Verschijnt 2 maal te maande Waar moei meo tel geluk zoeken DE OOt^kOG 77: 4 Nr 13 Nagèzien door de Krij'gsoverhe 24.10.17 (Nr 992) 1 December 1917 WW ABONNEMENTSPRIJS Poper. - Soldaten KOSTELOOS. Andere soldaten 1.00 fr. Burgers 2.00 fr.. BliHEER E. H. Jul. Vanneste, Aalm. D 65 I H. G. Herpelinck, brank. D 195 H. A. Baert, Noordstr., 13, Pop. Vervolg Een Russische officier, graaf Schouwaloff, schrijft in het boek zijner bekeering Zooals elk geschapen wezen, wilde ik ook ge lukkig zijn ik wa3 dorstig naar geluk en wat al heb ik niet gedaan om dezen dorst te laven Ik zocht het geluk in de studie, in on- schuldige, en in plichtige uitspanningen ik zocht het overal, behalve daar waar het alleen te vinden was.Nooit was ik voldaan; altijd ontbrak er mij iets en ik gevoelde mij in het hart allerdiepst ongelukkig. Ik was en bleef gedurig gekweld door allerhande kna gingen en in sommige oogenblikken van wanhoop dacht ik aan zelfmoord.^.. Luistert naar een anderen krijgsman kapitein Marceau, alsdan nog op het dwaalspoor, bevond zich eens in een avondfeest. De midden de vroolijkste uitspattingen zijner opgeruimde vrienden, sprak hij geen enkel woord en scheen als teenemaal onbewust en vreemd.aan alles wat rondom hem geschiedde. Maar August, vroeg hem een zijner makkers, gij/zit daar zoo neêrslachtig en diepdenkend, wat hebt gij toch «Ik zoek God, antwoordde plotseling Marceau Zijne geschiedenis meldt dat hij korten tijd daarna God en tevens geluk en vrede heeft gevonden. Doch laten wij den goddelijken Verteller het wedervaren ven den Verloren Zoon eindigen «En terwijl hij daar zat, zegde hij tot zich zei ven Ik ben ongelukkig, uitgehongerd en-zoo ellendig aan den huise- lijken haard is er overvloed, daar heerscht vrede an geluk mijn vader verwacht mij, ik gevoel het, zonder twijfel bemint hij mij nog. Ik zal vertrekken uit deze vreemde streek, die getuige was van mijn lijden en van mijne dwaze vrijheid. Ik wil terugkeeren naar mijn geboorteland en mij in de armen mijns vaders werpen. i> En hij kwam terug. Toen zijn vader hem ontwaarde, liep hij hem te gemoet en over van vreugde drukte hij hem op zijn hart en besproeide hem met zijne tranen. Hij zong den lofzang der Verrijzenis en deed zijn teruggevonden zoon aan den vreugdedisch neêrzilten. Wie zal de blijdschap malen van dezen terugkeerenden zoon, onder den indruk der vaderlijke geschenken en der huiselijke fees ten Dat zullen wij ander gewezen verdwaalden laten zeggen Na mijne dwalingen te hebben gekend, (zooals zij hierboven aangehaald worden), vertelt graaf Schouwaleff zijn nieuw en heil zaam leven, en hij roept uit Maar nu, o Heer, wat zou er mij nog kunuen ontbreken Of liever, wie zou de voldoening kunnen waardeeren, waarvan mijne ziel overvloeit Als ik 's morgens ter kerk ga, waar Gij U met mij vereenigt in uw heilig Sakrament,wie beschrijft de zuivere vreugden waarin ik dan baad O ongeloovige, o verdwaalde mensch, lach niet, maar vraag aan God, die waar- Leid, welke u zoo noodzakelijk isdat geluk is ook uw eigen droom, vraag het door een vurig gebed en beproef het... Ja,beproef van christelijk en beter te wezen, ik bezweer u, doe het en wel haast zult gij gelukkig zijn, Ik verzeker u dat die kostbare tevre denheid des herten, dat kalm en rein geluk, dat ik nu onophoudend geniet, dat ik het tot zelfs in mijne hevigste kwellingen bekomen heb noor het geloof en het gebed. f Ct Vervolgt) DE TOESTAND De winter slaat aan de deur toch is het moraal der soldaten goed, ja opperbest. Soms morren ze wel eens, maar dat heeft onze krijgsoverheid ingezien en de kwaal gegrepen bij den wortel. Veel verlof en verzet waar 't mogelijk is voor onze mannen, onze keikop- Hieronymus. W mm yt. I Via

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperingsche Keikop (1917-1919) | 1917 | | pagina 1