HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperinghen Omstreken.
Os laatste staat der Belp
Zondag 11» April 1920.
15 Centiemen.
17e Jaar. Nr 15.
bonnementprij s s
V.
SANSEN-VANNESTE
o nkondig i ngen s
Een groet aan Diksmuide.
BANK van POPERINGHE,
vanMerris, Coevoet Cie.
Bij Moeder Belg ie.
Aan de bevolking
van Poperinghe.
Provinciale raad.
FORREST. L.
In 't Buitenland.
WJI.IHI. IMIIIJIll.il
Jaar in Stad te huis besteld.
buiten Stad met de post
Buitenland
6.25 fr.
7.50 fr.
9.00 fr.
Uitgever*
Gasthuisstraat. i5, Poperinghe.
Berichten 50 cent. de regel Notarieële berichten 50 cent.
Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag.
Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag
noen ingezonden worden.
Koningin der Yzerstreken, Vorstin van
ons vlaamsch boterland dat waart ge, lief en
schilderachtig Diksmuide.
Oin u te bewonderen, zegt men, moest
men u lief hebben, 't Kan zijn, en voorwaar
zeer lief aan 't hert lag het, daar op zijn
Yzerstrand waar de leeuwen dansten.
Streelend speelt het mij in 't gemoed, hoe
ik weleer met zaliger Deken Moulaert, God
wille zijne edele ziel, ons aloud Diksmuide
leerde lief hebben en bewonderen. Hij toonde
't mij, daar zoo stokoud onder de jaren ge
bogen, zoo heimelijk stil opziende uit den
nacht der tijden, om den dageraad eener lente
te zoeken. Hij toonde 't mij, in zijne grijs-
geworden muren door de eeuwen gekwetst,
en toch immer jong achter zijne versche gor
dijntjes over nette vensterramen gespannen;
oud in zijne hovingen die eeuwen telden, en
jong in de bloemenkransen er op zoo kundig
bezorgdoud in het gras der straten daar
het opwiedend was uit de steenen om ons te
getuigen dat het wilde voortleven en jong
zijn.
Droomend stonden we stille, te lande,
vóór een beeld van herboorte, de pachthoeve
Den Boogaarde zoo breed en zoo majes-
tatisch tusschen duinen en weiden. Moulaert
zijn hert rilde bij dat zien. 'T is waar, zei
de geleerde Diksmuide wordt in de school
boeken niet bezongen, maar het heeft toch
kunstweerde. Op zijn zielverrukkend wezen,
in de kronkellijnen zijner aloude straten, alles
spreekt er, en de kunstwerken liggen er,
door de tijden he^n, uit den grond gewron
gen.
Staat, zeide hij, en we stonden vóór een
alomgekende Gasthof bij name de Pape
gaai in herbootfetrant kundig opgehaald
bij eene eeuwenoude brugge waaronder de
vaart van Handzame stroomde... om wat
verder de grootsche woning der Castillaan-
sche ridderheeren te gaan zingend wakker
streelen.
Ziet, daar was Het Steen zoo eigen
aardig lief nu in een biddend Klooster
herschapen en hij leidde mij binnen het
Begijnhofhier vond S. Thomas van Can-
telberg zijn hofken van Olijven vooraleer de
Calvarendreef der martelaren op te stappen.
En zijn wijsvinger toonde mij die lief-
springende woningen onzer Vlaamsche Beg-
ga's kinders, 't zij uit wit steen gebouwd,
rein als eene kloostermaagd, 't zij wat groot-
scher aan zoo de woning der edele Jong
vrouw de Oversteop wier zoetheid, op
wier uitmuntendheid iedereen daar roemen
wilde. En daar wat dieper in, omzoomd met
leliën en roozen, de kleine bidstede der
kloostermaagden, lief als eene warande voor
engelen, lief en stil als eene voorstad der
hemelen; wat is er uit dat geliefde Beggijn-
hof aan de Duitsche moordscherven ont
snapt? Verwoest, verpletterd, weggevaagd
dat heilig plaatske grond roept ons toe
Nooit, nooit moogt ge vergeten
Maar laat ons liever naar mijne kerk gaan,
zegde zachtjes de stem des geleerden, mijne
kerk waar Jordaans zijnen troon heeft be
waard en 'k ging mede, wel te moede stap
pend tusschen aloude vlaamsche gebouwen,
achter puntige kunstgevels gedoken, tusschen
andere ook met roode daken door de eeuwen
bruin getrokken, en allen op elkander ge
leund om te zaïnen recht te staan of neder
te storten, en allen wijzend naar het Stede
hofoud van wezen, jong van lijve.
O diepindrukslaande kerk van Diksmuide
echte parel der Christen kunsten, hoe
statig was uw rijkbewrochte choor omgeven
met praalvensters waarin vlaamsche kunste
naars streelende kleuren met bidderiden
wierookwalm deden samenspelen. Hoe wel
sprekend was uw altaar waarop eene aller
fraaiste kunstroos, een tabernakel, zijne
kunstlijnen liet ontleden. Dat tabernakel zoo
lief deed ons knielen en God aanbidden
den God dien Breydel aanbaden deed ons
opzien daar wat hooger, naar de aanbidding
der wijzen ons nöoit volprezen kunstwerk
van onzen Jordaens, den jongvorst onder de
ridderheeren der vlaamsche kunstschool
Ach arme, waar is de perel gevallen Ligt
hij vergruisd onder de puinen, verhakkeld
of verbrand Vergruisd ook de beroemde
predikstoel, nog warm, toen ten tijde, van
Meester Moulaert zijn redenaarswoord
vergruisd ook die Docsael uit wit graniet
geslagen, echte kunstgordijn vóór den choor
wijdopengespreid, en als 't ware doorzichtig
gedreven door kunstenaars handen. Te
schoon, ja, stond hij daar met Vlaanderens
roemvolle tijden omkranst. O rampzalige
Duitsche slaven, gaat nu en zegt aan Willem
den barbaar dat gij aan de vorstin van den
Yzerhare kroon geroofd hebt, haren Jordaens
verbrand, haren Docsael vernield orn uwen
naam van Barbaren weerdig te blijven...
SCHAALSTRAAT, 6, POPERINGHE.
Loopende Rekeningen, Beursbewerkingen,
Spaarboekjes, Leeningen op titels, enz.
Bureel open van 9 tot 12 en van 2 tot 4 ure
De ondervraging Hubin in onze Kamer
van Volksvertegenwoordigers was zoo leer
rijk dat wij niet kunnën nalaten de toestan
den bloot te leggen zooals deze ondervraging
ze ons deed kennen.
Mijnheer Hubin gevoelt van tijd tot tijd
behoefte van te spuwen. En .op wie kon
Mijnheer Cracheur wel beter spuwen dan
op de Vlamingen O die Vlamingen, ze zijn
toch Lamme Goedzak, gewend alles te lijden
en alles te verdragen.
Nu, Hubin heeftgespuwdop ons Vlaamsch
blazoen. En, o wonder, de enkele vlekjes
die laster en verdachtmaking daarop hadden
doen kleven zijn ervan ^f en onze Leeuw
komt veel zwarter dan vroeger voor crp zijn
stralend gele veld.
Bravo Hubin, onze Vlaamsche lucht is
opgeklaard eri de aktivische en orangische
wolken, die gij erin wildet zien, zijn er voor
goed van weggedreven. Moeder Befgie heeft
Papa Delacroix belast Mijnheer Hubin een
fijn lesje te geven. Och, beste Hubin, ge
moet niet veel aan de Vlamingen trekken,
ze worden te machtig, te kloek en gij zoudt
er wel van uwe pluimen kunnen bij laten.
Gij moet niet vreezen als een Vlaamsche
jongen een oogje flikt naar zijn Hollandsch
nichtje, Moeder Belgie zal wel zorgen dat
het nooit tot een huwelijk komt. Neen, neen,
't is te naar familie. Hubin heeft de deur
van Moeder Belgie's huis zoo wijd opengezet
dat wij niet hebben kunnen nalaten daar
eens een blik in te werpen.
Moeder Relgie heeft veel kinderen. Wij
konden vooral de doening van eenige harer
zonen nagaan.
Moeder Belgie heeft verdriet om het ge
drag van haren zoon Aktivist gedurende den
oorlog. Hij heeft zijne Moeder niet geholpen
binst den oorlog. Hij heelt zelfs de hulp van
den vijand gevraagd om te pakken wat zijne
Moeder hem vroeger niet heeft willen geven.
En daar is wel een reden van het verdriet
van Moeder Belgie. Zij weet dat zij de eerste
schuld heeft aan het wangedrag' van haren
zoon, maar zij bekent het niet gaarne.
Schuld bekennen is altijd lastig, zelfs voor
eene Moeder. Broeder Waal is een flinke
man. Hij heeft schoone manieren en spreekt
eene sierlijke Fransche taal. Moeder Belgie
Mengelwerk van «De Poperinghenaar» 6.
VI
De stad Veurne, in België, waar ik toe
kwam toen de dumstering langs haar stra
len en plaatsen begon te zweven, was de ze
telplaats van Koning Albert 's Hoofdkwar
tier en Staf. De bevolking hoorde geheele
gansche dagen 't gedonder der kanonnen
eenige kilometers af vandaar, daar—waar
de overblijfsels van 't leger de linie hield van
den Yzer en de loopgrachten, die de wegen
afslooten naar Dixmude, Pervyse en andere
gemeentjes en plaatsjes op den laatsten vrij
en bodem van Belgischen grond.
We reden de Groote Markt op, en zagen
er de oude Vlaamsche schoonheid van, een
beeld van honderd andere zulke markten niet
minder eigenaardig en niet minder eerbied
waardig, en die in puinhoopen gevallen la
gen onder de Duitsche kanonnen. Drie groo
te gebouwen beheerschten de omgeving ~'t
Stadhuis, met zijn fijne oude voorgevel, en
is fier op haren zoon die het toch zoo wel
stelt met groote mannen uU naburige landen.
Hij is niet gewoon zich ooo4 telwerken en
telkens een goed postje 'te-krijgen is, danv is
broeder Waal er bij. Hij is binst den oorlog
soldaat geweest maar weet toch steeds te
vertellen wat er achter 't front gebeurd is.
Hij is Moeder Belgie's lievekind. Broeder
Verbonder is een sture, kloeke Vlaamsche
werker. Hij is niet al te kontent van zijne
Moeder om de groote voorliefde die Zij broe
der Waal toedraagt. Neen, hij heeft niet wat
hem met recht toekomt en wat hij na zijnen
heldenstrijd aan 't front wel zou moeten heb
ben. Hij tracht Moeder Belgie te overhalen
hem met rechtveerdigheid te behandelen en
het zou hem zeer spijten moest hij verplicht
zijn ooit daartoe geweld te gebruiken.
Broeder Fronter is een oorlogskind. Groot
gegroeid in de moerassige loopgraven, mid
den bloed en ellende is de knaap onstuimig
en ongeduldig. Hij bezit geene verfijnde ma
nieren maar werkt en slaaft, Moeder Belgie
ten profijte. Hij wil zijn recht en raast en
tiert soms als hij ziet hoe weinig medelijden
Moeder Belgie heeft met de talrijke wonden
die hij in den oorlog gekregen heeft. Hij be
dreigt zelfs van te scheiden cn van het onge
lukshuis van Moeder Belgie te verlaten. Ja
maar, Moeder Belgie werpt hare armen in
de lucht en kermt en jammert, want nu haar
aktivist al weg is zou zij niet gaarne haren
Fronter verliezen.
En wat te zeggen over Franskiljon. Uit
Vlaamsche ouders geboren, levend midden
Vlaanderen keert hij den rug naar zijn eigen
volk. Hij tiert en viert met het zweet van
zijne stamgenooten en hij wil er nog den
baas over blijven. Met zijn Fransch gedoente
staat hij in den weg zijner Vlaamsche stam
broeders. Hij i;; een verfoeilijke type, een
leelijke figuur in Moeder Belgie's huis. Een
uil die zich met pauwpluimen siert. Welaan,
Moeder Belgie, wilt gij rust in uw huis,
wilt gij vrede onder uwe kinderen, wilt gij
alle jammerlijke scheuring voorkomen, wees
dan eens flink verstandig. Behandel al uwe
zonen, en deze die voor u leden niet het
minst, met rechtveerdigheid. Zoo en zoo
alleen zult gij uwen huiskring groot en
schoon maken.
Moeder Belgie, wees rechtveerdig
APOTH EEK - DROGERIJ
A. K EST Et MN,
Gasthuisstraat, 35, POPERINGHE.
Wij lezen in 't verslag der laatste Zitting
M. Brutsaert, in naam der 1° Kommissie,
legt een gunstig verslag neer over het op
richten van een gedenkstuk ter eere der strij
ders van den oorlog 1914-1918. Het is een
plicht van dankbaarheid waar wij niet mogen
aan ontbreken.
De Gouverneur steunt deze zienswijze.
Onzeprovintie meer dan eene andere behoort
den plicht de helden, zoo levenden als ge
sneuvelden, te huldigen. Veel gemeenten
hebben reeds dit gedacht verwezenlijkt maar
dit ontslaat ons niet van onze verplichting.
De staat zal voor een deel in de kosten tus
schen komen. Deandere provinties handelen
in denzelfden zin. Luxemburg stemde 100000
fr. voor een gedenkstuk. Henegouw vraagt
de hulp der gemeenten en stelt eene bijdrage
vast van 25 cent. per inwoner, Luik stemde
eene som van 250.000 fr. en de stad Luik
insgelijks eene gelijke som. Limburg voorzag
eene uitgaaf van 50.000 fr. Braband schenkt
toelagen aan de gemeenten met hetzelfde in-
zicht, enz.
Het is de plicht der provintie, erkentelijk
te zijn jegens dezen die hen voor het Vader
land hebben geslachtofferd.
Deze regelen worden als dank" neerge
schreven aan het Poperingsche volk, voor
de hulp verleend tot het oprichten van een
gedenkteeken ter herinnering onzer lieve
gesneuvelden.
Een eerste woord van dank wordt gericht
aan de milde menschen die bij de omhaling
hun edel geld in onze handen legden. Wij
bedanken daarom de groote giften van de
welstellende heeren, en even bedanken we
met voorliefde de gespaarde centen van de
eenvoudige dagiooners.
We moeten echter ook nog andere milde
giften eene melding van dankbaarheid geven.
Als eerste gift kregen wij het gansche be
drag min de onkosten van de Coliseum Ci
nema van Emiie Lobeau. Niet alleen is de
schoone gift van 2000 fr. daaruit voortge
sproten,maar het heeft aan deze milde gevers
veel werk, veel rusie bijgebracht, en daarom
kunnen wij met voldoening, onze dankbe
tuiging uitten aan het personeel van de Ci
nema, alsook aan gansch de familie Lobeau.
Andere werken werden nog tot dat edel
doel gedaan.
Het lokaal «Ons Huis», gaf eerstens een
bal aan zijne leden, de opbrengst van dezen
avond mocht ook te goede komen aan het
gedenkteeken onzer gevallen kinderen.
De Katholieke Kring, liet in een zijner
concerten ook een omhaling doen ten bate
van het schoone werk om onze gesneuvelde
te vereeren.
De Roeysche Barbaristen, hadden ons ook
niet vergeten, en het vloeide weerom onder
steuning, ter herinnering der lieve vermisten
uit dezen vvreeden oorlog.
De St Annagilde, wist ons ook met eene gift
te verassen, en hunne penningen kwamen
ook te voordeele van het gedenkteeken in de
kas gevloeid.
En om te eindigen, kwamen de Langhoirs-
Victorinnen, het laatst maar niet het minst,
de gulden rc-eks sluiten die aan het schoone
werk zijn hulde en zijn goed herte en zijne
dikke beurs aanbracht. De Langhoirs-Victo-
rinnen, gaven ons de opbrengst van hunne
tooneelavonden min de onkosten.
Doch nu nog eenige korte woorden over
het gedenkteeken. Eenige artikelen in De
Poperinghenaar gaven ons eenige wenken
wat er best met dat geld zou aangevangen
worden. De vertolker dezer gedachten is wel
misschien de vertolker uwer eigen gedach
ten niet geweestwant gij hebt u alien een
standbeelden uwen kop geprent.
Doch is het uwe meening niet, is het onze
ir.eening niet, het betaamt daarom toch niet
temin deze te eerbiedigen. Het is immers
niet bewezen dat, dit ontwerp slechter is dan
het onze.
We gaan echter verder over de zaak in.
Wij zuilen hier de meening van 't volk eer
biedigen. Vraagt men een standbeeld, het
zal een standbeeld zijn. Vraagt men iets an
ders het zal iets anders zijn.
Met deze aanhaling heb ik nog geen 'op
heldering gemaakt. We leven in eenen
onaangenamen tijd. En tegenwoordig ziet
men geerne de kaarten op tafel.
Waar zit het geld Wat doet men met
het geld Ik kan u niets verwijten om deze
vragen. Daarom het antwoord. Heer Julien
Vandooren is verantwoordelijk voor het geld.
Het brengt zijnen interest op in een of andere
bank. Men zal het gebruiken wanneer men
gereed zal zijn. In de Commissie van dit
werk zetelen 4 soldaten en 5 burgers.
Wisselagcnt, PROVEN.
Beursbewerkingen. Geldplaatsingen.
Geldwisseling. Uitbetaling vnn Kocpono.
In Duitschland is de rust nog niet her
steld. De regelmatige regeeringstroepen
hebben de bovenhand en achtervolgen onge
nadig de roode benden, wat oorzaak is van
veel bloedvergieten. Tijdens hunne krijgsver
richtingen zijn zij op het onzijdig bezet
gebied gedrongen en hebben zelfs schoten
gelost met de verbondene troepen. Om deze
schending van het Vredecontract hebben de
Fransche troepen eene gansche nieuwe streek
bezet. De steden Frankfort, Darmstad en
Hanau zijn door de fransche legers bezet.
De krachtdadige tusschenkomst der Fran
chen heeft op de Duitschers een diepen in
druk te weeg gebracht.
Ten gevolge van Zeerampen in den
Atlantischen Oceaaan, verloren verleden
maand 144 passagiers het leven.
Te Lapalisse werd een 14 jarige koei-
wachter, die de touw rond zijne lenden vast
gemaakt had, door de koei, die op hol ging,
medegesleurd, en verwurgd terug gevonden.
In de Meurthe verdronken drie jonge
lingen, die met een roeibootje uitgevarea
waren.
TeNarbonne is een huis ingestort. Drie
kinderen werden eronder bedolven en gedood.
Een gewezen fransch soldaat die hem
slecht gedroeg, heeft zijne vrouw en schoon
moeder dood geschoten en zijn schoonvader
erg gekwetst.
—De vlieger Caproni heeft een plan afgewerkt
voor een vliegtuig dat 500 personen zou kun
nen vervoeren. Er zou een motor noodig zijn
van 12,000 paarden.
In Canada zal het vliegerskorps 5000
vliegers tellen.
Ierland staat in rep en roer. De aansla
gen vermeerderen in getal en de opstand
algemeen. Wanneer schenkt men nu einde
lijk recht aan dat volk
Met Goede Vrijdag werden volgens
oude gewoonte, vier terdoodveroordeelden
genade geschonken.
huizen en schilderachtige winkels met trap
gevels en uithangborden in bewrochtijzer.
Voor drie eeuwen en meer was de tijd hier
voorbijgegaan, en geene wisseling van rno-j
dern leven bad het karakter dezer plaats ve
randerd, waar vroeger de prinsen van den
koophandel over gewandeld hadden. V/are
ik hier in vredestijd gekomen, in die fluwee-
lenWondschemering lijk nu, ik zou mij waar-
lijtf verwacht hebben ernstige burgers in pels-
kappen over de straatsteenen te zien gaan
naar het Stadhuis, en de hoogroode tronies
van de ridders, lijk ze Frans Hals zoo gaar
ne schilderde, wijn drinkend in het Hotel de
la Couronne, en misschien een jonge koning
in ballingschap lijk de Merry Monarch
lachend met een knipoogje naar ergens eene
mooie en opgezette Vlaamsche deerne, en
leunend op den arm vau Milord Rochester
om naar zijn verblijf te gaan aan de overzijde
vau de straat. Maar nu was hier geen vrede.
Het was de achtergrond van den oorlog, en
hier dreunde het gegrol der kanonnen over
de steenen, nevens de kerkmuren lagen er
hoopen van 's oorlogs schiet voorraad. In
't midden der markt stonden «autos blindées»
eene korps cyclisten had zijn rijwielen op en
tegen en tusschen allerhande kanonwagens
en voederkarren gepropt, uit de zwarte scha-
111 nu min 1-iniMfci miililiin.iliii miiiiliin
golfden uit karren wier trainen in de goten
lagenschildwachten met bayonetten, waarin
't licht van oude lanteerns speelde, stapten
op en neer voor de trappen van 't Stadhuis;
Belgische soldaten, nog bemorst met het slijk
hunner loopgrachten, slenterden vermoeid
door de zijstraten en staf-officieren in automo
bielen, met glaneznde lichten en tuitende
hooren, zochten hunnen weg door de wagens
en de kanonnen. Van buiten de stad dreun
den zware schokken van gerucht, lijk verre
donderslagen, en door het levende duister
van de lncht flikkerden onregelmatige blik-
semliehtjes op.
Toen de dumstering nog daalde en de scha
duwen wegsmolten in algeineene duisternis
kon ik kaartjes zien aansteken door de rond-
bogige ruitjes van kleine winkels, en de gar
stige reuk van petrolcum-lampen daalde van
de vaut-keukens af of rees uit de kelders op,
waarin men van uit de straat kon neerdalen,
en waar soldaten kopjes koffij of glazen goed-
koopen wijn zaten te drinken in een flikker
licht dat Rembrandt's paneelen in eens ge
heugen etsten.
Eenige stafofficieren kwamen de trappen
van 't Stadhuis af en stonden beneden als
opiemand te wachten. Ze hadden niet lang te
wachten, want daar kwam nu een zeer slan-
om eene eigaret aan te steken, en 't licht vaa
het stekje liet een glans over zijn aangezicht
blinken, 't Was de Koning der Belgen,
slechts door zijne grootte van de andere sol
daten onderscheiden, en lijk hij de trappen
afkwam, had hij de volle waardigheid zijner
eigene schoone gestalte, maar hoegenaamd
geen uitwendig teeken van koningschap. Op
dien oogenblik kon ik met moeite zijn gezicht
ontwaren, maar later zag ik hem, bij klaren
dage, de wapenschouwing doen zijner held
haftige regimenten, en dan vielen mij zijne
ernstigheid op en de moedheid zijner oogen
en zijne uitnemende eenvoudigheid... Voor
het eerst van mijn leven zag ik hem in de
groote Hallder Brusselsche Wereldten
toonstelling, in koninglijke staatsie en om
ringd van menige prinsen en ministers en heel
het Hof. Dan zelfs had hij een zweem van
droefheid in zijne oogen 't was misschien
niets meer dan schuchterheid—alsof de scha
duw eener nakende ramp zijn visioen bezig
hield. Destijds maakte ik er de bemerking
over aan zekeren vriend, die mij uitloech om
de uitzninigheid dier bemerking.
Hier in Veurne was zijne persoonlijkheid
lijk omgegeven van eene soort heiligheid,
omdat zijn koninkrijk over het laatste stuk
je Belgischen grond al de puinen en al den
In Denemarken is de toestand nog niet
verbeterd. Men vreest voor het koningdom.
Een nieuw ontwerp ,is verschenen om
Frankrijk met Engeland door een tunnel te
verbinden. De kosten worden beraamd op
220 miljoen.
Japan is bezig zijne oorlogsvloot ge
weldig uit te breiden.
In Pas de Calais is de werkstaking in de
koolmijnen geëindigd.
Op het vliegplein te Istres zijn twee
vliegers verongelukt.
Te SanteS had een 7 jarig kind een hou
witser binneft gebracht, 't Tuig ontplofte,
't kind werd gedood en de moeder zeer erg
gekwetst.
Te Orleans is een trein ontriggeld.
Twee dooden.
Te Ebb Vale in Engeland hebben de
geneesheeren bet werk gestaakt
Rond Reims vonden drie kinderen eene
handgranaat. Deze ontplofte in hunne han
den. Twee kinderen werden gedood en 't
derde zeer erg gekwetst.
In Frankrijk zal men een belasting leg
gen van 101. h. op de inkomsten der onge-
huwden boven de 30 jaren.
weerstand tegen de overweldigende macht
en al de ellenden en den weedom van ^ijn
1 verongelijkte volk dat hem standvastig trouw
bleef. Mannen van republikeinsche overtui
ging brachten hulde in hun hart aan dezen
jongen Koning, geheiligd door weedom cn
gekroond met martelaarschap. Volop levend
als een gewoon soldaat, met zijne soldaten
voedsel en vermoeienis en gevaar dee'end,
hen bezoekend in hunne loopgrachten en
hospitalen, zijn zenuwen verstalend bij 't
zicht van bloedende akeligheden en zijn hart
voor de lastige taak van te vechten tot den
laatsten man en op den laatsten oever van
België, scheen hij het schoonste beeld van
dat vroeger koningschap, lijk het bezongen
was door poëten en minnestreelen, wanneer
de gezalfden, door de Kerk, hunne ziel toe
wijdden aan den dienst van hun volk en hun
zwaard ter verdediging van 't recht. Hij stond
in deze moderne wereld en in dezen huidigen
oorlog als het hoogste zinnebeeld van den
Held, en mystieke vertellingen maken reeds
legende over zijn ridderlijk wezen en hande
len, en toonen genoeg aan, dat spijts al onze
ongeloovigheden en ontgoochelingen, hel
den vereering nog altijd een natuurlijk ge
voelen is in 't gemoed der menschheid.
T .IMOLEUM
Drukkerij - Papierhandel,
Cam. Yzerbyt.
naar het Engelsch.
Namens den Vlaamschen Oud Strijdersbond
Bestuurder LAMBRECHT ANTOON.
Ge zult best bediend zijn van Meubelpa-
ipier, Linoleum, Toile-cirée, bij Zatisem Van
nes te, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe.
MEUBELS, Stoelen, Stoven, Matrassen,
bij Et Moncarey-Sansèn, gasthuisstrPop.
1,0 ";t;"'pi- hniD'-n nm 70 tp vprvnpqpnVnnr
jamnsooed verzinnebeeldde van 7.iin ramn-
Wordt voortgezet.
TolLE-CIRéP-S, MEUnnt.PAPtr