NIEUWSBLAD VOOR
POPüRiNbHt
EK ÖÜSTREKEN,
WRAAK EN LIEFDE
verschijnende
den Zaterdag-
namiddag.
1 en begeert te koopen
HET NOTARIËEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Koopt uwe MEUBELS, Stoelen. Kindervoituren, Stoors, Gordijnen, Tapijten, In den Bazar, bij Sansen-Decoute, Poperinghe
Kepers, Persen Brandhout
HOP- en INLEGPERSEN
Se Jaar. N 3.
ANNONCEN
Den drukregel 10 c.
Herhaalde Annoncen
volgens overeenkomst.
Eerste Taps, Bollingen
en lierbergkennissen
mits betaling van 25 c".
Alle Annoucen
vooraf betaalbaar
moeten vóór den
Vrijdag-noen
ingezonden worden.
INSCHRIJVINGSPRIJS
Buiten grondgebied van
Poperinghe
Op grondgebied van
Poperinghe
Buitenland 4,60 fr
De plakbrieven
die bij mij gedrukt zijn,
zullen ééns onvergeld
in het blad verschijnen.
Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe.
Notaris DE GR A VE,
Merkweerdige Koopdag
BOOMEIM
Notaris BA CQ UAER T,
Vrijdag 22 December 1911
Openbare Verkooping van
Allerbeste ZAAILAND
Notaris THEVELIN,
Op Dinsdag 9 Januari 1912,
Openbare Verkooping
SPARREN EN LARIXEN
CAIHILLE VERVARCKE.
Notaris Camerlynck,
VENDITI E VAN
SPARREN
Notaris de TAVERNIER,
Jaarlijksche groote Venditis van
No taris PEEL
le Rousbrugge- Haringhe
Dinsdag 26 December 191 1
TE WESTVLETEREN,
Merkweerdige Koopdag
BOOMEN
Notaris BAERT
Jaarlijksche koopdag
ZEER SCHOONE SPARREN
BACQUAERT, te Poperinghe.
en DESCH0DT, te Cassel.
Vrijdag 29 December 1911,
Aanzienlijke Verkooping
A 78 BOOMEN
Notaris BOUCQUEY
Vrijdag 5 Januari 1912,
Verkooping van
Notaris Haghebaert,
Op Maandag 8 Januari 1912,
Merkweerdige Verkooping van ruim
9 H. allersterkste Boschtallie
en 535 extra zware Plantsoenen,
ALLE KLASSEN VAN
In *t groot
Adres CAMILLE BARBIER,
Be hoop der toekomst.
Vlaamsche Belangen.
De arme Orgelman.
Wedstrijden van leelijkheid.
i Nadruk voorbehouden, (Wordt voortgezet.)
•worden ingelijfd
Het recht, annoncen oj
artikels te weigeren is
voorbehouden.
mmm
2,50 Fr. VOOR IEDEREEN.
De Herbergiers hebben recht
aan KosteTooze inlasscliing
van twee Herbergfeesten.
Bijzondere buiten stad 2,50
binnen stad 2,00
Herbergiers buiten stad 1,60
binnen stad 1,00
Wekelijksche Almanak.—December.
Zon op. Zon ond.
Zondag
17
3e Zondag van den Advent. H. Begga.
7
u. 42 m.
3 u
36
Maandag
18
Verwachiing van Maria.
G. Conradus.
7
43
3
36
Dinsdag
19
7
44
3
37
Woensdag
20
QuatertemperdagH. Josaphat, H. Philogene.
7
44
3
37
Donderdag
21
H. Thomas, G. Canisius.
7
45
3
38
Vrijdag
22
QuatertemperdagG. Hugolinus.
7
45
3
38
Zaterdag
23
Quatertemperdag H. Dagobertus, H.Victoria.
7
46
3
39
Volle
Maan. Woensdag 6 December, ten 2 ure 52 minuten 's
morgens.
Laatste Kwartier.
Nieuwe Maan.
Eerste Kioartier.
Dinsdag 12 December, ten 5 ure 46 minuten 's avonds.
Woensdag 20 December, ten 3 ure 40 minuten 's namiddags.
Donderdag 28 December, ten 6 ure 18 minuten 's avonds.
STUDIE VAN DEN
te Ghyverinchove.
Woensdag '<t(i December 1011,
om 2 ure stipt namiddag
te HOOGSTA EDE in hel Gemeente-huis,
van Koopen zware en langstammige
staande 1" te BEVEREN - aan - Yser,
Ter hofstede van Désiré Fagoo en op land
gebruikt door Henri Deschry ver aan St Eloi.
2° Te ALVERIVGHEM.
Op land en in weide gebruikt door De
BeiT, aan den Burgmolen.
In weide gebruikt door Beghein nabij de
dorpplaats.
Eiken, Korren, Klemmers, Hollanders,
Populiers, Olmen, Abeelen en Wilgen.
Alles op voorhand te bezichtigen.
Tijd van betaling mits borgstelling.
Zie de plakbrieven.
STUDIE VAN DEN
TE POPERINGHE.
in ééne zitting,
om 2 ure, ter herberg Wes tv laanderen
bewoond door M. Leopold Melis, Cassel-
straat, te Poperinghe,
1 heet. 98 aren 40 cent.
bijzonder wel geschikt voor Bouwgrond,
gelegen te RENINGHELST-Ouderdom,
bij d'herberg 7 Prinsenhof aan den hoek
der kalsijde van Poperingne naar den Ou
derdom en van den keiweg van Reninghelst.
naar Vlamertinghe.
Verdeeld bijaflichen met plan, in 7 koopen
Bekend bij kadaster sectie B, num. 129,
130 en 131.
Al gebruikt door de weduwe Livin Beir-
naert, zonder pacht, aan 285 frs 'sjaars
boven de lasien.
STUDIE VAN DEN
TE MEESSEN.
om 1 ure namiddag
in het Starbosch en daarna in den Strooien
Haan te WYTSCHAETE,
ten verzoek van het bestuur van het Konink
lijk Gesticht van Meessen, van
(IO koopen extra sclioone
in een bosch blanke taillie gekapt,
hebbende eenen omtrek van 0,70 tot lm20,
bijzonderlijk dienstig voor timmerlieden,
wagenmakers, hoppe- en labakkweekers
3 Hectaren Taillie en 346 Plantsoenen,
1 Eik en 1 Berkenboom.
De verkooping zal beginnen om 1 1)2
ure stipt in het Starbosch.
Tijd van betaling mils goede borg te
stellen.
5 Mengelwerk van DE POPERINGHENAAR
oorspronkelijk verhaal door
Ik vraag u voor de laatste maal, sprak
de onderzoeksrechter, indien gij verdere
bewijzen kunt aanhalen, om te toonen dat
gij waarheid spreekt over de manier, op
welke gij den verleden nacht doorgebracht
hebt
Ik kan niets anders zeggen, mijnheer,
luidde het antwoord, dan hetgene ik reeds
verklaard heb.
Is dat uw laatste woord.
Voorzeker, mijnheer.
Dan ben ik gedwongen u voorioopig
in hechtenis te nerhen en naar Gent mede te
leiden.
Ik hoop, mijnheer, dat uw misslag van
geen langen duur zal zijn, antwoordde Juan
zeer kalm, want ik ben heel en al onschul
dig in de zaak.
Dit zullen wij zien, sprak de rechter
ongeloovig.
intusschen was het avond geworden en
Juan mocht zich van tusschen de gedarmen,
die met het parket- medegekomen waren,
niet meer verwijderen.
Peet Verkramme naderde tot hem met
de tranen in de oogon.
Juan greep hem de hand en sprak over
luid
Studie van den
te Passchendaele,
0|> Dinstlag 2(i Deeeniliei- 1011,
2" Kerstdag,
voortkomende der blankkapping van een
deel bosch in de Caillie-Vijver, - te 00ST-
NIEUWKERKE, langs de kleine Rousselare-
straat, op kleinen afstand der herberg De
Kazakke en den keiweg naar Passchen-
daele-Dorp.
Tijd van betaling mils goede borg.
Kantoor van den
te Poelcapelle.
Dinsdag 26 December lOll,
om I ure stipt namiddag, te Langemarck.
Vrijhosch, in de bosschen van Madame Van
Beneden,
bevallende voor dit jaar
100 Koopen zeer schoone Sparren-Kepers
20 Koopen Larixen-Kepers
50 Koopen Hop- Inlegpersen en Stoppersen
30 Konpen Taillie;
3000SparresLu-Hen, 2000 Sparrebusschen erjz.
Vergadering in den hof van Medard
Maria hal, bij de herberg Het Meuneken.
KANTOOR VAN DEN
om i ure stipt namiddag,
van (>11 Koopen Olmen,
Hollanders, Populieren, Eiken en Esschen
staande op de hofsteden van Emiel Boucneau,
Frangois Vanbeveren, Jules Cappoen, Frede
ric Huyghe, Emiel Houvenaghel en andere.
Vergadering ter hofstede Emiel Boucneau.
Affichen te verkrijgen bij bovengenoem-
den Notaris PEEL.
Gewone voorwaarden en tijd van betaling.
KANTOOR VAN DEN
TE DIXMUDE.
Op Dinsdag 18 G December 11111,
2'" Kerstdag),
om 1 ure namiddag, te Houthulst, in de
bosschen van Mevrouw We Maes-Van
Damme, grondeigenares te Merckem,
van ongeveer KiO koopen
diensiig voor hoppepersen,
tuin- en diltpersen, tabak hangers en liggers,
kepers, hage- en stoppersen.
Verders 1SOOO Sparrebiissclicii,
Ween niet, vader, uw pleegzoon is
feen moordenaar en ik zal weihaast terug
eeren
De goedhert-ige smid wilde antwoorden,
doch de gendarmen duwden hem met ge
weld achieruit. Hij riep nochtans tot zijn
aangenomen kind
Ik geloof het. Juan, vaarwel, en God
geve dat gij algauw moget wederkomen.
Daarop liep de man zonder omzien naar
huis
Ken rijtuig w> rd in gereedheid gebtacht,
waarin de Corsikaan moest plaats nemen,
nevens eenen ^e darm.
De heeren van het parket waren ook in
hunne koets gestegen en men vertrok
In het gemeentehuis en in andere drank
huizen werden nog eenige glazen bier gele
digd, terwijl men over het gebeurde druk
redekavelde.
Het slot der samenspraken kwam veelal
op het volgende uit
Het is dan toch de ('orsikaan geweest...
Ik heb het gedacht van zoo ik iets van de
zaak hoorde. Hij komt ook voort van land
loupers en vreemdelingen en dat volkje is
niet te betrouwen.
Ais men het gevoelen en de meening
der menschen nagaat, sprak de barbier, dan
moet Caroli voorzeker plichtig zijn immers
«vox populi, vox Dei zegt het spreek
woord, hetwelk beteekentde stem of het
oordeel der menschen, is ook het oordeel
van God.
Die wijze en diep doordachte spreuk stelde
de Hoogendykenaren nog meer gerust en.'
iedereen ging met de vaste overtuiging te3
Studiën der Notarissen
om 10 ure zeer stipt 's morgens,
onmiddelijk na de aankomst der trams, ter
herberg A la Cour de Flandre bewoond
door MP. Quaghebeur-Proot, recht over
de Statie, te POPERINGHE.
van
hollanders, harde iepen, populiereA,
esschen en eiken),
slaande (er hofsteden
op Haringhe'.yan Camille Parret en de Ve
Ch. Fortry. Stavele, van Jules Butaye on
Alois Gaucquie Proven, van de We Set.
Debeor. Ooslvleteren, van Jules Dejonck-
heere en Elver ding he, van de We Augusie
Van Exem. Zeer gemakkelijk vervoer.
Tijd van betaling mits borg.
£WF" Al deze boomen moeten op voorhand
bezichtigd worden.
STUDIE VAN DEN
TE POPERINGHE.
Burgerlijke Godshuizen van Poperinghe.
om 2 uren namiddagin het Hotel van
Regeering Vlamingstraat, te Poperinghe,
I. 0 Heet. 12 aren 00 cent. iSoscEitail»
lien geschoten van 6 jaren met GIG geteem
kende Plantsoenen, gedegen te Poperin
uhe-Helhoek en Galge-bosschen.
Bij plakbrieven verdeeld in 8 koopen.
4 Heet. 18 a. 30 cent. Bosch om blank,
te kappen staande te Poperinghe op de par
lien genaamd De Wulleminne en O. II
bosch.
II. Zeven koopen Verdunning v»
Sparren. Voor de aanwijzing der koo
pen zich te begeven bij den boschwachter
Charles Deprez.
III. Boomen.
Op 't Galgebosch, een eik.
Op 't Beke-bosch, 19 koopen beuken,
eiken, populiers en Abeelen.
Op de weide De Bruineeke gebruikt
door Charles Billiau 7 koopen zware iepen.
Op O. H. Bosch, 28 koopen eiken,
beuken en Abeel.
Op de Wulleminne, 74 koopen zware
beuken en eiken.
Op 't bosch De Braamvloge, 2 eiken.
Op 't bosch De 8 Gemeten, 2 eiken.
De liefhebbers zijn verzocht de boomen
voor de verkooping le willen nazien.
Op gewonen tijd van betaling mits door al
de koopers zonder uitzondering te stellen
begoede en welbekende borg gehuisvest
binnen het kanton Poperinghe, gereed te
betalen 10% hunner koopprijzen voor kos
ten en onder de voorwaarden begrepen in
"t lastkohier behoorlijk goedgekeurd berus
tende ten kantore van den notaris BOUCQUEY
voornoemd.
STUDIK VAN DEN
TE PRO VEN.
Verhoren Maandag
om 3 ure stipt namiddag, te PROVEN, ter
herberg «De Clytte voor Mijnheer den
Baron Mazeman de Couthove,
bijzonder dienstig voor hoepelsplijters,
wassende in de Couthove-bosschen te Proven.
Louis Matton, boschwachter, loont de
koopen aan.
Langen tijd van betaling, mits goede borg.
aan zeer voordeeiig prijzen.
Te koop bij Cyr. NOYEZ boschwachter
te Clercken-Houthulst.
A lie inlichtingen op aanvraag.
Tailliehout. voor fascinages, met of zonder
plantsoenen Lijsteboomen zware Eiken en
andere soorten van boomen.
Houtkoopman, LOPIIEM-bij-Brugge.
De personen van builen stad, die niet be-
geeren het bedrag van hun abonnement voor
het jaar 1912 tegen postkwittancie te betalen
worden vriendelijk verzocht ten onzen bu-
reele te komen voldoen.
Is het niet waar dat een jongeling aan
allerlei gevaren blootgesteld is, in werk
plaats, op straat of' in de kroeg
Ouders en meesters weten niet meer of
hunne zonen en onderdanen nog ter kerke
gaan, of zij de HH Sacramenten ontvaDgen,
met wie zij ommegaan en welke lokalen zij
bezoeken... Aan ouders en meesters kunnen
zij wijsmaken wat zij willen, want, zij zien
hen slechts om te eten en misschien nog
eenige uren om hunne afgematte leden wat
uit te rusten.
ïn sommige kroegen, daar hooren en zien
de jongelingen veel... daar spot men met
priesters en kerk, daar lacht men met dezen
die nog tot de HH. Sacramenten naderen
daarbij liggen nog slechte gazetten en zede-
looze geschriften ter beschikking, en dan
nog tussohon klinkende glazen, weergalmen
er oneerlijke liederen.
Plotselings bemerken zij dingen waarop
zij vroeger nooit gedacht hadden, zij begij
nen na te denken, de verbeelding ontvlamt
en het Vuur der hertstochten laait in hunnen
boezem op, slechte vrienden en vriendinnen
pramen hen nog meer door gesprekken en
slechte voorbeelden, en weldra is het inwen
dige van de jeugd gelijk geworden aan een
bestormde zee
Is het dan niet hoog tijd dat er hand aan
't werk geslegen worde tot redding der
jeugd?... en dit werk, is het werk vooral
van de hoogere standen.
Dat men dan zorg drage voor zondag
school, patronage en congregatie, dit is het
eenigste middel om de volksjeugd te behou
den in de rangen van het katholieke leger.
Dat alle priesters, ouders en onderwijzers,
het hunne bijdragen om zondagschool en
jongelingskring te ondersteunendat ze
eens toonen aan de jeugd, welk belang ze
stellen in hunne vergaderingen...
Dat de burgerjongelingen zich niet scha
men deel te maken van de congregatie dat
zij het beneden hunne weerdigheid niet
achten van bijeen te komen met de zonen
der werklieden het is de beste manier
van zijne volksgezindheid te toonen. Dat
alle jongelingen deelmaken van den jonge
lingskring en hen laten geleiden door de
wijze raadgevingen van den edelmoedigen
bestuurder, om Tater de sieun te zijn van
Godsdienst en Vaderland
bed, dat de Corsikaan geen voet huiten zijnen
weg was en loon naar werken ging krijgen.
VI
Waarin men ziet dat de spreuk
vox populi vox Dei niet altijd ivaar is.
Des anderendaags in den morgen zag de
oude Katrien in den winkel der üammaert's
eenen persoon binnentreden wier komst
haar ten hoogste scheen te verwonderen.
Hetgeen haar nog meer verbaasde, was
dat gezegde persoon met eene tremaakte be
leefdheid vroeg indien hij mijnheer Dam
maert kon spreken.
Kan ik hem uwe boodschap niet over
maken VToeg de oude vrouw eenigzins on
geduldig. Gij kunt wel denken dat mijn
meester nu ai heel weinig tijd zal hebben om
met u te spreken.
Wat ik te zeggen heb, vrouwtje, moet
ik hem zelf zeggen, spi ak de man op zonder
lingen toon en met eenen diepzinnigen grim
lach ging hij voort
Zeg maar aan mijnheer, dat ik hem
aanstonds over zeer ernstige zaken moet
spreken. Hij zou voorzeker niet tevreden zijn,
indien ik met u over de kwestie handelde.
Nu, ik zal g ian zien, sprak de meid en
zij verwijderde zich.
Intuschen zullen wij den man aan de lezer
in körte woorden voorstellen.
Hij was ellendig en slordig gekleed. Zijn
wezen dat bijna gansch met een vuilen stop
pelbaard bedekt wat, droeg de kenmerken
van allerlei buitensporigheden ep had eene
Onze Landbouwers en de Vlaamsche
Hoogeschool.
II.
Vragen wij ons eerst af waartoe een
hoogeschool wordt opgericht, waartoe zij
dient.
Ik laat alle beschouwingen ter zijde over
het groot belang der hoogeschool als
brandpunt der beschaving als de oor
sprong van alle hoogere ontwikkeling eens
volks, die zijne min of meer voorname plaats
aanduiden wil in de rij der natiën, Zeggen
wij daarover enkel dat het in het streven
aller volkeren ligt een hooger onderwijs te
bezitten van eerste gehalte, in hunne hooge-
scholen de beste geleerden uit eigen land
of uit den vreemde aan te stellen, omdat zij
wel weten dat van den bloei van het hoo
ger onderwijs, om zoo te zeggen alles af
hangt, voor den roem en de welvaart des
vaderlands.
Da hoogeschool bestaat ongetwijfeld voor
den vooruitgang der wetenschap op den
weg der wetenschap moeten onze geleerden
aan de hoogeschool immer vooruit, hun
levensbaan is een gedurig zoeken naar die
dingen die thans nog verborgen zijn voor den
menschel ijken geest. Iedere nieuwe ontdek
king en uitvinding is een stap vooruit op den
weg der beschavingDe hoogeschool,
met andere woorden, heeft voor doel de be
schaving vooruit te helpen. Het is een volk
zijn hoogste roem, veel bijgebracht te heb
ben tot den vooruilgang der wetenschap
een volk haalt meer eer, krijgt hij vreem
den meer ontzag door zijne mannen van
froote wetenschap dan door zijne oorlogs-
elden.
Maar een hoogeschool wordt ook opge
richt voor het volk zelf, tot bevordering
der stoffelijke en zedelijke welvaart van het
volk. En naar onze meening ligt daarin
meest van al het doel der universiteit. De
wetenschap kan vooruitgang doen en be
oefend worden buiten de hoogeschool. om
geleerde te zijn moet men geenen hooglee
raar wezen. Maar de welvaart van een
volk hangt in den modernen lijd recht
streeks af van zijne verstandelijke ont
wikkeling. ontwikkeling die uitgaat van
de hoogeschool.
Zij bestaat dus voor het volk, voor heel
het volk, voor boeren en werklieden en
burgers, voor allen. Wil de hoogeschool
dan waarlijk als dusdanig hare rol vervul
len zij moet zoo ingericht zijn dat zij op de
meest doeltreffende wijze aan het volk nut
tig weze, op de meest practische wijze de
welvaart des volks bevordere. En dit zal ge
beuren wanneer er tusschen de hoogeschool
en het volk een band bestaat. De band
is de taal. Ingenieurs, advocaten, genees-
lieeren, veeartsen, landbouwingenieurs enz
die aan het volk ontwikkeling moeten bren
gen, die het volk moeten voorlachten in zijn
<JagelijkselP doen en streven, mét moeten
bijstaan door hunne kennis, zijne leiders
moeten wezen in alles, kortom, de mannen
die aan het volk de weldaden van het hoo
ger onderwijs moeten verschaffen, moeten
hunne studiën doen in de taal van hel
volk.
Zoo zij hunne studiën doen in eene andere
taal dan die van het volk waaronder zij
leven, kunnen zij onmogelijk aan het volk
iets mededeelen van hunne wetenschap, dan
is de band gebroken.
In dit geval kan de hoogeschool hare
zending niet vervullen.
En zie, dit gebeurt nochians in Vlaamsch-
Belgiè.
Wijl in alle landen der wereld aan de
hoogeschool onderwezen wordt in de taai
van het volk, wordt in Vlaamsch-België
alleen het hooger onderwijs in eene
vreemde taal gegeven.
Waarom gebeurt dat zoo Dat zullen
wij later pens samen nagaan.
De Vlaamsche landbouwer of werkman
geniet bijgevolg de weldaden van het hooger
onderwijs niet door die miskenning zijner
taalHij word t van iets beroofdeen «iets»
waar ook zijne bete broods van afhangt.
En dat willen wij, Vlamingen, niet lan
ger dulden. In Vlaamsch-België moet het
hooger onderwijs gegeven worden in de
taal van het volk, in het Vlaamsch. De
hoogeschool van Gent, in het hartje van
Vlaanderen gelegen, moet een Vlaamsche
hoogeschool worden. Dat eischen wij
Ern. CLAES.
Katholiek Vlaamsch Secretariaat.
Wilt gij goede sterke weke-werkschoenen
aan 8.50 fr. en 9 fr. het paar, gaat naar de
Gouden Mansboltien bij Florent Osteux-
Dauchy, Yperstraat, Poperinghe, waar zij
gewaarborgd zijn, want ze worden in zijn
eigen huis met de hand gemaakt.
Zenuwachtige en zieke personen aan
wie café verboden is, mogen suikerij Van
Tiegiiern-Dupont. Rousselaere. gebruiken
beestachtige uitdrukking. Evenwel, alsmt n
den blik zijner kleine grijze oogen aandach
tig gadesloeg, moest men veronderstellen
dat die man zeer sluw en loos was.
Tamelijk groot van gestalte en goéd ge
bouwd, zag hij er zeer sterk uithij kon. voor
zooveel men op zijn ruw wezen kon oordeelen
dertig jaar tellen.
Zijn naam was Frans Haniest. maar deze
was om zoo te zeggen in de gemeente niet
gekend, men noemde hem gewoonlijk kort
weg Cies. ofwel om niet kwalijk verstaan te
worden, Cies de pensejager.
Hij woonde alleen in een huisje en werd
door iedereen gevreesd, zonder dat men zulks
liet blijken. Niemand wist juist waarvan hij
leefde, nooit deed hij regelmatig werk en
als er ergens te drinken was, was hij er zon
der fout bij.
Het zal den lezer dus niet al te zeer ver
wonderen, dat de oude Katrien zich in het
geheel niet gevleid achtte over de komst van
Cies.
Nochtans kwam zij na eenige oogenbiik-
ken terug, zegde aan den bezoeker dat haar
meester hem verwachtte en zij leidde hem in
de keuken.
Goeden dag, mijnheer Dam maert, sprak
hij zijne muts meteene gemaakte beleefdheid
afnemend
De aangesprokene zag er eenigzins ver
wonderd uit. eventwel zegde hij heel kalm
Dag Cies. Wat wenscht gij. jongen
In plaats van te antwoorden, keek Cies
langs alle kanten rond en eindelijk met
eenen blik op de meid, sprak hij
Maar wij zijn hier niet gansch alleen
Mijn Orgelman is grijs en oud,
Zijn lange baard schijnt honderd jaren,
Een wilde jachthoed duikt zijn haren,
En in zijn slunskleed heeft hij koud.
Al beven, draait de man de wrang
Van zijnen óudversleten orgel,
Die galmt zooals een vreemde gorge!
En speelt een eindloos droef gezang.
Van 's morgens vroeg tof 's avonds laat,
in koude en wind en wintervlagen,
Zoo sprakeloos, binst gansche dagen,
Omringd van jongens, langs de straat.
De menschen komen op hun zul
Ontroerd door 't wonder lied des armen,
En werpen, 't herte vol erbarmen,
Hun jonst in 't busje zonder hul,
Dat reikt een feeder meisjekind,
Zoo blond van haar, zoo jong van leven,
Dat roode lip van dank doet beven
En korte rokjes zwaait te wind.
Zoo rolt de kar van deur tot deur
Die 't edel speeltuig mag vervoeren,
Getrokken door een hond van boeren,
Gelijk zijn meester grijs van kleur.
Steeds draait de man, soms 't oog gericht,
Betraand, ten hoogen blauwen Hemel,
Door sniert en rouw en rampgewemel,
Naar 't eeuwig troostend Godlijk Licht
En onbewust maakt 't heilig kruis i...
En, 't karke rolt en vert gedeurig,
Wijl de orgel klaagt zoo traag, zoo treurig,
Én zuchten zwijgt, aan 't laatste groen huis.
...Zeer diep in 't bosch, vernacht 't gespan,
En slapen dicht bijeengedrongen,
Door 't helder maanlicht klaar beschongen,
Het meisje, d'hond en de rfrgelman I
h. H.
Sedert eenigen tijd hoort men zoo wat
overal dat wedstrijden van schoonheid inge
richt zijn, maar in vroeger tijden richtte
men op de kermissen in Vlaanderen en in
het Noorden van B'rankrijk, soms wedstrij
den van leelijkheid in.
Een Amerikaan had nu dat gedacht over
genomen, en dacht, in zijn land ook derge-
lijken prijskamp voor vrouwen in te richten.
Maar sedert de opening van dien prijs
kamp aangekondigd is, ontvangt de onge
lukkige inrichter alle dagen en uit alle
streken, brieven waarin zijn bol ferm
gewassehen wordt.
Ziehier eenige van die briefkes die vol
strekt op geene minnebriefkes gelijken
Nr 1.
Mijnheer,
Ik heb de eer niet u te kennen, doch ik
ben zeker dat ik mij niet bedrieg, als ik zeg
dat gij te led ijk zijt om dood te doen. Het
gedacht van een prijskamp voor leelijke
vrouwen in te richten kan enkel in den
dommen kop opgekomen zijn van een man
met een afschuwelijk en terugstootend uit
zicht. Gij hoopt zeker iemand te vinden, 't zij
man of vrouw, leelijker dan gij, en daaren
boven nog de voldoening te smaken van
eene dikke ontvangst in uwen zak te steken
Zoo iets is onweerdig van een eerlijk en
beschaafd man.
Aanveerd de uitdrukking van mijne
rechtzinnige verachting.
Onleesbaar handteehen
N1' 2.
Gij wiit slim zijn, gij, en gij zoudt eens
geern met de vrouw laten den spot drijven.
Maar, dommerik, gelooft gij dan waarlijk
dat er leelijke vrouwen bestaan? Ik betaal u
ai wat ge wilt, zoo gij mij eene vrouw kunt
toonen die rechtzinnig bekent dat zij leelijk
is. Zulke vrouwen zijn er niet. Zoudt gij ons
eens willen zeggen uit welk oogpunt gij de
schoonheid en de leelijkheid beoordeelt?
Wat is leelijk zijn? Waar zult gij de leelijk
heid zoeken'? In Chicago of te Molenbeek?
Maar, ongelukkige, bedenk dan toch dat de
volmaakte leelijkheid slechts te vinden is bij
het mansvolk. Ik ben zeker dat gij van uw
eigen beeld schrik hebt, als gij u in den
spiegel beziet.
Wel, gij leelijkaard
Mie Katoen.
Nr 3.
Ik ben eene Engelsche, gij zijt een Ameri
kaan. Uw prijskamp van leelijkheid is eene
list, eene hinderlaag om de engelsche vrou
wen te betrappen. Gij zoudt willen dat
eenige mijner landgenooten zich in uwen
winkel lieten ten toon stellen met hunne
en de een of andere zou ons wel kunnen af
luisteren.
Is het dan een zoo groot geheim dat gij
mij mede te deelen hebt.
Voorzeker, mijnheer, een allergrootst
en als gij het zult kennen, zult gij de eerste
zijn om inij over mijne voorzorgen te bedan
ken.
Zoo, zoo sprak Dammaert, met eene
soort van zenuwachtig ongeduld.
Hij scheen na te denken wat hij doen zou
en sloeg eenen onderzoekenden blik op den
slordigen man. Na een oogenblik zegde hij
Nu dan, wij kunnen alhier gaan, en
richtte zich schoorvoetend naar de deur van
een ander vertrek.
Wel, mijnheer, gij moet niet benauwd
zijn van mij, sprak Cies, ais hij zulks be
merkte, en hij voegde er op diepzinnigen
toon bij
Ik ben geen moordenaar.
De twee mannen kwamen in een klein
plaatsken, dat aan de broeders Dammaert tot
bureel diende.
Een tafel met papieren en ander schrijf
gerief er op, drie stoeien eenige ouderwet-
sche printjes aan de muren en een boord be
iaden met boeken van allerlei vorm, grootte,
ouderdom ziedaar waaruit gansch het mo
bilair der kamer bestond.
Cies keek wederom zeer omzichtig rond,
zeggende
Zijt gij zeker dat niemand ons hooren
kan.
Alleszins, hier moogt gij vrij spreken.
Dan zal ik de stoutheid nemen mij ne
der te zettensprak Cies, eenen stoel nemende.
Meteenen loensclien blik op zijnen ver
baasden aanhoorder, ging hij voort
En ik zou u aanraden hetzelve te doen,
want ons onderhoud zou tamelijk lang
kunnen duren.
Dammaert scheen zich te willen in gram
schap stellen, doch hij weerhield zich zoo
veel mogelijk en sprak
Weet gij wel, Cies, dat gij iemand zijn
geduld zoudt doen verliezen Ik zal nu
zeker wellicht algauw weten, waarvan er
kwestie is
Waarom al die haast sprak Cies met
onverstoorbare kalmte, nu toch, ik zal het
u maar zeggen ik kom u spreken over den
moordenaar van uwen broeder.
Wat zoudt gij daarover moeten zeggen
de moordenaar is gisteren aangehouden.
Zeker, zeker, mijnheer, er is iemand
aangehouden, ja maar het is de plichtige
niet. Zoudt gij eenen onschuldige willen
laten veroordeelen.
Dammaert antwoordde ontwijkend
Wat weet gij daarvan? Zult gij zeggen
dat de rechters gemist hebben
Voorzeker hebben zij gemist en indien
ik het niet zeg, zal zulks van u afhangen,
maar ik zal het toch altijd denken.
Hoe kunt gij daar zoo over spreken en
u boven de gerechtsdienaars stellen P
Omdat ik den moordenaar gezien en
herkend heb.
Weihoe, gij hebt den moordenaar gezien.
Ja, mijnheer, en het was d« Corsikaan
niet. Maar wat scheelt u, gij wordt bleek en
schijnt onpasselijk