HET NOTARIËEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD NIEUWSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN, BROODBAKKERIJ DE BOERENKRIJG T e Koopen uitter hand verschijnende den Zaterdag namiddag. Koopt uwe MEUBELS, Stoelen, Kindervoituren,Stoors, Gordijnen, Tapijten, In den Bazar, bij Sansen-Decorte, Poperinghe ÜITERHAND te Koopen, 5 Centiemen. 8c Jaar. N* 38. ANNONCEN Den drukregel 10 c. Herhaalde Annoncen volgens overeenkomst. Eerste Taps, Boilingen en Herbergkermissen mits betaling van 25 c". Alle Annoncen vooraf betaalbaar moeten vóór den Vrij dag-noen ingezonden worden. INSCHRIJVINGSPRIJS Bniten grondgebied van Poperinghe Op grondgebied van Poperinghe Buitenland 4,60 fr De plakbrieven die bij mij gedrukt zijn, zullen ééns onvergeld in het blad verschijnen. Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. Notaris BOUCQUEY, Maandag 10 Oogst 1912, blokken Hoppe met de Persen, 44 aren Aardappelen, 22 aren Beeten, 22 aren Hutteboonen. 500 Notaris BA. CQ VA ER L, Den Vrijdag 23 Oogst 1912, JVo taris PEEL, Vrijdag 23 Augusti 1912, Woensdag 28 Augusti 1912, (1798) Dinsdag 27 Augusti 1912, Voornaam WOOXHUI8 en gi-oot MAG4ZI.TI% dienstig voor hop- en al anderen handel te Poporlnglu», Yperstraat, tegen de Groote Markt. Bewoond door Mme We Benoit Degryse. Voor alle inlichtingen zich te wenden hij den Notaris Van Cayzeele, te li ening helst. De Conscience - Feesten te Antwerpen. worden ingelijfd Het recht, annoncen oj artikels te weigeren is voorbehouden. DE PDPEBWHENA4B 2,50 Fr. VOOR IEDEREEN. De Herbergiers hebben recht aan KosteTooze inlassching van twee Herbergfeesten. Bijzondere buiten stad 2,50 binnenstad 2,00 Herbergiers buiten stad 1,60 binnen stad 1,00 Wekelijksche Almanak. Augustus. Zon op. Zon ond Zondag 18 s. Helena, Agapitus. 4 u. 36 m. 6 u. 57 m Maandag 19 s. Thecla, Ludovicus, bisschop. Bernardus, Samuël. 4 37 6 55 Dinsdag 20 s. 4 38 6 53 Woensdag 21 s. Philibertus, Anastasius, Privatus. 4 40 6 51 Donderdag 22 s. Timotheus. 4 42 6 49 Vrijdag 23 s. Claudius, Lupus, Sidonius. 4 44 6 47 Zaterdag 24 s. Bartholomeus, apostel. 4 45 6 45 Laatste Kwartier. Nieuwe Maan. Eerste Kwartier. Volle Maan. Dinsdag 6 Augustus, ten 4 ure 18 minuten 's morgens. Maandag 12 Augustus, ten 7 ure 58 minuten 's avonds. Maandag 19 Augustus, ten 4 ure 59 minuten 's avonds. Dinsdag 27 Augustus, ten 7 ure 59 minuten 's avonds. Studie van den TE POPERINGHE. om 3 uren 's namiddags op de landen gebruikt door wijlen Honoré Tuyten-Van Acker, te Poperinghe, achter d'herberg Den Lutter Tap-*, verkooping van STUDIE VAN DEN TE POPERINGHE. om 2 1)2 ure namiddag, A la Bourse du Houblon Gasthuisstraat te Poperinghe, openbare verkooping van erne ivcigekiilntife met riieuwgebouwden oven op hout en koleD, regen- en steenputten, en schoon beplanten hof, groot 2 aren 32 centiaren, in de Yper- slraat, nummer 103, te I'opci-inglie. Laatst gebruikt door M. Theophile Ampen. Handslag met de geldtelling. KANTOOR VAN DEN te Rousbrugge-Haringhe. I. om 10 ure voormiddag, ter gehoorzaal van den heer Vrederechter te Rousbrugge, OVERSLAG VAN Gemeente CROHBEKE. 1. Eene partie Zaailand, bekend sectie A, nummer 5a, voor eene grootte van 42aren. Ingesteld 2400 frs. 2. Eene partie Zaailand, sectie A, nummer 249a. 250a. 251a en 252a, groot 1 heet 9 aren 80 cent. Ingesteld 5000 frs. 3. Een perceel Bosch, sectie A, nummer 448, groot 34 aren 70 cent. Ingesteld 1000 frs. Prijzie der houtgewassen 350 franks. Het zaailand is gebruikt tot 1 October aanstaande door den medeverkooper August Marchand. Voor bet bosch aanslag met de geldtelling. Alt" inlichtingen te bekoynen ter studie van bovengenoemden Notaris l*col. II. zal den Notaris PEEL, te Rousbrugge-Ha ringhe, telkens om 3 ure namiddag ter her berg Den Engel.» bewoond door Jules Demuys, ter dorpplaats van Westvleteren, overgaan, op voorzeide dagen respectievelijk tot aen instel en de definitieve toewijzing der volgende goederen 4e Mengelwerk van «DE POPERINGHENAAR historisch tafereel uit de xviiie eeuw, door Hendrik CONSCIENCE. Langzaam stapten de beide huisgezinnen tusschen de koutende dorpelingen, die met eerbied zich ter zijde schikten en hunne oogen met vleiende bewondering op Bruno en Genoveva gevestigd hielden. Op het aan gezicht van velen en in de beteekende blik ken, die er gewisseld werden, kon men wel zien, dat de boeren in hun binnenste zeiden "Zij zijn voor eikander geboren. Geen schooner paar in de wereld Deze overtuiging lag nogdieppr ingedrukt op liet gelaat van den notaris en den koster hunne oogen blonken van hoogmoed en vreugd. Maar wie er tot verdwaaldheid toe ver blijd scheen, was de oude knecht Jan Hij deed geweld om zijnen gekromden rug pp te richten, draaide met het hoofd naar alle zijden en bezag de lieden met trotsche blik ken, als wilde hij zeggen Ik heb hem opgevoed Bij den ingang van het kerkhof moesten zij aiien voorbij Simon, die daar met ver gramd en nijdig gelaat van ijverzucht stond te beven, toen hij zag, dat Bruno en Geno veva hand aan hand tot hem naderden De zoon des brouwers bezag de maagd zoo strak, dat zij het hoofd boog en zij Bruno Gemeente Westvleteren. 1.) Een HOFSTEDEKEN met woonhuis schuur, stallingen en afhankelijkheden en 70 aren 71 cent. bebouwde grond, hofplaats gras en zaailand, sectie A, nummers 336, 337. 339b, en 340 Boomprijs 300 frs. Ingesteld 5800 frs. 2.) 38 a. 90 c. Zaailand, sectie A, n. 331a. Ingesteld 4000 frs. 3.) 51 a. 07 c. Zaailand, sectie A, n. 640. Ingesteld 2750 frs. 4.) 45 a. 97 c Zaailand, sectie A. n, 114. Ingesteld 2700 frs. 5.) 1 h 16 a. 70 c. Weide, sectie A, num mers 160 en 161. Ingesteld 7000 frs. Gebruikt door Leopold Debergh, tot 1 October aanstaande. De titels van eigendom en de kadastra le plans zijn berustende ten kantore van bovengenaamden Notaris PEEL. III. om 3 ure namiddag, ter herberg Den vet ten Os bewoond door Mr Justin Caenen, ter dorpplaats van Stavele, openbare ver kooping, in eene enkele zitting, van de vol gende goederen Gemeente Stavele. Eerste koop. Eene zeer goede WEIDE, be kend bij kadaster sectie C, n. 238ic, voor eene grootte van 1 heet. 64 aren 90 cent. In drij loten verdeeld. Prijzie van hoornen en stakijten 160 frs. In pachte gehouden door Mr Justin Cae nen, tot 11 November 1913, mits 375 franks 's jaars boven de lasten. Gemeente Eoo. Tweede koop. Eene allerbeste VETTE WEIDE, bekend sectic B, n. 128a, voor eene grootte van 1 heet. 51 aren 40 cent. Prijzie van bollaards en stakijten 140 f. In pachte gehouden door den medever kooper heer Edouard Debaenst te Stavele, tot 11 November 1914, mits 350 fr. 's jaars boven de lasten. De titels van eigendom en de kadastrale plans zijn berustende ten kantore van bovengenaamden Notaris PEEL. Twee schoone en gerieflijke nieuwgebouwde WOONHUIZEN te Poperinghe, in de Brugge- straat, wanof 't een met koetspoort en stagie en 7 aren 35 c. erve en hof en 't ander met mansarde kamers en 2 a. 60 c. erve en hof. Onm.iddelijke ingenottreding Zich te begeven ter studie van den Notaris Kacquacrt. te Poperinghe. hare hand ontrukte dan wierp hij op den jongen student eenen doorborenden blik, ais eene uitdaging. Evenwel, bij den doorgang van Genoveva toonde bij zich weder beval lig, glimlachte minzaam en sprak een zoet goeden dag; maar het meisje, als beschaamd of verstoord, keerde het gezicht van hem af en liep tot haren vader, die reeds op de dorpsbaan was getreden. De oude knecht had dit alles met gram schap nagezien hij kwam voor Simon staan, dreigde hem met de vuist, en sprak Nog eens Gij onbeleefde dronkaard Simon stond tegen den kerkmuur met de oogen neergedruktwoorden van woede en van wraakzucht rolden onverstaanbaar uit zijnen mond. Hij hoorde den knecht niet. Zoo bleef hij eenige oogenblikken in spijt bedolven, totdat hij rechtsprong en zijnen gezellen toeriep Komt aan, het zal vandaag er op zijn Drinken, drinken, zooveel gij wilt De ker mis is nog niet ten einde wij zuilen nog vreemde dingen zien Hij liep als een woestaard met zijne ge zellen door het volk, en stormde schreeu wend en tierend een danstent binnen. Op de kermismarkt was het een geraas en een gewemel, dat een bedaard aanschou wer bij dit onstuimig gewoel lichtelijk dwaas en doof mocht worden. Het geschreeuw van kwakzalvers, kra mers en goochelaars, het geroffel van trom mels, het geschetter van hoorns en trompet ten, het snijdend geluid der violen, het klagend geknor der varkens, die op de markt met honderden waren, de machtige zang der jongelieden, en meer andere schal lende geruchten versmolten in een aanja gend gebrom, waaruit op eenigen afstand niets meer te herkennen was dan het ge Uitstapje der Vlaamsche Vrienden van Poperinghe naar Zondag was voor Antwerpen, voor de Vlamingen en bijzonder voor den vooruit gang der Vlaamsche zaak, de groote dag aangebroken. Het twijfelachtig weder had niemand weerhouden, en van alle kanten en van 's morgens vroeg, kwamen duizende Vla mingen in Antwerpen toe. Op den trein uit Brussel waarmede wij naar Antwerpen gingen, waren wij letter lijk opeengeperst. In kompartimenten met 8 zitplaatsen waren wij met 18 en te Vil voorde, Mechelen, Duffel kon niemand op. Om 10 ure kwamen wij te Antwerpen toe. Het is moeilijk een getal te schatten van hen die van den buiten naar stad waren gekomen, zeggen wij enkel dat zes honderd maatschappijen den oproep van het Con- science-comiteit hadden beantwoord. Het Vlaamsche heir stond Zondag pal en naar den geestdrift te oordeelen, zal het zegepralen. De feestzittingen. In de Harmonie. Pol de Mont als feestredenaar Te half elf hadden de feestzittingen plaats. Die in de Harmonie, had eene eivolle zaal uitgelokt, 't Was ook naar deze dat de Vlaamsche Vrienden van Poperinghe zich begaven. Het symfonisch orkest der Harmonie, on der de leiding van den heer Constant Le- riaerts, trad op en wij hadden het genoegen door dit uitstekend muziekkorps op overheer lijke wijze Benoit's Elzenkoning te hooren vertolken. Als solisten, Mej. Eliza Levering en M Arth. Steurbaut, die daar een oogst van toejuichingen opdeden, zooals hun zelden er een te beurt viel In de tuschenpoos nam M. Van Kerck- hoven-Donnez het woord, om Mevrouw Antheunis, dochter van H. Conscience, hare dochter en hare kleindochter, daar tegen woordig voor te stellen, om hulde te bren gen aan allen die het Conscience-comiteit ter zij stonden, aan do aanwezige Vlamingen en ten slotte aan den feestredenaar, den dichter Pol de Mont, die daarop het woord nam. Wij kunnen hier natuurlijk niet alle rede voeringen mededeelen die wij te Antwerpen zoo gretig aanhoord hebben, maar deze willen wij onze Lezers mededeelen omdat zij toch zoo groote waarheden bevat. De feestrede van Pol de Mont was een meesterwerk half kanselrede, half strijd - rede. Eerste deelde parafrase van het Evan gelie van den H. Joannes In het begin was het Woord, en het woord was bij God en het Woord was God. Alle dingen zijn door hetzelve gemaakt en zonder dat is er niets gemaakt van hetgeen er gemaakt is. Vóór Conscience was het Woord niet on der ons volk en hij werd als door God ge zonden om terug dat volk, hetwelk den dood nabij was en dat alleen nog door het Woord Kon gered worden op te wekken. Het Woord was God want, zooals God schiep, zoo heeft Conscience terug het Vlaamsche volk geschapen. En in het zelve was het leven want als een doode uit zijn graf herrezen, zoo gaf Conscience's Woord terug het Leven aan ons volk. En het Woord is Vleesch geworden want wat niets meer was, is nu weer een volk, op weg om terug dat volk te worden van voorheen, echt en groot, waar en schoon. Hij schonk ons niet alleen het leven, hij schonk ons terug de Hoop ik ging bij na zeggen, roept spreker, de Wil. Bijna... als we den Wil niet geheel bezit ten, dan is het niet de schuld van Conscien ce, 't is de schuld van ons volk, dat den mond vol heeft van In Vlaanderen druis van eenen reusachtigen bijenkorf. De menigte vlotte als een stroomende vloed over den marktmen duwde, men pietterde, men trapte elkander op de voe tenmaar op aller aangezicht stond blijdschap en uitgeiatene vreugde te lezen. Van den eenen kant, naar de kerk op, ontvouwden zich vele kramen, die lekkers, peelgoed, huisraad, laken of gemaakte kleedingstukkon te koop boden. Deze zijde was stil en vreedzaam in vergelijking met de anderemen kon daar geene teekens van woel/in en overhaasting zien, dan dat somwijlen de eene of andere boer bijna over hoop tuimelde door den stoot van eenen pondenzwaren peperkoek, die hem van uit eene kraam te koop werd toegeduwd. Naar deze kramen hadden de ouders van Bruno en Genoveva hunne stappen gericht; zij bleven er eenigen tijd, totdat de jonge ling een allerprachtigst kerkboek met zil veren sioien als kermisgeschenk voor zijne vriendinne had gekocht. Dan wilden zij insgelijks de overzijde der markt eens afwandelen, om te vernemen wat het vroolijk geraas, de vieze sprongen en zonderlinge gebaren der kwakzalvers en goochelaars te verkondigen hadden. Aan dien kant was het een ongemeen le ven daar scheen een gansch leger schreeu wers en potsenmakers zich nedergeslagen te hebben. Waar Bruno en Genoveva verschenen, werd aanstonds uit eerbied of uit vriend schap plaats gemaakten. ofschoon de beide buisgezinnen verre van de goochelaars bleven staan, konden zij echter alles goed hooren en zien. Op den hoek, bij de herberg de Leeuw stond een kwakzalver met zonderlinge kleederen en eene gansche halsketen, van Vlaamsch en niet de wil bezit dat het zóó weze. Het is voldoende den koperen knop van een eenvoudige bediende te zien, opdat de Vlaming deze seffens in 'tfransch aanspreke Hij leerde niet alleen zijn volk lezen, hij heeft zijn volk leeren voelen, leeren denken' leeren schaamte krijgen. De Ijeeuw van VlaanderenJacob van Artevelde, de Boerenkrijg, al die epossen uit een groot verleden, zij hebben op dat volk, dat zijn verleden niet meer kende, gewerkt als de zweepslag, 't Was het Woord, 't was de Openbaring. Zij die ontwend waren nog iets te voelen dat aan trots geleek, zij bloosden En aan allen, die hem aangenomen heb ben, heeft hij macht gegeven om kinderen Gods te worden want allen die in hem geloofden zijn geworden echte zonen van Vlaanderen, mannen die streven naar het ideaal dat ieder volk zich tot einddoel moet stellen, wil het geëerbiedigd worden en wil het zich zelf eerbiedigen Wees u zelf. Eer biedigt zelf uwe taalIndien de vreemdelin gen uwe taal niet spreken willen, dan is het omdat het volk zelf door hun gebrabbel hunne taal niet leeren beminnen. En toch, voed uitgesproken, zij is zoo schoon en rijk. De Vlaming is niet genoeg zich zelf en is niet mild genoeg. Gij moet trotsch en mild worden zooals Conscience is geweest. Waarom kunt gij, Vlamingen, niet doen wat Ruthenen, wat Czecken, wat Hongaren, wat Croalen doen? Omdat gij niet al, wat Conscience u voordeed, hebt gevolgd. Er is in Bohenen geen dienstmeid die niet per jaar een kroon weet weg te leggen voor den nationalen strijd, voor het fonds tot verovering van taal- en volksrechten. Bezitten wij genoeg den trots van ons ras, het standbewustzijn En nu wordt de kanselrede eene gloeiende strijdrede. Neen, liet is niet genoeg te zingen van Zij zullen hem niet temmen Den fleren Vlaamschen Leeuw. Wij moeten hem vrij maken, wij moeten ons zeiven totaal bevrijden, opgaan in onze igen schoonheid. '—En vooral wij moeten hand in hand gaan om het beloofde land te veroveren. Reeds in 1846 zegde het Conscience: wat ons verzwakt is onze tweedracht, is de on- eenigheid die de vijand in onze rangen kweekt. De rede wordt nu een vlammend beroep op de samenwerking van alle Vlamingen willen wij de kroon zetten op het gebouw, door Conscience begonnen, werken wij dan eensgezind, zonder onderscheid van denk wijze. Zoo zegepralen wij. Zoo het nu geen feest rede meer is, Conscience's geest, die hier om dwaalt, zal mij niet afkeuren gij, Vlamingen, zult mij goedkeuren werken wij hand in hand zijt ketter, of rood, of blauw, of groen of zwart, zijt al wat gij wilt, maar zijt eerst en vooral Vlaamsch, en indien ik, door 't gene ik hier kom te zeggen, mij zou kunnen vijanden gemaakt hebben, 'tis't geen waarover ik mij minst bekommer. - Daverende toejuichingen begroetten die aangrijpende slotrede. De feestzitting werd gesloten met de uit voeringvan Ons Vaderland, van Jan Blockx door Steurbaut, waarmee al de aanwezigen instemden. Het weder bedreigde slecht te zullen wor den, en wijl wij in den Wagneraan 't noenmalen zaten begon regen te vallen. Zou den stoet uitgaan? was 'teenige wat men zich nu afvroeg. Om 2 ure hield de regen op en 't beloofde te beteren. Met vaandel aan t hoofd trokken wij naar de protest meeting gehouden in de zaal El Bardo. De Protest-Meeting. De zaak is dezeDe inrichters der ten toonstelling van Gent willen in de tentoon stelling het vlaamsch op denzelfden voet niet stellen als het frausch. Alle drukwerken worden afzonderlijk in de twee talen ge drukt, wat maakt dat duizende fransche menschentanden gemaakt. Zijn hansworst blies de trompet en verhaalde in ronkende taal, welke nooit gehoorde wonderwerken zijn meester in al de landen der wereld had verricht. Tot getuigenis daarvan toonde hij perkamentbladen met roode zegels, en waarop de bevestiging geschreven stond in vreemde talen, die natuurlijk niemand kon lezen of verstaan. Nauwelijks was de hansworst ter halve zijner redevoering, of er kwam een boer. wiens gezwollene wang genoeg merken liet wat wee hem kwelde. Wel, Sus, jongen, wat gaat gij nu doen?» vroeg de notaris. De vent zal u martelen. Het geeft er niet aan, morde Sus, ik kan het niet meer uitstaan. Al trok hij den kop van mijn lijf, de tand zal er uit. De kwakzalver, deze prooi bemerkende, begon in zijne handen te wri'ven, deed den hansworst zwijgen en zridde met statigen ernst tot het volk, terwijl hij den lijdenden boer bij den schouder vatte en tot zich rukte Gij zult gaan zien, achtbare toehoorders, dat ik hier niet gekomen ben, gelijk andere kwakzalvers, waterschouders, tandentrek kers en eksteroogensnijders, die nooit heb ben gestudeerd en u dikwijls met den tand de halve kinnebak uit de mond sleuren. Neen, neen, geeft acht, gij zult gaan zien hoe meester Nicophorus zijne kunst ver staat Hij stroopte zich de rechtermouw op, klapte met de vingeren als een goochelaar, zette den boer met bet hoofd achterover tegen een stoel en greep eene ijzeren tang, waarna hij uitriep Ziet, dit tangsken is ijzer noch staal het is een piuimken, dat, wel verre van u zeer te doen, u aan het tandvleesch kittelt, exemplaren zullen rondgezonden worden tegen enkele vlaamsche. M L. Meert kwam eerst aan 't woord, en deed uiteen hoeveel voetstappen reeds gedaan waren geweest om te verkrijgen dat de wet van 1878 toegepast zou zijn, die de twee talen op gelijken voet stelt. M. A. Sevens hield eene prachtige aan spraak waarin onder ander kwam er moest eene gelegenheid als deze komen nu kunnen wij ons met de vijand van dicht bij in d'oogen bezien, en wij aanvaarden den strijd. Nog een brief zal naar het comiteit gezon den worden wij zullen op het antwoord wachten tot 20n Oogst en, volgens het ant woord voldoening of niet aan de Vlamingen zal geven, zullen honderd sprekers geheel het vlaamsche land rondgaan om propaganda voor of tegen Gent's tentoonstelling te maken. Dr Borms sprak in der zelfder voege en wakkerde de Vlamingen aan opdat geen een Vlaming, of geen een vlaamsche maat schappij den voet in de tentoonstelling van Gent zou zeiten. zoo den Vlaming geen voldoening gegeven werd. Daar het uur reeds gevorderd en het tijd was om den praalstoet te gaan zien, besloot men de vergadering te eindigen. Na een kort woord van den adv. Jozef Vanden Broeck werd de vergadering gehe ven. De Praalstoet. Nu gingen wij naar het Vleminckxveld om ons op rang te zetten om deel te nemen aan den volksoptocht die na den stoet zou plaats hebben. De 600 deelnemende maatschappijen stonden al in orde en de praalstoet moest er voorbij trekken. De stoet vertrok om 3 1)2 ure. 't Was een uur later toen hij voorbij ons kwam. Wij hebben altijd hooren zeggen: een eerste uitgang is eene algemeene repetitie en dat is in zekeren zin waar maar als dit eene repetitie was, wat zal dan de uitvoe ring zijn Wat al kreten van bewondering, wat al aaa's en ooo's hebben wij gehoord. Wat gejuich en handgeklap, toejuichgingen en teekens van goedkeuring. Als in een droom ziet men heel de ge schiedenis van Vlaanderen voorbij zich trek ken, van af de invoering der christene be schaving tot op onze dagen, nu ieder hem huldigt, die ons met die geschiedenis, niet alleen bekend maakte maar het land, dat zooveel geleden heeft, leerde beminnen, met zijne taal en zijnen roem hem welke ons dien droom voortooverde Wij zien het land met zijne helden en tri buinen, zijne verraders en verdrukkers, zij ne strijders, martelaars en zangers, tot ein delijk, als in eene apotheose, dat alles tot één tooverbeeld te samen smelt, een beeld, dat ons toeroept In 't verleden ligt het heden In het nu wat worden moet de groepen van den Boerenkrijg was er niets dat als een misprijzen of een vernede ring voor Frankrijk kon aanzien worden. De groep was zeer kenschetsend met zijn vlaamsche gewapende boeren op hunne blokken, het overweldigend leger vooraf gaande, de kommissarissen der Republiek, de boom der Vrijheid, de wagen-altaar der godin Rede, dan de plundering eener kerk, de vlucht der boeren, hun tegenstand, hun nen strijd, een priester de mis lezende in eene schuur en de boeren zegenend en ein delijk de zegepraal verbeeld op een reuzen- wagen waarop een groot gulden Kruisbeeld. De groep werd overal met geestdrift toege juicht. De laatste groep verbeeldde Concience's verheelijking door rijk verkleedde ruiters op wiens bannieren de naam van Concience's werken geschreven stonden, en door een groote zegewagen met het standbeeld van Vlaanderen, bekroond met de schilden dei' vlaamsche steden. Volle anderhalf uur duurt die schoone droom. En, wanneer hij voorbij is, en men overschouwt achter den laatsten triomfwa gen die joelende menigte, die honderden maatschappijen, welke met duizenden men- schen, veertig muzieken, duizend vlaggen naar hier stroomden, dan klopt ons hart weer fier en aangemoedigd. De stoet was allerprachtigst en trok in de beste orde voorbijhij was samengesteld uit een twaalftal groepen waarvan de be- teekenis getrokken is uit de bijzonderste romans van ConscienceDe Minnezanger, Everard 't Serclaes, Batavia, Het Wonder jaar, De kerels van Vlaanderen, Hiodwig en Clotildis, De Leeuw van VlaandereD, Jacob yan Artevelde, De Boerenkrijg. De samenstelling van ieder groep was toe vertrouwd aan eene groote maatschappij. De Boerenkrijg vooral was op machtige wijze weergegeven en heeft een zeer diepen indruk gemaakt. De liberale gazetten van Antwerpen waren tegen de uitvoering van deze groep opgekomen, bewerend dat men het in Frankrijk met een kwaad oog zou aanzien hebben deze gebeurtenis onzer ge schiedenis op te rakelen, waar de Franschen zulk eene groote rol gespeeld hadden. Waarop door de katholieke bladen de Burgerkring die de groep verbeeldde is eene groote katholieke maatschappij te recht spottend geantwoord werd dat het vlaamsche volk dan zijne geschiedenis Diet meer zou mogen verbeelden... Derhalve, in als liep er eene vlieg over de lippen, noch min noch meer Bewondert de kunst van meester Nicophorus. Zeven stuivers voor eiken tand Zeven stuivers maar Hij gaat, let op, hij gaatEén, twee, drie, pst En de kwakzalver stak de tang omhoog met iets, dat hij uitgetrokken had. De boer was'huilend op de grond geval len, en ofschoon hij kermde, afsof men hem vermoordde, de hansworst blies de trompet nog harder, terwijl meester Nicophorus ze gepralend den omstanders het uitgetrokken voorwerp toonde en dwars door het trom petgeschal uitriep Zonder pijn, zonder de minste pijn Intusschenlag de boer op den grond te spartelen en om hulp te roepen de omstan ders meenden gewis, dat hij het uit spotter nij deed, want zij stonden er bij te lachen. Evenwel, de hansworst, die bij het felle bloeden des boers voor eenig onraad vreesde, snauwde hem met verstoordheid toe, ter wijl zijn meester een juichende rede tot het volk hield Zijt ge niet beschaamd, groot mensch, dat ge daar ligt te huilen als een kind Ge meent dat het zeer doet 't Is niet waar De boer. met de tranen in de oogen en van pijn allerlei gezichten trekkende, stak de beide voorste vingeren omhoog en mompel de Twee 1 och God, och God, twee een kwade en een goede Hoe, twee sprak'de hansworst, ga loopen Elke tand is zeven stuivers mijn meester zal u veertien stuivers doen geven, al stond de koning er bij. Ga loopen Ik zal hem wijsmakendat gij aan mij hebt betaald. De bóer liet het zich geene tweemaal zeg gen en vluchtte met de hand aan den mond door het volk achter de kerk weg. Optocht en volksbetooging. Heeft geestdrift en vaderlandsliefde die duizenden naar Antwerpen doen stroomen, de praalstoet heeft die tot eene koorts opge voerd. De menschen voelden geene vermoeidheid van het lange staan zij voelden honger noch dorst, want, de straten waar zoo even in plechtigen optocht mannen en vrouwen in feestkleedij, te voet, te paard of op wagen voorbijtrokken, wemelden nu van de vlaggen en de menschen, die trachtten zoo goed als het kon, een regelmatigen optocht te vor men. En zij zingen van Vlamingen, die willen wat is recht en van Leeuwen die dansen of klauwen, en met heele vrachten bloemen beladen trekken zij naar den bronzen schrij ver, die daar rustig zit, met de pen in de hand, als gereed om aan het nieuwe geslacht nogmaals te vertellen wat al schoons hij vandaag gezien en gehoord heeft. Dan trekt de volksstoet naar de Groote Markt waar zoovele door hem beschreven gebeurtenissen voorvielen, waar Simon Tur- chi verbrand werd, waar onze Fransche (rijkmakers) rond den vrijheidsboom dans ten. Daar betreedt Keurveis eene der vier tri bunen te midden der drie of vier muziek korpsen welke de liederen zullen begeleiden. Trommels roffelen, trompetten schetteren en als een donder klinkt uit duizenden kelen Benoit's Lied der Vlamingen en Keurvel's Huldegroet. Dan bestijgen spreekers de verhoogen en redevoeringen wekken tot nieuwen strijd op en verhoogen, zoo mogelijk, den geestdrift. Dan volgen andere liederen en andere sprekers. En het wordt donker. Om 8 ure, trekken de vlaggen weg en dan zijn wij voor het eerst vrij. In haast een weinig gaan eten en dan naar De verlichting. Zelden, zeer zelden, werd tusschen de statie en de Groenplaats eene menschenzee bijeen gezien als zondagavond rond half 10. Op sommige oogenblikken stond de menigte op geheel de uitgestrektheid stil, opeen ge drongen, en was er geen tram geen rijtuig, meer, dat nog vooruit kon. Op de Keyserlei, op de Meir, op de groen plaats was het overal om ter schoonst ver licht. Vandaar trokken wij naar het vuurwerk op de St Jansplaats; wij zagen het af van in den Café Van Maerlant waar wij onder 't drinken van een lekkeren Jack-op ons wat uitrustten. Na hier en daar nog een glaasje gedronken, gingen wij moede en tevreden eenige uren slapen naar het Hotel Dijksterhuis22, Statieplein.Wij geven het volledig adres, omdat wij er allen zeer tevreden waren, Ziet, ziet, riep meester Nicophorus juichend, daar loopt hij als een haas van blijdschap Ik heb hem geraakt, wat zeg ik met den vinger heb ik slechts naar zij nen mond gewezen, en op hetzelfde oogen- blik, verdwenen is de smart Eene wijl daarna stonden meester en knecht weder op hunne stoelen van vele wondere dingen te vertellenevenwel, buiten eenige poeders om lang te leven die hij voor vier oortjes verkocht, scheen hij niet veel aftrek te hebben en welhaast keerden de meeste omstanders zich van hem af, om weinig verder naar eene andere kraam te loopen, waar het gewis op vechten ging uitdraaien, te hooren naar de ver gramde woorden, die er klonken. De beide huisgezinnen volgden den stroom der nieuwsgierige dorpelingen. Bij eene tafel stond hier een goochelaar. Nadat hij eenige potsen met de muskaden en met dé bekers had verricht, had hij eenen schel ling van iemand der omstanders gevraagd. Een boerenknecht, dit gewis lang en ge spaard had en nu wel eens wilde toonen, dat hij een zilverstuk rijk was, had den goochelaar den gevraagden schelling ge geven. De goochelaar had evenwel de schelling ingesiokt en beweerde nu, dat hij den boer in den neus stak. Deze had wel meer dan eens in den neus genepen doch daar hij dit reeds een vierendeels uurs vruchteloos had gedaan en hij nu verschrikte bij de gedach te, dat zijn schelling hem wel voor eeuwig mocht ontgoocheld zijn, ontvlamde hij eens klaps in woede, sloeg met de vuist op de tafel en schold den goochelaar voor gauw dief en nog erger. (Wordt voortgezel.) Nadruk voorbehouden.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1912 | | pagina 1