jaar oud. Hij pleitte die zaak met een zeldzaam talent; hij bleef altijd overtuigd van de onschuld van Mme Lafarge, beticht van haren echtgenoot vergiftigd te hebben, maar kon toch hare vrijspraak niet bekomen. Hij heeft in ons land gepleten in twee beruchte processen, te weten in de zaak Bocarmé, en in de zaak Risk-Allah; deze laatste eindigde met eene vrijspraak. Hij werd in die zaak bijgestaan door M. De Graux, thans minister van financiën. Over een twintigtal jaren was M. Gambetta zijn secretaris en de groote staatsman bleef zijn vriend, niettegenstaande hunne politieke ge dachten veel verschilden, want M. Lachaud was bona- partist. Electriek licht. Te rekenen van Dinsdag is de zittingzaal van de Kamer der Volksvertegenwoordigers verlicht door het electriek licht. Twee maatschappijen hebben zich reeds aangeboden om proefnemingen te doen. Het beste stelsel zal natuurlijk genomen worden. Regenschermen. Wint uwe reis naar Rijsel of naar Brussel, met in eene dezer twee steden eenen re genscherm te koopen, te doen vermaken ofte doen overtrekken, in het groote Huis van Regenschermen. Occasie regenschermen, zuivere zijde, 3-75. Zijde van Lijon, 5-90; zeer sterk, 6-50; driedubbel gekruist, 7-50. Romeinsche taffetas, 9 en 10 fr. Groote keus van zeer schoone artikelen van fr. 12-50 tot 25 fr. Draagt uwe regenschermen te vermaken of te overtrekken zoodra gij aankomt, herneemt ze, wel gemaakt en zorgvuldig hersteld, vóór uw vertrek. Rijsel, 52 bis, rue Ei quer- moise. Brussel, 108, Boulevard duNord. (Het huis staat niet op eenen lioek.) Court St-Etienne. Natuurlijk mineraal arseni- caal water, Bron van de Hospice (zie de aankondiging 4e bladz.) Ziet uwe loten naar! Te Brussel zijn er niet min dan 2,556,434 fr. premièn van de verschillige ge- meenteleeningen, die nog niet gereclameerd zijn. Ziehier de premiën, degene onder de 1000 fr. niet medegere- kend, die nog niet ter uitbetaling aangeboden zijn: 19 loten van 1000 frank; 1 van 2,000; 1 van 2,500; 2 van AAN DE SCHIMME RODENBACH'S. Gij mint dn# ook de vlucht der grijze noordzeemeeuwe... Albrecht Rodknbach. O ja, ik min de vlucht der grijze Noordzeemeeuwe o ja, ik min den zang der wilde noorderzeeuwe mij roert het noordsche lied, dat uit uw harte laait, en 'k vloek met U den wind die over Vlaandren waait, verpestend O Gij, kroost uit 't, bloed der blonde helden, begeesterd kind der forsche, zwaargelokte Skelden, uw wilde, rijke zang, uw kernig snaarakkoord klinkt luid ten kampe wekkend, door het moederoord, vervoerend wien in de aêr 't aloude bloed nog bruist, verheemlend d'heldenwieg waar trouw de Noordzee ruischt. O die zee, o die zee, o die machtige zee, wier baren hollend rollen, als mijn harte zwellen, mijn geest in zangersgloed, mijn ziel in wonne stellen O dat dreunende lied, op de welle, die vliedt, weerspiegelend de goudbezoomde reuzenwolk des blauwen hemels, zee der stoute dichtgedachte Mij lust de stem des zwarten vloeds, bij duistren nachte. vol liefde wekkend, uit zijn' nooit gepeilden kolk, een dansende schimmenrei, 't geslachte der Morinen, dat eeuwige storm spot, als Roma's adelaar, en 't lijf, eene rots gelijk, verschenkt aan 't zeegevaar. Mij lust er de woeste najaarsstorm, wiens spettrende lawine 't getergde Noord om prooi en wrake huilen doet, den ruigen held gelijk, die nooit gedragen banden verkneedt, in vrijheidswoê, met stalen leeuwentanden. O Storm, beeld van mijn hart en beeld der vluchtende eeuwe! O stoutwiegende zwink der grijze noordzeemeeuwe schuimkleurig vlokjen op het bleeke, blauwe diep, verrezen elvenbeeld, dat de avond herwaarts riep, den spiegelzoomen uit van 't gloeiend, glorend Westen, naar 't zwijgend duinestrand en 't gaaiken in den neste, ik min u, gij, die teêr en maagdenslank van leest zijt, en 't dunkt mijne ziele steeds, dat gij de blanke geest zijt, die aan zijn oor dit voelig oor, dat reeds de dood voor 't arme lofgeklank des jongeren broeders sloot uit 't eeuwenoude boek, den blinden Tijd ontwrongen, zijn grootsche bardenlied hem 't eerst heeft voorgezongen. Mij dunkt, ik zie hem hier, ter wijde kimme schouwend, aan de eedle schoonheid zijns gelaats het vuur nog houwend der eedle dichting; vuur in eene ziel gebroeid, die met den zang der golven scheen te zaam gegroeid; ik hoor hem. keuvelend met der sage reuzenbeelden, wier strijdsgezangen in die groote, bloote ziel, waarin zooveel genie, zoo weinig hope viel, die vreemde, nooit gehoorde harmonijen teelden; ik zie hem dwalen gaan, in dellinge en op duine, het oog met tranen vol, den geest met Sage en Ruine ik hoor hem dwepen over grootheid van weleer en 'k vang de bittre klacht 't bestaat geen Vlaandren meer! O oudere broeder, heilig beeld, uit onze rangen te vroeg ontrukt, rust zacht in d'hoving van den dood Helaas, de dageraad van Vlaanderen, uw verlangen, uw heil verscheen maar, toen zich 't gulzig graf toesloot en borg uw eêl gebeente... Doch hoor! wij zweren 't luide, wij zweren in 't gezicht van 't sarrend, laffe zuiden Uw Vlaanderen nóg bestaat en vallen zal het nooit, zoolang het zeil de zee, het blank de meeuwe tooit; zoolang de blonde maagd den blos draagt op de konen, in 't hart ons kracht en moed, en wij in Vlaanderen wonen. O rust maar zacht, en droom in d'hoving van den dood Gij hebt uw deel gedacht, gezongen en gestreden en klaag niet meer: mijn Vlaandren valt!.... Geen nood Of eer zal ons de waal den kop te plettren treden September 1882. H. Van Beveren. 1Fantaisie Espagnole pour symphonie Gevaert. 2. Chansonnette dite par M. Dekemper 3. Stances <n la Chartté, chantées par M. CofifynCarmen. 4. Le Soir, mélodie chantée par M. Devos Gounod. 5. Chansonnette dite par M. Dekemper 1. Obéron, ouverture pour svmphonie Weber. 2. L'lndien, romance chantée par M. Coffyn Darcier. Menuet Airs de ballet de l'opéra AirEgyptienS. Iphigénie en Aulide. 4. Romance de Favart, chantée par M. DevosOffenbach. 5. Chansonnette dite par M. Dekemper HAUT TOTAL.

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1882 | | pagina 2