Koopt uwe MEUBELS,Stoelen, Bedden, Matrassen, Kassen, Stoars, gordijnen,Linoleums, bij Sansen-Decorte, Poperinghe. BfiflS BIISEimjCI HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCEN BLAD verschijnende den Zaterdag namiddag. Zondag 2n November 1913. 5 Centiemen. ge Jaar. N* 49. ANNONCEN Den drukregel 10 e. Herhaalde Annoncen v o I gens overeen komst.. Eerste Taps, Ballingen en Herbergkennissen mits betaling van 7cn. Alle Annoncen vooraf betaalbaar moeten vóór den Vrijdao-noen ingezonden worden. INSCHRIJVINGSPRIJS Buiten grondgebied van Op grondgebied van Poperiaghe Buitenland 4,6® fr De plakbrieven die bij mij gedrukt zijn, zullen ééns onvergeld in het blad verschijnen. Uitgever, VALERE SAN3EM, Boek-» en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. Wekelijksche Almanak.- Novemb. Zon op, Zon ond. ldo taris PERL, Maandag 3 November 1913, ALLERBESTE ZAAILANDEN Gaston PEEL te Rousbrugge-Haringhe Etuis! DEV0S te Watou, en Dinsdag 4 November 1913, Koopdag van MENAGIEGOËDEUEN Openbare Verkoopmg van EEN GER 1EV3G WOONHUIS Meester M0NSTERLEET, Maandag '24 November 1913, Merkweerdige Koopdag BOOMEN Allerheiligen. Op Dinsdag 4 November 1913 Merkweerdigen Koopdag van H 1 Koopen Boomen Notaris VANDE LANGSTTE, Op Maandag 10 Nov. 1913, 2500 KEPERS en 60GÖ Hoppepersen, LAATSTE UITVINDING Allerzielen. De stem uit het Graf. De Waterkwestie. 11 am ii i iiinwiniiijWiiiMi Wm worden ingelijfd Het recht, annoncen of artikels te weigeren is voorbehouden. 2,50 Fr. VOOR iEBEBEEN. De Herbergiers hebben recht aan KosteToozc inlassch'lng van twee Herbergfeesten. Bijzondere buiten stad 2.50 binnen stad 2,00 Herbergiers buiten stad 1,60 binnen stad 1,00 B»HKn»rrec«Si |ji| liimiii IMWIBIIMMiIHill I IITlWli—HMDMMi iM'IWIMHWWWMMi Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Allerzielendag. Bescherm, s. Hubertus, bisschop, s. Carolus-BoiTomeus. s. Berthilla, Zacharias, Lailus. s. Leonardus, Winocus. s. Ernest us. Ecgelbertus. de 4 Gekroonde Bro ders. v. Maria, s. Tobias. raaana^aiLKMMi'iii» »ii a itaav$su mswawurs 6 u. 6 6 6 6 6 6 i m. 39 41 42 44 46 48 4 u. 15 m. 14 12 10 .8 6 5 3 Eerste Kwartier. "Woensdag 5 Volle Maan. Donderdag 13 C Laatste Kwartier. Vrijdag 21 Nieuwe Maan. Vrijdag 28 November ten 6 ure 34 ten 11 ure 11 ten 7 ten 1 minuten minuten ure 56 minuten ure 41 minuten 3 avonds s avonds s morgens 3 morgens Studie van den te Rousbrugge-Haringhe. B. Om 2 ure stipt namiddag, in het hótel St ELOIbewoond door M. René Salomé, te Watou-Abeele, (tjieiilairo Verkooping van gelegen te POPERINGHE, nabij de statie van Watou-Abeele. R Koop 2 Heet. 91 aren 20 cent., bekend sectie I, nummers 634, 635, 635/2 en 636. Bij plakbrieven in 4 loten verdeeld. 2e Koop 2 Heet. 81 aren 40 cent., bekend sectie I, nummers 638, 639, 610, 648 en 619. Bij plakbrieven in 2 loten verdeeld. Deze goederen zijn in pachte gehouden tot 1 October 1919 door de echtgenooten René Catrycke-Quaahebeur en Charles- Louis Vancayzeele-Kcsteman mits 655 f. 's jaars boven de lasten. Alle inlichtingen te bekomen bij bovenge- noemden Notaris Peel, te Rousbrugge- Haringhe. II. Door uitscheiding van bedrijf en verandering van woonst. 2 meters overtreffen Esschen, Populieren, Wilgen en een Els, dienstig voor alle ambachten. Gemakkelijk vervoer. Zes maanden tijd van betaling mits borg. Vergadering A la Maison Neuve» bij Beiioit Buseyne. Chieorei s Van Tieghem - Dupont, wordtin alle kruidenierswinkels verkocht. Kantoren van de Notarissen o 1 om 2 ure namiddag en nieuwe koo(iuuren, zijnde Ellegoederen en gemaakte Kleederen, te BEVEREN - dorp - Rousbrugge, ten huize bewoond door Vrouw Weduwe Henri Dutoo Leupe. Met gereed geld, Onmidd' lijk na deze venditie, ter her- .berg A l'Espérance bewoond door M. Francies Dcbeir-Notcbaert. te BEVEREN - dorp - Rousbrugge, dienstig voor winkel, staande ter voorzeide Reveren-kalsijde be kend bij kadaster sectie C, nummer 693. Bewoond door Vrouw W° Dutoo Leupe. Aanslag met de geldtelling. Nadere inlichtingen zijn te bekomen ten kantore van den Notaris l*eel, te Rous brugge-Haringhe. Studie van Notaris te Hondschoote. om 1 ure stipt namiddag, van f 22 Koopen schoone Olmen, Hollanders, Populieren Klemmets (korren) cn Eiken Staande op verscheidene eigendommen, gelegen nabij den Leegen Waeyenburg, langs den steenweg van Rousbrugge naar Crombe- ke, en te Haringhe in den Neckersmeersch en in de weide gebruikt door Hrl Deschrevel. De boomen te Haringhe in den Neckers meersch en in de weide Dscchrevel. zullen verkocht wordetflu den Leegen Waeyen- burg, en moeten op voorhand bezichtigd worden. Vergadering ter hofweide van Pieter Deroo, rechtover den Leegen Waeyenburg. Affichen te verkrijgen bij den Notaris Peel, te Rousbrugge. Gewone voorwaarden ën tijd van betaling mits borg. Allerheiligen. Ons oog blinkt opwaarts tot het eeuwig Kijk Gods, over den sterren hemel heen tot voor Gods troon, waarom heen Zijne Heiligen in dichte rijen geschaal d' staan. En wij geraken in heilige feeststemming, want 't is alsof de Hemel heden veel wijder dan anders voor ons geopend is, alsof het voorhangsel is weggenomen, waarachter de heerlijkheden van het eeuwige leven ver borgen zijn. Wij zier. haar, die eindelooze schare uit alle volkeren en natie's die nie mand tellen kan, die het Lam volgen, waar heen Het gaat Wij zien hem in den geest voor ons, getooid met witte kleederen en palmen in da handen dragen Wij hooren hun Alleluja-gezangen, hunne lofliederen op den Allerhoogste. Dat zijn de duizenden, die den Verlosser der menschheid in goeds er kwade dageri navolgden en die Hij daarom Zalig geprezen heeft. Zalig de armen van geest, zalig de vreedzamen, zalig de zui veren van harte. Allerheiligen. Boven over de wolken en sterren heen ligt ons laatste en hoogste doel. De wereld volgt met trotsche bewonde ring de pogingen, die een moedig man, een roemvol uitvinder gedaan heeft om het rijtuig lag, in hare handen zij wenkte den dienaar haar te volgen met de andere kran sen en bouquetton, die achterin lagen op gestapeld. Langzaam liep zij door de groote met treurwilgen afgezette laan het groote kerkhof op en wendde zich naar een hooger gedeelte, waar tusschen vroege re armengraven een nieuw gedeelte was aan gelegd. Sinds twee jaar was zij weduwe maar steeds nog droeg zij de sleepende rouw gewaden, bet zwarte krip, wat zoo'n scher pe tegenstelling vormde met haar blonde, stralende schoonheid. Haar hooge gestalte leek nog statiger door den langen golvenden sluier en niemand kwam haar tegen of be- wonderender blikken volgden haar Dit scheen hare ijdele fierheid te voldoen, en de jonge vrouw glimlachte. Zij dacht aan al het huldebetoon, wat haar sinds de twee jaar na den dood van haar man, wel ken tijd zij grootendeels met reizen had door gebracht, was ten deel gevallen. Een paar dagen geleden was zij van het Zuiden te ruggekeerd om te zien of de opdrachten, die zij aan de kunstenaars voor het graf van haar echtgenoot had achter gelaten, goed waren uitgevoerd. Nog een paar schreden en mevrouw Die- triclïsori had haar doel bereikt. Een tevreden glimlachje speeldeom hare lippen Prachtig, buitengewoon prachtig hadden de kluiste rende gade. De krippen sluiers wuiven invrouw. Zij bidt voor den armen, rijken man den wind en verster ken den indruk van j om rust en vrede en herhaalt het gebed der onmetelijke rijk der luclü voor den rnensch j naars haar opdracht uitgevoerd. Charle Die- te veroveren, om den meosch te doen heer- trichsen kon tevreden zijn; een waardig schen in dat groote rijk, waar tot hedeD ijgedenkteèken had zijn vrouw voor hem I opgericht. Een groote marmeren plaat met gouden letters, zijn naam dragend, stond op den achtergrond aan de twee buitenzijden waren kunstige half-reliefs aangebracht met symbolische afscheids-voorstellingen voor de marmeren plaat een schoone engel, door smart gebroken, het aangezicht in zijn lin kerhand verbergend, doch zóó, dat men het schoone profiel baiir, Frieda Dietrichsen's schoon profiel bewonderen kon de rech terhand wees naar boven. Het geheel was omgeven door een heerlijken bloementooi en ziel moet naar een geheel ander Rijk kunnenijzeren guirlanden van kunstige smeedkunst, vliegen. Zij moet den weg kennen en zoekenMet kripp n floers omwonden lantaars, en steeds verder bewandelen tot aan dj§oevers |zwarte kripsluiers om de pilaren van het van haar eeuwig Vaderland, van waar zij L; ijzeren hek... in één woord een wonderlijk uitgegaan en waarheen zij terugkeer}.5schoone, rijke graitooi Verheugt en verblijdt U, want Uw looi, Frieda wc.--kt baar dienaar do oude ver is groot in den Hemel welkte kransen te verwijderen. Onverschil- lig werpt by ze op een eenvoudig naastgele- gen graf, welks eenige sieraad een klein Allerheiligen. Over don weg, die daar- h0ut«n kruisje vormt. Zij helpt nu zelf mee, slechts de adelaar koning was. Maar wat zou dat Al beheerschen wij ook alles, al stegen wij honger en hooger op, al konden wij, onbe kommerd om luchtsfrqorningen of stormge weld, de lucht doorklieven, ware het dan ver genoeg Neen nog lang niet. Want niet onder de wolken, ouk niet door de wolken heen te zeilen is 's menschen ba- stemming en 's menseden doel. Wij moeten ons verheffen ver boven de wolken, al 't an dere is niets voor de onsterfelijke ziel. De om 1 ure namiddag zeer stipt, op de hofstede van Jerome Candaele, bij den Haghedooren te Oosten)» pel, Olmen waarvan verscheidene Studie van den te Vlamertinghe, om 2 ure en half zeer stipt, Openbare Verkonping van te VLAMERTINGHE, bij de Statie. Tijd van betaling tot 1 October 1914, mits borg.. tegen den K S Nf li KI 012 S T waarin 2e Mengelwerk van «DE POPERINGHENAAR» Door het gebruik der: SIROOP tegen den! KINKHOEST van A. Monteyne, Apotheker, POPERINGHE, doet men aanstonds de stikhoesten ver-| dwijnn en verkrijgt men de volkomene| genezing op zeer korten tijd. Prijs: i 6o fr. de flesch. Menigvuldige getuigschriften allerbesten uitslag. Depot: Apotheek NOTREDAME, Groote; Markt, 18. Poperjnghe. heen leidt., spreken de Heiligen tot ons Zij gingen voor ons uit, wij moeten hen volgen Zij hebben denzelfden strijd, dezelfde beko ringen, smarten en leed gekend als wij. Zij waren niet uit ander hout gesneden dan wij. Zij waren van ons vleesch en bloed, strijden de menschen gelijk wij. Zij waren niet heilig van den beginne af aan, Zij zijn het slechts langzaam geworden op den harden weg der zelfsbeheersching en zelfsverloochening. Dat is onze troost. Wanneer Gods geboden ons soms zwaai en lastig toeschijnen met hun onverbiddelijk: gij zult, dan komen zij. onze Broeders, met. hun verheven gij kunt. Dat is de verheven kracht, het bemoedi gend .voorbeeld der volmaakte persoonlijk heden, die zoo nauw verwant zijn aen onze zwakheden en dwalingen en die toch zoo geweldig hoog en sterk opgroeiden tot innerlijke vrijheid en heerschappij over zich zelf. Zoo blikken wij heden opwaarts en heffen blijde ous hoofd op Hoe heerlijk is het Rijk, waarin Christus heerseht en Zijn Heiligen met Hem!» sas van Vrij naar hel Duilsch Het was Allerheiligen. Door de menigte, welke naar het kerkhof stroomde, reed een i sierlijk rijtuig, waarin een dame zat, gekleed in diep rouwgewaad. De wielen rolden knar- i send over de kiezelsteenen tot voor het hoofd portaal, waar de koetsier de vurige paarden plotseling stil hield. De dienaar Frans sprong ;snel van den bok, om het portier voor zijn meesteres te openen. Langzaam stond mevrouw Dietrichseü op Jen nam den schoonsten krans, welke in het om de dorre bladeren ie verwijderen en de meegebrachte kransen smaakvol neder te leggen. Plotseling treedt een oud vrouwtje haar in den weg mot een grooten korf aan den arm, waarin een spade en een borstel en takken en bloemen ordeloos dooreen liggen. Geër gerd over die storing laat zij het vrouwtje voorbij gaan, dat haar schreden richt naar het naastgelegen armengraf Zij neemt haas tig haar japon op, zoodat de zijden voering rutscht, als vreesde zij voor een aanraking met de armoede. De oude vrouw pakt haar korf leeg en begint het witte kruisje m-1 zand en zeep te b werken, zoodat de verf weer frisch van onder bet mos en h<4 vuil te voorschijn komt. Minachtend wendt mevrouw Dietrich- sen zich af. De armoede heeft geen bekoor lijkheid voor haar, zij heeft haar vroeger al te goed gekend, en zij herinnert zich dien tijd niet gaarne. Langzaam keert zij naar haar rijtuig terug, innerlijk tevreden over zich Zelf. Bij het vallen der duisternis op Allerheili- jgendag houdt het rijtuig opnieuw voor het kerkhof stil. Mevrouw Dietrichsen wil haar diepen, smartelijken rouw. Bewonderend blijven de voorbijgangers staan en beklagen het droeve lot der jonge arme vrouw, wien de dood zoo spoedig haar geliefden, jongen echtgenoot ontroofd heeft. De arme jonge vrouw Haar eenig gevoel is bevredigde ijdelheid, is genotzucht en zelfzucht. Haar blijk valt op het armengraf. Vele kleine kaarsen bestralen het witten kruisje en laten het opschrift duidelijk uitkomen mijn inniggeliefde echtgenoot. Friodaleestde geboorte- en sterfjaar. Reeds dertig jaar dood. Aan den voet van het kruisje zijn twee knaapjes bezig, de lichtjes aan lesteken, die de wind telkens uitwaait. Hun kleine handen hebben het graf een geheel ander, een nieuw aanzien gegevenden grond hebben zij net jes geharkt en kruisgewijze bestrooid met roode egelantierrozen. Van de verwelkte kransen van Dietrichsen's graf hebben zij guirlanden gemaakt en die om het graf aan gebracht. Bewonderend ziet grootmoeder naar het werk der kleine handen, alsof het 't heerlijkste kunstwerk is. Mevrouw Die trichsen kan niet met inniger voldoening haar kunstig monument beschouwen dan zij dit eenvoudig knutselwerk trouwe liefde heeft voor den dierbaren ontslapene een heerlijk onverganklijk gedenkteeken opge richt in haar hart, maar toch wil zij van daag haar eenvoudig graf netjes opsieren, als zichtbaar bewijs van die trouwe, onver gankelijke liefde. Grootmoe Ier richt zich op uit de knie lende houding, wrarin zij haar rozenkrans lag te bidden, en ziet op naar den hemel. Het wordt tij 1 naar huis te gaan. Moe der wacht zeker allang met 't eten op u. Laten we gauw ons gewone avondgebed voor grootpa bidden.» En aandachtig knielen de beide blonde snuitertjes neer en bidden een innig, kin derlijk gebed voorden reeds zoo lang gestor- van grootvader... Reeds dertig jaar dood En bidden iedeien avond nog voor hem! Dagelijks den ontslapene gedenken in trou we liefde De toeschouwster voelt een eigenaardig gevoel in zich opkomen, een pijn'ijk, verne derend schaamtegevoel. Nauwelijks twee jaren zijn vervlogen, sinds haar echtgenoot van haar is heengegaan, de man, die haar uit armoede opgericht, die haar met geluk overladen heeft, die haar gemaakt heeft tot wat zij is. En zij De beide kleinen hebben de kaarsjes uit geblazen, grootmoeder pakt ze voorzichtig kinderen, wat zij sinds haar eigen kinder jaren niet meer gebeden heeft. En een traan valt uit haar oog op de palmenkransen ne der, als schoonsle sieraad op Charles Die- triehscn's kunstigen grafsteen. BETSY. :3S3Sij$S8gg$SHi Wandelaar, hoe gij ook heet, Die het levenspad betreedt, Staak uw gang en denk eens even Waar uw vrienden zijn gebleven. Die op 's levens kronk'elbaan U hier zijn voorafgegaan Zeg, waar zijn thans Vader, Moeder, Waar uw Zuster, waar uw Broeder, Allen, reeds voorjaren dood Rusten in des aardrijks schoot... Maar, de kille doode hand. Breekt alleen den aardse,hen band Christenen, oprechl van zinnen, Die zich onderling beminnen, Scheiden van elkaar niet af Aan de boorden van het graf. Bidden wij op ALLERZIELEN, Voor degenen die reeds vielen Onder 't slaan der doodenzeis. Heare schenk hen vrede en peis. R. I. P. {Vervolg.) Laatst bewezen wij dat, mits het water der Vleterbeek na groote regens weg te leiden naar de vallei van de Hijpsbeek en deze vallei af te dammen, men in den vijver die zoo zou ontstaan overvloed van water zou hebben. Maar dat het niet zonder kosten zou ge schieden, dit moeten wij nu toonen. Die wat ondervinding hebben in delven en metsen, zullen, na aanduiding der noo- dige werken, kunnen berekenen hoeveel het zou kosten. Vooreerst de vijver. De dam waarop de tram loopt zou, van wege 't water van den vijver, groote zijdelioge diukkin'g lijden; hij moet dus versterkt worden beide glooi ingen, min steil opgaande, zouden belegd zijn met eenen muur van ijzerboton, rustende op sterke grondvesten elke muur moet 300 me'ers lang zijn, in 't midden 5 meters hoog en piano wijs op niet uitgaan aan de j uiteinden. Op de noodige hoogte zouden bij elkaar en bergt ze weg in den korfze1 eenige groote buizen, dweer-s door den dam. moeten morgen nog een keer branden. Nuuitweg geven aan het water als het hooger gaan zij langs het graf van Charles Die trichsen en het kleinste blonde ventje blijft staan. Grootmoe, hier aan dit graf bidt nie mand en wij hebben toch die schoone kransen van liem gehad.» Glimlachend blijft Grootmoe staan. Zij bidden een kort gebedje en grootmoe eindigt Heer, geef hem de eeuwige rust, het eeu wig licht verlichte hein. Heer, laat hem rusten in vrede. Amen.» Aan het graf van den rijken man bidden een arme, oude vrouw en twee kinderen, opdat hij niet geheel vergeten worde. En zijn vrouw Als zweepslagen hebben de woorden van het kind haar getroffen. Zij heeft geen traan over hem geweend, geen dan het peil van 22 meters (boven den zee spiegel) zou rijzen. Indien men nu alles wat beneden het peil van 22 meters onder water steekt, zoo verdwijnt het doeniogske van Barbara Willemet, heel bij den dam gelegen. De oppervlakte van den vijver zou daaromtrent den vorm hebben van een scheef langwerpig vierkant, met eenen hoorn uitstekende voorwaarts de hofstede ge bruikt door Achille Leuwers ligt in dien hoorn om ze te bevrijden, zou men maken dien hoorn te missen en daarom eenen dijk opwerpen, insgelijks met ij/.erbeton ver sterkt, vóór de vermelde hofstede, van "West naar Oost gaande: lengte 200 meters, grootste hoogte 2 meters. Met dien hoorn min, zou de vijver nog 15 hectaren beslaan gebed voor zijne arme ziel gesproken. Goi-j rekent en telt hoeveel dat zou kosten van vend rouwfloers, rijke kransen en brandende lantarens pronken bij zijn marmeren monu ment maar dankbaarheid en liefde zijn verre grafmonument, ook in den avond bewonderen, gebleven. Zijne gadeweent niet in liefdevolle wil de opmerkingen hooren der voorbijgan-; herinnering aan zijn graf, neen, zij komt, gers. Duizenden lichtjes stralen overal, de om zelfvoldoening te zoeken bijhet prhehtige maan giet zijn bleeken glans over arm en rijk, over marmeren en houten kruisen, over cypressen cn dennen, overal getrouw aan denken en warm kloppende herten aantref fend. Charles Dietrichsen's monument tco- kent zich forsch af tegen den goud-rooden avondhemelde marmeren beschermengel glanst stralend in de schemering, de lan taarns werpen een spookachtig licht door de roode ruitjes en toovoren een schijn van leven op het marmeren gelaat der t.reu- Ilemli-ik door CONSCIENCE. Yan hare kindsheid af was Lisa bestemd geworden om het huwelijk aan te gaan met Karei, den zoon des brouwers, die een der schoonste jongens was. die men vinden kon daarbij zeer welhebbend voor eenen dorpe ling, en tamelijk geleerd, vermits hij eenige jaren in het Collegie te Hoogstraten had doorgebracht. Evenwel, de studie had hem weinig ver anderd hij beminde de ongedwongene vrij heid van het boerenleven, was vroolijk als een vogel, drinkende en zingende ineere nn deugd met iedereen, vol levenslust, vriend en makker van elkeen, die hem kende De vroegtijdige dood zijns vaders had hem ste wenschen in. Zij was toch zoo teer, zooHet spreekt van zelf, dat met zulk schoon hadden, dat zij voor de eerste maal haars le- zwak, maar tevens zoo zuiver schoon, zijne leerstelsel zijn hoogmoed of liever zijne dol- vens met spijt tegen lianen vader was opge- verloofde Ook hij, de sterke, ma moedige heid non meer dan zijne goederen was aan- staan, en wel gedurende twee uren bittere jongeling, omringde het tengere meisje met gegroeid. Hij achtte zich ten minste gelijk tranen ges ort. eerbied, met toegevendheid en met angstige roet mijnheer den baron van het dorp want Om zijne dochter niet te bedroeven zag zorg, als ware hem het leven eenerkwijnen- i hij geloofde, dat hij ruim zooveel pond woog bij v in allen rechtstreekschen aanval tegen de tiloeme toevertrouwd geweest. i als deze adellijke gronobe it-ter. Tot voor vijl of zes maanden had Baas; Yan dien dag af kreeg BaasGansendonck Gansendonck er geen groot kwaad in gezien,het nog meer in zijne bovenkamer, en waan dat zijne dochter de echtgenoote van Karei;de zich een der eerste mannen d-s lands, wierd. Wel is waar, het had nooit zijnen Dikwijls droomde hij gansche nachten, dat hoogmoed gansch bevredigd doch daar een brou werszoon, volgens zi.ine meening, hoogst- genomen geen boer was had hij zijn lang gehouden woord niet willen breken en zelfs toegestemd, dat men alles voor het aan staande huwelijk vergaderde en in goreed- geid bracht Zoo stond de zaak der jongelieden op een tamelijk goeden voet, toen de ongetrouw de broeder van Baas Gansendonck aan eene hij van eenen edelen stam afkomstig was, en zelfs bij dag wiegelde deze streelende ge dachte hem onophoudend in het hoofd Om de tegenproeve dezer ingebeelde voortreffe lijkheid te hebben, poogde hij menigmaal le ontdekken, welk verschil er tusshen hem en eenen edelman mocht bestaan maar waarlijk, hij vond er geen. Wel zeide hem zijn geweten somwijlen, dat hij te oud was om nn nog Fransch te de liefde des brouw- rs af maar hij zou het huwelijk wel wi-tm uittestellen, totdat de tijd Lisa den blinddoek kwame afrukken en zij zelve overtuigd wierd, dat Karei slechts een grove boer was gelijk, de anderen. ziekte overleed en eene schoone erfenis na-!leeren en om zijne levens- ijs gansch te ver liet, die niet lang daarna in klinkende munt janderen en in eene hoog-re maatschappij te het. vee"; in de op-vi schuur hoorde'men het a* cv*,»4 A1u:; J'11.^.'1^i ....LLU j 1. ..i1 J .-1 Wiens brood men eet. Wiens woord men spreekt. Op den hof dei afspanning Sint-Sebasti- aan waren de dienstbod n en werklieden, reeds met het krieken van den dag. aan den gewonen arbeid bezig Trees, de koemeid stond bij een bornput en wieseh rapen voor binnen de afspanning de Sint-Sebastiaan bij de andere hoopeu schijven werd gestort. Peer Gansendonck was met vele anderen van meening dat het verstand.de edelheid het Collegie doen verlaten, om, als leider der en de voortreffelijkheid des menschen alleen- brouwerij, zijn moeder behulpzaam te zijn jlijk moeten afgemeten worden op het geld. en de goede vrouw dankte den Heer dasre- dat hii bezit: en. alhoewel hij geen En en de goede vrouw dankte den Heer dage lijks. dat Hij haar zulken braven zoon tot troost gelaten had want werkzamer en deugdelijker jongen was er waarlijk niet Slechts in tegenwoordigheid van Lisa ver loor Karei zijne losse geestigheid en verviel in dichterlijken ernst en in onbestemde droo- merijen. Ddar. bij degelirfde maagd gezeten maak'e hij zich kind met haar, vond genoe gen in hare onbeduidende bezigheden en volgde metgodsdienstigeaandacht hare min- dat hij beziten, geisch kende, was hij niettemin uit natuur tot de ve hevene Engelsche gedachte ge raakt. dat de vraag Hoeveel pont zilver weegt de man op alles afdoende en onwe- dorleglijk antwoordt, volgens het ond Vlaamsche spreekvers Het, geld. dat stom is, Maakt recht wat krom is, En wijs wat dom is. treden maar kon hij zulks niet meer, zijne dochter ten minste zou opklimmen in de sa menleving en trouwen met de eersten ba ron de beste. Vat zalige zekerheid voor Baas Gansendonck 1 Eer hij stierve. zou hij onteigening Tusschen de twee dammen zou de oever van den vijver moeten opgehoogd worden, om te beletten dat vuil water, bij voorbeeld het spoelwater van de melkerij en van na burige huizen in den vijver kome daarom kunstwerk, bij de bewondering der voorbij- zou men de ondiepe boorden van den vijver gangers. Voor de eerste maal ziet de ijdele opper vlakkige vrouw zich in haar ware gestalte., voelt zij hoezeer zij haar plicht, den plicht van dankbaarheid en liefde verwaarloosd heeft. Diep ontroerd zinkt zij voor het mo nument op de knieën en verbergt haar gelaat beschaamd in hare handen. Sinds lange, lange jaren stijgt weer voor't eerst een waar gebed omhoog uit het hart der lichtzinnige wat uitdelven, en met de opgeworpen aarde oenen dam maken van eenen halven meter hoog en een paar meters breed dat), al de buitenzijde, eene gracht om dat water rings- om weg te leiden naar de beek, beneden den grooten dam. Dat zou al drie duizend ku- biekmeters aardewerk geven. Nu de afleiding van het water der Vle terbeek naar den vijver. Als wij de Abeele- gens zitten moet, zit ik liever op het kussen dan op de doornen. Zwijg, schuimer, en denk, dat het van ons zweet i.s, dat gij zoo vet wordt. Tistje, Tistje, waarom zijt gij dus op mij derde tot de schuur, waar de dorschers be zig waren met nieuwe schooven op den vloer te spreiden, en de gelegenheid waarnamen om tusschen den arbeid al een woord te wis selen De man met zijne pijp stond er op tegebeten Gij kunt niet verdragen dat de zon zien. in mijtten vijver schijnt Kent gij dan het Kobe, Kobe, riep de koemeid hem toe, spreekwoord niet wie een ander benijdt, gij hebt het. rechte briefken gevonden! Wij; vreet zijn hart en verkwist zijnen tijd? slaven ons dood vari den morgen tot den'; Zoo ik nu eens wat minder kieeg, zoudt gij avond, en krijgen voor alle loon wat scheld-er iofs te meer om hebben? Ben ik hoog- woorden naar de kop. Gij hebt de windimoedig Doe ik u kwaad? Integendeel, ik van achter, gij wandelt, gij rookt uw pijp ken, gij zijt. vriend van den Baas, gij krijgt de veltê brokskens. Gij moogt zeggen, dat uw brood in de honing gevallen isHet spreekwoord heeft gelijk menschen foppen is maar eene weet. Kobe glimlachte met slimheid en ant woordde Hebben is hebben en krijgen is de kunst het geluk, vliegtdie het vangt, die heeft het. Mouwvegen is bedriegen, en fleemen is kruipen. morde een der arbeiders met bit sigheid. Woorden zijn geene oorden, schertste Kobe Ieder is op de wereld om den zoon zijns vaders deugd te doen en die wat vindt, trillend gekletter der dorschvlegels de stal knecht zong een ruw lied en roskamde de paarden Een enkel man wandelde onachtzaam over en weder- en rookte zijne pijp, terwijl hij hier nog het genoegen hebben zijne Lisa me";en daar staan bleef om (te anderen te zien vrouw de barones te ho. ren noemen HijjarbeidenHij was insgel ks als een werk-jma- "et oprapen. zelf zou grootvader van eenige baronnekënsjman gekleed, droeg een vest aan hot lijf en j Tk zou beschaamd zijn riep de ver zijn I houten klompen aan de voeten. Ofschoon Moorde arbeider Het is gemakklijk rie- Daa om begon de liefdo van Karei den j zijn aange/.icnt in volle rust van onver.- ctail- jmen snijden uit eens andermans ledermaar brouwer hem geweldig tegen liet hoofd "te (lige luiheid gemigde, blonk nieiemin in zij-jPP!1 varken wordt ook wel vet gemaakt, al j(je Kobe met gemaakten ootmoed, steken en hij betichte in zijn gemoed den jjne oogen zekere schalk heid en arglist Ove- werkt, het niet. i Allen zagen verwonderd op naar eene groo- vroolijken jonkman van een hi der-paal voor rigens was het genoeg op zijne glimmende! Het is den eenen hond leed, dat de ande te zwamschijf, die tusschen de zwaarste de toekomst zyner dochter te zijn. lieeds had j wangen en ruden neus te zien, dat hij aan re in de keuken gaat, lachte Kobe. On-.takken des kerseboom groeide Even ras hij, in Lisa's tegenwoordigheid, met bitsige j eene vette tifel zat en den weg- tot den kei gelijke schotelen maken kwade broeders keerden zij het gezicht naar Kobe, om 1 J i_ iu i.: verwittig u tegen dat de Baas komt, en ik steek u al dikwijls eene goede kanne bier door het keldergat. Gij zoekt waar het niet verloren is, Tistje.» .Ia, ja, wij kennen uwe mildheid gij slacht den pastoor die zogent iedereen', maar hij zegent zich zeiven eerst. Hij heeft gelijk en ik ook die den au- taar dient, mag van den autaar leven. Het is waar riep een ander arbeider Kobe is een goede jongen, en ik wilde wel, dat mijne voeten in zijne schoenen staken dan zou ik ook mijn brood verdienen met wolkskens rook naar de kraaien te blazen buiksken vol, hartekens rust. Ja, dikke buik, slapende voetvolle krop, dolle kop Laat ze maar praten, Kobe, elkeen kan geene even schoone star aan den hemel heb ben en ik zeg, dat gij v« >1 verstand hebt 1 Niet meer verstand dan de paddenstoel, die daar aan den kerseboom zit,antwoord- kleiuachtiog van Karei gesproken en din- jder wist. gen gezegd, die het meisje dusdanig gewond! De koemeid liet hare rapen staan en na- maar het is beter genijd dan beklaagd. En [uit hem, volgens gewoonte, eene kluchtige vermits een mensch op de wereld toch er- verklaring te bekomen. Nadruk voorbslioudsa, Wordt voortgezet

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1913 | | pagina 1