Weekblad voor de Landbouwcomicen van Brugge, Thourout, Ghistei, Dixmude en Veurne. Zondag I ft October Ill'll. IV 42, met bijvoegsel. Negen-en-veertigstejaar t Aangesloten bij het Verbond der Belgiesche Periodieke Drukpers. Wckelijksclie Aanwijzer ZAAIGRAAN EN PLANTGOED. BEREIDING VAN BLADAARDE. daan voor wortelgewassen bloemen, ingericht door de koninklijke! karoten, rapen. Tot zaadplanten kieze en Philharmonic Steenbrugsche worden. In het eerste jaiar werden 36 hectaren beplant, die eene opbrengst gaven van 9 spoor wagenladingen. In 1904 was de kweek zoodanig uitgebreid, dat 50 spoorwagens verzonden wer den en twee jaar later had de maatschappij 300 wagens te vervoeren. 'I t Alle stukken betreffende den Op stel moeten vrachtvrij toegezonden worden aan M“ We Jan Cuypers, St-Jacobstraat, 18, Brugge, en dit ten la tste den Woensdag middag van iedere week. »o« - BEKENDMAKINGEN. Bekendmakingen, per drukregel 20 cent. Groote of langdurig verschij nende bekendmakingen alsmede re- klaamartikelen betalen volgens over komst. »o« Het bureel van M. L. Van Haver- beke, Secretaris van het Comice van Brugge, gevestigd in de Nieuwe Gent- weg, Nr 25, te Brugge, is open alle Zaterdagen van 9 tot 11 u. voormid dag. De leden der Cotnicen van Brugge, xhourout, Ghistei, Dixmude, Veur ne ontvangen het blad kosteloos. Alle klachten of aanmerkingen door hen te doen, betrekkelijk een der COmicen, moeten gedaan worden aan deszelfs Secretaris. Al degenen die begeeren lid van een der Comicen te worden, of die een nieuw lid aan te bieden hebben, moeten zich te dien einde wenden bij den Sekretaris van het Cornice in welks omschrijving zij wonen. Zich voor alle inlichtingen te be vragen in het bureel van De Land man, te Brugge. SPREEKDRAAD J«r 204. Zondag 15 October, Opening der jacht op de fazanthennen. Jaarmarkt te St-Andries. Zaterdag 21 Jaarmarkt te Wareghem. Zondag 22 Groote Toogstelling van fruiten, groensels, plant en en Maatschappij van Hofbouw- hare beluiken Wandeling bij Brugge. Foore te Meenen. GEBRUIK VAN KALK. Voor het uitstrooien van kalk is het thans de tijd. Men lette er echter op niet te dikwijls te kalken, vooral niet op zandgrond met weinig humus. De planten hebben voor haar gebruik als voedsel slechts weinig noodig en het in den bodem zakken naar den ondergrond gaat ook niet vlug. Vóór een jaar of vijf zes, behoeft men dan ook niet met kalk terug te komen. Doch is het langer geleden, dan kan men de aanwending op nieuw aanbevelen. Geschikt kan men het strooien op akkers, waarop men klaver, boonen of erweten wenscht te ver bouwen. Deze gewassen, allen vlinderbloemigen, zijn eerste kalkplanten en groeien goed in bodems, waarin deze overvloedig aanwezig is. Ook voor granen is kalk aan te bevelen. Deze krijgen er krachtiger stengels door, terwijl de zaad- of korrel- vorming er overvloediger door wordt. Waar veel en herhaaldelijk kaïniet wordt aangewend, is ook eene kalkbemesting op hare plaats, want kaïniet werkt Tot vollediging van voorgaande artikels over herfstzaai, maken wij nu eenige beschouwingen over zaad en graan tot zaaïing bestemd. Door vergelijkende proeven leert men de winst- gevenste verscheidenheden van vruchten kennen voor elke streek en grond. Op ontegensprekelijke wijze oefent de keus van zaai- en plantgoed een grooten invloed uit op de hoeveelheid en de hoedanigheid der voortbrengstdaarom dienen alle landbouwers aan deze belangrijke kwestie van den plantenkweek de aandacht te verleenen die z® ver dient. Hier speelt de groote natuurwet der erfelijk heid een zoo aanzienlijke rol als in dierenkweek het spreekwoord zegt immers Zoo een tronk, zoo een jong; zoo een ei, zoo een kieken. Tot zaaigoed neme men bijgevolg zulk graan of zaad, dat van goede stamouders voortkomt en hierdoor in state is de hoedanigheden over te zetten ld in jaren van schaarscheid worden al die overschot ten aan den man gebracht wanneer ze reeds grooten- deels hunne kiemkracht verloren hebben. De kiem baarheid van de aangekochte zaden diene men op voorhand te onderzoeken, met b. v. in een bak of bloempot met vochtige aarde eenigen tijd op voorhand 100 zaden te kiemen te steken. Naar den uitslag der kiemproef zal men oordeelen indien het zaad in hooge of minder mate kiembaar is. Hadden In het najaar worden de bladeren op een hoop gezet. Tusschen elke laag die ongeveer 25 c. M. dik moet zijn, komt een dunne laag zand, maar slechts zooveel, dat de bladeren eenigszins vast liggen, dus ter nauwernood bedekt zijn. Is de hoop ongeveer 2 M. hoog, dan legt men er takken of iets dergelijks op, om het wegwaaien te voorkomen. In den regel zijn de bladeren vochtig genoeg, zoodat men vooreerst niet behoeft te gieten. Wordt de hoop te warm, dan sproeie men er water over, zoodat hij voldoende vochtig blijft en niet verbrandt. De hoop mag daarom ook niet vastgetrapt worden de zwakke laag zand is voldoende en deze maakt later het bijmengelen van zand onder de aarde overbodig. In het voorjaar werkt men den hoop goed om, zoodat de bladeren, die onderaan lagen, nu van binnen komen. In het volgende najaar zal men de bladaarde reeds als plantaarde kunnen gebruiken toch zal zij, als zij langer ligt, niet slechter maar beter worden. Natuurlijk kan men den hoop meer dan eens omwerpen. Zulke aarde is altijd uitstekend en bijna voor alle aan de nieuwe vrucht, die er zal uit opwassen. Zaaigraan neme men dus van een partij schoone, zuivere en deugdelijke vrucht. Veredeling. Het veredelen of verbeteren der gewassen door doelmatige zaadkeus is de doelmatigste handelwijze voor den landbouwer om zelve uitmuntend zaaigoed op te doen. Tot zaaigoed verkieze men de volmaakste zaden van de best ontwikkelde planten en men kweekt ze op behoorlijken afstand in vruchtbaren grond, zuiver, goed bewerkt en oordeelkundig bemest, en wel blootgesteld aan zonneschijn. Dergelijke omstandigheden zijn alleszins voor- deelig tot eene krachtige ontwikkeling van zaaigoed. Uit de aldus gekweekte planten, kieze men volmaakste zaad om het op ’t keurveld voort te kweeken. In Vlaanderen wordt de veredeling met zorg ge- beeten, chicoreien, men de fruitboomkunde, in schoonste effene wortels, met korten hals en dicht fijne groeze tot zaadrapen zoekt men in hun model, met fijne steerten. Op aardappels en graan wordt de uitlezing zelden alzoo toegepastevenwel daar is vooruitgang te bespeuren. Tot plantaardappels teekent men op voorhand de beste struiken en men doet ze uit vóór de algemeene rooiing der aardappels de schoonste knollen wor den verlezen en tot plantgoed bewaard in eene luchtige koele plaats. Voor de graangewassen snijdt men korts vóór het pikken, de volmaakste au wen van de kloekste struiken om dan na het drogen de schoonste granen te verlezen. Dit alles vraagt wel is waar meer werk en zorg dan den gewonen slenter, maar verschaft op on tegensprekelijke wijze loonende uitslagen. Kleine landbouwers, meteen gezond oordeel begaafd welke zelf al de noodige zorgen aan hunne vruchten kunnen besteden, raden wij aan zich met de veredeling der planten bezig te houden derwijze zou men zoo rap de vruchten niet zien ontaarden of verloopen en men zou zoo dikwijls zijnen toevlucht niet moeten nemen tot het inkoopen van duur zaaigraan over wiens herkomst men niet de minste zekerheid heeft. Meer nog: de zaadkweekers en proefnemers der verschillige kweekmiddens zouden zich aldus in volle vertrouwen uitgelezen goed kunnen over zetten om het aldaar in de volle bebouwing te brengen een stelsel van verlanding en versprei ding welke onvermijdelijk tot nieuwen en meerde ren vooruitgang zou leiden en overgroote diensten bewijzen aan onze West-Vlaamsche landbouwers. Onderzoeken wij nu welke hoedanigheden het zaaigoed in zijn zelven bezitten moet, ondersteld dat in de winstgevendste verscheidenheid en van goede stamouders voortkomende. 1) Wel rijp zijn dat wil daarom niet zeggen dat onrijp niet kiemen kan, maar het is toch min tot zaaigoed geschikt. Zie maar eens hoe schoon en krachtig het ingevoerd graan op de stoppelvelden uitkomtwelnu het is juist het beste graan dat uit- reuselt. Om op dergelijke wijze zaaigraan te be komen slaat men de schooven uit tegen eene kuip of stande. 2) Het zaaigraan moet kloek, groot en wel vol wassen zijn en zwaar in zijne soort. Het zaad bestaat uitpel, kern of meel en kiem. Met water en lucht op te slorpen, onder den invloed der warmte verandert het meel in plantenmelk, die de kiem spijst en tot plantje ontwikkelen doet. Hoes kloeker graan, hoe krachtiger kiem en hoe meer| voedsel om dien te spijzen. j zaaigraan behandele men het met eene oplossing blauwen aluin zooals in een vorig artikel werd beschreven. Krul en pokken bij de aardappelen worden voor namelijk vermeden met gavige planters van onbe- wordt bij de eerste de beste regenbui, gemakkelijk men de aardappelen gewassen in uitgerooide bos- werking noodig schen en geschuurde weiden. V" De zaadhandel is vooral een artikel van grootgebluscht worden. Moeilijk gaat dit niet, integen- vertrouwen en aangezien het zaad een overwegen-s deel. Men brengt het naarden akker voor denwelke den invloed heeft op den opbrengst, zoo kan men?het bestemd is en zet het daar op hoopjes. Ieder goede waar niet te duur betalen terwijl onzekere, hoopje wordt dan met aarde overdekt en dit laat twijfelachtige en slechte waar daarenboven aan de landbouwers eenen zeer slechten dienst bewijst. Daarom wende men zich tot eerlijke kweekers of handelaars welke zelf alle mogelijke voorzorgen nemen en bijgevolg alleen in staat zijn de noodige waarborg over zuiverheid, kiemkracht en echtheid der soorten te geven. Hier ook kunnen de scheiwinkels of laboratoriums nuttige diensten bewijzen aan de landbouwers, bonden en han delaars ’t ware te wenschen dat er meer gebruik gemaakt werd van deze nuttige instellingen. G. M. altijd te veel kost en I men alsdan een paar weken zitten. De vochtige grond en de regen zullen het blusschingswerk wel verrichten. Komt er echter geen regen, welnu, dan laat men de hoopjes iets langer ter plaats. Daarna wordt het kalk uitgespreid en terstond onderge ploegd. Dit is noodig, want begeerig naar koolzuur, verandert het binnen korten tijd in koolzure kalk en dit is niet zoo goed oplosbaar. Daarom dus lichtjes ondergeploegd. En hoeveel moet er in den bodem Op stijve gronden is twee duizend kilos per hectare niet te veel, op meer lossen bodem zou men met duizend kilos al eene zeer goede kalkbe mesting geven. Naar De Landbode -. De Landbouwers die zich voor het jlalarj 1912 als Leden laten inschrijven bij een van de Landbouwoomicen Brugge, Thourout, Ghistei, Dixmude of Veurne, zullen van heden af en dit tot einde December aanstaande, «De Landman» KOSTELOOS ONTVANGEN. BEVORDERING VAN DEN LANDBOUW, i DOOR DE SPOORWEGEN IN AMERICA. -«q>— In de Vereenigde-Staten van Noord-America hebben de spoorwagen een zeer groot belang bij de ontwikkeling des landbouws. Voor ver schillige lijnen zijn de landbouwvoortbrengse- len verreweg de voornaamste waren van ver voer en iedere vermeerdering van opbrengst be teekent ook meerder vervoer. Uit een door de Regeering onlangs ingesteld onderzoek bleek, dat twee-en-vijf tig spoorwegmaatschappijen in min of meerdere mate steun verleenden aan de landbouwon twikkeling. Een der meest volksgezinde middelen is het uitrusten van onder wij streinen, waarin lessen gegeven worden, door een 400.000 personen bij gewoond. Acht spoorwegmaatschappijen heb ben te zamen dertien proefboerderijen aange legd en idezelven in handen gegeven van be- 5 kwame landbouwkundigen. Ook bij het oprich ten van vereenigingen verleenen de spoorweg- Met wanmolen, zeef en graanscheider bereidt j maatschappijen steun. Een dezer laatsten heeft vijUen-dertig landbouwvereenigingen in het le ven geroepen en hen gesteund met geld en des kundige raadgevingen. De spoorwegmaatschap pijen houden de vereenigingen voortdurend op de hoogte yan den handel in de verschillige' -. landbouwvoortbrengselen. f 80ortfn PlaDten te SebruLken- Al naar de soort der plant voegt men er wat fijnen turfmolm bij en De spoorwegen zijn in het algemeen tevre- voor pianten die vette zware aarde verlangen wat den met de uitslagen die - dikwijls tegen hoo- j bakaarde. Niet aile bladsoorten echter zijn even ge kosten - bereikt worden. In vele gevallen j d om dusdanige aarde te maken 0ver het geheel zijn de opbrengsten van de gronden langs de zjjn dezen van boomen met hard h ]aDgZaam groeien, als eiken, beuken, coniferen, de beste. De Vlaamsche (Gentsche) bladaarde wordt op bovenstaande wijze bereid. In zulke aarde worden vooral in Vlaanderen, waar de kweek van planten op hoogen trap staat, bijna alle handelsplanten zonder uitzondering (in den laatsten tijd ook orchi deeën) met goed gevolg gekweekt. ----- r - -- de landbouwers dit jaar de kiem baarheid van beeten-j on hbe de planten verder möesten verzorgd en chicorei zaad op voorhand onderzocht, of wat beter geluisterd naar dezen die dergelijke kiem- proeven aanlegdenmen hadde zooveel niet hooren klagen over het te dun uitkomen immers wanneer de gelegenheid ontbreekt om zich ^allerbeste zaad aan te schaffen, dan blijft er geen ander middel over dan wat meer zaad te bezigen, 't geen ten slotte nog merkelijk beterkoop komt, dan een vrucht, die te dun staat. 4) Goed zaaigoed moet zuiver zijn in soort en echt in zijne verscheidenheid. Vooreerst zuiver van onkruid men zorge bijzon derlijk in het aankoopen van klaverzaad, hetwelk puik dikwijls verontreinigd is met hondsribbe, priemen en ruwe het zaailijnzaad zal men zeer zorgvuldig bet kuischen weidezaden zal men nooit in mengsel, maar elk soort alléén aanschaffen en onderzoeken Wanneer zaai- en plantgoed schaarsch en bijge volg duur is, worden minweerdige verscheiden heden dikwijls voor de echte verkocht .- inlandsche aardappelen verkoopt men voor zulke uit de streken van herkomst ingevoerd wilde chicorei, smouters, de schoonste ia ze^s andyvie worden voor chicoreizaad verkocht uit ingekocht beetenzaad heeft men dikwijls eene halve dozijn variëteiten enz. 5) Goed zaai- en plantgoed moet gezond zijn, dat is vrij van erfelijke ziekten zooals kool- of smeerband, wolvetand, brandauwe of grijmte der men groot en volwassen zaaigraan. 3) Het zaad moet kiembaar zijn, dit wil zeggen eene levende kiem inhouden. Voor graan, boonen, erwten neemt men altijd zaai- I goed van den laatsten oogst, hoe langer het in zijn kaf i blijft, hoe beter het bewaart. Dit is het geval niet met zaad van chicorei, beeten, gras, rapen, klaver, enzwanneer dit wel gelukt is en goedkoop, wor-- den de overschotten dikwijls jarenlang bijgehouden bereikt worden. In vele gevallen j goed lijnen merkelijk grooter geworden; de fruit en groenselkweek vooral, heeft veel aan het onderwijs in de landbouwtreinen te danken. Een sprekend voorbeeld is wel het volgendein zekere streek, die zeer geschikt werd geacht voor den kweek van aardbeziën, verstrekte de spoorwegmaatschappij kosteloos de planten en stelde bovendien een hofbouwkundige ten dien ste om de boeren te leeren hoe moest geplant VEEPRIJSKAMP TE VELDEGHEM. Op kermisdinsdag werd de Veeprijskamp gehou den de helft der dieren van den kweekbond waren op de markt tentoongesteld. Aan bezoekers ontbrak het niet ’t is immers dan Jaarmarkt te Veldeghem. Ten anderen een veeprijs kamp valt altijd in den smaak van iedereen. De keurders waren als vorige jaren MM. Edm. Strubbe van Zedelghem, L. Hoste van Rudder- voorde en Aug. Pollet van Thourout ’t moet zijn dat zij hun werk wel doen tot voldoening der deel nemers. Hier volgt de uitslag I. Jaarlingveerzen 1. Fr. Vanacker 2. R. Denoo 3. Edm. Vanholle- beke 4. denzelfden 5. G. Serruys. II. Tweetandsche Veerzen. 1. Edm. Eecloo, 2 en 3. 0. Ryheul, 4. Th. Deroo. 5. C. Ryheul. III. Veerzen met 4 en 6 tanden. 1. E. Verplancke 2. Edm. Eecloo 3. P. Vanden-* driessche 4. Edm. Vanhollebeke 5. Aug. Desangher 6. C. Ryheul 7 G. Serruys. IV. Koeien. 1. Oh, Vandendriessche 2. H. Decloet3. en 4. P. Vandendriessche 5. Ch. Vandendriessche 6. Aug. Desangher 7. Fr. Vanacker 8. R. Denoo 9. Edm. Eecloo 10. P. Vandendriessche 11. Edm. Eecloo 12. Fr. Vanacker 13. Aug. Desangher 14. Ch. Deroo 15. C. Ryheul 16. L. Vanhollebeke 17. en 18. F. Deketelaere 18. L. Vanhollebeke, G. Serruys, Fr. Vanacker. Na den prijskamp werd er eene bespreking ge houden over Veekweek en Verzekering. Er werd eene warme en welverdiende hulde gebracht aan den ievervollen heer Van Ecke die ons zoo gedienstig ter zijde staat om op ons Veldeghem alle instellingen tot stand te brengen en te ontwikkelen tot voordeel van heer en werkman, En nu met eendracht gewerkt tot vooruitgang van den boerenstiel en tot welstand van ons dorp. Leve de Boeren 1 Een bezoeker. i graanvruchten. Om die te vermijden in aangekocht ontkalkend op den bodem'. Welke kalk moet men nu aanwenden Natuur lijk in dezen tijd het goedkoopste, namelijk het landbouwkalk. Het lost in het gewone water op en smette velden te nemen. Met goed gevolg benuttigt door den grond verspreid, hetgeen voor eene goede j j i__ -4 j L en noodzakelijk is. Doch landbouw- jkalk is ongebluschte kalk; het moet nog eerst WMSHnas$bik e®a M SHM SS&liK -y>, ft «sCTMgBWMiiB.,1- t- »O«—i

HISTORISCHE KRANTEN

De Landman (1862-1914) | 1911 | | pagina 1