NIEUWSBLAD VOOR POPüRiNbHt EK ÖÜSTREKEN, WRAAK EN LIEFDE verschijnende den Zaterdag- namiddag. 1 en begeert te koopen HET NOTARIËEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Koopt uwe MEUBELS, Stoelen. Kindervoituren, Stoors, Gordijnen, Tapijten, In den Bazar, bij Sansen-Decoute, Poperinghe Kepers, Persen Brandhout HOP- en INLEGPERSEN Se Jaar. N 3. ANNONCEN Den drukregel 10 c. Herhaalde Annoncen volgens overeenkomst. Eerste Taps, Bollingen en lierbergkennissen mits betaling van 25 c". Alle Annoucen vooraf betaalbaar moeten vóór den Vrijdag-noen ingezonden worden. INSCHRIJVINGSPRIJS Buiten grondgebied van Poperinghe Op grondgebied van Poperinghe Buitenland 4,60 fr De plakbrieven die bij mij gedrukt zijn, zullen ééns onvergeld in het blad verschijnen. Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. Notaris DE GR A VE, Merkweerdige Koopdag BOOMEIM Notaris BA CQ UAER T, Vrijdag 22 December 1911 Openbare Verkooping van Allerbeste ZAAILAND Notaris THEVELIN, Op Dinsdag 9 Januari 1912, Openbare Verkooping SPARREN EN LARIXEN CAIHILLE VERVARCKE. Notaris Camerlynck, VENDITI E VAN SPARREN Notaris de TAVERNIER, Jaarlijksche groote Venditis van No taris PEEL le Rousbrugge- Haringhe Dinsdag 26 December 191 1 TE WESTVLETEREN, Merkweerdige Koopdag BOOMEN Notaris BAERT Jaarlijksche koopdag ZEER SCHOONE SPARREN BACQUAERT, te Poperinghe. en DESCH0DT, te Cassel. Vrijdag 29 December 1911, Aanzienlijke Verkooping A 78 BOOMEN Notaris BOUCQUEY Vrijdag 5 Januari 1912, Verkooping van Notaris Haghebaert, Op Maandag 8 Januari 1912, Merkweerdige Verkooping van ruim 9 H. allersterkste Boschtallie en 535 extra zware Plantsoenen, ALLE KLASSEN VAN In *t groot Adres CAMILLE BARBIER, Be hoop der toekomst. Vlaamsche Belangen. De arme Orgelman. Wedstrijden van leelijkheid. i Nadruk voorbehouden, (Wordt voortgezet.) •worden ingelijfd Het recht, annoncen oj artikels te weigeren is voorbehouden. mmm 2,50 Fr. VOOR IEDEREEN. De Herbergiers hebben recht aan KosteTooze inlasscliing van twee Herbergfeesten. Bijzondere buiten stad 2,50 binnen stad 2,00 Herbergiers buiten stad 1,60 binnen stad 1,00 Wekelijksche Almanak.—December. Zon op. Zon ond. Zondag 17 3e Zondag van den Advent. H. Begga. 7 u. 42 m. 3 u 36 Maandag 18 Verwachiing van Maria. G. Conradus. 7 43 3 36 Dinsdag 19 7 44 3 37 Woensdag 20 QuatertemperdagH. Josaphat, H. Philogene. 7 44 3 37 Donderdag 21 H. Thomas, G. Canisius. 7 45 3 38 Vrijdag 22 QuatertemperdagG. Hugolinus. 7 45 3 38 Zaterdag 23 Quatertemperdag H. Dagobertus, H.Victoria. 7 46 3 39 Volle Maan. Woensdag 6 December, ten 2 ure 52 minuten 's morgens. Laatste Kwartier. Nieuwe Maan. Eerste Kioartier. Dinsdag 12 December, ten 5 ure 46 minuten 's avonds. Woensdag 20 December, ten 3 ure 40 minuten 's namiddags. Donderdag 28 December, ten 6 ure 18 minuten 's avonds. STUDIE VAN DEN te Ghyverinchove. Woensdag '<t(i December 1011, om 2 ure stipt namiddag te HOOGSTA EDE in hel Gemeente-huis, van Koopen zware en langstammige staande 1" te BEVEREN - aan - Yser, Ter hofstede van Désiré Fagoo en op land gebruikt door Henri Deschry ver aan St Eloi. 2° Te ALVERIVGHEM. Op land en in weide gebruikt door De BeiT, aan den Burgmolen. In weide gebruikt door Beghein nabij de dorpplaats. Eiken, Korren, Klemmers, Hollanders, Populiers, Olmen, Abeelen en Wilgen. Alles op voorhand te bezichtigen. Tijd van betaling mits borgstelling. Zie de plakbrieven. STUDIE VAN DEN TE POPERINGHE. in ééne zitting, om 2 ure, ter herberg Wes tv laanderen bewoond door M. Leopold Melis, Cassel- straat, te Poperinghe, 1 heet. 98 aren 40 cent. bijzonder wel geschikt voor Bouwgrond, gelegen te RENINGHELST-Ouderdom, bij d'herberg 7 Prinsenhof aan den hoek der kalsijde van Poperingne naar den Ou derdom en van den keiweg van Reninghelst. naar Vlamertinghe. Verdeeld bijaflichen met plan, in 7 koopen Bekend bij kadaster sectie B, num. 129, 130 en 131. Al gebruikt door de weduwe Livin Beir- naert, zonder pacht, aan 285 frs 'sjaars boven de lasien. STUDIE VAN DEN TE MEESSEN. om 1 ure namiddag in het Starbosch en daarna in den Strooien Haan te WYTSCHAETE, ten verzoek van het bestuur van het Konink lijk Gesticht van Meessen, van (IO koopen extra sclioone in een bosch blanke taillie gekapt, hebbende eenen omtrek van 0,70 tot lm20, bijzonderlijk dienstig voor timmerlieden, wagenmakers, hoppe- en labakkweekers 3 Hectaren Taillie en 346 Plantsoenen, 1 Eik en 1 Berkenboom. De verkooping zal beginnen om 1 1)2 ure stipt in het Starbosch. Tijd van betaling mils goede borg te stellen. 5 Mengelwerk van DE POPERINGHENAAR oorspronkelijk verhaal door Ik vraag u voor de laatste maal, sprak de onderzoeksrechter, indien gij verdere bewijzen kunt aanhalen, om te toonen dat gij waarheid spreekt over de manier, op welke gij den verleden nacht doorgebracht hebt Ik kan niets anders zeggen, mijnheer, luidde het antwoord, dan hetgene ik reeds verklaard heb. Is dat uw laatste woord. Voorzeker, mijnheer. Dan ben ik gedwongen u voorioopig in hechtenis te nerhen en naar Gent mede te leiden. Ik hoop, mijnheer, dat uw misslag van geen langen duur zal zijn, antwoordde Juan zeer kalm, want ik ben heel en al onschul dig in de zaak. Dit zullen wij zien, sprak de rechter ongeloovig. intusschen was het avond geworden en Juan mocht zich van tusschen de gedarmen, die met het parket- medegekomen waren, niet meer verwijderen. Peet Verkramme naderde tot hem met de tranen in de oogon. Juan greep hem de hand en sprak over luid Studie van den te Passchendaele, 0|> Dinstlag 2(i Deeeniliei- 1011, 2" Kerstdag, voortkomende der blankkapping van een deel bosch in de Caillie-Vijver, - te 00ST- NIEUWKERKE, langs de kleine Rousselare- straat, op kleinen afstand der herberg De Kazakke en den keiweg naar Passchen- daele-Dorp. Tijd van betaling mils goede borg. Kantoor van den te Poelcapelle. Dinsdag 26 December lOll, om I ure stipt namiddag, te Langemarck. Vrijhosch, in de bosschen van Madame Van Beneden, bevallende voor dit jaar 100 Koopen zeer schoone Sparren-Kepers 20 Koopen Larixen-Kepers 50 Koopen Hop- Inlegpersen en Stoppersen 30 Konpen Taillie; 3000SparresLu-Hen, 2000 Sparrebusschen erjz. Vergadering in den hof van Medard Maria hal, bij de herberg Het Meuneken. KANTOOR VAN DEN om i ure stipt namiddag, van (>11 Koopen Olmen, Hollanders, Populieren, Eiken en Esschen staande op de hofsteden van Emiel Boucneau, Frangois Vanbeveren, Jules Cappoen, Frede ric Huyghe, Emiel Houvenaghel en andere. Vergadering ter hofstede Emiel Boucneau. Affichen te verkrijgen bij bovengenoem- den Notaris PEEL. Gewone voorwaarden en tijd van betaling. KANTOOR VAN DEN TE DIXMUDE. Op Dinsdag 18 G December 11111, 2'" Kerstdag), om 1 ure namiddag, te Houthulst, in de bosschen van Mevrouw We Maes-Van Damme, grondeigenares te Merckem, van ongeveer KiO koopen diensiig voor hoppepersen, tuin- en diltpersen, tabak hangers en liggers, kepers, hage- en stoppersen. Verders 1SOOO Sparrebiissclicii, Ween niet, vader, uw pleegzoon is feen moordenaar en ik zal weihaast terug eeren De goedhert-ige smid wilde antwoorden, doch de gendarmen duwden hem met ge weld achieruit. Hij riep nochtans tot zijn aangenomen kind Ik geloof het. Juan, vaarwel, en God geve dat gij algauw moget wederkomen. Daarop liep de man zonder omzien naar huis Ken rijtuig w> rd in gereedheid gebtacht, waarin de Corsikaan moest plaats nemen, nevens eenen ^e darm. De heeren van het parket waren ook in hunne koets gestegen en men vertrok In het gemeentehuis en in andere drank huizen werden nog eenige glazen bier gele digd, terwijl men over het gebeurde druk redekavelde. Het slot der samenspraken kwam veelal op het volgende uit Het is dan toch de ('orsikaan geweest... Ik heb het gedacht van zoo ik iets van de zaak hoorde. Hij komt ook voort van land loupers en vreemdelingen en dat volkje is niet te betrouwen. Ais men het gevoelen en de meening der menschen nagaat, sprak de barbier, dan moet Caroli voorzeker plichtig zijn immers «vox populi, vox Dei zegt het spreek woord, hetwelk beteekentde stem of het oordeel der menschen, is ook het oordeel van God. Die wijze en diep doordachte spreuk stelde de Hoogendykenaren nog meer gerust en.' iedereen ging met de vaste overtuiging te3 Studiën der Notarissen om 10 ure zeer stipt 's morgens, onmiddelijk na de aankomst der trams, ter herberg A la Cour de Flandre bewoond door MP. Quaghebeur-Proot, recht over de Statie, te POPERINGHE. van hollanders, harde iepen, populiereA, esschen en eiken), slaande (er hofsteden op Haringhe'.yan Camille Parret en de Ve Ch. Fortry. Stavele, van Jules Butaye on Alois Gaucquie Proven, van de We Set. Debeor. Ooslvleteren, van Jules Dejonck- heere en Elver ding he, van de We Augusie Van Exem. Zeer gemakkelijk vervoer. Tijd van betaling mits borg. £WF" Al deze boomen moeten op voorhand bezichtigd worden. STUDIE VAN DEN TE POPERINGHE. Burgerlijke Godshuizen van Poperinghe. om 2 uren namiddagin het Hotel van Regeering Vlamingstraat, te Poperinghe, I. 0 Heet. 12 aren 00 cent. iSoscEitail» lien geschoten van 6 jaren met GIG geteem kende Plantsoenen, gedegen te Poperin uhe-Helhoek en Galge-bosschen. Bij plakbrieven verdeeld in 8 koopen. 4 Heet. 18 a. 30 cent. Bosch om blank, te kappen staande te Poperinghe op de par lien genaamd De Wulleminne en O. II bosch. II. Zeven koopen Verdunning v» Sparren. Voor de aanwijzing der koo pen zich te begeven bij den boschwachter Charles Deprez. III. Boomen. Op 't Galgebosch, een eik. Op 't Beke-bosch, 19 koopen beuken, eiken, populiers en Abeelen. Op de weide De Bruineeke gebruikt door Charles Billiau 7 koopen zware iepen. Op O. H. Bosch, 28 koopen eiken, beuken en Abeel. Op de Wulleminne, 74 koopen zware beuken en eiken. Op 't bosch De Braamvloge, 2 eiken. Op 't bosch De 8 Gemeten, 2 eiken. De liefhebbers zijn verzocht de boomen voor de verkooping le willen nazien. Op gewonen tijd van betaling mits door al de koopers zonder uitzondering te stellen begoede en welbekende borg gehuisvest binnen het kanton Poperinghe, gereed te betalen 10% hunner koopprijzen voor kos ten en onder de voorwaarden begrepen in "t lastkohier behoorlijk goedgekeurd berus tende ten kantore van den notaris BOUCQUEY voornoemd. STUDIK VAN DEN TE PRO VEN. Verhoren Maandag om 3 ure stipt namiddag, te PROVEN, ter herberg «De Clytte voor Mijnheer den Baron Mazeman de Couthove, bijzonder dienstig voor hoepelsplijters, wassende in de Couthove-bosschen te Proven. Louis Matton, boschwachter, loont de koopen aan. Langen tijd van betaling, mits goede borg. aan zeer voordeeiig prijzen. Te koop bij Cyr. NOYEZ boschwachter te Clercken-Houthulst. A lie inlichtingen op aanvraag. Tailliehout. voor fascinages, met of zonder plantsoenen Lijsteboomen zware Eiken en andere soorten van boomen. Houtkoopman, LOPIIEM-bij-Brugge. De personen van builen stad, die niet be- geeren het bedrag van hun abonnement voor het jaar 1912 tegen postkwittancie te betalen worden vriendelijk verzocht ten onzen bu- reele te komen voldoen. Is het niet waar dat een jongeling aan allerlei gevaren blootgesteld is, in werk plaats, op straat of' in de kroeg Ouders en meesters weten niet meer of hunne zonen en onderdanen nog ter kerke gaan, of zij de HH Sacramenten ontvaDgen, met wie zij ommegaan en welke lokalen zij bezoeken... Aan ouders en meesters kunnen zij wijsmaken wat zij willen, want, zij zien hen slechts om te eten en misschien nog eenige uren om hunne afgematte leden wat uit te rusten. ïn sommige kroegen, daar hooren en zien de jongelingen veel... daar spot men met priesters en kerk, daar lacht men met dezen die nog tot de HH. Sacramenten naderen daarbij liggen nog slechte gazetten en zede- looze geschriften ter beschikking, en dan nog tussohon klinkende glazen, weergalmen er oneerlijke liederen. Plotselings bemerken zij dingen waarop zij vroeger nooit gedacht hadden, zij begij nen na te denken, de verbeelding ontvlamt en het Vuur der hertstochten laait in hunnen boezem op, slechte vrienden en vriendinnen pramen hen nog meer door gesprekken en slechte voorbeelden, en weldra is het inwen dige van de jeugd gelijk geworden aan een bestormde zee Is het dan niet hoog tijd dat er hand aan 't werk geslegen worde tot redding der jeugd?... en dit werk, is het werk vooral van de hoogere standen. Dat men dan zorg drage voor zondag school, patronage en congregatie, dit is het eenigste middel om de volksjeugd te behou den in de rangen van het katholieke leger. Dat alle priesters, ouders en onderwijzers, het hunne bijdragen om zondagschool en jongelingskring te ondersteunendat ze eens toonen aan de jeugd, welk belang ze stellen in hunne vergaderingen... Dat de burgerjongelingen zich niet scha men deel te maken van de congregatie dat zij het beneden hunne weerdigheid niet achten van bijeen te komen met de zonen der werklieden het is de beste manier van zijne volksgezindheid te toonen. Dat alle jongelingen deelmaken van den jonge lingskring en hen laten geleiden door de wijze raadgevingen van den edelmoedigen bestuurder, om Tater de sieun te zijn van Godsdienst en Vaderland bed, dat de Corsikaan geen voet huiten zijnen weg was en loon naar werken ging krijgen. VI Waarin men ziet dat de spreuk vox populi vox Dei niet altijd ivaar is. Des anderendaags in den morgen zag de oude Katrien in den winkel der üammaert's eenen persoon binnentreden wier komst haar ten hoogste scheen te verwonderen. Hetgeen haar nog meer verbaasde, was dat gezegde persoon met eene tremaakte be leefdheid vroeg indien hij mijnheer Dam maert kon spreken. Kan ik hem uwe boodschap niet over maken VToeg de oude vrouw eenigzins on geduldig. Gij kunt wel denken dat mijn meester nu ai heel weinig tijd zal hebben om met u te spreken. Wat ik te zeggen heb, vrouwtje, moet ik hem zelf zeggen, spi ak de man op zonder lingen toon en met eenen diepzinnigen grim lach ging hij voort Zeg maar aan mijnheer, dat ik hem aanstonds over zeer ernstige zaken moet spreken. Hij zou voorzeker niet tevreden zijn, indien ik met u over de kwestie handelde. Nu, ik zal g ian zien, sprak de meid en zij verwijderde zich. Intuschen zullen wij den man aan de lezer in körte woorden voorstellen. Hij was ellendig en slordig gekleed. Zijn wezen dat bijna gansch met een vuilen stop pelbaard bedekt wat, droeg de kenmerken van allerlei buitensporigheden ep had eene Onze Landbouwers en de Vlaamsche Hoogeschool. II. Vragen wij ons eerst af waartoe een hoogeschool wordt opgericht, waartoe zij dient. Ik laat alle beschouwingen ter zijde over het groot belang der hoogeschool als brandpunt der beschaving als de oor sprong van alle hoogere ontwikkeling eens volks, die zijne min of meer voorname plaats aanduiden wil in de rij der natiën, Zeggen wij daarover enkel dat het in het streven aller volkeren ligt een hooger onderwijs te bezitten van eerste gehalte, in hunne hooge- scholen de beste geleerden uit eigen land of uit den vreemde aan te stellen, omdat zij wel weten dat van den bloei van het hoo ger onderwijs, om zoo te zeggen alles af hangt, voor den roem en de welvaart des vaderlands. Da hoogeschool bestaat ongetwijfeld voor den vooruitgang der wetenschap op den weg der wetenschap moeten onze geleerden aan de hoogeschool immer vooruit, hun levensbaan is een gedurig zoeken naar die dingen die thans nog verborgen zijn voor den menschel ijken geest. Iedere nieuwe ontdek king en uitvinding is een stap vooruit op den weg der beschavingDe hoogeschool, met andere woorden, heeft voor doel de be schaving vooruit te helpen. Het is een volk zijn hoogste roem, veel bijgebracht te heb ben tot den vooruilgang der wetenschap een volk haalt meer eer, krijgt hij vreem den meer ontzag door zijne mannen van froote wetenschap dan door zijne oorlogs- elden. Maar een hoogeschool wordt ook opge richt voor het volk zelf, tot bevordering der stoffelijke en zedelijke welvaart van het volk. En naar onze meening ligt daarin meest van al het doel der universiteit. De wetenschap kan vooruitgang doen en be oefend worden buiten de hoogeschool. om geleerde te zijn moet men geenen hooglee raar wezen. Maar de welvaart van een volk hangt in den modernen lijd recht streeks af van zijne verstandelijke ont wikkeling. ontwikkeling die uitgaat van de hoogeschool. Zij bestaat dus voor het volk, voor heel het volk, voor boeren en werklieden en burgers, voor allen. Wil de hoogeschool dan waarlijk als dusdanig hare rol vervul len zij moet zoo ingericht zijn dat zij op de meest doeltreffende wijze aan het volk nut tig weze, op de meest practische wijze de welvaart des volks bevordere. En dit zal ge beuren wanneer er tusschen de hoogeschool en het volk een band bestaat. De band is de taal. Ingenieurs, advocaten, genees- lieeren, veeartsen, landbouwingenieurs enz die aan het volk ontwikkeling moeten bren gen, die het volk moeten voorlachten in zijn <JagelijkselP doen en streven, mét moeten bijstaan door hunne kennis, zijne leiders moeten wezen in alles, kortom, de mannen die aan het volk de weldaden van het hoo ger onderwijs moeten verschaffen, moeten hunne studiën doen in de taal van hel volk. Zoo zij hunne studiën doen in eene andere taal dan die van het volk waaronder zij leven, kunnen zij onmogelijk aan het volk iets mededeelen van hunne wetenschap, dan is de band gebroken. In dit geval kan de hoogeschool hare zending niet vervullen. En zie, dit gebeurt nochians in Vlaamsch- Belgiè. Wijl in alle landen der wereld aan de hoogeschool onderwezen wordt in de taai van het volk, wordt in Vlaamsch-België alleen het hooger onderwijs in eene vreemde taal gegeven. Waarom gebeurt dat zoo Dat zullen wij later pens samen nagaan. De Vlaamsche landbouwer of werkman geniet bijgevolg de weldaden van het hooger onderwijs niet door die miskenning zijner taalHij word t van iets beroofdeen «iets» waar ook zijne bete broods van afhangt. En dat willen wij, Vlamingen, niet lan ger dulden. In Vlaamsch-België moet het hooger onderwijs gegeven worden in de taal van het volk, in het Vlaamsch. De hoogeschool van Gent, in het hartje van Vlaanderen gelegen, moet een Vlaamsche hoogeschool worden. Dat eischen wij Ern. CLAES. Katholiek Vlaamsch Secretariaat. Wilt gij goede sterke weke-werkschoenen aan 8.50 fr. en 9 fr. het paar, gaat naar de Gouden Mansboltien bij Florent Osteux- Dauchy, Yperstraat, Poperinghe, waar zij gewaarborgd zijn, want ze worden in zijn eigen huis met de hand gemaakt. Zenuwachtige en zieke personen aan wie café verboden is, mogen suikerij Van Tiegiiern-Dupont. Rousselaere. gebruiken beestachtige uitdrukking. Evenwel, alsmt n den blik zijner kleine grijze oogen aandach tig gadesloeg, moest men veronderstellen dat die man zeer sluw en loos was. Tamelijk groot van gestalte en goéd ge bouwd, zag hij er zeer sterk uithij kon. voor zooveel men op zijn ruw wezen kon oordeelen dertig jaar tellen. Zijn naam was Frans Haniest. maar deze was om zoo te zeggen in de gemeente niet gekend, men noemde hem gewoonlijk kort weg Cies. ofwel om niet kwalijk verstaan te worden, Cies de pensejager. Hij woonde alleen in een huisje en werd door iedereen gevreesd, zonder dat men zulks liet blijken. Niemand wist juist waarvan hij leefde, nooit deed hij regelmatig werk en als er ergens te drinken was, was hij er zon der fout bij. Het zal den lezer dus niet al te zeer ver wonderen, dat de oude Katrien zich in het geheel niet gevleid achtte over de komst van Cies. Nochtans kwam zij na eenige oogenbiik- ken terug, zegde aan den bezoeker dat haar meester hem verwachtte en zij leidde hem in de keuken. Goeden dag, mijnheer Dam maert, sprak hij zijne muts meteene gemaakte beleefdheid afnemend De aangesprokene zag er eenigzins ver wonderd uit. eventwel zegde hij heel kalm Dag Cies. Wat wenscht gij. jongen In plaats van te antwoorden, keek Cies langs alle kanten rond en eindelijk met eenen blik op de meid, sprak hij Maar wij zijn hier niet gansch alleen Mijn Orgelman is grijs en oud, Zijn lange baard schijnt honderd jaren, Een wilde jachthoed duikt zijn haren, En in zijn slunskleed heeft hij koud. Al beven, draait de man de wrang Van zijnen óudversleten orgel, Die galmt zooals een vreemde gorge! En speelt een eindloos droef gezang. Van 's morgens vroeg tof 's avonds laat, in koude en wind en wintervlagen, Zoo sprakeloos, binst gansche dagen, Omringd van jongens, langs de straat. De menschen komen op hun zul Ontroerd door 't wonder lied des armen, En werpen, 't herte vol erbarmen, Hun jonst in 't busje zonder hul, Dat reikt een feeder meisjekind, Zoo blond van haar, zoo jong van leven, Dat roode lip van dank doet beven En korte rokjes zwaait te wind. Zoo rolt de kar van deur tot deur Die 't edel speeltuig mag vervoeren, Getrokken door een hond van boeren, Gelijk zijn meester grijs van kleur. Steeds draait de man, soms 't oog gericht, Betraand, ten hoogen blauwen Hemel, Door sniert en rouw en rampgewemel, Naar 't eeuwig troostend Godlijk Licht En onbewust maakt 't heilig kruis i... En, 't karke rolt en vert gedeurig, Wijl de orgel klaagt zoo traag, zoo treurig, Én zuchten zwijgt, aan 't laatste groen huis. ...Zeer diep in 't bosch, vernacht 't gespan, En slapen dicht bijeengedrongen, Door 't helder maanlicht klaar beschongen, Het meisje, d'hond en de rfrgelman I h. H. Sedert eenigen tijd hoort men zoo wat overal dat wedstrijden van schoonheid inge richt zijn, maar in vroeger tijden richtte men op de kermissen in Vlaanderen en in het Noorden van B'rankrijk, soms wedstrij den van leelijkheid in. Een Amerikaan had nu dat gedacht over genomen, en dacht, in zijn land ook derge- lijken prijskamp voor vrouwen in te richten. Maar sedert de opening van dien prijs kamp aangekondigd is, ontvangt de onge lukkige inrichter alle dagen en uit alle streken, brieven waarin zijn bol ferm gewassehen wordt. Ziehier eenige van die briefkes die vol strekt op geene minnebriefkes gelijken Nr 1. Mijnheer, Ik heb de eer niet u te kennen, doch ik ben zeker dat ik mij niet bedrieg, als ik zeg dat gij te led ijk zijt om dood te doen. Het gedacht van een prijskamp voor leelijke vrouwen in te richten kan enkel in den dommen kop opgekomen zijn van een man met een afschuwelijk en terugstootend uit zicht. Gij hoopt zeker iemand te vinden, 't zij man of vrouw, leelijker dan gij, en daaren boven nog de voldoening te smaken van eene dikke ontvangst in uwen zak te steken Zoo iets is onweerdig van een eerlijk en beschaafd man. Aanveerd de uitdrukking van mijne rechtzinnige verachting. Onleesbaar handteehen N1' 2. Gij wiit slim zijn, gij, en gij zoudt eens geern met de vrouw laten den spot drijven. Maar, dommerik, gelooft gij dan waarlijk dat er leelijke vrouwen bestaan? Ik betaal u ai wat ge wilt, zoo gij mij eene vrouw kunt toonen die rechtzinnig bekent dat zij leelijk is. Zulke vrouwen zijn er niet. Zoudt gij ons eens willen zeggen uit welk oogpunt gij de schoonheid en de leelijkheid beoordeelt? Wat is leelijk zijn? Waar zult gij de leelijk heid zoeken'? In Chicago of te Molenbeek? Maar, ongelukkige, bedenk dan toch dat de volmaakte leelijkheid slechts te vinden is bij het mansvolk. Ik ben zeker dat gij van uw eigen beeld schrik hebt, als gij u in den spiegel beziet. Wel, gij leelijkaard Mie Katoen. Nr 3. Ik ben eene Engelsche, gij zijt een Ameri kaan. Uw prijskamp van leelijkheid is eene list, eene hinderlaag om de engelsche vrou wen te betrappen. Gij zoudt willen dat eenige mijner landgenooten zich in uwen winkel lieten ten toon stellen met hunne en de een of andere zou ons wel kunnen af luisteren. Is het dan een zoo groot geheim dat gij mij mede te deelen hebt. Voorzeker, mijnheer, een allergrootst en als gij het zult kennen, zult gij de eerste zijn om inij over mijne voorzorgen te bedan ken. Zoo, zoo sprak Dammaert, met eene soort van zenuwachtig ongeduld. Hij scheen na te denken wat hij doen zou en sloeg eenen onderzoekenden blik op den slordigen man. Na een oogenblik zegde hij Nu dan, wij kunnen alhier gaan, en richtte zich schoorvoetend naar de deur van een ander vertrek. Wel, mijnheer, gij moet niet benauwd zijn van mij, sprak Cies, ais hij zulks be merkte, en hij voegde er op diepzinnigen toon bij Ik ben geen moordenaar. De twee mannen kwamen in een klein plaatsken, dat aan de broeders Dammaert tot bureel diende. Een tafel met papieren en ander schrijf gerief er op, drie stoeien eenige ouderwet- sche printjes aan de muren en een boord be iaden met boeken van allerlei vorm, grootte, ouderdom ziedaar waaruit gansch het mo bilair der kamer bestond. Cies keek wederom zeer omzichtig rond, zeggende Zijt gij zeker dat niemand ons hooren kan. Alleszins, hier moogt gij vrij spreken. Dan zal ik de stoutheid nemen mij ne der te zettensprak Cies, eenen stoel nemende. Meteenen loensclien blik op zijnen ver baasden aanhoorder, ging hij voort En ik zou u aanraden hetzelve te doen, want ons onderhoud zou tamelijk lang kunnen duren. Dammaert scheen zich te willen in gram schap stellen, doch hij weerhield zich zoo veel mogelijk en sprak Weet gij wel, Cies, dat gij iemand zijn geduld zoudt doen verliezen Ik zal nu zeker wellicht algauw weten, waarvan er kwestie is Waarom al die haast sprak Cies met onverstoorbare kalmte, nu toch, ik zal het u maar zeggen ik kom u spreken over den moordenaar van uwen broeder. Wat zoudt gij daarover moeten zeggen de moordenaar is gisteren aangehouden. Zeker, zeker, mijnheer, er is iemand aangehouden, ja maar het is de plichtige niet. Zoudt gij eenen onschuldige willen laten veroordeelen. Dammaert antwoordde ontwijkend Wat weet gij daarvan? Zult gij zeggen dat de rechters gemist hebben Voorzeker hebben zij gemist en indien ik het niet zeg, zal zulks van u afhangen, maar ik zal het toch altijd denken. Hoe kunt gij daar zoo over spreken en u boven de gerechtsdienaars stellen P Omdat ik den moordenaar gezien en herkend heb. Weihoe, gij hebt den moordenaar gezien. Ja, mijnheer, en het was d« Corsikaan niet. Maar wat scheelt u, gij wordt bleek en schijnt onpasselijk

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1911 | | pagina 1