HET NOTARiËEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
NIEUWSBLAD VOOR POPERINGHE EK OMSTREKEN,
verschijnende den Zaterdag namiddag.
bende POLLET
voor
ANNONCEM
Dan drukregel 10 e.
Hei haaide Anneceti
volgens overeenkomst.
Eerste Taps, Bollingen
en flerbergkermissen
irats beta«Hag van 25 cn.
Alle Annoncen
vooraf betaalbaar
moeten vóór den
Vrijdao-noen
ingezonden worden.
INSCHRIJVINGSPRIJS
Bijzondere buiten stad f 2,50
binnen stad f 2,00
Herbergiers buiten stad f. 1,50
binnen stad f-1,00
Voor Frankrijk fr. 4,60
De plakbrieven
die bij mij gedrukt zijn,
zullen on vergeld
in bet blad verschijnen.
Uitgever, VALÈRE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 1B, Poperinghe.
Juni-Juli.
Wekelijksche Almanak.
Zon op.
Zon onder.
Zitting van zaterdag.
Abel POLLET, hoofd der bende.'
SVSaandag.
Auguste POLLET.
Caiiut VROMANT.
Theophile DEROO.
Dinsdag.
ZONDAG 28 Juni igo8.
Vierde aarNr 3i.
worden ingelijfd
POPEEHBHEHUE
Het recht, annoncen of
artikels te weigeren is
voorbehouden.
Zondag
28
Maandag
29
Dinsdag
30
Woensdag
1
Donderdag
2
Vrijdag
3
Zaterdag
4
s. Ireneus, Leo II paug.
s. Petrus, s. Paulus, apost.
s. Martialis, Luaina, Emiliana.
s. Rumoldis, Regina.
O.-L -Vrouw Visitatie, s. Hijacinth, Otho.
s. Heliodorus, Rombout, Anatolius.
s. Odo, biss. Bertha, Vig.
Maandag Juli, ten 8 ure 25 minuten 's avonds.
Maandag 13 Juli, ten 2 ure 48 minuten 's avonds.
Maandag 20 Juli, ten 12 ure 2 minuten 's namiddags.
Dinsdag 28 Juli, ten 7 ure 17 minuten 's morgends.
3 ure 33 min.
7 ure 58 min.
3 34
7 58
3 3o
7 58
3 35
7 58
3 3o
7 57
3 36
7 57
3 37
7 57
Eerste Kwartier.
Volle Maan.
Laatste Kwartier.
Nieuwe Maan.
ass?»
De toeloop van volk neemt steeds toe. De
zitting wordt ten 9 ure geopend.
De misdaad van Crombeke (Belgie)
wordt opgeroepen.
M. de Voorzitter verhaalt beknopt deze
misdaad 't Was den 2 januari 1906, tus-
schen 7 en 7 1)2 ure 's morgens, dat de echt
genooten Lozie, die in een afgelegen huis
woonden, bij de stoof gezeten waren, toen
drie kerels, die zij niet kenden, binnenkwa
men langs de achterdeur, die open gebleven
was. Twee hunner vroegen aan den 73 jari
gen Lozie geld. Vrouw Lozie, 72 jaar oud.
antwoordde dat zij geen geld hadden. De drie
kerels, met stevige stokken gewapend,
eischten dan al het geld, dat in huis was.
Vrouw Lozie riep dan tot haren mau„ <Jie
wat dööf 'Is "Edward, zij willeb" óns geld
hebben Lozio stond recht en zegde Gij
zult geen geld krijgen Daarop begonnen
twee kerels, het waren Abel Pollet en
Theophile Deroo, geweldig met hunne stok
ken op het hoofd van Lozie te slaan, terwijl
de derde vrouw Lozie, die wilde vluchten,
ook met den stok op het hoofd sloeg. Voor
haar leven geducht, wees de vrouw de plaats
aan waar eene som geld lag van den verkoop
van twee verkens voortkomend, ongeveer
250 fr. Pollet haalde dit geld uit de kamer
van het verdiep, en stool er nóg een geldbeu
gel met 1 fr. 80. Pollet en Deroo vroegen
vervolgens aan vrouw Lozie, die op den
stoel was blijven zitten Gij hebt nog gou
den geld, waar is het? Wij moeten het heb
ben, of uw laatste oogenblik is gekomen
Toen de slachtoffers zegden dat zij geen geld
meer hadden en smeekten hun leven te
sparen, vroeg een der dieven Moet ik hen
nog wat geven Een andere antwoordde
Ja, geef nog maar wat De ongelukkige
ouderlingen werden dan opnieuw met de
knuppels geslagen, tot dat zij geen teeken
van leven meer gaven.
Dan verlieten de drie bandieten het huis,
denkende de echtgenooten gedood te hebben
en Abel verklaarde zelf aan zijne medeplich
tigen Voor een slachthuis, 't is een slach-
huis. De echtgenooten Lozie bleven in
bezwijming liggen tot 9' ure 's morgens
om die uur kon Lozie zich tot buiten slepen
en den briefdrager roepen die juist voorbij
kwam.
M. Vieren, nu wachtmeester te Rousbrug-
ge die van d' eerste ter plaatse was, komt
getuigen hij verklaart dat de witte muren
vol bloed gespat waren en dat men wel kon
zien aan de wanorde die in het huis heerschte
dat een hevig geveofot ontstaan had. De
slachtoffers waren ijselijk om zien.
Verhaal van Pollet,
Ondervraagd door den heer Voorzitter
deed Abel Pollet het volgende verhaal
Den 1 januari kwamen ik, Theophile
Deroo en Guyard van Yper terug waar wij
bij Giller gestolen hadden. Wij vonden Mar
cel Deroo en Celinie te Poperinghe. Ik stelde
aan Guyard, aan de twee Deroo's en aan
mijne zuster voor naar Crombeke te trekken
om bij de Lozie's te stelen. Guyard en Celi
nie wilden niet mede gaan. I)en 2 januari
rond 4 ure 's morgends trok ik met de De
roo's op en wjj kwamen anderhalve uur later
te Crombeke aan. Wij verdoken ons in een
schuurken om het gunstig oogenblik af te
wachten. Wij hadden ons van stokken voor
zien, die wij vonden achter het huis Lozie.
Men laat aan de gezwoornen de knuppels
zien echte wapens om een os te vellen
zwaar en knokkelig. Men ziet er liet bloed
nog op. Rond 7 urp zagen wij Lozie naar den
koer gaan eenige oogenblikken later dron
gen wij binnen langs de achterdeur Lozie
en zijne vrouw zaten aan de stoof. Ik zag deu
man opsüian, sprong op hem toe en greep
hem bij de keel. Hij verweerde zich hevig
en ik beken dat, ware ik alleen geweest, hij
mij baas zou geworden zijn...
M. de Voorzitter. Gij hebt dan ook met
een knuppel geslagen A. Ja.
V. Wie is eerst in huis gedrongen
A. Ik, en dan 'Iheoflel Marcel wilde eerst
niet binnen komen. Ik was het die gezegd
heb Wij moeten geld hebben wij zijn zon
der werk en hebben hongerMarcel heelt
eigentlijk niet geslegen de slag dien hij gaf
kwam op mijne hand terecht.
■8
M. da Voorzitter doet Abel opmerken dat
hij in al zijne vorige verklaringen Marcel
ook beticht heeft geslegen te hebben.
Pollet zegt dat gedaan te hebben ómdat
hij toen in twist was .met Deroo maar be
weert nu dat Marcel D.eroo niet geslogen,
heeft. Dit punt is van groot belang, 't is
immers de eenige betichting waarvoor Mar
cel Deroo aangehouden is en 't is deze zaak
die over zijn lot aal beslissen. Pollet neemt
alles voor zich en Theophile Deroo, en zegt
Ik en Theophile hebben geslegen en
veelIk heb het geld gezocht en gestolen.
Na de misdaad zijn wij terug naar Pope
ringhe gekeerd,waar wij Celinie terugvonden
in eene herberg, waar zij op ons wachtte.
Het geld werd door mij verdeeld. De Deroo's
kregen ieder 80 frank Theophile gaf zijn
paart aanJCell;nieTI zaifte vriendin.
De gebroeders Deroo.
Theophile Deroo, ondervraagd, bekent
veel geslegen te hebben, maar beweert dat
zijn broeder Marcel slechts een slag toege
bracht heeft. Deze spreekt in dezelfde vo ge
doch Lozie verklaart dat zijne beulen alle
drie op hein sloegen-.
De voorzitter doet opmerken dat alle drie
de stokken in bloed waren en zegt r Van
één slag kan een stok niet in bloed zijn, gij
hebt wat minder geslegen en dat is al.
Wat de rol betreft door Abel gespeeld,
daarover heeft Theophile aan het gerecht
geschreven dat Abel zich te Crombeke niet
alleen als een moordenaar maar als een
lafaard gedragen heeft. (Beweging.) De arme
vrouw Lozie vroeg aan Pollet vergiffenis en
vervolgens den tijd om een akt van berouw
te verwekken Abel ging maar voort met
slagen Theophile voegde erbij Had de
vrouw 100 000 fr. bezeten, zij.had het ons
uit schrik gegeven't was niet noodig haar
zoo te slaan.
De slachtoffers.
D1' Verhaes, wetsdokter te Veurne, komt
verslag geven over den aard der wonden.
De schedel van man en vrouw Lozie vorm
den slechts eene enkele wonde. Bij nader
onderzoek kon men evenwel bestatigen dat
de man 8 en de vrouw 7 slagen bekomen
hadden. De slagen werden met uiterst ge
weld toegebracht. Het neusbeen van Lozie
is letterlijk gekloven, 't. Was een wonder
dat de man aan de dood ontsnapte. Wat de
vrouw betreft, die is acht dagen na de
moordpoging, aan de gevolgen, in het gast
huis van Poperinghe overleden. Men kan
zich niets akeliger voorstellen dan het uit
zicht der slachtoffers, toen ik hen daags na
de misdaad verzorgd heb. In huis zag men
niets dan bloed en op de trappen naar het
verdiep bloedsporen...
Dr Poupaert, Wetsdoktor te Yper, heeft
de lijkschouwing van vrouw Lozie gedaan,
en waargenomen dat de schedel van de
ongelukkige op verscheidene plaatsen gebro
ken was.
Het slachtoffer Lozie wordt als laatste
getuige opgeroepen. Bijgestaan door den
vertaler uit Poperinghe, den heer Albert
Baert, legt hij uit boe hij door de bandieten
overvallen werd. Met drie te gelijk sloe
gen zij met dikke stokken op mij, omdat
ik hen'geen geld wilde geven. Ik kreeg een
slag op het hoofd en dan nog wel honderd
andere slagen. De oerste slag deed mij reeds
in bezwijming vallen.
M. de voorzitter verzoekt den getuige zich
met het gelaat naar de gezwoornen te
keeren.
Men ziet nog duidelijk de sporen van de
toegebrachte slagen en wat akelig is een
groot en diep gat boven in het neusbeen,
onder het rechter oog. Een kreet van afgrij
zen en medelijden tevens ging in de zaal op
toen men het verminkt goiaat van den ouden
man zag. M. Lozie woont niet meer te
Crombekehij verblijft thans in een gesticht
te Ceurne.
De zitting wordt ten 12 ure opgeschorscht
om ten 2 ure hernomen te worden.
De zitting van 's namiddags.
De zitting wordt ten2ure hernomen steeds
onder een grooteren toeloop van volk.
Na eenige kleine zaken geraakte men tot
meer belangrijke, namelijk tot een diefstal
met inbraak en doodsbedreigingen te Neuf-
Berquin, bij de echtgenooten Pruvost-Leroy,
79 en 71 jaar oud. Deze diefstal had plaats
den 19 november 1905 en werd geplooid
door Pollet, Guyard en twee andere belgas.
De bandieten, revolver in d'hand, bedreigden
hunne slachtoffers met de dood en vertrok
ken met 3000 frank.-Lapare kreeg hiervoor
25 jaar dwangarbeid te Brugge. Abel bekent.
De 100e zaak is de inbraak en diefte van 300
frank gepleegd door Lapare en Abel Pollet
bij Henri Degroote, bejaard man, alleen wo
nend te Dadiaeele. Het slachtoffer berk.
ALM en d'eTS "btrkent alsook een (liefstal den
12 december bij de echtgenooten Derycke,
renteniers te Crombeke gepleegd; de bewo
ners waren naar Langemarck naar eene be
graving. Hij stool, met Guyard, 500 frank
en verscheidene juweelen.
Den 15 december 's avonds, drongen Abel
en Deroo in de woning van jufvrouw Mes-
suw, te Houtkerke, die met haren broeder
woont en eischten de beurs of het leven
De zuster, half dood van schrik, gaf hun 830
fr. en bood hun zelf pannekoeken aan opdat
zij hen het leven zouden laten.
Wij hebben de pannekoeken geweigerd
zegt Abel, omdat er geen suiker op was.
De inbraak te Elsendamme.
M. Ryckaert, gendarm te Oostvleteren,
geeft inlichtingen over deze zaak, den nacht
van 27 december te Elsendamme-Pollinchove
gebeurd. Drie kerels, met zwart gemaakt
gelaat, drongen in de woning vande90jari-
ge Charlotte Verlende. De 19 jarige nicht,
Marie Ryckcboer, die evenals haar 14jarige
broeder, in eene kamer van het gelijkvloers
sliep, werd door liet gerucht gewekt. Op
't, zelfde oogenblik kwamen de drie kerels in
de kamerzij naderden de bedden. I)e ban
dieten warenAbel Pollet, Theophile Deroo,
en Guyard.
Abel met eon revolver gewapend, dreigde
de juffer met de dood indien zij om hulp riep.
Een tweede bandiet voegde erbij"Wij moe
ten geld hebben, waar is Charlotte?" (fie tan
te). Het meisje antwoordde Tante slaapt
op den zolder-'. Deroo werd gelast de wacht
bij het meisje to houden. .De twee anderen
stormden naar boven, grepen de oude juf
vrouw Verlende bij de keel, schudden haar
geweldig en eischten geld.
Het meisje hoorde hare tante kermenzij
vroeg aan Deroo of zij naar boven mocht en
deze riep den wensch van de juffer tot zijne
makkershij kreeg een gunstig antwoord.
Het meisje rniek er gebruik van om op straat
te vluchten en om hulp te roepen. De ban
dieten namen de vlucht zonder iets gestolen
te hebben.
Men hoort nog als getuige Mej Ryckeboer
die omstandig het voorval verhaalt. Hare
tante is 14 dagen later gestorven aan de ge
volgen van den doorstanen schrik; zij was
zeer welstellend.
Abel Pollet.Men had gezeid dat wij er
wel 100.000 fr. zouden gevonden hebben.
Belgische Magistraten.
M. ridder van Elewyck, raadsheer bij het
beroepshof van Gent en baron van Zuylen,
substituut te Gent, woonden de zittingen van
vrijdag en zaterdag bij om alles op te nemen
wat had kunnen verteld worden over zekere
bclgen, verdacht medeplichtigen der bende
te zyn. 't Zijn die twee heeren die het onder
zoek der zaak Pollet" in Belgie hernemen.
Het einde der eerste week.
De zitting van zaterdag werd ten 5 ure
opgeschorst om de gezwoornen toe te laten
den zondag in hunne familie door te brengen
De toeloop van volk is buitengewoon groot;
de openbare omheining wordt stormender
hand ingenomen. De soldaten konden slechts
met de grootste moeite een gedrang beletten,
dat op het punt was ongelukken te veroor
zaken.
De zitting wordt ten 9 1/4 ure geopend met
het onderhoor over
De driedubbele moord van Violaines.
M. De Voorzitter herinnert beknopt in
welke omstandigheden M. en Mevr. Lecocq
81 en 79 jaar oud, en hunne 55jarige dochter
op barbaarsche wijze om het leven gebracht
werden.
Den Maandag 20 januari 1906, rond 8 ure
kwam de briefdrager Malaquin, naar de
woning der echtgenooten Lecocq, die met
hunne dochter een huis, in het midden van
liet dorp Violaines bewoonden, om een brief
af te geven. Hij vond liet tuinhekken open,
trad in huis, zag dat alles er overhoop lag
T; dat, de trapdeur gesloten was. Hij ver
wittigde onmiddelijk den burgemeester. Deze
klom naar het verdiep en vond de drie
bewoners vermoord in hunne kamers.
De kwaaddoeners waren bij middel van
braak en beklimming in het huis gedrongen.
Op den plankenvloer van het verdiep vond
men bloedige voetafprintingen. In de kamer
rechts lag het lijk van M. Lecocq, 81 jaar
oud, voor het bedin de kamer links lag het
lijk van mad. Lecocq, 79 jaar oud, eveneens
op den vloer met het hoofd onder een hoop
linnen gestopthet lijk der 55jarige dochter
lag, gansch bebloed, naast de schouw, tegen
een omgeworpen stoel, de vloer zag rood
van bloed. Al de meubelen waren openge
broken en doorzocht een kofferfort was
geruimd en op straat achtergelaten. De fami
lie van de slachtoffers ondervraagd, kon
slechts daaromtrent inlichtingen geven over
de verdwenen weerdeneene som van 7 tot
8000 fr., twee gouden uurwerken, eenige
juweelen en verscheidene oude zilveren
muntstukken. Vervolgens meldt de Voor
zitter dat mad. Lesage, tweede dochter van
de vermoorde ouderlingen als getuige opge
roepen, ziek is en niet weet of zij zal kunnen
komen getuigen. Hij doet de wreedheid dezer
moord uitschijnen. De slachtoffers moeten
zich hevig tegen de moordenaars verweerd
hebben: De kamers waren letterlijk met
bloed overstroomdde wapens door de daders
gebruikteen stoofdeksel en een stoofhaak
waren met bloed bevlekt en aan het eerste
kleefde haar. Op dit oogenblik valt een
soldaat, van dienst in de zaal, in bezwijming;
hij wordt door twee gendarmen buiten ge
bracht.
M. De Voorzitter, Onmiddelijk na de
ondekking der misdaad werden in gansch de
streek opzoekingen gedaan talrijke sporen
werden gevolgd doch men vond niets.
Den 30 april 1906 kwam de genaamde
August Platteel, scliooubroeder der Pollet's,
mijnwerker, thans overleden aan de gevol
gen van een mijnongeluk in de gendarmerie
verklaren dat hij zijne zuster, de vrouw van
Abel Rollet, te Hazebroeck bezocht had, en
dat hij daar zijne andere zuster, vrouw Qua-
ghebeur, had hooren zeggen dat Abel Rollet
een misdadiger was en dat hij de moorden
van Violaines gepleegd bad, samen met zijn
broeder August Rollet en een derden kerel
Vromant. De aanhoudingen volgden deze
verklaring.
Verhaal van Vromant.
Vromant. Eens dat wij in het huis
waren, ging Abel naar de keuken eene
boegie halen hij daalde vervolgens in den
kelder, haalde er twee flesschen wijn wij
dronken en rookten sigaretten. Wat later
vroeg Abel Pollet of wij besloten waren
naar boven te gaan. Ik aarzelde en Abel
zegde mij Gij moet veel vranker zijn en
vooruit gaan De belgen zijn veel vranker
dan wij Wij stemden toe. Abel ging voor
uit hij droeg eene boegie en den stoofhaak,
dan volgde Augustik heb niet gezien dat
hij iets in de handen had ik kwam de
laatste met het stoofdeksel. Op 't oogenblik
dat wij op 't portaal van het verdiep kwamen
hoorden wij juffer Lecocq zeggen Papa,
daar is iemand De vader, die alleen in
eene andere kamer sliep, antwoordde
Wat is er, mijne dochter?". August Rollet
stormde dan de kamer van M. Lecocq bin
nen. Ik volgde Abel in de kamer van de
twee vrouwen. De juffer riep Moorde
naars Abel riep dat zij zwijgen moest en
sleepte ze uit haar bed naar oenen hoek van
de kamer.
Vervolgens vertelt hij hoe August Pollet
de oude vader Lecocq doodsloeg. August
over van woede springt recht en loochent
de doodslagen toegebracht te hebben. Abel
beschuldigt hem ook en eene erge woorden
wisseling ontstaat tusschen de bandieten
over de wijze waarop de slachtoffers ter
dood gebracht werden. Die mannen spreken
van iemand vermoorden als van dagelijks
werk
M. de Voorzitter doet ze zwijgen en zegt
Genoeg Het is walgelijk hier te hooren
redetwisten óver een tooneel van onmen-
schelijke barbaarschheid
Abel wordt dan ondervraagd.
De bandiet verhaalt hoe de misdaad ge
beurde. Toen wij de juffer hoorden roepen
gingen wij natuurlijk niet loopen als men
om te stelen komt stoort men zich daar niet
aan Ik heb de juffer in een hoek gesleurd
Vromant heeft haar een slag toegebracht
het bloed spatte op mij En wat August
betreft, die was ook vast besloten te moor
den, anders zou hij zoo niet gewerkt
hebben als hij gedaan heeft. Ik beu een bar
baar en een misdadiger, maar anderen zijn
het ook, M. de voorzitter
Alle drie zijn eene tweede maal terug naar
boven gegaan. Vromant beefdeHij dierf
niet meer slaan En, dan heb ik het gedaan
ik heb de twee vrouwen afgemaaktDen
oude heb ik ook geslagen, maar hij zal reeds
dood geweest zijn. Ik sloeg met het scherp,
met deu kant van het deksel, dat ik Vromant
afgenomen had. Daarbij gij kunt zeer goed
de slagen kennen die ik toegebracht heb,
daar Vromant alleen met het plat geslagen
had. Ik heb de juffer gedood, heerèn rech
ters, toen zij mij smeekend vroeg Wat
gaat gij nu met mij doen -> Het lijk harer
moeder lag daar reeds... Ja, ik ben een
groot misdadiger, maar ik heb berouw.
August Pollet. Dat zeg ik ook, dat heb
ik ook reeds gezegd
Abel.Gij? Maar 't is de eerste maal
dat gij den moed hebt het te zeggen Daarbij
waar zou men moed vinden bij iemand die
zijne oude moeder geslagen en zijne vrouw
en kinderen mishandelde dat het eene schan
de wasUwe vrouw durft hier zelfs nog
niet spreken, zoo bang is zij van u
De twee gebroeders huilen en tieren als
razenden tegen een op en de voorzitter roept
hen toe Gij zijt eene schande van het
menschelijk geslacht, zwijgt nu en zit neer
Het vervolg der ondervraging loopt over
den diefstal, die op de driedubbele moord
volgde Er werd ongeveer acht duizend
frank en talrijke juweelen gestolen. Abel
hield zooals altijd liet grootste deel voor
zich en gaf aan'ieder 13 tot 1400 frank de
juweelen verdeelde hij ook, doch tusschen
gansch de bende.
De vrouwen van de Pollet's, Angële Piat-
teel en Louise Matoret worden ondervraagd
over het deel dat zij als verheelsters aan de
zaak van Violaines genomen hebben zij
worden ook'ondervraagd over de kwestie te
weten of zij op voorhand geweten hebben dat
de misdaad ontworpen was en dat de daders
naar Violaines vertrokken waren om haar
uit te vervoeren. Zij spreken elkaar tegen
en geraken eindelijk in volle gekijf. Op zeker
oogenblik moeten de gendarmen tusschen
komen om te beletten da't de vrouw van Abel
Pollet en Louise Matoret, die elkaar een
bijzonderen haat toedragen die zijn oor
sprong in de jaloerschheid heeft aan
t vechten geraken.
Eugenie Morent, vrouw van August Pollet,
kreeg gansch de som door haren man ont
vangen Angèle Rlatteel, vrouw Quaghebeur,
vriendin van Vromant, heeft 25 fr. van den
buit ontvangen Louise Matoret, die volgens
de beschuldiging, op de hoogste van den
ontworpen slag was, heeft voor haar deel
10 fr. van Abel gekregen en nieuwe kleede
ren (zij loochent alles uitgenomen het ont
vangen van de 10 fr. zij is mede naar
Poperinghe gegaan om een bankbiljet van
1000 fr. te laten wisselen. Celinie Pollet
heeft ongeveer 200 fr. gekregen Gustave
Lecloire kreeg 300 fr. hij kende er de her
komst van Vandevelde heeft van Abel 40 fr.
van August 20 en van Vromant 10 fr. ont
vangen Brabandts heeft 33 fr. en een paar
schoenen aangenomen.
De zitting wordt ten 12 ure 1(4 opge
schorst.
Nog de misdaad van Violaines.
Een getuige vraagt dat zij zouden
onthoofd worden.
De zitting wordt ten 2 ure 15 hernomen.
M. Debourrey, burgemeester van Violai
nes, getuigt op hartroerende wijze. Hij was
het die de eerste bestatiging deed, samen
met een gebuur. Het was te midden van een
ijselijk stormweder dat de wilde beesten
de onmenschen de schurken zegde
getuige hunne ijselijke misdaad te Vio
laines kwamen tegen. Hetgeen ik in het huis
der misdaad gezien heb, is onbeschrijfelijk.
Bloed, overal bloed, en de lijken van drie
der geachtste, der hraafste, der voorbeeldig-
ste inwoners mijner gemeente. Ik wensch,
heeren gezwoornen, dat gij nooit in uw
leven, zulk tooneel zien zoudtnooit zag ik
zulk een bloedbad, nooit zag ik zulke slach
ting, en nochtans heb ik den oorlog van 1870
bijgewoond... En toen de ellendelingen, na
hunne gruweldaad met den buit, het huis,
waar eenige uren vroeger nog zooveel geluk
heerschte, verlieten, dan sloten zij de voor
deur op slot, alsof zij nog hunne slachtoffers
vreesden... En dan tot bekroning van de
euveldaad, werd een eerlijk man, een onder
wijzer van verdienste, beticht van de moord
op de huisgenooten Lecocq de man is van
verdriet gestorven eenige maanden nadien.
Ik breng hier openlijk hulde aan de nage
dachtenis van dit slachtoffer der ellendelin
gen, die, gelukkig voor de samenleving,
thans voor hunne rechters staan. Wij vragen
dat de President der Republiek geen gebruik
zal maken van zijne macht tot genadever-
leening en aan de wet haren loop zal laten.
(Toejuichingen spoedig onderdrukt
tusschen het publiek.)
Nog misdrijven in België.
Werden vervolgens opgeroepen: diefte bij
mad. Pype, landbouwster, door Guyard en
Rollet; inbraak rond nieuwjaar 1906 bij M.
Giller te Yper door dezelfde inbraak en
doodsbedreigingen op Jufv. Stragieren hare
meid Bertha VaunicuwenburgheteRumbeke
door Abel Pollet, Theofiel Deroo en Guyard
zij werden op de vlucht gedreven.Inbraak
op 24 februari 1906 bij Jan Benoit, 65 jaar en
zijne zuster, herbergiers te Dottenys beide
slachtoffers werden op een stoel gebonden en
de dieven, Abel Polllet, Guyard en twee
andere Belgen vertrokken met 2400 fr.
Dieften bij M. Waterblei en bij M. Leupe,
beide te Yper, op 11 maart 1906, door ADel
Pollet, Deroo en Guyard.
Om 7 ure werd de zitting opgeschorst.
Ter gelegenheid der kermis van St-Omaars
was er maandag nog veel volk te been en in
den omtrek van het justitiepaleis moest een
bijzondere ordedienst door de gendarmen
te peerd ingericht worden; het dagelijksch
piket soldaten was niet meer voldoende.
Toen de bende te 7 ure 1/4 met de gewone
voorzorgen terug naar 't gevang gevoerd
werd, hoorde men voor de eerste maal kre
ten Ter doodter dooduit het volk op
stijgen.
De zitting wordt 0111 9 ure geopend. De
zaal was vol. Men begint met de zaak van
Fhiennes Op 1 maart 1906, drongen Abel
Pollet, Theofiel Deroo, de vrouw van Pollet
en zijne zuster binnen de echtgenooten De-
poix en stolen er 200 fr. al wat de slachtoffers
bezaten, 't Was ook d'eerste maal dat de
vrouwen rechtstreeks aan een misdrijf deel
namen. De echtgenoote Depoix verhaalt de
zaak en verwenscht gedurig de leden der
laffe bende.
De misdaad van Belle.
Vervolgens wordt (leze zaak opgeroepen.
Onze lezers weten dat den zonaag 8 april
1906, 's morgens vroeg de 69jarige Vercruysse
in zijne woning overvallen werd door Abel
Pollet en Theofiel Deroo.
Getuigenis van het slachtoffer.
M. Vercruysse (het slachtoffer) verhaalt