BIJVOEGSEL aan DE P0PERIN6HENAARvan Zondag 25 December 1910 Een Schot in den Rug ra 30 Mengelwerk van -DE POPERINGHENAAR» oorspronkelijk verhaal door IIi:\lMtIl4 DE ZEINE. Niet waar, Jonas?... Dat mag door eenen keizer zelfs gedronken worden, dat is Madera van over twintig jaren, vriend En dan nog wel van de echte soort Ik moet bekennen nooit dergelijken wijn te hebben geproefd, verzekerde Jonas Yan Helmen. Waarschijnlijk niet, beste vriend In mijnen kelder heb ik eveneens Madera, maar die toch op geen duizend passen den uwen te naar komt. 'k Geloof het goed, Jonas! ha, ha, ha! loeg de dikke koopman, drink uit, vriend, drink uit, opdat gij hem nog beter zoudet proeven, man! Jonas Van Helmen voldeed aan dit gulge- dane verzoek en zijn somber oog tintelde van een geheim vuur. Lekker, voortreffelijk!... murmelde hij, na gedronken te hebben. Hoor, vriend Nikolaas, ik ben van uwen wijn waarlijk af gunstig Welnu, Jonas, dat vooral wil ik met. en van morgen af zend ik u ervan twaalf flesschen Ho, vriend Nikolaas, geenszins, ik... Gij zult niet weigeren en aannemen moet gijkreet de huisheer heftig. Ik wil dat gij eens aan een of ander uwer vrienden dien Madera kunnet aanbieden, om hem tot bewondering voor mijnen kelder te dwingen Ha, op die voorwaarde neem ik aan weervoer Yan Helmen. Goed, neem een sigaar. Zie, ik doe eveneens en steek aan. Neem, Jonas, 't zijn echte Vaelta abajos! Ik zal maar voortdurend van owe goedheid gebruik maken, verzekerde de bezoeker, een sigaar uit het rijkversierde kastje nemende en aanstekende. Nu dat wij hier zoo genoegelijk samen- zitten, vriend Jonas, sprak de huisheer, laat mij nu eens de reden weten van uw zoo vriendelijk bezoek. De reden Welnu, luister, vriend. Weet dat ik naar hier kwam, tengevolge van een gesprek, dat ik had met den heer Frederik Humberg, den kapitein van het schip Jonathandat aan u toebehoort. Zoo, zoo, JonasGij hadt een gesprek met den kapitein van mijn schip Jonathan? vroeg de huisheer met zeer geheim wan trouwen, dat hij zorgvuldig wist te verber gen. En wat bespraakt gij dan beiden ging hij als onachtzaam voort. Ochwij handelden over uw vaartuig, vriend Nikolaas, en de kapitein drukte mij zelfs zijne vrees uit met hetzelve in eene volgende reis erg ongeval te zullen hebben Erg ongeval? Hemelhoe dat?... Wel, meende de kapitein, dat een klein stormweder ger.oegzaam zou zijn om het schip gansch vaneen te slaan en... De Joyiaihan?... kreet de huisheer ongeloovig. Och komwat gij meent, vriend Jonas!... Het schip is integendeel zeer sterk nog en in staat... Hum vriend Nikolaas, weervoer de bezoeker onverstoorbaar, ik meende dit ook, maar dan heeft de heer Frederik, uw kapitein, mij het vaartuig aangetoond en mij met degelijke bewijzen van zijn oordeel gansch overtuigd. Bliksemsde Jonathan een zoo kloek schip!... oud en versleten Maar, Jo nas, gij zijt verschrikkelijk mis!... Ik zou het willen, vriend Nikolaas! mij persoonlijk gaat de zaak niet aan edoch, ik ben gij schade moestet lijden Maar mijn schip.... Ochwie kan beter weten wat er van is dan de gezagvoerder zelf! ging de koop man nadrukkelijk voort. Geloof mij, en de kapitein zal het u zelf komen verklaren, de Jonathan is zeer ziek en het is gevaarlijk dit schip nog te bevrachten Bliksemsmoet ik de brik dan maar kort en ^oed verwijzen en voor eenen spot prijs verkoopen morde de groothandelaar zeer wrevelig. u verkleefd en zou niet begeeren dat Geenszins, vriend Nikolas, in geenen deele! verzekerde Van Helmen. Neen, maar gij moet slim uit de zaak uw voordeel we ten te trekken. Mijn voordeel te halen uit die zaak? mompelde de huisheer, die nogmaals in schonk. Ja, Nikolaas, gij moet eens zeer slim handelen, als een schrander koopman, die ge zijt Kom op uwe gezondheid knorde de heer des huizes en hij stiet in gedachten ver slonden aan. Op uw lang welvaren! wenschte Jo nas Van Helmen en, terwijl hij eene teug nam, loerde hij heimelijk'naar het roode gelaat van zijnen zeer bewogen vriend. Jonas! kom dan voor den dag met het geen gij wilt zeggenwat is er te doen vol gens u ZiehierDaar toch het schip, de Jonat han, versleten is en het zeer gevaarlijk mag heeten met hetzelve zee te kiezen en het met kostbare koopwaar te vullen, zou ik u aanraden... ja, het maar eenvoudig.... ter zee te laten vergaan He Wat stamelde de groothande laar verbaasd. Mijn vaartuig.... op zee laten vergaan Maar, Jonas, heeft mijn oude wijn u derwijze het hoofd verdraaid, dat.... Toch niet, Nikolaas! verklaarde hij droog en kalm. Aanhoor mij en oordeel be- zadig. Uw schip Jonathan is verzekerd, niet waar Zeer natuurlijk, Jonas! immers, dat is noodig, en over een paar maanden be taalde ik nog de laatste premie Voortreffelijk! murmelde de bezoeker. Welnu, zoo gij eens de Jonathan met eeni- ge goederen vuldet, dezelve tegen zeer hoog bedrag eveneens verzekerdet, en dan uw schip vertrekken liet naar eene of andere verre streek, waar het door storm of woeste zeeën vaneen wordt geslagen, zeg mij, zoudt gij geene groote schadeloosstelling beko men Jonas!.,, kreet de groothandelaar op schrikkend. Och, ja! de Jonathan is oud en niet veel meer weerd! ging Van Helmen onver stoorbaar kalm voort. Edoch, 't schip is ge wis aan zijne grootste weerde verzekerd. Gij zoudt er wat koopwaren bijvoegen en deze eveneens hoog doen verzekeren. Het schip vaart de haven uit, reist verre van hier en komt eindelijk in storm en onweder aan zijn einde. Welnu, dan zou de verzekerings maatschappij u eene gedachte schadeloos stelling toekennen, niet waar Alle duivels! bromde de dikke koop man, onrustig op zijnen sfoel woelend. Ik begrijpik begrijpMaar de manschap, Jo nas! Ochde matrozen wel, Nikolaas, voor hen staat de kapitein in! Hij verzekerde mij het vaartuig naar eene plaats te bren gen, waar het onfeilbaar zou vergaan, doch dat de manschap gansch gered en behou den zou worden Kapitein Frederik? hij zegde u? Juist, Nikolaas! onderbrak Van Hel men. De kapitein weet alles en is gansch gereed om uwe bevelen te volbrengen tegen zekere voorwaarden! Te bliksem ik had niet gedacht.... Kapitein Humberg deelde mij nog me de dat hij een plaatsje wist, niet verre van de Kubaansche kunst gelegen, waar een schip op heerlijke wijze stranden zou en gansch vergaan, terwijl de bemanning zich zeer goed zou kunnen redden. De kapitein zegde u dat?... riep de groothandelaar in gedachten verzonken. Ja, Nikolaas, en hij zal het u eigen- mondig herhalenDenk eens wat goedo zaak! Uw oud en versleten schip bezorgt u een nieuw, en daarenboven eene ruime som boven de eigenlijke weerde der goederen, waarmede gij het bevrachten zult en die gij voor veel hooger bedrag zult aangeven en verzekeren De huisheer zag met zijne kleine oogjes zijnen koenen vriend in 't onbeweeglijk ge laat, en schonk zich een glas wijn. welk hij in eenmaal ledigde. Dan vaagde hij met zij nen zakdoek het klamme zweet, dat zijn voorhoofd bedekte, en morde sidderend van hebzucht Jonas!... zou... zou dit kunnen luk ken Gewis!... zonder twijfel gaat dit ge-

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1910 | | pagina 3