Verschijnt 2 maal te maande AAN ONZE LEZERS Waar moet men het geluk zoeken Een berek van schadevergoeding ABONNEMENTSPRIJS Poper. Soldaten KOSTELOOS. Andere soldaten I.OO fr. Burgers 2.0lQfr. E. H. Jul. Vanneste, Aalm. D 65 I H. G, Herpelinck, brank. C 171 H. A. Baert, Noordstr.. 13, Pop. I Vrienden, de z «ken zijn om zeggen reeds geregeld. Spijts moeilijkheden en hinderlagen hield ons gazetje 't hoofd om hoog... hard als '$e$ steen, tot spijt van wie 't benijdt. Het kwam U vinden..H.. beter (aat dan nooiï Zoo gaat het voort, yoor ééns ie maande staan wij in maar vergt ge meer, dan moet ge helpen. Dat is veel zeggen zonder spreken f HET BEHEER. Beschouw het menschdom, hetzij in t bijzonder of fri 't alge meen, ziet gij#er iets anders dan een gedurig streven naar geluk Alle kwalen ontgaan, alle weldaden en voordeelen ge nieten is des mehschen levensdoel, daaraan wijden zij al hunne gedachten en werken. Is t daarom niet dat de landbouwer reeds van voor zonopgang op hel veld is, dat de ambachtsman zich afbeult in zijn werkhuis, dat de geleerde gansche dagen over zijne boeken zit gebogen, dat de krijgsman duizende ge varen trotseert? Neem deze drijfveer weg en -ie wereld zal eene ddbdsche woestijn worden. Ja, de mensch beoogt maar eene zaak ge lukkig te zijn, En waar zoekt de mensen doorgaans zijn geluk? Juist daar waar het nooit kan gevonden worden. Geen schoo ner geschiedenis om dit te bewijzen dan deze, welke de God- mensch zelf heeft verhaald.- Kent gij, zoo vraagt Hij, te midden die warrende kudde verkens, den jongeling die ze bewaakt Gaat en beziet dien vervallen verkenshoeder. Zijn wezen is schoon en uit zijne trekken straalt nog de edelheid maar hij is tpager en bleek' en uit zijn diepgezonken oogen ontsnapt nu en aan eêo traan. Kent gij zijr.e geschiedenis Hij was nog jong en de gezondheid omstraalde gansch zijn orKomen.'Hij wa scho ön.Jr i j k en-mild begaafd nij had een ouderlijk huis en een bvuiin^n vader. Maar hij wilde vrij en onafhankelijk zijn,, van Gód wilde hij niet meer weten en hij zocht zijn gelrik buiten zijneAvettdn, Hij vroeg dan zijn erfdeel,, verliet het ouderlijk huis, de tranem rtiisj*rijzend welke.zijn; goede vader over hem stortte en ging heen.... Is do verloreni zoon Hij heeft zich verlustig 1 in lage vreugden en w£r reldsch genot en na korten tijd is hij gansch ten onder geko men, Dan verlieten hem ziine bedorven vrienden en daar bleef hij ?lleen,... Nu is kij verkenshoeder, hij lijdt aan ellende,ea aan honger Waaraan denkt hij daar zoo eenzaam Wat doet er zijn hart zoo geweldig kloppen en waarom weent hij zoo overvloedig De Goddelijke Verteller heeft het ons niet gezegd, maar andere verlorene wezens zeggen hel pns Het verdriet, roepen ze, vergalt mijn leven, en doodt mij: Alles verveelt mij, niets kan mij nog troosten. Ik heb het leven gezien onder alle vormen, de natuur in al hare pracht, wat zal ik nu zien5? Als ik eenen dag heb doorgebiacht, dan vraag ik me met schrik af hoe ik den volgenden zal doorbrengen.. /s Nachts heb ik uren waarin ik doordroevig ben 't is alsof de heele natuur op mij weegt. Aldus sleep ik mij ellendig voort gebogen ^n gebroken als ik ben onder den last des levens. Zoo'schreef over ongeveer vijftig jaar eenp verstandige vrouw die alles had wat de wereld ^eyen kan,. ft Vervolgt.) Hitronymus. Bij koninklijk besluit verschenen in het Staatsblad van 18 Oogst is, in t Ministerie yan Justicie, een berek van oorlogs schadevergoeding gesticht, hetwelk tot doel heeft de dossieren te verzamelen der klachten van allen aard tegen de vijandelijke regeeringen, alsook alle maatregelen te nemen om de vergoe ding vast te stellen voor geleden schade onder den #orlog. Het berek heeft als grondslag gesteld dat Duitschland alles moet vergoeden, vermits men in kalmen overleg België heeft geschonden dat het gezworen had zich te verdedigen, 1 dn a 4jhC 'm J'

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperingsche Keikop (1917-1919) | 1917 | | pagina 1