2 Verschijnt maal te maande <£cn 'Aanspvnnk »nn iicn paus. In antwoord op de lucnschen van Kardinaal Vdnntelli in naam der kardinalen den Paus gebracht op Kerstdag, aldus Zijne Heiligheid ABONNEMENTSPRIJS Poper. Soldaten KOSTELOOS. Andere soldaten 2 00 fr. Burgers 4.C0 fr. (■als 't kan) BEHEER E. H. Jul. Vanneste, A^lm. D 65 I H. G. Herpelinck, brank. D 195 H. A. Baert. Noordstr., 13, Pop. pwl H.y WfiB a Aan U, heer Kardinaal, en al uwe zeer uitmuntende collega s,. wier welsprekende en gezagvolle tolk Gij zijt, onze erkentenis om de verkwikking die Uwe woorden en wenschen ons brengen, ter gelegenheid van de nakende plechtigheid van Kerstdag. Gewoonlijk wij zijn en door Gods wil bestemd, ook de vreugden van de zoeUte plechtigheden vermengd te zien met droefheid, waren wij zinnens opnieuw onze vaderkltcht te laten hooren on het treur lied van den herder, nu wij voor de vierde maal binst den oorlog, 'de verjariugNvan Jezus-Christus' geboorte Gedenken. Hoeveel ziHen toch zien wij heden in lijden, hoeveel in angst voor het onbekende van morgen Daar wij aangesteld zijn de kudde te bewaken, die de valsche herder zou laten vergaan in de slachting, deed het ons als aan Paulus, onzeglijk leed, dat onze pogingen ter verzoening der volke ren, ijdel zijn gebleven en wij waren in tiet bijzonder bedroefd, toen wij onze uitnoodiging aan de hoofden der oorlogvoerende landen op niet zagen uitkomen, geenszins omdat wij geen voldoe ning kregen, maar omdat zoo de \rede weder werd verdaagd. Bronnen van het hoogde gezag meldden dateenige der voornaam ste basissen tot een akkoord, tot een w edeizijd&che overeenkomst kondeu leiden. Wij hebben deze eenvoudiglijk vergaard, om de hoofden der oorlogvoerende landen uit te noodigen ze bijzonder ih te studeeren, en dit rnet het eenigiloel zoo gauw mogelijk den wensch te verwezentlijken, die smacht in aller ziel, Als wij dus waardig geacht waren ofte niet van instemming, verdacht gemaakt ofte niet door luster, hebben wij niet kuLnen niit herkennen in ons signum cui contrailicatxir ht t teeken van tegenspraak. Dit gedacht heeft ons verkwikt, namelijk dat onze vredesuitnoo- diging geen rechtstreeksche gevolgen verwachtte, en dus wellicht wel zou kunnen vergeleken worden, aan het korenzaadje, wraarvan de Goddelijke Meester leert, en waarvan de halm enkel opschiet, nadat de warmte der aarde het gebroken heeft. Dit gedacht ver sterkte in ons voornamelijk het bewustzijn van ons recht en onzen plicht, de vredezending van Jezus-Christusin de wereld voort te zetten. Geen hinderpaal, geen gevaar zagen wij bekwaam onzen wil af te houden, te gehoorzamen aan den plicht, het recht uit te voeren van dezen die den Prins van den Vrede vertegenwoordigt. Maar, daar wij de eens zoo bloeiende naties altijd zien aange vuurd malkander te vernielen, en wij steeds vreezen de spoedige zelfmoord van het beschaafde Europa, vroegen'wij ons zeiven met treurnis af, wanneer toch en hoe dit ijselijk drama ging eindigen. Uw woord, heer Kardinaal, is op het rechte tijdstip gekomen, en wij loven de gepastheid van uw oordeel,dat U den huidigen oorlog doet beschouwen bij het licht van het Geloof, en U overtuigt dat geen einde zal komen aan dien wereldtwist zoolang de menschen tot God niet weerkeeren, Maar opdat de verkwikking ons gebracht door de woorden en de Kerstdagwerischen van het Heilig Gollegie, waarlijk het kenteeken zij van betere dagen, zullen wij ons zei ven niet vei genoegen het belang van den terugkeer tot God te herkennen en te verklaien, en wij wenschen uit den grond van ons hart dit zalig uur te kunnen vorhaasten, namelijk van den terugkeer van dc hedendaagtcho samenleving tot de school van het Evangelie, Als de blinden van,hcden zullen zier., als de dooven zullen hoo ren, als alle kromming zal recht gemaakt zijn, en alle bocht elTen, met één woord als de mensch en de samenleving tot God zullen weergekeerd zijn, dan en dan alleen zal alle vleesch het Heil ven God zien videbit omnis caro salutare Dei». Ah de groole les die de Kerk ons geeft in de lilurgio van deze heilige dagen Dat hij weerkeere dus lot des lleeren schoot deze die verlangt dat IIij zijne wrekershand iuhoude, dat de ongeluk kige menschheid zich bérouwc, dat zij weerkeere tot den Ilen* y J t

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperingsche Keikop (1917-1919) | 1918 | | pagina 1