HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken.
Zondag 15n Juni 1919.
10 Gentlemen.
16<- Jaar. N» 2.
V. S A NSEN-V A N N ESTE,
GOD MET ONS!
WELK 0 IV!
NAKLANK
BANK van POPERINGHE,
Soldat enbond.
Plechtige Nadienst
GESNEUVELDE SOLDATEN,
Het lïlaagpoeier van A. Monteyne, is
i> o li ii emeu t p i
1 Jaar in Stad te huis besteld
buiten Stad met de post
Buitenland
5.00 fr.
5.75 fr.
7.75 fr.
Uitgeven s
Gasthuisstraat. i5, Poperinghe.
Wanneer Duitschland de voorwaar
den zal aanveerd hebben van het
vredestraktaat, dan zal het tegenover
de wereld staan in den volgenden toe
stand
Op ekonomisch gebied, algeheel
verzwakt; voor wat het grondgebied
aangaat, verbrokkeld en verminkt;
op financieel gebied, onder voogdij
gesteld'; op krijgskundig gebied, ont
wapend, machteloos; op gebied van
kolonies, onteigend, vervallen en op
den hoop toe met hijpotheken be
zwaard en gedurende jaren bezet
door de krijgsmachten van de Bond-
genooten.
't Is de straf van een volk dat den
vrede van Europa gestoord heeft, dat,
onder de aandrang van de zotte mili
taire glorie, al zijne macht wilde
gebruiken om heel de wereld onder
zijn juk te brengen. Duitschland heeft
zwaar gezondigd, maar het is ook
zwaar gestraft en wel juist daarin
waarmede het gezondigd heeft.
Wie zal durven beweeren dat hier,
zooals in vele andere feiten, de vinger
Gods weer niet zichtbaar is? Duitsch
land was gedurende jaren een land
van tergenden overmoed. Nu ligt het
daar vernederd, geknakt, verbrijzeld
onder de slagen die het opvolgentlijk
deden bukken, om er ten slotte niet
meer van onder op te staan. Dat alies
is niet toevallig, niet louter mensclie-
lijk eene hoogere macht heeft het zóó
beschikt opdat de sterveling er zon
aan herinnerd worden dat er grenzen
zijnaanden menschelijken overmoed
Gods molen maalt nog immer, en
hij maalt daarbij nog uiterst fijn.
Duitschland iser het sprekend bewijs
van. 'tWas met den driemaal heiligen
naam van den Heer der Ileirscharen
op zijn schild, dat het ten oorlog toog.
Maar 'twas slechts oogenverblinding
van wege het meineedige land,'twas
eene misbruiking van den naam Gods,
van Hem die de rechtveerdigheid
zelve is en dus niet kon staan aan de
zijde van een ras, dat weten* en wil
lens eene schreeuwende onrechtveer-
digheid beging.
Niet ongestraft tart men den Op
daagt
permachtige, niet straffeloos
men Hem i^t. 't Is wat het eens zoo
overtrotsche Duitschland maar al te
goed gevoeld heeft. God is geen spre
ker, maar een wreker. De schaamte-
loozen, die zijn heiligen naam mis
bruikten, die onder de leuze God
met ons! ten strijde togen, gruwe
len op gruwelen laadden, hebben loon
naar werken gekregen.
Het duitsche keizerrijk is ineen
gestort. Wilhfeim II leeft in balling
schap. De kroonprins, waarop de
hoop van gansch een volk berustte,
leidt in den vreemde een doelloos,
ellendig leven. Heel de keizerlijke
familie is verstrooid, de naam Ilohen-
zollern is aan dei verachting, aan den
afschuw prijs gegeven. In Duitsch
land, waar voorheen eene ijzeren
tucht den scepter zwaaide, heerscht
thans de anarchie. Het vroeger zoo
rijke land, kermt thans dat het den
hongersnood, den totalen ondergang
nabij is.
Te Versailles, waar het Duitsch
keizerrijk in 1871 gesticht werd,
waar de eerste keizer, de beruchte
Bismarck de wet kwamen stellen aan
de Franschen, komen nu de duitsche
s Staatsmannen kruiperig om genade
smeeken. Daar ^ontrollen zich thans
febeurtenissen, waarvan de geschied»
undige grootschheid maar volledig
zal begrepen worden door de toe
komstige geslachten.
Wie zou nog durven staan houden
dat er geene Opperste Gerechtigheid
bestaat? Wie zou durven beweren
dat in de straf van Duitschland alles
uitsluitend menschel ijk toegegaan is?
Blinden, stekeblinden moeten het zijn
die dergelijk vermetel oordeel zouden
durven vellen.
Wij staan er op te herhalen dat we
in dat alles den vinger Gods klaar
en duidelijk bespeuren. En ootmoedig
buigen wij het hoofd voor Hem, wiens
wonderwerken dagelijs getuigenis af
leggen van zijne oneindige macht die
slaat als 't noodig is, maar ook van
zijne
oneindige bermhertigbeid die
zalving brengt.
Moge ons Tï&lgiSrli Wk
rfft'ner zij li
liep, innig geloof belijden in den le
venden God, opdat Hij altoos met ons
zou wezen en onze vereende pogingen
tot opbeuring van het geteisterde
België mild zou zegenen.
A POT H EEK - DROGERIJ
A. KESTELIJN,
Gasthuisstraat, 35, POPERINGHE.
i>4>i>i:iti.\<aii:\ ah
Een Minister en een
Volksvertegenwoordiger
ernstig gekompromitteerd.
van Merris, Coevoct Cie.
HULP aan de VLUCHTELINGEN.
Voor God, Koning en Vaderland!
Op Vrijdag 11 Juli in St-Bertinuskerk.
Samenwerkende
Brandverzekeringsmaalschappij
VAN POPERINGHE
ontvangsten
winst en verliesrekening
J. FOLCQUE
■*-
'js
Drukkerij - Papierhandel,
Berichten 25 cent. de regel Notarieële berichten 30 cent.
Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag.
Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag
noen ingezonden worden.
mmmaKmtemBisaeiXBBSsmMP-ss'emmm
Nieuwsbrenger der streke. Gij zijt welkom
in 'nen kring studeerende johgens uit 't land
van Poperinghe-Yper. Gij draagt ons hart
weg waar ge zegt op zuiver politiek ge
bied, t. t. z. in alle vraagstukken waar geen
godsdienst tusschenkomt, zijn we onafhan
kelijk genoeg om te loven of te beknibbelen
waar te loven of te beknibbelen valt». Houdt
uw woord, en Ge zult, eh, Keikopen we
zijn met U
Sedert maand en dag verlangen we om
nevens Ons Vaderland en De Stan
daard de gedachtendragers van heel
Vlaanderen, ook u te lezen die ons speciaal
terug voert naar 't land onzer liefde 1 Lieve,
lieve Vleterstreek. we kennen u zco goed,
heel onze familie woont daar, misschien wel
in een half doorschoten huis, 't lieve Vader
huis, of wel in een tent, maar daar zijn we
toch thuis bij MoederGeboortegrond
We leefden er als kinderen, we gingen er
ter school, later naar 't college, we droom
den en we droomen er terug te keeren mid
den 'ne wereld van geliefden en bekenden 1
Land van Poperinghe-YperWe zagen u
overrompeld in 1914, en we hebben allen
samen geleden We verlieten u... maar we'
keerden terug in soldatenpak, en maanden en
jaren van Nieuwpoort tot Yper waakten we1
over den lande, over onze streke 1
In de verre fransche kampen vonden we
de jongens die vroeger met ons ter dorp-
school gingen, de vriendschapsbanden wer
den weer toegehaald. In die vreemde gewes
ten was de band tusschen ons de tale van
deken Debo. Waar we belast werden aan
onze broeders den soldatenstiel aan te leeren
traden we op als vrienden--en broeders,
't Ging er gezellig onder de rekruten, in de
Manche en de Sarthe, samen trachtten we
den last te dragen. Samen kwamen we naar
't front, we deelden er 't piotten leven, we
deelden er samen den... dood! Eilaas, da
gelijks vielen er medekampers, en telkens
waren er bij van «bachten». Welke streek
hééft meer bloed geschonken dan de onze
Jongens van ons dorp of onze stêe, jongens
der streken die we leerden kennen in de
kampen,-ze vielen zonder tellen 1 De te ver
schijnen lijsten zullen 't zeggen Onze stu
denten scharen leden fel 'k noem er één
onder de ouderen, den krachtigen Gilbert
Devos, één onder de jongeren, den zoetaar-
digen Felix Quaghebeur. Noch de burgerij
jongens, nog de Vlaamsche studenten ble
ven ten achter op 't veld van plicht en dood!
Ze leden, streden, vielen als de minsten on
der de minsten
Dat jonge bloed van werkman en burger
dat samen vloeide ter vrijwaring der streke,
weze een toonbeeld voor 't levende en ko
mende geslacht. Klassenstrijd kome niet op
bij ons... 'tis daarom niet dat we samen
streden en dat de besten vielen.
Burgerij der streke, hulde mag u gebracht.
Uwe zonen brachten hun deel, maar hierom
niet vergeten dat tientallen jongens uit de
streek gevallen zijn die geen eigendom hadden
te verdedigen. Werkvolk, Gij djevooralonze
jonge harten, onze Vlaamsche studenten
soldatenharten wegdraagt, strijden we allen
samen op de nieuwe wegen der democratie
voor een beter en rijker bestaan in ons eigen
land,in Vlaanderen 1
Uwe zonen, onze broeders en strijdgenoo-
ten, zijn gevallen ter verdediging van Recht
en Vrijheid Weest dan vrije mannen, vrije
Vlamingen, geene knechten van enkele
Brusselsche franskiljons, en roept met ons
Slechts honden liggen aan banden
Vleterzoon.
Van nummer i van De Poperinghenaar»
8 Juni 1919
We lezen gaarne dat Senator Struye bij
de Regeering optreedt voor onze vernielde
gewesten! We hopen dat hij 't daarbij niet
zal laten liggen., 't is broodnoodig!- Terwil-
le der naakte waarheid wenschen we hem
geluk die teekent «Vluchteling». Dat de ver
tegenwoordigers moeten rekening houden
met den volkswil, dit herhalen we best riiet
te dikwijlsdoen voelen is heel wat beter.
't Wordt tijd daLhe' in Poperinghe-Yper
klinke wat staatsri'óuliet zei te j
Leuven «Uw lijden is mijn lijden, uwwensch
is mijn wensch!» Welnu, Heeren, onze wil
is meester te zijn in onze eigen doening!
We zagen geerne dat heer Colaert voor de
Vlamingen stemde... maar we verwachten
wat meer van hem. Hij is wellicht goed uit
gerust nu Dat Mr Nolf tegen de Vlamingen
stemde, dat moet hij weten,-maar we verge
ten 't niet! 't Is hier geene zaak van politiek,
't geldt hier alleen 't recht van 't Vlaamsche
Volk Niet vergeten Vlaamsche werkvolk!
Wie volgt er in de andere dagen 't voor
beeld van heer J. Boudewijn, Reninghelst,
voor 't samenbrengen der documentatie over
onze gesneuvelden? 't Wordt tijd Oud-Strij
dersbonden op te richten voor 't verdedigen
der rechten der gedemobiliseerden en hunne
Families.
We helpen mekaar
Vleterzoon.
ANSEELE en BRAUN's
vriendelijkheden jegens den vijand.
Te Oostende wordt de burgemeester af
gezet om een portret aan een Duitscher op
te dragen.
Te Blankenberghe, te Doornijk, en elders,
worden de gecompromitteerde gemeente
raadsleden afgezet en vervolgd.
Heel het land door werden honderden
flaminganten voor veel minder gebroodrooft
en achter de grendels gezet.
En te Gent???
De Nieuwe Rotterdamsche Courant,, van
Zondag 25 Mei deelt den tekst mede der
brieven door Braum en Anseele aan den
Duitscher von Arnim gezonden.
De eerste luidt:
Gent, 26 Dccenrber 1914.
Bij de menigmaal pijnlijke werkzaamheid,
die ik op het oogenblik uitoefen, strekte het
mij steeds tot groote vreugde, in u een fijn
en welwillend niensch te vinden. Ik zal van
onze betrekkingen een goede herinnering
bewaren en ik verzoek u, de verzekering
van mijn bijzondere hoogachting te willen
aanvaarden
(w. g.) E. BRAUN.
De brief van Anseele dagteekent van 28
December 1914 en luidt:
Ik dank u voor uw vriendelijken brief en
betreur uw vertrek zeer.
Onze verhouding was in weerwil van den
moeilijken toestand van dien aard, dat ik
niet alleen aan uw verhouding tegenover
mij, dje de belangen van de stad voorstond,
recht moet laten wedervaren, maar dat ik
mij bij elke nieuwe moeilijkheid met genoe
gen en vertrouwen tot u wendde, omdat ik
wist dat u onbevangen zoudt optreden en
dat u een gelukkige oplossing evenveel ge
noegen als mij zou bereiden, Met mijn ge-
lukwensch met uw bevordering en de be
tuiging van mijn leedwezen over uw vertrek
zend ik u mijn best gemeende groeten.
(w g) E. ANSEELE.
Niels is meer aan te hevelen tegen Bloeds
gebrek, Bleekzucht, Gebrek aan Eetlust.
Uitputting, en alle ziekt'n door overlast
veroorzaakt., dan De versterkende Pillen van
A. Monteyne. Apotheek H. NoTREDAME.
Groote Markt, Poperingh
SCHAALSTRAAT, 6, POPERINGHE.
Loopende Rekeningen,Beursbewerkingen,
Spaarboekjes, Lefningen op titels, enz.
Bureel open van 9 toil2 en van 2 tot 4 ure.
Tijdens de Duitsche overheersching ver
leende het Nationaal Comiteit eene geldelij
ke hulp aan al de inwoners, die uit reden
van de oorlogsfeiten uit hunne woningen
gedreven waren of gevlucht waren en in
bezet België waren gebleven.
Zoodra het laatste offensief in Septem
ber-November 1918 ons land had vrijge
maakt, heeft hetzelfde Comiteit beslist deze)
mildadige hulp ook te verstrekken aan de j
vluchtelingen die uit Frankrijk, Engeland of;
Holland terugkeerden hetzij naar onze streek 1
(vroeger onbezet België), hetzij naar het'
vroeger bezet Beigic. Deze hulp mocht ge-
durende 90 dagen verleend worden aan de
vluchtelingen wier woning onbewoonbaar of
vernield is, en die onvermogend of behoef
tig zijn.
Die liefdadige ondersteuning woret bere
kend op voet van 1.50 fr. per dag voor de
volwassenen, en 1 fr. voor de kinderen be
neden de 16 jaar.
Nochtans stelde het Nationaal Huipcomi-
teit tot regel dat een vluchteling, die eene
militaire vergoeding voor soldaten trekt,
het hulpgeld als vluchteling niet mocht ont
vangen. De titularis van de militaire veegoe-
ding mag alleenlijk een toeslag van 25 cent.
ontvangen, en de kinderen van militairen
50 cent. per hoofd en per dag.
Deze geldelijke vergoeding mocht tot den
3" Mei op den gemelden voet uitbetaald
worden.
Het plaatselijk hulpcomiteit van Poperin
ghe, heeft op het einde van April en in 't be
gin van Mei meer dan 24U0 gezinnen
opgeschreven, die vluchtelings geld aanvra
gen. Al die aanvragen zijn tot goedkeurin
aangeboden bij het Provinciaal Comiteit te
Brugge.
Eerstdaags zal dit hulpgeld uitbetaald
worden, als het Comiteit van Brugge de
noodige sommen afzendt. De vluchtelingen
die ineer dan 3 maanden terug zijn, worden
betaald voor 90 dagen die sedert twee
maanden terug zijn, worden betaald voor
60 dagen die sedert een maand terug zijn
op 3 Mei, worden betaald voor 30 dagen.
De families, wier aanvraag om hulpgeld
niet aanveerd werd, mogen eene reklamatiè
sturen naar den Heer Voorzitter van het Pro
i'inciaal Comiteit C. R. B.. Biirgplaats te
Brugge. Daartoe moeten zij klaar en duide
lijk bewijzen dat zij in staat van onvermogen
verkeeren, en dat zij uitgedrevene zijn.
Evenwel heeft het Provinciaal Comiteit
beslist dat de onderstand, van den 4 Mei af
tot den 1 luni, nog wel 1 50 fr. per volwas
sen persoon, en 1 fr. per kind beneden de
16 jaar mag bedragen, doch dat er ten hoog
ste 5 frank daags aan eene familie toekomt.
Deze maatregel treft juist de families die
meest hulp zouden verdienen 0111 reden van
talrijke kinders. Ook hebben de afgeveerdig-
den van de vluchtelings Coniiteiten, in
hunne vergadering van 18 Mei ten stadhui-
ze van Poperinghe, een gezamenlijk ver
zoekschrift gestuurd naar het ^Provinciaal
Comiteit opdat de families met talrijke kin
ders evenveel zouden mogen trekken als le
voren. Met den 1" Juni is die maatregel in
getrokken.
Per naasten deelen wij u mede hoe het
staat met het vluchtelingsgeld na den 111 Juni.
De vluchtelingen, die zoo even uit Fran
krijk terugkeeren, mogm zich laten inschrij
ven voor het vluchtelingsgeld, alleenlijk den
MAANDAG VOORMIDDAG, op het bu
reel der bevolking, ten stadhuize van Pope
ringhe.
Overal, heel het land door is men volop
bezig de oud-strijders van den grooten
wereldoorlog in bonden te vereenigen. Het
doel dat men behoogd is eerst en vooral de
stoffelijke belangen van den gewezen soldaat
te verdedigen en deze laatste bij te staan door
woord en daad.
Nergens in België, is er zeker eene stad
die betrekkelijk meer soldaten aan het land
heeft gegeven dan Poperinghe. Ruim vijftien
honderd man zijn opgetrokken voor God,
Koning en Vaderland.
Onder den oorlog bestonden nauwe ban
den en trouwe vriendschap onder de wapen
broeders, daarvan getuigde reeds ons front-
bladje; die banden en die vriendschap
moeten wij nog meer bestendigen en beves
tigen. Hier ook moet een bond tot stand
komen, een bond waarvan al de oude strij
ders zullen deel maken.
Er is geen spraak eene gilde in te richten
die rood, blauw of eenig ander kleur van
den regenboog zal dragen, neen... geen po
litiek, maar Vlaamsch en Godsdienstig zoo
als de aard van 't volk.
Een Vlaamsche bond, die recht door zee
vooruitstapt en zijn wil doet kennen en
waardeeren die spreekt tot groot en klein
in eigen taal - die openhartig en rechtzinnig
is, kortom recht voor de vuist.
Godsdienstig ook, niet politiek godsdien-
tifiL maar vast gebouwd op princiepen die
wij van onze voorouders hebben geërfd
Godsdienstig in dezen zin, dat alles wat ons
aan behangt op Gods wetten steunt en in de
strijders een ziele kent, die enkel na den
lichaamsdood vrij leven gaat, eeuwig geluk
kig of veijoren.
Aan 't weik dus nu Wie neemt het aan
Laten we toch niet die sohoone tijd verlo
ren gaan, daarom bij de eerste vergadering
mag er geen een, die komen kan, ontbreken.
Elk spreke ervan, elk zegge het voort!
De Poperingsche Keikop.
voo." de
van
Ss,4>i>es*In^lae.
VMHHl
Verslag over de werkzaamheden van het
dienstjaar 1918.
1918 is het vijftiende jaar van het bestaan
der maatschappij.
Gedurende de oorlogsjaren zijn onze ver-
zekeringea-rriét meer vermeerderd zooals de
voorgaande jaren Wij hebben immers geene
nieuwe assurantiën meer aanveerd en een
zeker getal oude premiën werden niet meer
betaald omdat de gebouwen vernield werden
of zeer groote schade onderstaan hebben.
Deze verzekeringen zijn daarom rtiet vernie
tigd maar enkel opgeschorst Van zoohaast
de gebouwen hersteld zijn herneemt de assu
rantie en zullen wij de premiën eischen.
Niettegenstaandeden buitengewonen moei
lijken tijd waarin we geleefd hebben is de
toestand der maatschappij zeer voldoende
zooals de hieronderstaande bilan bewijst.
Onze voorspoedige, toestand zal zelfs toe
laten van met 1920 de verzekeringspremiën
mot 20 te verminderen indien de
maatschappij van groote brandrampen ge
spaard blijft.
Samenvatting van den bilan van 1918
van de aandeelhouders
van het reservefonds
van intresten
van premiën
100.000,00
45 000,00
17565,40
10 420,04
fr. 172.985,44
UITGAVEN
aan waarden 132.390,00
aan de spaarkas 12.010,00
algemcene onkosten 12.185,29
slot van winsten en verliesrekening 15.800,15
Algemeene winsten
Aftrek der onkosten
172.985,44
27.985,44
12.185,29
Zuivere winst. fr. 15,800,15
Te verdeelen als volgt
Aan het bewaringsfonds 10.000
Aan de aandeelhouders 5.000 15.000,00
Blijft voor het volgende dienstjaar 800,15
De Schrijver der maatschappij
YPERSTRAAT, 7.
tl l> Ilil Hl BMP WB—B—
onovertrefbaar tegen het zuur. slechte spijs
vertering. maajpijn on alle a' d"re maagpij-
m riDe doos 2 fr. in de Apotheek Notredame.