HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Nieuwsblad voor Poperinghen Omstreken. Os laatste staat der Belp Zondag 11» April 1920. 15 Centiemen. 17e Jaar. Nr 15. bonnementprij s s V. SANSEN-VANNESTE o nkondig i ngen s Een groet aan Diksmuide. BANK van POPERINGHE, vanMerris, Coevoet Cie. Bij Moeder Belg ie. Aan de bevolking van Poperinghe. Provinciale raad. FORREST. L. In 't Buitenland. WJI.IHI. IMIIIJIll.il Jaar in Stad te huis besteld. buiten Stad met de post Buitenland 6.25 fr. 7.50 fr. 9.00 fr. Uitgever* Gasthuisstraat. i5, Poperinghe. Berichten 50 cent. de regel Notarieële berichten 50 cent. Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag. Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag noen ingezonden worden. Koningin der Yzerstreken, Vorstin van ons vlaamsch boterland dat waart ge, lief en schilderachtig Diksmuide. Oin u te bewonderen, zegt men, moest men u lief hebben, 't Kan zijn, en voorwaar zeer lief aan 't hert lag het, daar op zijn Yzerstrand waar de leeuwen dansten. Streelend speelt het mij in 't gemoed, hoe ik weleer met zaliger Deken Moulaert, God wille zijne edele ziel, ons aloud Diksmuide leerde lief hebben en bewonderen. Hij toonde 't mij, daar zoo stokoud onder de jaren ge bogen, zoo heimelijk stil opziende uit den nacht der tijden, om den dageraad eener lente te zoeken. Hij toonde 't mij, in zijne grijs- geworden muren door de eeuwen gekwetst, en toch immer jong achter zijne versche gor dijntjes over nette vensterramen gespannen; oud in zijne hovingen die eeuwen telden, en jong in de bloemenkransen er op zoo kundig bezorgdoud in het gras der straten daar het opwiedend was uit de steenen om ons te getuigen dat het wilde voortleven en jong zijn. Droomend stonden we stille, te lande, vóór een beeld van herboorte, de pachthoeve Den Boogaarde zoo breed en zoo majes- tatisch tusschen duinen en weiden. Moulaert zijn hert rilde bij dat zien. 'T is waar, zei de geleerde Diksmuide wordt in de school boeken niet bezongen, maar het heeft toch kunstweerde. Op zijn zielverrukkend wezen, in de kronkellijnen zijner aloude straten, alles spreekt er, en de kunstwerken liggen er, door de tijden he^n, uit den grond gewron gen. Staat, zeide hij, en we stonden vóór een alomgekende Gasthof bij name de Pape gaai in herbootfetrant kundig opgehaald bij eene eeuwenoude brugge waaronder de vaart van Handzame stroomde... om wat verder de grootsche woning der Castillaan- sche ridderheeren te gaan zingend wakker streelen. Ziet, daar was Het Steen zoo eigen aardig lief nu in een biddend Klooster herschapen en hij leidde mij binnen het Begijnhofhier vond S. Thomas van Can- telberg zijn hofken van Olijven vooraleer de Calvarendreef der martelaren op te stappen. En zijn wijsvinger toonde mij die lief- springende woningen onzer Vlaamsche Beg- ga's kinders, 't zij uit wit steen gebouwd, rein als eene kloostermaagd, 't zij wat groot- scher aan zoo de woning der edele Jong vrouw de Oversteop wier zoetheid, op wier uitmuntendheid iedereen daar roemen wilde. En daar wat dieper in, omzoomd met leliën en roozen, de kleine bidstede der kloostermaagden, lief als eene warande voor engelen, lief en stil als eene voorstad der hemelen; wat is er uit dat geliefde Beggijn- hof aan de Duitsche moordscherven ont snapt? Verwoest, verpletterd, weggevaagd dat heilig plaatske grond roept ons toe Nooit, nooit moogt ge vergeten Maar laat ons liever naar mijne kerk gaan, zegde zachtjes de stem des geleerden, mijne kerk waar Jordaans zijnen troon heeft be waard en 'k ging mede, wel te moede stap pend tusschen aloude vlaamsche gebouwen, achter puntige kunstgevels gedoken, tusschen andere ook met roode daken door de eeuwen bruin getrokken, en allen op elkander ge leund om te zaïnen recht te staan of neder te storten, en allen wijzend naar het Stede hofoud van wezen, jong van lijve. O diepindrukslaande kerk van Diksmuide echte parel der Christen kunsten, hoe statig was uw rijkbewrochte choor omgeven met praalvensters waarin vlaamsche kunste naars streelende kleuren met bidderiden wierookwalm deden samenspelen. Hoe wel sprekend was uw altaar waarop eene aller fraaiste kunstroos, een tabernakel, zijne kunstlijnen liet ontleden. Dat tabernakel zoo lief deed ons knielen en God aanbidden den God dien Breydel aanbaden deed ons opzien daar wat hooger, naar de aanbidding der wijzen ons nöoit volprezen kunstwerk van onzen Jordaens, den jongvorst onder de ridderheeren der vlaamsche kunstschool Ach arme, waar is de perel gevallen Ligt hij vergruisd onder de puinen, verhakkeld of verbrand Vergruisd ook de beroemde predikstoel, nog warm, toen ten tijde, van Meester Moulaert zijn redenaarswoord vergruisd ook die Docsael uit wit graniet geslagen, echte kunstgordijn vóór den choor wijdopengespreid, en als 't ware doorzichtig gedreven door kunstenaars handen. Te schoon, ja, stond hij daar met Vlaanderens roemvolle tijden omkranst. O rampzalige Duitsche slaven, gaat nu en zegt aan Willem den barbaar dat gij aan de vorstin van den Yzerhare kroon geroofd hebt, haren Jordaens verbrand, haren Docsael vernield orn uwen naam van Barbaren weerdig te blijven... SCHAALSTRAAT, 6, POPERINGHE. Loopende Rekeningen, Beursbewerkingen, Spaarboekjes, Leeningen op titels, enz. Bureel open van 9 tot 12 en van 2 tot 4 ure De ondervraging Hubin in onze Kamer van Volksvertegenwoordigers was zoo leer rijk dat wij niet kunnën nalaten de toestan den bloot te leggen zooals deze ondervraging ze ons deed kennen. Mijnheer Hubin gevoelt van tijd tot tijd behoefte van te spuwen. En .op wie kon Mijnheer Cracheur wel beter spuwen dan op de Vlamingen O die Vlamingen, ze zijn toch Lamme Goedzak, gewend alles te lijden en alles te verdragen. Nu, Hubin heeftgespuwdop ons Vlaamsch blazoen. En, o wonder, de enkele vlekjes die laster en verdachtmaking daarop hadden doen kleven zijn ervan ^f en onze Leeuw komt veel zwarter dan vroeger voor crp zijn stralend gele veld. Bravo Hubin, onze Vlaamsche lucht is opgeklaard eri de aktivische en orangische wolken, die gij erin wildet zien, zijn er voor goed van weggedreven. Moeder Befgie heeft Papa Delacroix belast Mijnheer Hubin een fijn lesje te geven. Och, beste Hubin, ge moet niet veel aan de Vlamingen trekken, ze worden te machtig, te kloek en gij zoudt er wel van uwe pluimen kunnen bij laten. Gij moet niet vreezen als een Vlaamsche jongen een oogje flikt naar zijn Hollandsch nichtje, Moeder Belgie zal wel zorgen dat het nooit tot een huwelijk komt. Neen, neen, 't is te naar familie. Hubin heeft de deur van Moeder Belgie's huis zoo wijd opengezet dat wij niet hebben kunnen nalaten daar eens een blik in te werpen. Moeder Relgie heeft veel kinderen. Wij konden vooral de doening van eenige harer zonen nagaan. Moeder Belgie heeft verdriet om het ge drag van haren zoon Aktivist gedurende den oorlog. Hij heeft zijne Moeder niet geholpen binst den oorlog. Hij heelt zelfs de hulp van den vijand gevraagd om te pakken wat zijne Moeder hem vroeger niet heeft willen geven. En daar is wel een reden van het verdriet van Moeder Belgie. Zij weet dat zij de eerste schuld heeft aan het wangedrag' van haren zoon, maar zij bekent het niet gaarne. Schuld bekennen is altijd lastig, zelfs voor eene Moeder. Broeder Waal is een flinke man. Hij heeft schoone manieren en spreekt eene sierlijke Fransche taal. Moeder Belgie Mengelwerk van «De Poperinghenaar» 6. VI De stad Veurne, in België, waar ik toe kwam toen de dumstering langs haar stra len en plaatsen begon te zweven, was de ze telplaats van Koning Albert 's Hoofdkwar tier en Staf. De bevolking hoorde geheele gansche dagen 't gedonder der kanonnen eenige kilometers af vandaar, daar—waar de overblijfsels van 't leger de linie hield van den Yzer en de loopgrachten, die de wegen afslooten naar Dixmude, Pervyse en andere gemeentjes en plaatsjes op den laatsten vrij en bodem van Belgischen grond. We reden de Groote Markt op, en zagen er de oude Vlaamsche schoonheid van, een beeld van honderd andere zulke markten niet minder eigenaardig en niet minder eerbied waardig, en die in puinhoopen gevallen la gen onder de Duitsche kanonnen. Drie groo te gebouwen beheerschten de omgeving ~'t Stadhuis, met zijn fijne oude voorgevel, en is fier op haren zoon die het toch zoo wel stelt met groote mannen uU naburige landen. Hij is niet gewoon zich ooo4 telwerken en telkens een goed postje 'te-krijgen is, danv is broeder Waal er bij. Hij is binst den oorlog soldaat geweest maar weet toch steeds te vertellen wat er achter 't front gebeurd is. Hij is Moeder Belgie's lievekind. Broeder Verbonder is een sture, kloeke Vlaamsche werker. Hij is niet al te kontent van zijne Moeder om de groote voorliefde die Zij broe der Waal toedraagt. Neen, hij heeft niet wat hem met recht toekomt en wat hij na zijnen heldenstrijd aan 't front wel zou moeten heb ben. Hij tracht Moeder Belgie te overhalen hem met rechtveerdigheid te behandelen en het zou hem zeer spijten moest hij verplicht zijn ooit daartoe geweld te gebruiken. Broeder Fronter is een oorlogskind. Groot gegroeid in de moerassige loopgraven, mid den bloed en ellende is de knaap onstuimig en ongeduldig. Hij bezit geene verfijnde ma nieren maar werkt en slaaft, Moeder Belgie ten profijte. Hij wil zijn recht en raast en tiert soms als hij ziet hoe weinig medelijden Moeder Belgie heeft met de talrijke wonden die hij in den oorlog gekregen heeft. Hij be dreigt zelfs van te scheiden cn van het onge lukshuis van Moeder Belgie te verlaten. Ja maar, Moeder Belgie werpt hare armen in de lucht en kermt en jammert, want nu haar aktivist al weg is zou zij niet gaarne haren Fronter verliezen. En wat te zeggen over Franskiljon. Uit Vlaamsche ouders geboren, levend midden Vlaanderen keert hij den rug naar zijn eigen volk. Hij tiert en viert met het zweet van zijne stamgenooten en hij wil er nog den baas over blijven. Met zijn Fransch gedoente staat hij in den weg zijner Vlaamsche stam broeders. Hij i;; een verfoeilijke type, een leelijke figuur in Moeder Belgie's huis. Een uil die zich met pauwpluimen siert. Welaan, Moeder Belgie, wilt gij rust in uw huis, wilt gij vrede onder uwe kinderen, wilt gij alle jammerlijke scheuring voorkomen, wees dan eens flink verstandig. Behandel al uwe zonen, en deze die voor u leden niet het minst, met rechtveerdigheid. Zoo en zoo alleen zult gij uwen huiskring groot en schoon maken. Moeder Belgie, wees rechtveerdig APOTH EEK - DROGERIJ A. K EST Et MN, Gasthuisstraat, 35, POPERINGHE. Wij lezen in 't verslag der laatste Zitting M. Brutsaert, in naam der 1° Kommissie, legt een gunstig verslag neer over het op richten van een gedenkstuk ter eere der strij ders van den oorlog 1914-1918. Het is een plicht van dankbaarheid waar wij niet mogen aan ontbreken. De Gouverneur steunt deze zienswijze. Onzeprovintie meer dan eene andere behoort den plicht de helden, zoo levenden als ge sneuvelden, te huldigen. Veel gemeenten hebben reeds dit gedacht verwezenlijkt maar dit ontslaat ons niet van onze verplichting. De staat zal voor een deel in de kosten tus schen komen. Deandere provinties handelen in denzelfden zin. Luxemburg stemde 100000 fr. voor een gedenkstuk. Henegouw vraagt de hulp der gemeenten en stelt eene bijdrage vast van 25 cent. per inwoner, Luik stemde eene som van 250.000 fr. en de stad Luik insgelijks eene gelijke som. Limburg voorzag eene uitgaaf van 50.000 fr. Braband schenkt toelagen aan de gemeenten met hetzelfde in- zicht, enz. Het is de plicht der provintie, erkentelijk te zijn jegens dezen die hen voor het Vader land hebben geslachtofferd. Deze regelen worden als dank" neerge schreven aan het Poperingsche volk, voor de hulp verleend tot het oprichten van een gedenkteeken ter herinnering onzer lieve gesneuvelden. Een eerste woord van dank wordt gericht aan de milde menschen die bij de omhaling hun edel geld in onze handen legden. Wij bedanken daarom de groote giften van de welstellende heeren, en even bedanken we met voorliefde de gespaarde centen van de eenvoudige dagiooners. We moeten echter ook nog andere milde giften eene melding van dankbaarheid geven. Als eerste gift kregen wij het gansche be drag min de onkosten van de Coliseum Ci nema van Emiie Lobeau. Niet alleen is de schoone gift van 2000 fr. daaruit voortge sproten,maar het heeft aan deze milde gevers veel werk, veel rusie bijgebracht, en daarom kunnen wij met voldoening, onze dankbe tuiging uitten aan het personeel van de Ci nema, alsook aan gansch de familie Lobeau. Andere werken werden nog tot dat edel doel gedaan. Het lokaal «Ons Huis», gaf eerstens een bal aan zijne leden, de opbrengst van dezen avond mocht ook te goede komen aan het gedenkteeken onzer gevallen kinderen. De Katholieke Kring, liet in een zijner concerten ook een omhaling doen ten bate van het schoone werk om onze gesneuvelde te vereeren. De Roeysche Barbaristen, hadden ons ook niet vergeten, en het vloeide weerom onder steuning, ter herinnering der lieve vermisten uit dezen vvreeden oorlog. De St Annagilde, wist ons ook met eene gift te verassen, en hunne penningen kwamen ook te voordeele van het gedenkteeken in de kas gevloeid. En om te eindigen, kwamen de Langhoirs- Victorinnen, het laatst maar niet het minst, de gulden rc-eks sluiten die aan het schoone werk zijn hulde en zijn goed herte en zijne dikke beurs aanbracht. De Langhoirs-Victo- rinnen, gaven ons de opbrengst van hunne tooneelavonden min de onkosten. Doch nu nog eenige korte woorden over het gedenkteeken. Eenige artikelen in De Poperinghenaar gaven ons eenige wenken wat er best met dat geld zou aangevangen worden. De vertolker dezer gedachten is wel misschien de vertolker uwer eigen gedach ten niet geweestwant gij hebt u alien een standbeelden uwen kop geprent. Doch is het uwe meening niet, is het onze ir.eening niet, het betaamt daarom toch niet temin deze te eerbiedigen. Het is immers niet bewezen dat, dit ontwerp slechter is dan het onze. We gaan echter verder over de zaak in. Wij zuilen hier de meening van 't volk eer biedigen. Vraagt men een standbeeld, het zal een standbeeld zijn. Vraagt men iets an ders het zal iets anders zijn. Met deze aanhaling heb ik nog geen 'op heldering gemaakt. We leven in eenen onaangenamen tijd. En tegenwoordig ziet men geerne de kaarten op tafel. Waar zit het geld Wat doet men met het geld Ik kan u niets verwijten om deze vragen. Daarom het antwoord. Heer Julien Vandooren is verantwoordelijk voor het geld. Het brengt zijnen interest op in een of andere bank. Men zal het gebruiken wanneer men gereed zal zijn. In de Commissie van dit werk zetelen 4 soldaten en 5 burgers. Wisselagcnt, PROVEN. Beursbewerkingen. Geldplaatsingen. Geldwisseling. Uitbetaling vnn Kocpono. In Duitschland is de rust nog niet her steld. De regelmatige regeeringstroepen hebben de bovenhand en achtervolgen onge nadig de roode benden, wat oorzaak is van veel bloedvergieten. Tijdens hunne krijgsver richtingen zijn zij op het onzijdig bezet gebied gedrongen en hebben zelfs schoten gelost met de verbondene troepen. Om deze schending van het Vredecontract hebben de Fransche troepen eene gansche nieuwe streek bezet. De steden Frankfort, Darmstad en Hanau zijn door de fransche legers bezet. De krachtdadige tusschenkomst der Fran chen heeft op de Duitschers een diepen in druk te weeg gebracht. Ten gevolge van Zeerampen in den Atlantischen Oceaaan, verloren verleden maand 144 passagiers het leven. Te Lapalisse werd een 14 jarige koei- wachter, die de touw rond zijne lenden vast gemaakt had, door de koei, die op hol ging, medegesleurd, en verwurgd terug gevonden. In de Meurthe verdronken drie jonge lingen, die met een roeibootje uitgevarea waren. TeNarbonne is een huis ingestort. Drie kinderen werden eronder bedolven en gedood. Een gewezen fransch soldaat die hem slecht gedroeg, heeft zijne vrouw en schoon moeder dood geschoten en zijn schoonvader erg gekwetst. —De vlieger Caproni heeft een plan afgewerkt voor een vliegtuig dat 500 personen zou kun nen vervoeren. Er zou een motor noodig zijn van 12,000 paarden. In Canada zal het vliegerskorps 5000 vliegers tellen. Ierland staat in rep en roer. De aansla gen vermeerderen in getal en de opstand algemeen. Wanneer schenkt men nu einde lijk recht aan dat volk Met Goede Vrijdag werden volgens oude gewoonte, vier terdoodveroordeelden genade geschonken. huizen en schilderachtige winkels met trap gevels en uithangborden in bewrochtijzer. Voor drie eeuwen en meer was de tijd hier voorbijgegaan, en geene wisseling van rno-j dern leven bad het karakter dezer plaats ve randerd, waar vroeger de prinsen van den koophandel over gewandeld hadden. V/are ik hier in vredestijd gekomen, in die fluwee- lenWondschemering lijk nu, ik zou mij waar- lijtf verwacht hebben ernstige burgers in pels- kappen over de straatsteenen te zien gaan naar het Stadhuis, en de hoogroode tronies van de ridders, lijk ze Frans Hals zoo gaar ne schilderde, wijn drinkend in het Hotel de la Couronne, en misschien een jonge koning in ballingschap lijk de Merry Monarch lachend met een knipoogje naar ergens eene mooie en opgezette Vlaamsche deerne, en leunend op den arm vau Milord Rochester om naar zijn verblijf te gaan aan de overzijde vau de straat. Maar nu was hier geen vrede. Het was de achtergrond van den oorlog, en hier dreunde het gegrol der kanonnen over de steenen, nevens de kerkmuren lagen er hoopen van 's oorlogs schiet voorraad. In 't midden der markt stonden «autos blindées» eene korps cyclisten had zijn rijwielen op en tegen en tusschen allerhande kanonwagens en voederkarren gepropt, uit de zwarte scha- 111 nu min 1-iniMfci miililiin.iliii miiiiliin golfden uit karren wier trainen in de goten lagenschildwachten met bayonetten, waarin 't licht van oude lanteerns speelde, stapten op en neer voor de trappen van 't Stadhuis; Belgische soldaten, nog bemorst met het slijk hunner loopgrachten, slenterden vermoeid door de zijstraten en staf-officieren in automo bielen, met glaneznde lichten en tuitende hooren, zochten hunnen weg door de wagens en de kanonnen. Van buiten de stad dreun den zware schokken van gerucht, lijk verre donderslagen, en door het levende duister van de lncht flikkerden onregelmatige blik- semliehtjes op. Toen de dumstering nog daalde en de scha duwen wegsmolten in algeineene duisternis kon ik kaartjes zien aansteken door de rond- bogige ruitjes van kleine winkels, en de gar stige reuk van petrolcum-lampen daalde van de vaut-keukens af of rees uit de kelders op, waarin men van uit de straat kon neerdalen, en waar soldaten kopjes koffij of glazen goed- koopen wijn zaten te drinken in een flikker licht dat Rembrandt's paneelen in eens ge heugen etsten. Eenige stafofficieren kwamen de trappen van 't Stadhuis af en stonden beneden als opiemand te wachten. Ze hadden niet lang te wachten, want daar kwam nu een zeer slan- om eene eigaret aan te steken, en 't licht vaa het stekje liet een glans over zijn aangezicht blinken, 't Was de Koning der Belgen, slechts door zijne grootte van de andere sol daten onderscheiden, en lijk hij de trappen afkwam, had hij de volle waardigheid zijner eigene schoone gestalte, maar hoegenaamd geen uitwendig teeken van koningschap. Op dien oogenblik kon ik met moeite zijn gezicht ontwaren, maar later zag ik hem, bij klaren dage, de wapenschouwing doen zijner held haftige regimenten, en dan vielen mij zijne ernstigheid op en de moedheid zijner oogen en zijne uitnemende eenvoudigheid... Voor het eerst van mijn leven zag ik hem in de groote Hallder Brusselsche Wereldten toonstelling, in koninglijke staatsie en om ringd van menige prinsen en ministers en heel het Hof. Dan zelfs had hij een zweem van droefheid in zijne oogen 't was misschien niets meer dan schuchterheid—alsof de scha duw eener nakende ramp zijn visioen bezig hield. Destijds maakte ik er de bemerking over aan zekeren vriend, die mij uitloech om de uitzninigheid dier bemerking. Hier in Veurne was zijne persoonlijkheid lijk omgegeven van eene soort heiligheid, omdat zijn koninkrijk over het laatste stuk je Belgischen grond al de puinen en al den In Denemarken is de toestand nog niet verbeterd. Men vreest voor het koningdom. Een nieuw ontwerp ,is verschenen om Frankrijk met Engeland door een tunnel te verbinden. De kosten worden beraamd op 220 miljoen. Japan is bezig zijne oorlogsvloot ge weldig uit te breiden. In Pas de Calais is de werkstaking in de koolmijnen geëindigd. Op het vliegplein te Istres zijn twee vliegers verongelukt. Te SanteS had een 7 jarig kind een hou witser binneft gebracht, 't Tuig ontplofte, 't kind werd gedood en de moeder zeer erg gekwetst. Te Orleans is een trein ontriggeld. Twee dooden. Te Ebb Vale in Engeland hebben de geneesheeren bet werk gestaakt Rond Reims vonden drie kinderen eene handgranaat. Deze ontplofte in hunne han den. Twee kinderen werden gedood en 't derde zeer erg gekwetst. In Frankrijk zal men een belasting leg gen van 101. h. op de inkomsten der onge- huwden boven de 30 jaren. weerstand tegen de overweldigende macht en al de ellenden en den weedom van ^ijn 1 verongelijkte volk dat hem standvastig trouw bleef. Mannen van republikeinsche overtui ging brachten hulde in hun hart aan dezen jongen Koning, geheiligd door weedom cn gekroond met martelaarschap. Volop levend als een gewoon soldaat, met zijne soldaten voedsel en vermoeienis en gevaar dee'end, hen bezoekend in hunne loopgrachten en hospitalen, zijn zenuwen verstalend bij 't zicht van bloedende akeligheden en zijn hart voor de lastige taak van te vechten tot den laatsten man en op den laatsten oever van België, scheen hij het schoonste beeld van dat vroeger koningschap, lijk het bezongen was door poëten en minnestreelen, wanneer de gezalfden, door de Kerk, hunne ziel toe wijdden aan den dienst van hun volk en hun zwaard ter verdediging van 't recht. Hij stond in deze moderne wereld en in dezen huidigen oorlog als het hoogste zinnebeeld van den Held, en mystieke vertellingen maken reeds legende over zijn ridderlijk wezen en hande len, en toonen genoeg aan, dat spijts al onze ongeloovigheden en ontgoochelingen, hel den vereering nog altijd een natuurlijk ge voelen is in 't gemoed der menschheid. T .IMOLEUM Drukkerij - Papierhandel, Cam. Yzerbyt. naar het Engelsch. Namens den Vlaamschen Oud Strijdersbond Bestuurder LAMBRECHT ANTOON. Ge zult best bediend zijn van Meubelpa- ipier, Linoleum, Toile-cirée, bij Zatisem Van nes te, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. MEUBELS, Stoelen, Stoven, Matrassen, bij Et Moncarey-Sansèn, gasthuisstrPop. 1,0 ";t;"'pi- hniD'-n nm 70 tp vprvnpqpnVnnr jamnsooed verzinnebeeldde van 7.iin ramn- Wordt voortgezet. TolLE-CIRéP-S, MEUnnt.PAPtr

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1920 | | pagina 1