HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken.
Zondag 18n Januari 1920.
10 Centiemen.
17e Jaar. N1 3.
V.
Een jaar Eater
Onze priesters aan 't front.
Voor de verfraaiing onzer stad
BANK van POPERINGHE,
Bericht aan de Landbouwers,
NIEUWJAARSGIFT
voor de Eerweerde Heeren Pastors vaa
BOESINGHE, KEMMEL en de CLYTTE.
Oorlog-schade.
In 't Buitenland.
Voor de huishuren
onzer Oud-soldaten.
Abonneixientprijs s
1 Jaar in Stad te huis besteld
buiten Stad met de post
Buitenland
5.00 fr.
5.75 fr.
7.75 fr.
Uit.gever
SANSEN-VANN
Gasthuisstraat. i5, Poperinghe
Berichten 50 cent. de regel Notarieële berichten 50 cent.
Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag.
Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag
noen ingezonden worden.
Bericht.
De personen die een abonnement op ons
blad begeeren voor 1920 moeten het vragen
in de post hunner gemeente of aan de bode
die hun bedient. Het is niet noodig ons te
schrijven.
De oorlog is geëindigd sedert een jaar. De
laatste verloopen maanden hebben ons toe
gelaten ons rekenschap te geven hoe inge
wikkeld de vraagstukken zijn die nog moeten
opgelost worden en welke nieuwe moeilijk
heden nog moeten overwonnen worden. Een
engelsche gazetschrijver doet diensaangaan-
de het volgende terecht opmerken Wij
zijn op het einde van het eerste jaar van
hetgeen men terecht genoemd heefteen
nieuw tijdperk. Dit is de reden waarom wi;
meer dan vroeger de noodwendigheid gevoe
len van een oogenblik stil te houden in den
wedloop die ons medesleept naar de toe
komst, om het bilan op te maken van dit
tijdperk van twaalf maanden. Indien gedu
rende dezen tijd onze zenuwen nietten uiter
ste zijn gespannen geweest, als gedurende
den reuzenstrijd, toch is men er ver van af
geweest te genieten van de rust welke men
verhoopt had zoohaast de vijand zou over
wonnen zijn geweest. Na de lastige taak die
de vijand ons heeft opgelegd ten gevolge van
zijnen misdadigen aanval, is er eene andere
gekomen, die men wel veronderstelde te
moeten lastig zijn, maar die ons voorkomt
als veel zwaarder dan men het eerst had ge
dacht. Het is deze die bestaat in het genezen
der wonden die de oorlog zoo diep heeft ge
slagen, in het bezorgen van vredelievende
arbeid aan de strijders van gisteren, in de
toepassing der wilskrachten zoo lang gebruikt
voor de vernietiging, in de herstelling van
een nieuw ekonomisch leven, in een woord,
in de ordeherstelling in de landen die door
de grootste wereldramp die men ooit zag,
gansch overhoop waren geworpen.
In de werkelijkheid, zal 't jaar 1919 zijne
plaats hebben in de geschiedenis, als een
tijdperk van hertoepassing, maar men moet
het toch bekennen, deze plaats zal niet heel
groot zijn, want de vooruitgang, sedert den
wapenstilstand verwezentlijkt, is buitenge
woon langzaam geweest.
Onder oogpunt van de internationale
politiek die voor alle landen een zoo mach
tig belang vertegenwoordigt, is men nog ver
van eene definitieve regeling. Het vredesver
drag met Duitschland, het belangrijkste,
heeft niet alleen tot hiertoe geen volledige
uitvoering bekomen, maar is nog niet goed
gekeurd door de Ver. Staten, die daarenboven
aarzelen zich te verbinden voor de vereeni-
ging der Naties, die zij zelf hebben opge
drongen, uit eigen beweging, als zijnde het
zekerste middel, zooniet van de eendracht te
bewaren tusschen de volkeren, dan tenmin
ste van nieuwe gewapende geschillen te
voorkomen.
Turkijen wacht nog immer dat de Hoo-
gere Raad der Verbondenen het zouden uit-
noodigen tot het zenden zijner afgevaardig
den om kennis te nemen van het verdrag dat
over zijn lot moet beslissen. Hoeveel staten
zijn er nog in Europa die nog niet eens we
ten binnen welke grenzen zij hun bewind
zullen kunnen uitoefenen. De bepaling van
grenzen blijft onderworpen aan de uitslagen
der volksraadplegingen, waarvan de verda
ging betreurenswaardige moeilijkheden ver
wekt. De kwestie van Fiume blijft ook onop
gelost waardoor het staatsbestuur in Italië
in eene uiterst moeilijken toestand verkeert
tegenover de verbondenen.
De internationale verbintenissen zijn dus
nog immer niet hersteld en daarenboven
blijft het bolchevistisch vraagstuk van Rus
land dat met reden de beheerders van alle
staten van westelijk Europa bekommert.
Voegen wij nog hierbij dat eene diepe ver- j
andering is ontstaan onder sociaal oogpunt
en dat een demokratische wind blaast "die
weieens tot rukwind dreigt over te slaan.
Van daar, in den loop van 1919, de talrijke
geschillen tusschen het kapitaal, dat zijne
bedreigde rechten verdedigt en de arbeid die
steeds naar nieuwe overwinningen streeft.
Wij hebben werkstakingen gekend, die door
hunne uitbreiding en de nijverheidstakken
erin betrokken, de grootste angst hebben
verwekt. Men kent thans in alle landen een
wezentlijk maatschappelijk gevaar en de
beste krachten der staatsbesturen zullen
moeten dienen om het af te weren.
Laat ons van eenen anderen kant verhopen
dat gedurende het jaar dat begint, de wer
kende klas zal verstaan dat de wereld voor
al lijdt door uitputting en dat alleen eene
overvloedige voortbrengst de ekonomische
vraagstukken zal kunnen oplossen die tegen
woordig op de maatschappij wegen.
Is het wel noodig dat ik hier spreken kom
over onze groote werkers in de frontstreken,
en schijnt dit niet overbodig bij een eerste
opzien Neen, duizendmaal neen, en wie
zijn oogen opendoet en de ooren niet stopt
moet wellicht getuigen dat de zelfopoffering
nooit genoeg zal begrepen, nooit genoeg zal
gewaardeerd worden.
Ons, die in beter voorwaarden leven,
komt het soms voor dat het ginder in die
geteisterde dorpen net is als hier, en dat
men in de eene plaats niet meer heeft te
klagen dan in de andere. Mij echter is het
gegund geweest eenige dagen in de eerste
lijn van 't front te leven, midden de ellende,
midden de vernieling mij is het gegeven
geweest onze priesters van nader bij in
hunne werking na te gaan en tot het vast
besluit ben ik gekomen, dat men nooit of
nooit zal kunnen begrijpen wat al moeilijk
heden te bekampen vallen.
Meen niet, edelmoedige bezoeker, dat een
voorbijgaan van eenige uren u een gedacht
geven zal van al wat daar is te doorstaan.
Zeker, als gij bij hen komt zijt gij wel ont
vangen en zullen de Eerweerde Heeren hun
werk staken, om met u te praten en ter ver
kwikking het interressante toonen van de
oude strijdlijn. Maar vergeet niet, dat pas
uw bezoek gedaan, zij weerom den kop vol
hebben van alle soort werken dat mogelijk
nog grooter geworden zijn, daar deze door
uw bezoek moesten verschoven of uitgesteld
worden... en hun zelf soms verplichten te
werken tot diep in de nacht.
Kent gij persoonlijk van die frontpastoors,
wel, dan vraag ik u ze naderbij in hun
wroetelen na te gaan, en met mij zult gij
moeten bekennen dat gij verstomd staat bij
den moed dien zij aan den dag leggen. Daar
waar vroeger onze jongens streden en leden,
waar het moordend staal van den vijand
dood en vernieling strooide, ziet men nu
onze priesters met den glimlach op het ge-
aat, midden de teruggekeerde bevolking
werken met hand en kop.
't Is immers bij den man Gods dat de
menschen eerst hunnen nood komen klagen.
Bij hem komen zij om hulp en troost, en
Het gedenkteeken
aan onze gesneuvelde soldaten.
De oorlog heeft onze streek ontsierd
kunstjuweelen, zoo heel Yper was, zijn ver
dwenen ontelbare praalgebouwen kerken
of voorname huizen kunstige gedenkstuk
ken van 't verleden, liggen verbrijzeld: zelfs
het natuurschoone onzer bergstreek bestaat
niet meer, voor lange.
Betreurensweerdig, onherstelbaar verlies!
Maar 't doet ons zooveel te meer schatten
wat wij behouden hebben.
En hierin zijn wij te Poperinghe, hoewel
wij ook stoffelijke schade leden, nog geluk
kig: onze prachtige kerken, onze oude huis
gevels zijn al bewaard, uitgeweerd de
Bleekerij in de Veurnestraat, en 't is
jammer, en welhaast ook het Oudeman-
huis 't is den Heeren van de Hospicen
de moeite niet weerd het eens te bekijken...
't Is dubbel jammerPoperinghe is niet zoo
rijk aan oude gevels dat men er zou mogen
één laten vergaan. Integendeel, het zou
moeten de bekommernis zijn van alwie iets
te zeggen heeft en van alwie iets te doen
heeft, te zorgen dat Poperinghe uit zijn pui-
nen schooner oprijze: de vernieling, die hiér
met den oorlog geschiedde, zal min of heele-
maal niet te betreuren zijn op kunstgebied,
indien er iets beters tot stand komt dan wat
er vroeger bestond. Daarover later meer.
Eerst behandelen wij een veelbesproken
onderwerp het gedenkstuk voor onze ge
sneuvelde soldaten. Iedereen zal 't eens zijn
om te zeggen dat dit gedenkstuk moet kun
stig zijn op zijn eigen genomen, en dat het
door zijn heele inrichting moet wekken tot
verfraaiing der stad. Zooniet beter er niet
aan beginnen.
Wat zal dat gedenkstuk nu zijn
Een beeld, marmer of brons, één of meer
soldaten voorstellende, op een verheven zuil,
met bloemen errond? Dat komt eerst te bin
nen als men spreekt van een gedenkteeken
doch dat moet het niet noodzakelijk zijn
Wat wil men eigenlijk? Men wil de
onzer gesneuvelden, en wij zouden fier
zijn zulk een kunstgewrocht aan vreemden
en vrienden te laten bewonderen.
Wat zou het kosten De gemeente zou
bijleggen tot versiering van het stadhuis,
wat wij te kort omgehaald hebben tot vet-
heerlijking onzer jongens. Heeft mijn ont
werp eenige kans van door te gaan Ik
vrees dat het meeste getal houden aan een
standbeeld daarom behandel ik de naaste
maal wat en hoe dat beeld zou moeten zijn
om kunstig en deftig te zijn en waar het
meest zou passen te staan.
J. VUYLSTEKE.
van Merris, Coevoet Cie.
SCHAALSTRAAT, 6, POPERINGHE.
Loopende Rekeningen, Beursbewerkingen,
Spaarboekjes, Leeningen op titels, enz.
Dienst der Staatsiand&ouwkundigen.
De Heer PAUWELS R., Staatslandbouw-
kundige te Poperinghe, brengt ter kennis
der landbouwers dat zij hem schriftelijk en
gansch kosteloos kunnen raadplegen, over
alles wat den landbouw aangaat. De leden
der landbouwcomicen en der bonden voor
landbouwherstelling mogen hunne brieven
postvrij, (dus zonder timber) zenden tot de
Staatslandbouwkundige op woorwaarde dat
de brief onder band weze en in den hoek van
den omslag onder het opschrift Het lid van
het landbouwcomice hun handteeken
schrijven
De heer Pauwels, Staatslandbouwkundige
kan mondelings geraadpleegd worden te
Poperinghe, eiken vrijdag morgen van 8 tot
10 ure, in de zaal van de hoerengilde Cas
selstraat (bij O. L. Vrouwkerk j.
Indien de Strijder de verschuldigde
pachten in het geheel of gedeeltelijk be-
taalt heeft, hij zal mogen de wedergaaf
vragen van den helft der betaalde som.
De eigenaar zal het recht hebben van
den Staat de betaling te eischen van den
helft der som door den pachter onbetaald
gebleven.
Een crediet van een millioen, dat zal
mogen overschreden worden, zal ten dien
einde in de begrooting van 1920 ingeschre-
ven zijn.
Totaal der voorgaande lijsten fr. 325.00
Totaal 3e Lijst
Onbekend 15.00
Onbekend 3.00
M. Vandevelde Ernest, Watou 20.00
Naamloos, Poperinghe. 20.00
Keikop Belg omdat het voor Boe-
singhe, Kemmel en de Clytte is 1
Erkentenis- aan genegen goede
clienteel111.11
Onbekend voor de Heeren Pastoors 10.00
Naamloos voor Boesinghe 5.00
Naamloos voor de Pastoör van
Boesinghe 40 00
Boesinghenaar Ph. V. voor onze
Pastoor 23.00
Nieuwjaarsgift aan de Pastoor van
Boesinghe 5.00
Van wegens Ste Annaplein, Pop. 8.00
wat zij zoo dikwijls voor anderen verzwij-jgeheugenis onzer gesneuvelde soldaten
gen, aan hunne pastoors vertellen. Ishetjievend bewaren 't
Het Davidsfonds herbe
gint zijn werking op 9 Fe
bruari met een
HULLEBROECK avond.
aan hunne pastoors vertellen,
deze laatste niet die alle werken, door den
oorlog verdwenen of stilgelegd, weer in
gang steekt en vooruitduwt. Boerengilden
worden gesticht om samenkoopen te doen,
spaar- en leenkassen om voorschotten te
krijgen voor de geteisterde bevolking, aller
hande bonden om de banden onder 't volk
te versterken, liefdewerken ingericht om de
noodlijdende te helpen, boekerijen geopend
om 't volk goede lectuur te geven, en maar
al te dikwijls staat de pastoor alleen voor
looping en schrijfwerk. En de kerk, die
gansch vernield is moet hersteld en voorzien
worden van meubels, beelden, enz, de
scholen heringericht patronaten geopend
zondag- en avondscholen tot stand
gebracht.
Maar, hoor ik u zeggen dit al bestond
ook in vredetijd en moest evenals nu onder
houden en bijgetreden worden.-Welk ver
schil dus
Welk verschil..? Wel ja, alles bestond en
ging zijnen gewonen gang. Nu echter moet
alles herbeginnen, en zoo dikwijls beschik
ken de inrichters niet over de noodige geld
middelen te meer alles op een komt.
Vergeet echter ook niet dat bij dit al he4»
stoffelijke werk minst ontbreekt.Wie veel op
't front verkeerde zal ten anderen reeds heb
ben kunnen bemerken dat veel onzer
pastoors dikwijls verplicht zijn zelf hand
aan 't werk te slaan, zoo zij de zaken in
vooruitwillen. de
Zij verblijven meestal in een houten huisje,
dat bij de minste storm, die dees jaar niet
ontbreken, piepen en kraken en dreigen in te
vallen. Daken komen los en springen uit
een, zoodat het binnen regent als buiten, en
in de koude winterdagen blaast de wind
langs zijds, onder en boven door de spleten
van plankenvloer en wanden. Wie ontmoet
te alreeds niet op het front sommige onzer
priesters, bezig aan 't leggen van steenen,
't verzekeren van kerk- en schooldaken of
't bijörengen van materiaal, zelf 't lossen aan
den trein om 't werk te bespoedigen... en
zulks bij schoon en vooral slecht weder
Gedenk dan, beste lezer, als wanneer gij
uw voetjes dicht bij 't vuur steekt of de
deuren nauwer sluit tegen koü en wind,
gedenk dat daar ginder menschen wonen
die ook koü hebben, maar zich opofferen
voor 't welzijn van de teruggekeerde banne
lingen der frontstreek.
Gedenk dat boeken en gazetten, dat ver
halen van ooggetuigen zelf u nimmer zullen
kunnen doen inzien wat al ellende en miserie
wat al lijden en zieleleed die priesters te
bekampen hebben, en vooral vergeet dan
niet dat van daar u handen toereiken en
harten roepen om hulp, biddend om eene
almoes ten voordeele hunner geteisterde
bevolking.
Blijf dan niet onverschillig bij 't overden
ken van zulk leven en zoo 't een ware
vlaming past, geef, geef veel zoo gij veel
hebt, maar... geef ook van het weinige dat
gij bezit. Caritas.
zijn onze schoolmaten
van weleer, strijdmakkers voor velen,
geburen, vrienden, bloedverwanten voor
bijna alleman. Wij hebben hunnen naam
nog dagelijks op onze lippen, hun leven,
hun lijden, hun sterven zoo dikwijls met
weemoed in onze verbeelding, ja met bitter
verdriet in 't herte wij willen dat er daar
van iets blijve, zelfs bij 't nakomelingschap:
't verdriet zal slijten, de pijn in ons vrienden
hert zal verdooven, de dankbaarheid en be
wondering mogen noch nu, noch latertijden
verdwijnen wij willen iets voor onze oogen
dat gedurig ons hert vermaant en onze na
komelingen herinnert aan dezen die uit plicht
en liefde voor heerd en volk alles opofferden.
Moest er op eene voorname plaats een
gebouw oprijzen dat weezen of weduwen
van gesneuvelden of dat andere ongelukki-
gen zou herbergen, zou dat ook geen herin
nering wezen 't Zou heeten het Huis
onzer Helden 't zou in zijn gevel de namen
der gesneuvelden ingebeiteld dragen, met
ook wel de verbeelding van een heldenfeit
uit onze jongste bloedige geschiedenis.
Zoo was het meest dat men eertijds herinne
ringen stichtte aan geliefde afgestorvenen
't was nuttig werk, 't was liefde en opoffering
vereeuwigen't was meteen het behoud van
het gedenkstuk voor lange verzekeren.
Aan zoo eene stichting moet er niet ge
dacht v/orden dat vroeg honderd duizenden
plaats van duizenden Daarmeê zal
Bertenplaats, aan den Noordhoek der
Peperstraat, geen gevel zien oprijzen vol
kunst en ziel en vrome gedachtenis
Daarmeê ook komt het ontwerp nog eens
boven, het gewone standbeeld op zuil met
bloemen errond, zooals men er voor den
oorlog te Kortrijk vier kon zien, te Brugge
vijf of zes, te Gent eene dozijn, enz. Nu
krijgt elke stad er een meer, en men'ig dorp
zijn eerste... Ik zou liever eene gedachtenis
hebben die men elders niet heeft, iets op ons
eigen, iets meer ingetogen dan eene praal-
zuil op eene openbare plaats: immers de
geheugenis onzer gesneuvelden zal altijd
met veel verdriet en herteleed gepaard gaan
zulke gevoelens stelt men op de markt niet
ten toog...
Ons nieuw stadhuis staat daar, wel be
waard, deftig al buiten, maar toch zoo kaal
al binnen de groote ingangplaats, waar
iedereen door moet, zou kunnen zoo schoon
zijn, ze is zoo onbeduidend. Ik zou ze ver
sieren, heelemaal, met fresco-schilderij of
halfverheven beeldhouwwerk, of afwisselend
met beide en 'k zou daar onze gesneuvelde
vrienden verbeelden in hun werk aan de
loopgrachten, in 't geweld van den aanval,
op hnn lijdensbed, en dan verheerlijkt
waar ze ons christen geloof en onze liefde
ze nu willen... Van onder eene reeks taferee-
len van den oorlog, van boven de rust in
eeuwigen vrede... Och, kon er mij een kunste
naar verwezentlijken wat ik in mijn binnen
ste gevoel en zie... 't Zou aanstaan En tel
kens wij ten stadhuize trekken, 't zou ons
doen mijmeren aan de zoete gedachtenis
Zooals wij gezien hebben in de dagbladen
is de Koning geheel mistevreden, van zijne
reis door de verwoeste gewesten terug ge
keerd. Hij heeft zijne verontwaardiging lucht
gegeven, eene eerste maal te Dendermonde
en dan in Loo over de zorgloosheid waarmede
er aan den heropbouw der streek gewrocht
wordt, en over de verwaarloozing waarmede
de bewoners, van hooger hand, bejegend
worden. Onmiddelijk bij zijnen terugkeer
heeft hij de Ministers bijeen geroepen, den
toestand besproken, en geeischtdat er spoe
dig verandering en verbetering zou komen.
Als gevolg heeft de Minister verscheidene
heeren afzonderlijk ontboden om te onder
handelen over de werking van de rechtbank
van oorlogsschade. De Heer Veys, Voorzit
ter, kwam het eerst aan de beurtdaarna
werden ontboden Advocaat Vandermeersch
en Advocaat Butaye, en aangezien die Hee
ren allen overtuigde partijgangers zijn van
't inrichten van een kamer per gemeente, dan
mogen wij verzekeren dat zij dit stelsel warm
zullen verdedigd hebben.
Nu beginnen de smeekschriften der ge
meenten bij den Minister toe te komen. De
verledene week werden er nog opgestuurd
door het schepencollege van Yper, door de
gemeenteraden van Komen, Gheluwe, Wer-
vick enz.
Wekelijksch de Vrijdag zal nu eene bij
eenkomst plaats hebben in den Katholieken
Kring te Poperinghe van verscheidene Burg
meesters, Schepenen, belanghebbenden van
iedere gemeente, bijeengeroepen door Vol ks-
vertegenwoordiger Vandromme, om alle
middels te bespreken en in 't werk te stellen
om tot den gewenschten uitslag te komen.
De vergadering is vrij en iedere
meende belangstelling gewenscht.
Een kamer per- gemeente 1 In drie jaren
alles vereffend
Vooruit
O. W.
We zijn zoo vrij aan te dringen bij al onze
Lezers opdat elkeen het zijne zou bijbrengen
om de noodwendige frontbewoners te helpen.
Velen wonen er in vochtige, ongezonde
woonsten en door de storm dezer week wer
den vele hard beproefd. Beste Lezers, denkt
daar eens aan Wij allen die in huizen wo
nen, goed tegen koude en regen beschut,
laat ons medelijden hebben met de meer
beproefden en ze helpen. Zendt uwe junst
naar ons bureel.
Hot lySonnnnoior vanA- Monteyne, is onover-
ricl !VIad.y JJUolcl trefbaar tegen het zuur,
Wij vernemen dat M. Colaert, gezament-
lijk met de Heeren Graaf de Liedekerke, de
Géradon, Poncelet en Brifaut, allen Katho-
leike Volksvertegenwoordigers, in de Kamer
een voorstel hebben neergelegd aangaande
de huishuren verschuldigd door onze Oud-
Strijders.
Dit voorstel luidt aldus
De huishuren door de in werkelijken
dienst Belgische soldaten verschuldigd,
voor de drie eerste oorlogsjaren, krachtens
voor 4n Augustus 1914 bestaande pachten,
zullen moeten verdragen worden door den
Staat tot 50 per honderd.
Een werkliedentrein in Normandie is
ontriggeld, vijf dooden en vijftig gekwetsten.
De duurte van het leven heeft over
gansch Duitschland eene uitgebreide werk
staking veroorzaakt.
Holland heeft eene leening aangegaan
van 450 millioen gulden aan 5 ten honderd.
In Duitschland, in uitvoering van het
Vredestraktaat is men bezig alle forten en
versterkingen af te breken.
In Spanje heerscht een waar schrikbe
wind. In verscheidene provincies is de staat
van beleg uitgeroepen.
Te Larivière nabij Belfort werd op eene
hoeve de landbouwer en de meid gedood,
de boerin en eene andere meid vreeselijk
gekwetst door bijlslagen. De bandiet was
binnen geslopen om te stelen.
Italië wordt door eene groote werksta
king der spoorwegbedienden bedreigd.
In Argentina grepen woelingen plaats
in het Parlement, 't Geleek een echtherberg-
krakeel.
Nopens de kolenkrisis in Frankrijk,
zegde de ministerde zeer slechte dagen
zijn voorbij.
Om te voorzien in den wonignood, zal
men in Engeland 800.000 woningen moeten
doen bouwen. Weldra zullen er kontrakten
welge- gesloten worden voor den bouw van 100000
huizen.
Sedert het begin van den oorlog heeft
Rusland 35 millioen man verloren aan doo
den, gekwetsten en zieken.
De berichten die uit bolchevistisch Rus
land toekomen zijn zoo ijselijk dat de lezing
er van doet huiveren. Te Kharkof hebben
de roode moordenaars zich overgeleverd
aan de afschuwelijkste wreedheden op de
weerlooze en onschuldige inwoners. Talrij
ken dier ongelukkigen werden gekruisigd
anderen, op de gruwelijkste wfjze gefolterd,
stierven in onbeschrijfelijke tormenten.
Het schijnt dat er nu toch ernstig
spraak is van eene gewapende tusschenkomst
der bondgenooten in Rusland, om den boel
wat in orde te helpen.
Dinsdag kwam de spinnersgast Desiré
Duthoit, 55 jaar, ten huize van zijn schoon
broeder, Joseph Meiresonne, teekenaar,
wonende te Roebaais, om er zijn eetmaal te
nemen. Duthoit haalde opeens een revolver
te voorschijn en loste twee schoten in de
richting zijner schoonzuster. Op het gerucht
*BGS
Drukkerij - Papierhandel,
Bareel open van 9 tot 12 en van 2 tot 3 ure.
Totaal: 585.11
slechte spijsontering, maagpijn en alle andere maag
pijnen. De doos 2 fr. in de Apotheek H. Notredame.
Versterkt uw bloed, vermijdt de Bloedarmoede door
het gebruik der Versterkende Pillen van A. Monteyne,
Apotheek H. Notredame, Groote Markt, Poperinghe.
Niets is meer aan te bevelen tegen Bloedsgebrek,
Bleekzucht, Gebrek aan Eetlust, Uitputting, en alle
ziekten door overlast veroorzaakt, dan De verster
kende Pillen van A. Monteyne, Apotheek H. NOTRE
DAME, Groote Markt, Poperinghe.