HET NOTARIËEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD NIEUWSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN, verschijnende den Zaterdag namiddag. De bende POLLET voor het As ©waars» VBI JU AG 26 Juni igo8 Vierde Jaar.Bijzondere Uitgave ANNONCEN Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. Den-drukregel 10 c. Herhaalde Annocen volgens overeenkomst. Eerste Taps, Bollingen en Herbergkermissen mits betaling van 25 cn. Alle Annoncen vooraf betaalbaar moeten vóór den Vrijdag-noen ingezonden worden. INSCHRIJVINGSPRIJS Bijzondere buiten stad f £,50 binnen stad f 2,00 Herbergiers buiten stad f-1,50 binnenstad!'1,00 Voor Frankrijk fr. 4,60 De plakbrieven die bij mij gedrukt zijn, zullen onvergeld in het blad verschijnen. Wekelijksche Almanak. JuniUuli. Zon op. Zon onder. Abel POLLET, hoofd der bende. Zitting van zaterdag. Theophile DEROO. Marcel DEROO. - t.'oég aan Deroo of zij naar boven mocht en deze riep den wensch van de juffer tot zijne makkershij kreeg een gunstig antwoord. Het meisje miek er gebruik van om op straat te vluchten en om hulp te roepen. De ban dieten namen de vlucht zonder iets gestolen te hebben. Auguste POLLET. Maandag. Canut VROMANT. lamille Guyard bijgenaamd Lapare. Moeder FAUVART. Celine POLLET, vrouw G. Lecleire Louise MATORET. Léon FAUVART. *358 ■worden ingelijfd rnssmmm Het recht, annoncen of artikels te weigeren is voorbehouden. Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag s. Ireneus, Leo II paus. s. Petrus, s. Paulus, apost. s. Martialis, Lucina, Emi liana, s. Rumoldis, Regina. O.-L.-Vrouw Visitatie, s. Hijacinth, Otho. s. Heliodurus, Rombout, Anatolius. s. Odo, biss. Bertha, Vig. 3 ure 33 min. 34 35 35 33 30 37 ure 58 min. 58 58 58 57 57 57 Eerste Kwartier. Volle Maan. Laatste Kioartier. Nieuwe Maan. Maandag 6 Juli, ten 8 ure 25 minuten 's avonds. -Maandag 13 Juli, ten 2 ure 48 minuien 's avonds. Maandag- 20 Juli, ten 12 ure 2 minuten 's namiddags. Dinsdag 28 Juli, ten 7 ure 17 minuten 'smorgends. De De toeloop van volk neemt steeds toe. zitting wordt ten 9 ure geopend. De misdaad van Crombeke (Belgie) wordt opgeroepen. M. de Voorzitter verhaalt beknopt deze misdaad 't Was den 2 januari 1906, tus- schen 7 en 7 1)2 ure 's morgens, dat de echt- genooten Lozie, die in een afgelegen huis woonden, bij de stoof gezeten waren, toen drie kerels, die zij niet kenden, binnenkwa men langs de achterdeur, die open gebleven was. Twee hunner vroegen aan den 73 jari gen Lozie geld. Vrouw Lozie, 72 jaar oud. antwoordde dat zij geen geld hadden. De drie kerels, met stevige stokken gewapend, eischten dan al het geld, dat in huis was. Vrouw Lozie riep dan tot haren man, die wat doof is Edward, zij willen ons geld hebben Lozie stond recht en zegde Gij zult geen geld krijgen Daarop begonnen twee kerels, het waren Abel Pollet en Theophiel Deroo, geweldig met hunne stok ken op het hoofd van Lozie te slaan, terwijl de derde vrouw Lozie, die wilde vluchten, ook met den stok op het hoofd sloeg. Voor haar leven geducht, wees de vrouw de plaats aan waar eene som geld lag van den verkoop van twee verkens voortkomend, ongeveer 250 fr. Pollet haalde dit geld uit de kamer van het verdiep, en stool er nog een geldbeu gel met 1 fr. 80. Pollet en Deroo vroegen vervolgens aan vrouw Lozie, die op den stoel was blijven zitten Gij hebt nog gou den geld, waar is het Wij moeten het heb ben, of uw laatste oogenblik is gekomen Toen de slachtoffers zegden dat zij geen geld meer hadden en smeekten hun leven te sparen, vroeg een der dieven Moet ik hen nog wat geven Een andere antwoordde Ja, geef nog maar wat De ongelukkige ouderlingen werden dan opnieuw met de knuppels geslagen, tot dat zij geen teeken van leven meer gaven. Dan verlieten de drie bandieten het huis, denkende de echtgenooten gedood te hebben en Abel verklaarde zelf aan zijne medeplich tigen Voor een slachthuis, 't is een slach- huis. De echtgenooten Lozie bleven in bezwijming liggen tot 9 ure V4 's morgens om die uur kon Lozie zich tot buiten slepen en den briefdrager roepen die juist voorbij kwam. M. Vieren, nu wachtmeester te Rousbrug- ge die van d' eerste ter plaatse was, komt getuigen hij verklaart dat de witte muren vol bloed gespat waren en dat men wel kon zien aan de wanorde die in het huis heerschte dat een hevig gevecht ontstaan had. De slachtoffers waren ijselijk om zien. Verhaal van Pollet. Ondervraagd door den heer Voorzitter deed Abel Pollet het volgende verhaal Den 1 januari kwamen ik, Theophiel Deroo en Guyard van Yper terug waar wij bij Giller gestolen hadden. Wij vonden Mar cel Deroo en Gelinie te Poperinghe. Ik stelde aan Guyard aan de twee Deroo's en aan mijne zuster voor naar Crombeke te trekken om bij de Lozie's te stelen. Guyard en Celi- nie wilden niet rpéde gaan. Den 2 januar rond 4 ure 's morgends trok ik met de De roo's op en wij kwamen anderhalve uur later te Crombeke aan. Wij verdoken ons in een schuurken om het gunstig oogenblik af te wachten. Wij hadden ons van stokken voor zien, die wij vonden achter het huis Lozie. Men laat aan de gezwoornen de knuppels zien echte wapens om een os te vellen zwaar en knokkelig. Men ziet er het bloed nog op. Rond 7 ure zagen wij Lozie naar den koer gaan eenige oogenblikken later dron gen wij binnen langs de achterdeur Lozie en zijne vrouw zaten aan de stoof. Ik zag den man opstaan, sprong op hem toe en greep hem .bij de Leal Hij •.-.«•r ede Gen lievig en ik beken dat, ware ik alleen geweest, hij mij baas zou geworden zijn... M. de Voorzitter. Gij hebt dan ook met een knuppel geslagen A. Ja. V. Wie is eerst in huis gedrongen A. Ik, en dan Theofiel Marcel wilde eerst niet binnen komen. Ik was het die gezegc heb Wij moeten geld hebben wij zijn zon der werk en hebben honger 1 Marcel heeft eigentlijk niet geslagen de slag dien hij ga: kwam op mijne hand terecht. M. de Voorzitter doet Abel opmerken dat hij in al zijne vorige verklaringen Marcel ook beticht heeft geslagen te hebben. Pollet zegt dat gedaan te hebben omdat hij toen in twist was met Deroo maar be weert nu dat Marcel Deroo niet geslegen heeft. Dit punt is van groot belang, 't is immers de eenige betichting waarvoor Mar cel Deroo aangehouden is en 't is deze zaak die over zijn lot zal beslissen. Pollet neemt alles voor zich en Theophiel Deroo, en zegt Ik en Theophiel hebben geslagen en veelIk heb het geld gezocht en gestolen. Na de misdaad zijn wij terug naar Pope ringhe gekeerd, waar wij Celinie terugvonden in eene herberg, waar zij op ons wachtte. Het geld werd door mij verdeeld. De Deroo's kregen ieder 80 frank Theophiel gaf zijn paart aan Celinie, zijne vriendin. De gebroeders Deroo. Theophile Deroo, ondervraagd, bekent veel geslegen te hebben, maar beweert dat zijn broeder Marcel slechts een slag toege bracht heeft. Deze spreekt in dezelfde voege doch Lozie verklaart dat zijne beulen alle drie op hem sloegen. De voorzitter doet opmerken dat alle drie de stokken in bloed waren en zegtVan één slag kan een stok niet in bloed zijn, gij hebt wat minder geslegen en dat is al. Wat de rol betreft door Abel gespeeld, daarover heeft Theophile aan het gerecht geschreven dat Abel zich te Crombeke niet alleen als een moordenaar maar als een lafaard gedragen heeft. (Beweging.) De arme vrouw Lozie vroeg aan Pollet vergiffenis en vervolgens den tijd om een akt van berouw te verwekken Abel ging maar voort met slagen Theophile voegde erbij Had de vrouw 100.000 fr. bezeten, zij had het ons 't was niet nqodig haar uit schrik gegeven zoo te slaan. De slachtoffers. Dr Verhaes, wetsdokter te Veurne, komt verslag geven over den aard der wonden.. De schedel van man en vrouw Lozie vorm den slechts eene enkele 'wonde. Bij nadert onderzoek kon men evenwel bestatigen dat: de man 8 en de vrouw 7 slagen bekomen hadden. De slagen werden met uiterst ge weld toegebracht. Het neusbeen van Loziei is letterlijk gekloven: 'f- Was een wonder dat de man aan de flood ontsnapte. Wat de vrouw betreft, die ts acht dagen na de moordpoging, aan de gevolgen, in het gast huis van Poperinghe overleden. Men kan zich niets akeliger voorstellen dan het uit zicht der slachtoffers, toen ik hen daags na de misdaad verzorgd heb.'In huis za.g men niets dan bloed en op de trappen naar het verdiep bloedsporen... I)r l'oupaert, wetsdoktor te Yper, heeft de lijkschouwing van vrouw Lozie gedaan, en waargenomen dat de schedel van de ongelukkige op verscheidene plaatsen gebro ken was. Het slachtoffer Lozie wordt als laatste getuige opgeroepen. Bijgestaan door den vertaler uit Poperinghe, den heer Albert Baert, legt hij uit boe hij door de bandieten overvallen werd. Met drie te gelijk sloe gen zij met dikke stokken op mij, omdat ik hen geen geld wilde geven. Ik kreeg een slag op het hoofd en dan nog wel honderd andere slagen. De eerste slag deed mij reeds in bezwijming vallen. M. de voorzitter verzoekt den getuige zich met het gelaat naar de gezwoornen té keeren. Men ziet nog duidelijk de sporen van de toegebrachte slagen en wat akelig is een groot en diep gat boven in het neusbeen, OTMHnvbat roeMer <-A)g-. lL.-n*kriSéf'va.ri af> zen en medelijden tevens ging in de zaal op toen men het verminkt gelaat van den ouden man zag. M. Lozie woont niet meer te Crombekehij verblijft thans in een gesticht te Ceurne. De zitting wordt ten 12 ure opgeschorscht om ten 2 ure hernomen te worden. f ge Charlotte Verlende. De 19 jarige nicht, Marie Rvckeboer, die evenals haar 14jarige broeder," in eene kamer van het gelijkvloers sliep, werd door het gerucht gewekt. Op 't zelfde oogenblik kwamen de drie kerels in de kamer; zij naderden de bedden. De ban dieten waren Abel Pollet. Theophile Deroo, én Guyard. Abel met een revolver gewapend, dreigde de juffer met de dood indien zij om hulp riep Een tweede bandiet voegde erbij-.Wij moe ten geld hebben, waar is Charlotte?» (de tan te). Het meisje antwoordde: Tante slaapt op den zolder». Deroo werd gelast de wacht bij het meisje te houden. De twee anderen stormden naar boven, grepen de oude juf vrouw Verlende bij de keel, schudden haar geweldig en eischten geld. {Iet. m.eisie hoorde luire tante, kermen ;_zi. Men hoort nog als getuige Mej Ryckeboer die omstandig het voorval verhaalt. Hare tante is 14 dagen later gestorven aan de ge volgen van den doorstanen schrikzij was zeer welstellend. Abel Pollet.Men had gezeid dat wij er wel 100.000 fr. zouden gevonden hebben. Belgische Magistraten. M. ridder van Elewyck, raadsheer bij het beroepshof van Gent en baron van Zuylen, substituut te Gent, woonden de zittingen van vrijdag en zaterdag bij om alles op te nemen wat had kunnen verteld worden over zekere belgen verdacht medeplichtigen der bende te zijn't Zijn die twee heeren die het onder zoek der zaak Pollet» in Belgie hernemen Het einde der eerste week. De zitting van zaterdag werd ten 5 ure opgeschorst om de gezwoornen toe te laten den zondag in hunne familie door te brengen. de vermoorde ouderlingen als getuige opge roepen, ziek is en niet weet ot zij zal kunnen komen getuigen. Hij doet de wreedheid dezer moord uitschijnen. De slachtoffers moeten zich hevig tegen de moordenaars verweerd hebben: De kamers waren letterlijk met bloed overstroomdde wapens door de daders gebruikt: een stoofdeksel en een stoofhaak waren mét bloed bevlekt en aan het eerste kleefde haar. Op dit oogenblik valt een soldaat, van dienstin de zaal, in bezwijming; hij wordt door twee gendarmen buiten ge bracht. M. De Voorzitter, Onmiddelijk na de ondekking der misdaad werden in gaiisch streek opzoekingen gedaan talrijke sporen werden gevolgd doch men vond niets. Den 30 april 1906 kwam de genaamde August Platteel, schoonbroeder der Pollet's, mijnwerker, thans overleden aan de gevol gen van een mijnongeluk in de gendarmerie verklaren dat hij zijne zuster, de vrouw van Abel Pollet, te Hazebroeck bezocht had, en dat hij daar zijne andere zuster, vrouw Qua ghebeur, had hooren zeggen dat Abel Pollet een misdadiger was en dat hij de moorden van Violaines gepleegd had, samen met zijn broeder August Pollet en een derden kerel Vromant. De aanhoudingen volgden deze verklaring. De zitting van 's namiddags. De zitting wordt ten 2 ure hernomen steeds onder een grooteren toeloop van volk. Na eenige kleine zaken geraakte men tot meer belangrijke, namelijk tot een diefstal met inbraak en doodsbedreigingen te Neuf- Berquin, bij de echtgenooten Pruvost-Leroy, 79 en 71 jaar oud. Deze diefstal had plaats den 19 november 1905 en werd gepleegd door Pollet, Guyard en twee andere belgen. De bandieten, revolver in d'batid, bedreigden ïunne slachtoffers met de dood en vertrok ken met 3000 frank.-Lapare kreeg hiervoor 25 jaar dwangarbeid te Brugge. Abel bekent. De 100e zaak is de inbraak en diefte van 300 frank gepleegd door Lapare en Abel Pollet bij Henri Degroote, bejaard man, alleen wo nend te Dadizeele. Het slachtoffer herkent Abel en deze bekent alsook een diefstal den 12 december bij de echtgenooten Derycke, renteniers te Crombeke gepleegd; de bewo ners waren naar Langemarck naar eene be graving. Hij stool, met Guyard, 500 frank en verscheidene juweelen. Den 15 december 's avonds, drongen Abel en Deroo in de woning van jufvrouw Mes- suw, te Houtkerke, die met haren broeder woont en eischten de beurs of het leven Je zuster, half dood van schrik, gaf hun 830 fr. en bood hun zelf pannekoeken aan opdat zij hen het leven zouden laten. Wij hebben de pannekoeken geweigerd zegt Abel, omdat er suiker was in die barak. De inbraak te Elsendamme. M. Ryckaert, gendarm te Oostvleteren, geeft inlichtingen over deze zaak, den nacht van 27 december te Elsendamme-Pollinchove gebeurd. Drie kerels, met zwart gemaakt gelaat, drongen in de woning van de 90jari- De toeloop van volk is buitengewoon groote de openbare omheining wordt stormender; hand ingenomen. De soldaten konden slechts met de grootste moeite een gedrang beletten, dat op het punt was ongelukken te veroor zaken. De zitting wordt ten 9 1/4 ure geopend met het onderhoor over De driedubbele moord vqn Violaines. M. De Voorzitter herinnert beknopt in welke omstandigheden M. en Mevr. Lecocq 81 en 79 jaar oud, en hunne 55jarige dochter op barbaarsche wijze om het leven gebracht werden. Den Maandag 20 januari 1906, rond 8 ure kwam de briefdrager Malaquin, naar de woning der echtgenooten Lecocq, die met hunne dochter een huis, in het midden van het dorp Violaines bewoonden, om een brief af te geven. Hij vond het tuinhekken open trad in huis, zag dat alles er overhoop lag en dat' de trapdeur gesloten was. Hij ver wittigde onmiddelijk den burgemeester. Deze klom naar het verdiep en vond de drie bewoners vermoord in hunne kamers. De kwaaddoeners waren bij middel van braak en beklimming in het huis gedrongen. Op den plankenvloer van het verdiep vond men bloedige voetafprintingen. In de kamer rechts lag het lijk van M. Lecocq, 81 jaar oud, voor het bedin de kamer links lag het lijk van mad. Lecocq, 79 jaar oud, eveneens op den vloer met het hoofd onder een hoop linnen gestopthet lijk der 55jarige dochter 'ag, gansch bebloed, naast de schouw, tegen een omgeworpen stoel, de vloer zag rood van bloed. Al de meubelen waren openge- hroken en doorzochteen kofferfort was geruimd en op straat achtergelaten. De fami lie van de slachtoffers ondervraagd, kon slechts daaromtrent inlichtingen geven over de verdwenen weerdeneene som van 7 tot 8000 fr., twee gouden uurwerken, eenige uweelen en verscheidene oude zilveren muntstukken. Vervolgens meldt de Voor zitter dat mad. Lesage, tweede dochter van Verhaal van Vromant. Vromant. Eens dat wij in het huis waren, ging Abel naar de keuken eene boegie halen hij daalde vervolgens in den kelder, haalde er twee flesschen wijn wij dronken en rookten sigaretten. Wat later vroeg Abel Pollet of wij besloten waren naar boven te gaan. Ik aarzelde en Abel zegde mij Gij moet veel vranker zijn en vooruit gaan De belgen zijn veel vranker dan wij Wij stemden toe. Abel ging voor uit hij droeg eene boegie en den stoofhaak, dan volgde Augustik heb niet gezien dat hij iets in de handen had ik kwam de laatste met het stoofdeksel. Op 't oogenblik dat wij op 't portaal van het verdiep kwamen hoorden wij juffer Lecocq zeggen Papa, daar is iemand De vader, die alleen in eene andere kamer sliep, antwoordde Wat is er, mijne dochter August Pollet stormde dan de kamer van M. Lecocq bin nen. Ik volgde Abel in de kamer van de twee vrouwen. De juffer riep Moorde naars Abel riep dat zij zwijgen moest en sleepte ze uit haar bed naar eenen hoek van de kamer. Vervolgens vertelt hij hoe August Pollet de oude vader Lecocq doodsloeg. August over van woede springt recht en loochent de doodslagen toegebracht te hebben. Abel beschuldigt hem ook en eene erge woorden wisseling ontstaat tusschen de bandieten over de wijze waarop de slachtoffers ter dood gebracht werden. Die mannen spreken van iemand vermoorden als van dagelijks werk M. de Voorzitter doet ze zwijgen en zegt Genoeg Het is walgelijk hier te hooren redetwisten over een tooneel van onmen- schelijke barbaarschheid. Abel wordt dan ondervraagd. De bandiet verhaalt hoe de misdaad ge beurde. Toen wij' de juffer hoorden roepen gingen wij natuurlijk niet loopen als men om te stelen komt stoort men zich daar niet aan Ik heb de juffer in een hoek gesleurd Vromant heeft haar een slag toegebracht het bloed spatte op mij En wat August betreft, die was ook vast besloten te moor den, anders zou hij zoo niet gewerkt hebben als hij gedaan heeft. Ik ben een bar baar en een misdadiger, maar anderen zijn het ook, M. de voorzitter Alle drie zijn eene tweede maal terug naar boven gegaan. Vromant beefde Hij dierf niet meer slaanEn, dan heb ik het gedaan ik heb de twee vrouwen afgemaaktDen oude heb ik ook geslagen, maar hij zal reeds

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1908 | | pagina 1