HET NOTARIËEL EN NIJVERHEIDS
VAN POPERINGHE EU OMSTREKEN;
De Rooversbende van
verschijnende den Zaterdag avond.
3D UB CONFRONTATIE O IP 3DEN A.BEE3IjE3_
|MPr
ZATERDAG 14 Tuli igoó.
Tweede Jaar. N* 33.
5 Centiemen.
ANNONCEN
Ben drukregel 10 c.
Op 't eerste blad 20 c.
Herhaalde Annoncen
Groote vermindering van prijs
Alle Annoncen
vooraf betaalbaar
moeten vóór den
Vrij dag-noen
ingezonden worden.
INSCHRIJVINGSPRIJS
Bijzondere buiten stad f. 2,50
binnen stad f. 2,00
Herbergiers buiten stad f-1,50
binnen stad f-1,00
De plakbrieven
die bij mij gedrukt zijn,
zullen onvergeld
in het blad verschijnen.
Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe.
Abonnementen aan 't Annoncenblad,
HAZEBROUCK
LOUISE MATORET
ABEL BOLLET, hoofd der bende
nam deel aan de moord van Crombeke
Theophile DEROO hijg. CHARLOT
Camille Guyard, gezegd LAPARE.
MARCEL DEROO
CANUT VROMANT
AUGUSTE POLLET.
ANffl»
saBËfiaw^a&^'^iBPA'ipj
voor het overige van 7 jaar,
Herbergiers 50 cent. buiten stad 75 c.
Bijzondere 1 frank. 1,25
Min klapaai'dig dan hunne fransche mede
plichtigen, de belgische aanhangers der bende
Pollet, tegenwoordig opgesloten in de gevan
gen van Kortrijk en Yper, deden de onder
zoeksrechters bijna den moed opgeven en
toonden jegens de magistraten de grootste
onverschilligheid. Lapare, die in allerbeste
gezondheid is, had met spijt en kwaadheid
de bekentenissen vernomen van Abel Pollet.
Lafaard zegde hij, men ziet wel dat hij
fransch bloed in de ad'ren heeftIk zal nooii
buigen Men mocht dus denken dat het ge
recht, indien het te doen had gehad met al
belgen, nooit vele zou geweten hebben.
Gelukkig-lijk voor iedereen is het zoo niet
en 't was ten einde de belgen tot liet woord
te doen komen, dat de prokureursdes Konings
samen met de prokureurs der Republiek, be
sloten hadden eene confrontatie te houden.
Niettegenstaande het stilzwijgen der poli
tie werd het van Maandag avond geweten
dat die ontmoeting ging plaats grijpen op den
Abeele, gehucht der l'rontieren op een uur
van Poperinghe, clen Dinsdag 10 Juli.
Om S.27 ure vertrokken zij uit Hazebrouck,
maar gelijk de statie van den Abeele op bel
gisehen grond staat, moesten de bandieten
afstappen te Steenvoorde waar een rijtuig
gereed stond om hun ter plaatse te brengen.
Het rijtuig was te klein en Theophile Deroo,
omringd van acht gendarmen moest den weg
te voet afleggen. Het parket was voort ge
gaan met den trein.
Abel Pollet, Louise Matoret, zijne vrien
din, Theophile Deroo, gezegd Chariot en
Madeleine Deroo, vriendin van Lapare wer
den Maandag avond naar't gevang van Ilaze
brouck overgebracht en Dinsdag morgend
naar de statie gedaan op weg naar de fron
tieren. Hunne aankomst veroorzaakte eene
algemeene nieuwsgierigheid en iedereen wil
de de 4 bandieten zien. Madeleine Deroo,
tusschen de toeschouwers twee priesters
ziende, riep Mijnheer pastoor, kom mijne
biecht hooren, sedert twee maanden dat' ik
in het gevang ben, heb ik n >g niet gebiecht.
Het meisje was zeer hevig en opgewonden
zij verweerde zich tegen tie gendarmen die
haar vasthielden, en eens op den trein wi'de
zij door het venster springen. Toen Abel
voorbijkwam riep een der nieuwsgierigen
Is dat daar Pollet "Ja 't is ik ant-
woordde do bGticli ic 3.1 spottondo.
nam deel aan de moord van Crombeke
'I. Nieuws van de aankomst der bandieten
had eene groote menigte volk er naartoe ge
lokt en minstens 500 personen bevonden zich
rond de statie waar eenige oogenblikken la
ter zeven belgische gevangenen aankwamen,
wel geketend en geleid door belgische gen
darmen. Hun doorgang te Poperinghe om
9.17 ure had ook wat volk te buene gesteld,
en veele Poperinghenaars, nieuwsgierig de
fransche gevangenen te zien en de confron
tatie bij te wonen vertrokken met denzelfden
trein.
De belgische aangehouden er tegenwoor
dig,zijn Lapare, Gustave en Alphonse Ver
beke, Henri Dekimpe, Leon Vanpoel voorde,
Jerome Decoker en Virginie Bequoye men
doet ze plaats nemen in oenen omnibus wel
ke van Poperinghe komt en onder goed ge
leide, begeven zij zich naar de aangeduide
plaats, lie twee rijtuigen kwamen terzelfder
tijde aan en gansch den wee dat zij moesten
afleggen stond proppend vol' volk, reikhal
zend om die schurken eens wel te bezien.
De plaats der confrontatie.
De plaats uitgekozen voor de confronta
tie was eenen gemeenen aardeweg, uitko
mende op den keizei van den Abeele naar
Boeschepe, juist langst de herberg Au retour
de la Gare, bewoond door M. Edrri. Boddart.
Houten Barrieren, bespannen met goed
whren opgeslegen, eene aan den ingang van
den weg de andere op een bonder tal meters
verdei'te midden dezer plaats, onder de
schouwte van eenen grooten boom, waren
tafels gesteld zoodanig dat er de rondstaande
stoelen, de eene rip België en de andere op
Frankrijk waren. Binst dat de gendarmen
de gevangenen uit de rijtuigen deaen stappen
plaatsten zich de Magistraten rond de tafels.
Waren er tegenwoordig de Parketien van
Bethune, Hazebrouck, Yper en Kortrijk,
alsook MM. Vanboutte, politie-kommissaris,
te Poperinghe en Vandenberghe politie-kom
missaris te WevelghemMM. Vignolle en
Forret, agenten der veilighèids-politie van
Parijs, wiens medehulp zoo nuttig geweest
is voor 't aanhouden der bende.
Nauwelijks had de Overheid plaats geno
men of het hommelhof van den eenen kant
van den weg en de weide van den anderen
kant, werden overweldigd door de menigte
begeerig de bandieten te zien en te hooren
wat zij zegden. Een zeer streng order werd
gegeven en uitgevoerd door de talrijke fran
sche en belgische politie-agenten eri gendar
men ten einde de nieuwsgierigen te verwij
deren en altijd op zekeren afstand te houden.
De Confrontation
De gendarmen leiden eerst Lapare naar
de onderzoekers. Hij is zeer rood van kleur
en ziet aanhoudend naar het rijtuig uit het
welk zijne vriendin komt te stappen. Een
zucht ontsnapt hem op 't oogenblik dat hij
bij de magistraten komt. Madeleine Deroo
hem ziende, roept al weenen Camille
Familie waarop Lapare haar antwoordt
Schep mij moed
De woorden van Madeleine Deroo met kla
re stem uitgeroepen, weergalmen als nood
kreten. Zij begint eerst te weehen, schiet
dan in een lach, draait zich rond, verweert
zich zoodanig dat de gendarmen verplicht
zijn haar in den dijkkant te doen zetten langs
Louise Matoret, die onverschillig rondziet,
en ze wel vast te houden, Te midden het
volk dat op den keizei staat zingt men een
liedje over die misdaden der bende Pollet
Madeleine dit hcoreude, begint hare bewa
kers uit te schelden en roept uit't is eene
lafheid van dat hier te zingen men aanziet
ons als de grootste plichtigen der wereld, ik
had mij beter verdronken.
Abel Pollet word op zijn toer bijgebracht
Hij is aan beide haifden geketend en eene
cigarette smoorende, klapt hij vriendelij]
met den gendarm die hem geleidt.
De inbraak te Rumbeke.
Het onderkooi' begint met de poging tot
diefstal gepleegd ie Kuinbeke bij de We Stra-
giers. Op vastberaden toon vertelt Pollet dat
hij, Guyard en Theophile Deroo samen met
den trein tot Rousselaere gegaan waren en
zich vandaar naar het huis der oude vrouw
begaven. Zij kwamen juist het slot der ijzeren
grille open te breken toen de meid opkwam
en vroeg wat zij daar te doen hadden. Voor
alle antwoord namen Deroo en Guyard haai
vast en bezorgden ze. Pollet'was onder-
tusschen in huis gedrongen en de We Str
giers bedreigende met eenen revolver, welke
Lapare hem geleend had, vroeg Hij haar de
plaats aan te duiden van haar geld. Hij Had
nog niets ontdekt toen Lapare geloopen
kwam en riep Wij zijn gehoord, dé meid
heeft geschreeuwd De drie bandieten na
men de vlucht door de velden.
Ondervraagd door M. Boudry welk revol
ver dat was, zegde hij dat liet een zeer
schoon wapen was, gansch naar 't laatste
model en welk Lap,:re hem reeds dikwijls
geleend had.
üp dit oogenblik komt Deroo aan, hij
klaagt van de warmte en heeft geweld'
lorst. Hij bevestigt wat Pollet gezegd heeft
over dezen aanslag.
Binst dat men Lapare bijbrengde, vraagde
Pollet de toelating nog eene cigarette te
smooren. Nauwelijks bij de Magistraten,
Lapare, niet lettende op de vragen welke
hem gedaan wierden, vraagt sofiens welk
lot zijne vrienden te wachten staat. Deze be
zorgdheid beweegt Théophile Derco die be
gint te weenen Lapare volgt hem na. De
bandiet, die niets wilde bekennen aan de
belgische Magistraten begint ook te looche
nen, zeggende dat li ij Abel Pollet niet kent
en verwijt deze voor leugenaar enz. Made
leine Deroo, die op weinigen afstand van hen
zit, roept hem toe Camille zegt de waar
heid, maar zeg niets op uwen rug die 't uwe
niet is. Dezen kreet herhaalde zij dikwijls en
Lapare die haar zag, lachtte haar toe maar
weldra begonnen beide te weenen.
M. Boudry keerde weder op de vragen
aangaande de revolver. Lapare houdt staan
dat Pollet geen revolver an hem gehad heeft
en nochtans heeft het slachtoffer stellig be
weerd dat Pollet ér een mede hadNiette
genstaande al wat Pollet zegde, bleef Lapare
hardnekkig loochenen deel genomen te heb
ben in deze inbraak.
Lapare en zijne minnares.
Vervolgens werd Lapare in tegenwoordig
heid van zijne vriendin gesteld. Deze bidt
hem alles te zeggen. Lapare antwoord 't Is
dcor mijne schuld, Madeleine dat ge zoo on
gelukkig zijt, maar tusschen hier en twee
dagen zult gij vrijgelaten worden, ik denk
dag en nacht aan u. Gij zult mij toch zeker
wel eens komen bezoeken, want ik zal wel
twintig jaar krijgen en zij zullen mij naar
Leuven of Gent voeren, ik zou liever het
hoofd afgedaan zijn dan daar zoolang tus
schen die vier blinde muren te moeten zitten,
Madeleine denk somwijlen op uwen Camille
Ik heb nooit, gepeisd dat Pollet zulk een val
schaard zou geweest zijn.
Madeleine antwoordde Camille het moet
er iocli van komen, want het kon toch niet
blijven duren. Ik ben onschuldig en wist van
niets. Ik heb, als ik het gehoord heb, wel
gedacht dat Pollet het ging uitbrengen, maai
Camille, men zegt dat gij moorden begaan
hebt! Is het waar hebt gij uwe handen
met bloed besmeurd antwoord mij.
Daarop schudde Lapare het hoofd en be.
gon te lachen.
M. Vignolle ging alsdan bij Lapare en
vroeg hem of hij nu alles zou bekennen en de
waarheid spreken, waarop hij antwoordde
"ja" Hij wilde zijne minnares naderen om
haar de hand te drukken, maar dit werd hem
geweigerd. Voor de tafel terruggebracht, be
kende hij deel genomen te hebben te Rumbe-
ke en téekende zijne vei klaringen.
nam deel aan de moord van Crombeke
De moord van Locon
Pollet doet geheel de zaak uileen In ge
zelschap van Alphonse Verbeke en Henri
Dekimpe, drongen Guyard en Pollet binnen
bij M. Lenglemetz. Lapare wierp eenen zak
over het hoofd van den ouderling die plotse
lings ten gronde viel. Wij hebben hem geen
leed gedaan, zegt Abel, en hebben zelf maar
geweten door de dagbladen 's anderdaags dat
hij dood was." Deze moord had hun elk 80
tot 90 fr. opgebracht.
Verbeke en Dekimpe worden bijgebracht.
Pollet zegt 't is zij Deze loochenen hard
nekkig en zeggen Pollet niet te kennen, La
pare, op zijne beurt ondervraagd, ziet er
verlegen uit door 't bijzijn zijner medeplich
tige en zegt Ik weet daar niets van
De zaak van Neuf-Berquin.
De vier bovengemelde zijn nog beticht een
diefstal gepleegd te hebben te Neuf-Berquin
dewelke hen omtrent 125 fr. opleverde. La
pare bekent er deel genomen, maar de twee
andere loochenen. I.npnn» verwijl Pnlle.Lml
de misdaden te doen keiThon, doch deze ant-,
woord hem zoodanig dat Guyard, oyeivwtrm
nen, begint te weenen.
Diefstal te Laventie.
Vanpoelooorde wordt vrijgelaten.
Men ging dan over tot het onderzoek der
poging tot inbraak gepleegd te Laventie hij
M. Dumont. Pollet bekend deze diefte ge
pleegd te hebben met Deroo, Lapare en eenen
anderen belg. Op dit zeggen brengt men Leon
Van'poeBoorde voor hen; alle drie zeggen
hem niet t'e kennen. Daar men in hem dus
geen plicht vond, werd hij, over van vreug
de, vrij gelaten. Lapare bekend deelgenomen
te hebben aan dezen diefstal en zegde tegen
Pollet Het geld heb ik voor mij gehouden,
gij wist dat niet, nietwaar Pollet! waarop
deze antwoordde Ik heb dat ook nog ge
daan.
Diefstal te Watou.
Pollet beschuldigd Lapare eene diefte ge
pleegd te hebben met hem in eene hofstede.
Hij zegt den naam vergeten te hebben maar
voegt erbij dat Lapare het weet. Deze zegt
den naam ook vergeten te hebben maar zich
noch daarvan te herinneren. Zij stolen er
fr. en een uurwerk. Het was bij M. De-
huyser.Pollet bekende ook, op 29 October
1905, de diefstal gepleegd te hebben bij M.
Cortille, rentenier, op de manier welke wij
reeds verhaald hebben.
Diefte te Poperinghe.
Pollet verhaalt verder nog eene diefte ge
pleegd door hem, Lapare en Jer. Decoker te
Poperinghe, (-bij Alois Du rant). Decoker in
tegenwoordigheid gesteld van Pollet loo
chent alles en verwijt Pollet van dief, lui-
aard, enz. hij zegt onschuldig te zijn on
nooit met Pollet uitgegaan te zijn, waarop
Pollet lachend antwoord Gij hebt zeker
met mij ook niet gedronken als wij eenige
dagen na de diefte met een Accordeon uitge
gaan zijn. Decoker, een sterk gebouwde
kerel, schiet daarop in eene groote woede en
zijne vuisten uitstekende naar Pollet, zegt
hijValschaard, dat ik u hier in mijne
handen had, gij zoudt het zien, leugenaar!
Lapare zegt ook Mochten wij hier eene
matte zetten en ons gedrien er in gaan, gij
zoudt geen 5 minuten meer medegaan.
Daarop wordt Decoker weggeleid, terwijl
Abel lachend, zijn sigaar voortsmoort.
Decoker werd ook medeplichtige ver
klaard in de diefstal der We Perlutle, te
Hazebrouck.
Andere Diefstallen.
De diefstal van Yperen aan dewelke Abel,
Theophile en Lapare deel namen, wordt be
kend door alle drie, alsook deze van Wevel
ghem. Over den diefstal gepleegd te
Rousbrugge zegt Abel dat hij zich verwacht
te aan tegenstand integendeel hij vondt al
de deuren open. 't Was juist, zegde hij
lachend, alsof zij van onze komst per depe-
clie verwittigd hadden geweest. Op dat
oogenblik dient men de bandiet een glas bier
op. Ah zegt hij, 't is voorzeker Mr de
Kommissaris van Poperinghe die zoo oplet
tend is voor mijik bedank hem hartelijk.
Abel, Deroo en Guyar bekennen nog de
diefstallen van St. Julien waar zij met ge
weerschoten ontvangen werden en van Oost-
vletercn waar zij de dochter in eene kist sta
ken. Guyard doet bemerken dat hij nooit ie
mand leed deed, hetgeen door de twee andere
bevestigd wordt. Zij bekennen ook den dief
stal van Merville gepleegd te hebben. Zij be
kenden nog de inbraken en diefstallen van
Becelaere bij een konijnenkoopman Dadi-
zeele, waar zij 1200 fr. stolen in een klein
arm huisken bij twee ouderlingen Vlainer-
tinghe, poging tot inbraak bij M. Feys
Kortrijk, inbraak bij een tramgeleider.
Abel vroeg alsdan aan M. Boudry om op
te houdenHet is nu vier uren dat ik
spreekzegde hij en ik begin zeer in 't hoofd