NIEUWSBLAD VOOR POPERINGHE 01STREÜEN, HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCEN BLAD verschijnende den Zaterdag namiddag. Koop! uwe MEUBELS, Stoelen, Kindervoituren. Stoors, Gordijnen, Tapijten, In den Bazar, bij Sansen-Decorte, Poperinghe Hoppepersen&Kepers Een Schot in den Rug Zondag 2n April iqii. 5 Centiemen. Jaar. N' 18 ANNONCEN Den drukregel 10 c. Meniaalde Annoncen Eerste Taps, Ballingen ea ilerbergkerniissen aiits l ;taliag van 25 c". INSCHRIJVINGSPRIJS Buiten grondgebied van Poperinghe öp grondgebied van Poperinghe Buitenland 4,60 fr De plakbrieven die bij mij gedrukt zijn, zullen ééns onvergeld in het blad verschijnen. Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. Wekelijkscbc Almanak. April. Zon op. Zon ond. Notaris ESVIiLE BUTAYE, Woensdag 5" April 191 Stad POPERINGHE, Gemeente BIXSCHOTE, Notaris VAN CAYZEELE, Dinsdag 4 April 1911, TE WESTOUTRE, dorpplaats, OPENBARE VERKGQPING VAN Menagegerief en mobilaire voorwer pen waaronder eene ouderwelsche Schapraai Gaston PEEL te Rousbragge Hariaghe en Joseph BAYART te Becelaere. Dinsdag 11 April 1911, overslag, Notaris VANDE LANÖiTTEf Openbare Verknopingen l.teVLAMERTINGHÏTbij de statie, op Donderdag 18 April 191 S IS. te POPERINGHE, bij 't kerkhof, op Vrijdag 14 April 1911, De voorgestelde schoolwet. Nog den Tooneelwedstrijd. Onze kleine kinderen. si i»i: *b:i\i:. /olg'-u.s i •"tvoiikomst wonJ-'ii ingelijfd Alle Anuuucen vooraf betaalbaar moeten vóór dén Vrijdag-nosn ingezonden worden. HAAS Hel recht, annoncen oj artikels te weigeren is voorbehouden. 2.50 Fr. VOOR IEDEREEN. Of Herbergiers hebben recht aan Kostelooze inlassching van twee Herbcrgfeesten. Bijzondere buiten stad 2.50 binnen stad 2,00 Herbergiers buiten stad 1,60 binnen stad 1,00 x? as xsam szssG&astszxf&iasmaatm «mot Zondag 2 Passie Zondag.H. Franc, de Paula, Genoveva. 5 u 19 m. 6 u. 15 ra Maandag 3 H. Richard. 5 17 6 16 Dinsdag 4 II Isidorus, Hideberius, Florianus. 5 15 6 18 Woensdag 5 G. Juliana, Isabella, H. Celina, Vino. Ferrerius. 5 13 6 19 Donderdag 6 H. Celestinus, Pi nden tins. 5 11 6 21 Vrijdag 7 O. L. V. van VII Wetën, G. Auionia. 5 9 6 23 Zaterdag 8 H. Edesius, Albertus. 5 6 6 25 Eerste Kwartier. Volte Maan. Laatste Kwartier. Nieuwe Maan. Donderdag 6 April, ten 5 ure 55 minuten 's morgens. Donderdag 13 April, ten 2 ure 37 minuten s' namiddags. Vrijdag 21 April, ten 6 ure 36 minuten 's avonds. Vrijdag 28 April, ten 10 ure 25 minuten 's avonds. STUDIE VAN DEN De Haernestraat, 4, t'YPER. Door sterfgeval en om uit gemeenzaamheid te scheiden. IWSTI5L om 3 uren stipt namiddag ter gehoorzaal van het Vredegerecht, ten Paleize ran Jus tide, t' Yper, van KOOP 1 Ken Hotstedeken, waarvan de gebouwen aan den gebruiker zijn toebehoo- rend, ter grootte van 2 h. 75 a. 8(5 c. onder grond van gehouwen, hof, boomgaard, meersch en zaailanden. KOOP 2. Eene partij Zaailand, groot 56 a, 80 c. KOOP 3. 42 a. 60 c. Zaailand. Gebruikt den grond der gebouwen tot den 1 October 1940. aan 10 franken en het ove rig" t v do» l October 1919 aan 480 franken, al bij jure en boven de lasten, door sieur lienri Bocket-Deprez. KOOP 4. Een Hofstedeken, waarvan de geb anv n aan den pachter zijn behoorende, eener inhoudsgroolte onder grond van ge bouwen, boomgaarden, weiden en zaailan den, van 2 h. 01 a. 60 c. Verpacht aan steur Henri Cappelaere, tot den 1 October 1916, mits 285 franken per jare boven de contributiën. Langs de Langemarckslraat, niet verre der Plaats. K00PEN 5, 6 en 7. Eene partij Zaai land, zeer wel gelegen voor bouwgrond, groot 72 a. 30 c. Gebruikt door sieur Henri Vanacker- Verstraele, aan 60 franks en sieur Alphonse Terriere, aan 65 franks, al bij jare, boven de laslen, zonder pacht. KOffPEN 8,9, 10 en 111 h. 29 a. 85 c. Zaailand, opperbest geschikt voor bouwgrond. Verpacht aan vrouw wede Prosper Beeuw- saert-Coene, met pachtrecht tot den 1 Octo ber 1919. aan 260 franken 's jaars, boven de contributiën. Gewin van 1)2 °)0 instelpremie. Met tusschenhomst van den Notaris Van Caiüie te Brugge Ziet de plakbrieven met plan. STUDIE VAN DEN TE REN ING HELST. om 1 ure namiddaag, ten ster/huize van Mijnheer Charles Dewitte, Gewone voorwaaden. Studiën van de Notarissen om 2 ure slipt namiddag ter herberg La Ville de Dunkerque bij René Vanovkrrerghe, ter dorpplaats van Rousbruggé, van Gemeente ROUSBRUGGE-HARINGHE langs den keiweg van Watou naar Proven Koop I. Eene part ie Zaailand, sectie C, nummer 627, groot 96 aren. Ingesteld 4700 fr. Koop II. Eene partie Zaailand, sectie C, nummers 520a, 521a, 522a en 523a, groot 2 Hectaren 35 areiföO centiaren. Verdeeld in 4 loten. Ingesteid 8500 fr. Boomprijs280 franken. Deze goederen zijn in pachte gehouden door vrouw wed. Desaegher-Kesteinan en Einders te Watou, tot ln October 1917 mits 350 fr. 's jaars boven de tasten. STUDIE VAN DEN TE VLA M ER TING HE. VAN aan de herberg De Koevoet -, zijnde Witten Donderdag om 2 ure en half zeer stipt. aan de herberg Het Doolhof zijnde Goeden Vrijdag, om 2 ure juist Deze laatste verkooping door 't ambt van den Notaris igocquiicH te Poperinghe. Drie punten dienen vooral in aanmerking te komen 1° Alle scholen, die een goed onderwijs geven, zijn op gelijken voet gesteld, en de ouders kunnen vrijelijk de school kiezen, die ze begeeren. 2° Maatregelen zullen genomen worden opdat de kinderen aregelmatiger b/ lan ger naar school zouden gaan. 3° De jaarwedden der onderwijzers worden verbeterd. En dat is \oorzeker M. Schol- iaert's laatste woord niet. Men kondigt aan dat hij nieuwe voorstellen zal doen om de onvoldoende jaarwedden tot een fatsoenlijker cijfer te brengen. 't ls dus een voorstel dat door iedereen, die weet wat recht en rede is, ten volle inoet goedgekeurd worden. I. Alle scholen worden op gelijken voet gesteld. De belgische Grondwet verklaart dat het onderwijs vrij isiedereen mag schooi houden. Doch de Slaat, die er belang in heeft dat de burgers goed onderwezen worden, mag de ingerichte scholen ondersteunen, en ét- bij bouwen, als het noodig is. Als hij dë scholen wil ondersteunen, heeft hij het recht van sommige leervakken voor te schrijvm, en door zijne opzieners te doen onderzoeken, of die vakken wel aangeleerd worden, ofwéj? door examens te bestadgen of men tot vol doende uitsiagen komt. evenveel betaald worden als de wereldlijke onderwijzers en onderwijzeressen. Maar is dat onrecht Houden de kloosterlingen niet evenwel school als de wereldlijke onderwijzers en onderwijzeressen Bewijzen zij, bijgevolg, niet even veel diensten aan den Slaat 't is dus maar recht dat ze even goed voor hunne diensten betaald worden. Maar is het niet billijk en rechtvoon! ig dat de Staat doet wat iedereen in zijne eigene zaken doet te weten aan AL de scholen onderstand verleene, die de voor geschreven leervakken op behoorlijke manier onderwijzen Ware't niet onrechtveerdig, bij voorbeeld, met het geld van Jan en alleman, de gemeen tescholen rijk te betalen, en aan de vrije scholen, die even wel het onderwijs geven, niets loe te kennen, zooals de liberalen bet- zouden willen Wat zoudt gij zeggen van een baas, 1e wiens voordeele drie mannen even veel en even goed zouden werken, en die den eersten vet zou betalen en de andere zonder loon zou laten Ware dat geene schreeuwende onrecht- veerdigheid En ais die baas nu den naam draagt van Slaat of Staatsbestier, kan zulke handelwijze dan gerechtveerdigd worden 't Is dus klaar dat ALLE scholen, di< goed onderwijs geven, loon of onderstam verdienen. Zoo is het ook geschikt voor de scholen, volgens de nieuwe wet. Elke school zal trekken in evenredigheid van het getal kindors, welke zij leert en opvoedt. In de gemeenten die geen 50Q0 iftwoneyJ' Tellen, zal het bestier der school 30 fr. per kind trekken in de gemeenten van 5001 tot 40.000 inwoners, zal het schoolbestier 32 fr. per kind hebben; in de gemeenten van 40.001 lot 100.000 inwoners, 34 fr. per kind, en in de gemeenten die meer dan 100.000 inwoners hebben, 36 fr. per kind. Alle ouders, rijke en arme, de wet stelt ze gelijk zullen, in 't begin van elk schooljaar, zooveel schoolbons van de aan gewezen weerde ontvangen, als zij kindors hebben, die tusschen 6 en 14 jaar oud zijn, en naar de gewone lagere scholen willen gaan. Die bons zullen zij aan het bestier dei- school geven, naar welke zij hunne kinders begeeren te zenden. En die keus staat hun vrij. Willen zij hunne zonen aan de gemeente school toevertrouwen en hunne dochters aan eene vrije meisjesschool, 't is wel. Willen zij het oudste knechtje naar de gemeenteschool zenden en 't jongste naar eene vrije zustersschool, 't staat huti vrij. Willen zij, als de eene of andere school hun niet aanstaat, 't volgende jaar van school veranderen, 't staat hun nogmaals vrij zij en hebben maar den nieuwen bon te dragen naar de school, die zij voorkiezen. Wat kan er daartegen ingebracht worden? Misschien, dat men bedrog of geweld kan gebruiken otn de kinders naar deze of gene school te trekken. Ja maar, de wet verbiedt dat, en zou met boete OF gevang, of met boete EN gevang, de plichtigen straffen, en dat niet weinig de boete bedraagt 50 tot 500 fr., en het gevang 8 dagen tot 1 maand, en 't dubbel als er spraak is van Staatsbedienden Misschien nog en dit zullen de liberalen voorzeker inbrengen dat de kloosterlingen Wij ontvangen hel volgend schrijven Nieuwe loonstandaard voor de onderwijzers. Bittere teleurstelling!!!... Wij betrouwden ons op 't Staatsbestier, dat onzen bekrompen toestand moest verbe teren. Helaas 't Is slechts eene aalmoes, en dan nog maar voor de jonge onderwijzers, die een of twee honderd franken meer zullen krijgen. Do andere krijgen niets, dan wan- gne'Sr zij met eenen voet in den put staan. Overal hebben vergaderingen plaats. Overal denzelfden roepdie wenschen moeten wij hebben, op 't congres van Etterbeek algemeen aanveerd. 't Is 27 jaar dat wij op eene billijke en te lang beloofde voldoe ning wachten. Elk vooringenomen kenner zal onpartijdig roepen 't is geen spier verbetering, enkel een lokaas, een ware geldtrek ten schade van den onderwij zer en ten nadeele van onderwijs en opvoe ding. Wij allen, onderwijzers, rekenen op een merkelijke verbetering van 't wetsvoorstel en het Staatsbestuur zal er gewis veel bij winnen. (Geteekend): Een groep onderwijzers van 't Poperingsche, Donderdag avond onvingen de Besturen onzer beide stedelijke maatschappijen van Rethorica een verslag, opgemaakt door de heeren van den Jury en waarin deze de noodige algemeene bemerkingen maken over de tooneeluitvoeringen die ze bijgewoond hebben. Wij denken de talrijke liefhebbers genoe gen te doen met dit prachtig verslag over te drukken. Dat zij het aandachtig lezen en overwegen, en bij aanstaande vertooningen te nutte brengen wat hun past. XVII DE TERE. Wat is de tering 't Is eene besmettelijke ziek Ie, die in al Je deelen van 't lichaam kan verwoestingen veroorzaken, en ontslaat door een plantje, genoemd microbe of leveling Van Koeh, ■j.i'!kq..iaen iicchis. mat nexi siert, vergroot glas zien kan. Z'is raaplijk, gevaarlijk, vermijdbaar, geneesbaar. Hoe belraapt men de tere le Bijzonderlijk met te dichte te staan bij een terenden menscb, die fluimen uitwerpt al spreken, niezen of hoesten. 2e Door 't nemen van ongekookte melk of vleesch van terende dieren. 3e Door-A dragen van kleeren, 't bewonen van kamers waar terende menschen fluimen lieten verdroogen. Erft men soms de tere van zijne ouders Ja, maar zeer zelden of nooit (zeggen vele geneesheeren). Men erft doorgaans alleenlijk een flauw gestel, waar de teringlevelingen gemakkelijk nestelen en verwoestingen ver wekken. Zijn er hier veel terende koeien Ja, uitnemend veel, wel 1 op 3 volgens verstandige veeartsen. (Eene koe die hoest en fluimt besmet bijna zeker de nevenstaande dieren). Wat moet men doen om de tering le vermijden Regelmatig en wel leven. Dus bijzonderlijk 1. Veel goê lucht en licht in de buizen laten. 2. Melk en vleesch goed koken. 3. Op ten minste 11/2 meter afstand blijven van terende menschen, die hoesten. 4. 't Lichaam verharden tegen verkoud heden. Daarom... 't lichaam dagelijks geheel overwasschen met koud water, geen sjerpen dragen, enz. 5. Geen misbruik maken van alcool, enz. Dokter G. PATTYN. Verslag der Afgeveerdigden van de Provinciale Tooneelcommissie, over hun bezoek bij zekere tooneelmaatschap- pijen, in den loop van het tooneeljaar igio-igii. Aan den Heer Voorzitter en de Ileeren Leden der Provinciale Tooneelcommissie van West- Vlaanderen. Mijne Heeren, Wij mogen het een uitstekende maatregel noemen van de Provinciale Tooneelcommis sie om met de baar verleende hulpgelden een prijskamp uit te schrijven voor de maat schappijen die vroeger nog geen hulpgeld verkregen hadden Daargelaten het voordeel dat op die wijze ook hulpgelden kunnen ver leend worden aan maatschappijen van min dere aangelegenheid, heeft het ons, leden der jury, eene buitengewone kans verschaft met die minder gekende maatschappijen in aanraking te komen. Die kennismaking heeft hare verrassingen medegebracht en ons in staat gesteld op de hoogte te komen van toestanden waarmede wij tot hiertoe minder vertrouwd waren. Overal ontwaarden wij denzelfden ijver, denzelfden moed en opoffering, zoowel on der de leden als onder de besturen der ver schillende maatschappijen, 't Bijwonen der opvoeringen heeft bij ons de overtuiging gestaafd, hoe diep de tooneelliefhebberij er oij tuis. valk in z-kLen levend gebleven is. In "t Noordoii'ën Noord-Westen van onze Pro vincie vooral, is die liefhebberij het zuivere uitvloeisel en de onafgebroken voortzetting der vermaarde, oude Rederijkerskringen. In dien zin dat de huidige rederijkers wel wat verjongd zijn en medeleven met hunnen tijd. Maar overal is het nog dezelfde verkleefd heid aan de oude instelling, dezelfde vervoe ring, dezelfde liefde voor liet tooneel en alles wat 't tooneel betreft. Meer dan ooit hebben we kunnen bestati- gen dat het tooneel levend is in Vlaande ren, dat het leeft niettegenstaande de weini ge zedelijke en stoffelijke ondersteuning waarop de liefhebbeis rekenen mogen het leeft uit zich zelf omdal het volk het wil Het volk wordt er naartoe gedreven voor den kleinen burger, voor den landman is het de eenige gelegenheid voor hem om een blik te slaan naar iets dat hoogor en verhevener is dan zijne gewone omgeving daarom is 't dat het tooneel hem aantrekt en dat hij er geerne aan meêdoet.Wat een heil- zamen invloed zou die liefhebberij niet kun nen uitoefenen op hot volk als ze maar ver standelijk geleid en goed gericht ware 1 Het tooneel zou de groote school moeten zijn, waar de gewone man zijne verdere opvoe ding en beschaving uit halen kan waar zijn smaak eti kunstzin gelouterd wordt en waar hem de voortbrengsels der wereld-kunst met de wereld-gedachten medegedeeld zijn. Maar we zijn er nog ver afde tooneelliefhebberij groeit zoo wat in 't wilde het is en het blijft eene liefhebberij, meer niet. De Vlaming is van natuur een begaafde tooneelspeler, het zit hem in 't bloed bijna elk dorp heeft zijn tooneel en zijn geboren tooneelspelers, die zonder leiding, uit eigen aandrang voortreffelijk optreden iu alle rol len die niet te zeer buiten den gewonen levenskring van den speler vallen. Als men hem laat gaan is de vlaamsche tooneelspeler geneigd tot uitbundigheid, hij is heel en al gevoel en dat gevoel wil bij hem naar buiten. Hij zal de toestanden aandikken en uitbundige gebaren maken en wreede uit roepen doen. Als eenvoudige natuurmensch vindt hij hot "sentimenteel per se, schoon en behoorend tot de hooge kunst. Alles wat met sterke contrasten uitspringt,schok kende gebeurtenissen de wreedaard tegen over zijn slachtoffer, de verrader tegenover het schuldeloos wicht, de sluwaard tegen over den plichtgetrouwe... dat alles zal hij uitwerken en voorstellen als absolute schoonheid, in den hevigsten vorm. En de toeschouwers ook zijn daar best mede gediend, als op 't einde, de onschuld maar zegepraalt en alles in orde koint, heelt men er zoo'n deugd van eens volop de tranen te laten vloeien en de booswicht is toch soms ook zoo'n sympatiek figuur! 't Volk wil zijn gemoed geschokt worden, aandoening ge voelen, 't doet er niets aan dat de middels van minderen aard zijn, of dat de toestanden waar of valsch zijn. Zij ondergaan het als een dondervlage zonder ooit te vermoeden dat onnatuur, valschheid van levenstoestanden, 't gemoed een valSehen plooi geven en het levensinzicht ontaarden. Het wordt enkel opgenomen als vermaak, maar zulk vermaak kan gevaarlijk worden en onbewust bij den toeschouwer, en bij den speler kwaad stich ten. Het vervalscht, het verwringt het gevoel en doodt alle inzicht en smaak in gezonde, sobere en ware kunst, in plaats van veredelend, wordt zulk tooneel op 't ein de verlagend. Onze tooneelliefhebbers bestuurders zoowel als spelers en de toeschouwers meest van ai hebben hunne opvoeding van voren af te beginnen. Hun smaak moet gelouterd, den weg moet hun gewezen, ze moeten nog bewust gemaakt worden van hunne taak, van hun invloed, van de be schavende kracht die van hun werk kan en moet uitgaan eens dat het goed is opgevat en onder goede leiding naar de volmaking is gericht. Bij al de maatschappijen die wij bezochten waren spelers en bestuurders otn te meer bezield met goeden wilzij streven er naar góed wërk te leveréh óf liever, naar 't geen zij als goed werk aanzien. Want doorgaans heerschl overal hetzelfde gebrek aan goeden smaak, aan kunstzin, aan ontwikkeling, aan besef van 't geen tooneel zou moeten zijn. De ergste draken worden meestal als meesterwerk geacht en geprezen en een blijspel kan niet boertig, niet dom. niet lomp genoeg zijn, wil het kluchtig heeten. 't Zelfde geldt bijna overal voor 't geen betreft de keus der stukken. In veel piaatsen weet be stuurder noch spelers dat er modern- en letterkundig tooneelwerk bestaat, is men totaal onbevoegd. Pin als men er i:og eenig besef van heeft, zou men het goede tooneelwerk niet aandurven omdat men ge wend is aan bombast, opgeschroefdheid en groot spektakelZoozeer is er verachtering en onwetendheid in zake kunstsmaak. Daar bij dient in acht genomen te worden dat de toeschouwers die drakerige dingen nu ook gewend zijn en in hunne gewoonte willen blijven dat bestuur en spelers met hunne toeschouwers in zekere mate af te rekenen hebben omdat zij geene andere inkomsten hebben dan de opbrengst der betaalde plaat sen. Zoo komt het dat de slechte smaak maar altijd ingevolgd wordt en men bij den ouden slenter blijft. 't Zelfde mag gezegd worden voor 't geen betreftde regie, de tooneelschikking, 't gebarenspel en de handeling, 't Eene vloeit immers uit het anderevalsohe, opge schroefde toestanden vragen onnatuurlijke cn opgeschroefde geluiden en gebaren. Hoe zelden mag een speler zijne gevoelens uit drukken gelijk hij 't in een gewonen toe stand van 't werkelijk leven zou doen De natuurlijkheid wordt hem eerder ontleerd omdat de toestanden nooit natuurlijk zijn 1 En over welke middels van ontwikkeling, van kennis en van beschaving beschikt de regisseur of bestuurder. Zoolang men in 44 Mengelwerk van "DE POPERINGHENAAR- oorspronkelijk verhaal door I)e jongeling bood beide vrouwen eene zitplaats aan en verzocht haar de reden van haar vereerend bezoek te willen doen ken nen. Mijnheer, prevelde de oudste der twee bezoeksters zeer aangedaan, mijnheer, ver schoon onze vrijpostigheidWij hebben ons van eenen duren plicht te kwijten... Eenen plicht, mevrouw P Ja, mijnheer, weervoer deze sidderend. Och 1 vergeef mij Gij heet toch wel Joris Van Helmen, niet waar? Inderdaad, mevrouw, zoo is wel mijn naam. bevestigde de jongeling bevreemd. God 1... prevelde de oudste vrouw bin nensmonds, moet ik het ook vragen. Gij he t Joris Van Helmen, mijnheer sprak op hare beurt de jongere bezoekster, ha 1 maar dan zijn wij... Stil, Judith weerhield haar de vrouw, die inderdaad Margaretha was, Guide's we duwe. Welnu, dan, mijnheer Joris, vervolg de zij. zich tot den jongen man wendende, die zon erlig te moede was en voorwaar niet wist wat hij zoo onuitlegbaars gevoelde welnu, wil dan den vurigsten dank eener moeder ontvangen, welken gij als koene redder harer dochter mocht verwachten. Ik kan u niet genoeg zeggen noch uitdruk ken hoe groot onze erkentenis is en Ach 1 gedoog, mevrouw 1 onderbrak Joris met afwendend gebaar. Wil mij spa ren en geqne bedankingen toezwaaien 1 lm mers, die verdien ik niet, daar ik enkel, zooals ieder rechtgeaard man doen moet, jiandelde. Edoch geef mij, ik bid u, eenige tijding der juffer, die ik vermocht te red den en wier moeder zijt Inderdaad, mijnheer Joris, weervoer de oudste bezoekster innig. Ja, 't is mijn kind welke gij reddet, mijne jongste dochter Lucia... Lucia, mevrouw ach 1 en haar toe stand P Is nu bevredigend, heer Joris, ja, zon der gevaar Ha! Goddank, mevrouw... Ja, Lucia is nu buiten gevaar, alhoe wel zij erg is geschokt geworden. Edoch, niet lang zal het duren of de beternis, die zich nu in haren toestand zal voordoen, zal haar veroorloven u eigen mondig te bedan ken, wanneer gij, onze uituoodiging gelie vende te aanveerden, ons in onze stille woning met een bezoek zult vereeren Ho 1 mevrouw, dit zou alleen voor mij eene groote eer wezen, verzekerde Joris heusch en met stralend gelaat. De jongere bezoekster sprak geen woord, doch tuurde hem diep ernstig met hare groote blauwe oogen aan. Zij vond in den jongen man overvloedig behagen. Heer Joris, vergeef mij zoo ik u eene onbescheidenè vraag durf stellen, prevelde de oudste bezoekster weifelend. Maar, mev rouw, spreek vrij 1 verzocht de jongeling levendig. Vraag maar stout, op alles antwoord ik u. Gij heet dus Joris Van Helmen, niet waar Juist, mevrouw 1 Ja, en... was de naam... de naam uws vaders niet Arnold Arnold inderdaad, zoo heet wel mijn vader, mev ouw 1 Ha! hij... Arnold leeft dan nog?... riep zij uit, gansch ontsteld. Ja, mevrouw, mijn arme vader leeft nog, zuchtte de jongeling neerslachtig. Maar, mijn jonge vriend, murmelde de oudste vrouw, terwijl zij de hand des diep ontstellenden jongelings vastgegrepen had en teeder drukte, uw vader is dan ongeluk kig, daar gij hem zuchtend beklaagt Hij Helaas 1 hij is blind 1 mevrouw! Blind borst de weduwe onstuimig uit, terwijl zij opsprong. Blind!... Arnold Van Helmen is blind Groote God 1... steende Judith 1 Blind 1 Helaas, ja, mevrouwen, mijn ongeluk kige vader is blind en dit reeds sinds vele jaren 1 De rampzalige 1... prevelde Margare tha binnensmonds, zou dit de straf Ach 1 nokte Judith innig en zij drukte 's jongelings handen teeder. Mijnh-er Joris, wat een ongeluk overkwam uwen vader toch 1... Blind 1... Och 1 dat is vreeselijk Vreeselijk is 't inderdaad 1 murmelde de jongeling, niet tranenden blik de twee bezoeksters beschouwend. Vergeef ons. mijn goede vriend, bad Margaretha innig vergeef ons dat wij u wat onhescheidene vragen stellen Edoch, wij mogen, ja, moeten ons wel inlichten over alles wat u betreft, immers daartoe hebben wij recht Ha 1 zeg mij, mijn vriend, sprak uw vader nooit van eenen broeder?... Eenen broeder suisde .Joris aarzelend. Mevrouwen 1... Ja, van eenen broeder, die Guido heette! volledigde Judith. Inderdaad, mevrouwen, daar herinner ik mij aan. beaamde Joris nadenkend. Ja mijn vader heeft wel eens dien naam ge noemd en ook van dien broeder, al is het weinig, nog gesproken. t- n wat zegde uw vader ervan Och 1 mevrouw, hij waande zijnen broe der reeds sedert lang dood en begraven 1 prevelde Joris somber. He wel, het is nog niet lang geleden dat zijn broeder stierf, mijn goede vriend, verzekerde Margaretha zuchtend. Neen, niet lang geleden is het dat Guido, die uw oom was, mij verliet en mij eene treurende weduwe maakte... Weduwe P... van Guido Van Helmen P Gij, mevrouw, maar dan zijt gij mijne eige ne moei 1 riep de jongeling heftig uit. Ja, uwe moei ben ik. mijn Jorisnok te de weduwe, wijl zij den toespringenden jongeling aangreep en vurig omhelsde. Ja, uwe moei ben ik en daar is mijne dochter, uwe nicht Judith 1 Judith 1... mijne nicht 1... riep Joris, haar de baud innig grijpend. Ho 1 wat ver heugt het mij onzeggeiijk in u mijne naaste bloedverwanten terug te vinden Ha 1 wat zal mijn arme vader het goede nieuws opge togen van vreugde vernemen 1 Och 1 jongeling toch 1 zou dit wel waar zijn Maar, goede moei 1 vervolgde Joris uit gelaten, dan is de juffer, wier leven ik red de, ook mijne nicht Inderdaad 1 daar Lucia mijne jongste dochter is 1 beaamde de weduwe opgewekt. -- Ho 1 wat een wonderbaar toeval is 't dat ik zelf haar vermocht te redden 1 jubel de de jonge man Geen toeval gewis, maar eene won dere schikking der Voorzienigheid mag het heeten 1 verzekerde de vrome Judith ernstig. Ha Joris, ik weet niet, maar ik heb een voorgevoel dat gij door den Heer om bijzon dere redenen op onzen weg zijt gesteld IGod! wat een gelukkigmakend vooral 1 lm ierdaad I prevelde de moeder inge togen ja, Judith, gij spreekt waarheid, mijn kind 1 Wonder mag die ontmoeting wel heeten en als door Go t zelf geschikt Mijn goede neef, zeg mij, waar blijft uw va der nu! Mijn vader weervoer de jongeling Ha 1 ons handelshuis is te Marseille en daar! wonen wij 1 In Marseille 1 kreet de weduwe, maar dit is niet ver van hier Oh neen, mijne, moei 1 Gij woont dus hier niet immer vroeg Judith opgewekt. Hier te Nizza,wedervoer Joris, ho 1 neen toch, nichte immers op mij staat gansch onze handel en te Marseille ben ik onmis baar. Ik had enkel, uit hoofde van onpasse lijkheid en zwakheid des geestes, een verlof voor een paar weken, dieovermorgen ein digen en dan verlaat ik Nizza en keer naar de zaken en hare beslommeringen terug. En ook naar uwe goede moeder be merkte Margaretha Mijne moeder? zuchtte de jongeling Och de goede vrouw is reeds lang dood en weinig heli ik haar gekend 1... Hemel 1 uwe moeder is reeds lang dood P kreet Judith Gij hebt geene moeder meer?... mur melde Margaretha sidderend. En hebt gij broeders of zusters. Neen, mijne goede moei 1 hernam de jongeling neerslachtig. Enkel en alleen bezit ik op aarde mijnen armen vader en die helaas 1 is gansch blind 1... Arme jongeling! murmelde Judith, diep meewarig. Maar dat heet men eens recht verla ten zijn 1 nokte Margaretha diep bewogen Wie nog wel meest verlaten mag hee ten, is wel mijn ongelukkige vader 1 pre velde de jonge man sidderend van diep ge voel. Ha! blind, zooals hij is mag hij op recht ongelukkig en akelig afgezonderd heeten. Zijn lot is hard 1 morde de weduwe hoofdschuddend. Maar, moeder 1 bemerkte Judith leven dig, zoudt gij niet denken dat het onze plicht is den eenzamen en blinden man, die Margaretha ontzet. mijn oom is, te gaan opzoeken en vertroos ten. Judith!.,, kreet Weihoe gij wilt... Ik zou eens oom Arnold willen zien, moeder en hem eenige gevoelvolle woorden willen toespreken 1 suisde Judith, met «en van heilig vuur glanzend gelaat. Ha ik zie hier duidelijk den vinger Gods!... Moe der. Marseille is niet verre van hier 1 Daar woont de broeder van hem, die weleer mijn vader was 1... Och, kom overmorgen reist neef Joris daarheen 1 Welnu, laat hem niet vertrekken, maar... Judith 1 riep Margaretha anstig uit Laat ons, als het zijn kan, mede gaan daarheen bad de kloekmoedige maagd. Ho 1 nicht, wat een gelukmakend be sluit kreet Joris heftig. De schrandere maagd, met haar veelom- vatten oordeel, sloeg een diepen blik op d. n begeesterden jongeling, wiens innemend ge laat zonderling glansde, wen hij de naam harer jongste zuster uitsprak, en plots •ling daalde een klaar licht in haar brein, wijl zij onhoorbaar prevelde Gods schikkingen zijn wonderbaar. Zou hij niet de verzoener zijn o lieer Wenu, besloot Margaretha ernstig, zoo de geneesheer denkt dat Lucia over morgen reizen mag, dan vergezellen wij u naar Marseille 1 Waar gij met mijnen ongelukkigen vader kennis zultkunnen maken, antwoord de Joris ingetogen. O wat zal het den armen man verheugen en blijde ontroeren, u in zijn bijzijn te booren O Joris, zou dit wel zóó zijn Nadruk, voorbehouden. Wordt voortgezet en zieke personen aan wie café verboden is, mogen suikerij Van Tieghem-Dupont. Rousselaere, gebruiken,

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1911 | | pagina 1