HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken.
Ui laatst! stal Ér Bt
171' Jaar. N1 24.
Zondag 13" Juni 1920.
SANS
N-VANNESTE,
NATIONALE- VEK NOOTSCHAP VOOB tïtëWET M
E R S G H T
öuitsche Beulen.
Cijfers
Oproep tot de Bakkerij.
Verandering
In 't Buitenland.
A. KESTEL1JN,
15 Centiemen.
^foonnemeiitpï^js 2
I Jaar in Stad te huis besteld 6,25 fr
buiten Stad met, de post 7.50 fr
Buitenland 9.00 fr,
v
HTnEVEIli
«W
Drukkerij - Papierhandel,
Gasthuisstraat. i5, Poperinghe.
WATÏOPVALK VA
kusi-GBE
HUVEKHEnr.
De agent de Nationale Bank heeft de eer het Publiek ter kennis te brengen, dat zijne
bureelen, voorloopig te Rousbrugge gevestigd, naar YPER., St Jacobstraat, nr 1, zullen
overgebracht worden, den maandag 14" Juni 1920."
Vlamingen, gedenkt den
Slag d er Gulden Sporen.
Het'Agentschap der Nationale Bank her
opent zijne winketten te Yper, te beginnen
van Maandag 14 Juni aanstaande.
Daar de woning te Yper voor den Agent
der Schatkist nog niet gereed is, blijft deze
voor onbepaalden tijd te Rousbrugge. Het
publiek verlieze niet uit het oog dat alle
stukken welke het handteeken vereischen
van den Agent der Schatkist, nog steeds
moeten aangeboden worden in zijn bureel te
Rousbrugge waar de betaling zooveel moge
lijk zal geschieden door tusschenkoinst van
den ontvanger van belastingen ter plaats.
In bovengemeld geval is het dus nutteloos
de reis aan te vangen naar Yper, daar de
bank onmogelijk zou kunnen betalen.
Wat de interesten van renten betreft op
bet Groot-Boek, deze zijn betaalbaar bij
alle ontvangers van belastingen, mits voor
afgaande aanvraag bij den Agent der Schat
kist te Rousbrugge.
RAYMOND VERSTRA ETEN
hoe hij door de Duitschers gefolterd
werd.
Die brave werkman van Zele, in
Oost-Vlaanderen, werd door den vijand
gedwongen te gaan werken in de streek
van Sedan, in Frankrijk.
Op een en onbarmhartig kouden namiddag
zakte ik, bij het lossen van eenen wagon ro
caille, op den grond. Ik had de kracht niet
ineer om opte staan, en 't scheen mij toe dat
mijn bloed in mijn lijf vervrozen was. Mijne
tanden begonnen geweldig te klapperen, j
Hola, Verslraeten riep de post die on
ze ploeg bewaakte. Geene plannentrekkerij.
Gij zijt de sterkste man van geheel de com
pagnie. Op! of gij krijgt den kolf van mijn
geweer op de beenen.
Ik wilde mij oprichten. Mijne leden waren
echter stijf.
't Is stervenkermde ik.
Luiheidluiheidsnauwde de barbaar.
Hier is 't geneesmiddel voor die ziekte.
Terzelfdertijd kreeg ik den geweerkolf op
de beenen.
Ik uitte een kreet van pijn, en beproefde
het andermaal, tevergeefs echter, opte staan.
Op, zwijnhondIk herbegin
Sla mij in eens dood, beul. Dan ben ik
uit de pijn.
Draagt hem bij het vuur, beval de post
nu tot twee mijner makkers.
Ik werd opgenomen en onder het afdak
der statie gedragen, waar een vuur brandde
aan 'twelk de bewakers zich gingen war
men.
Raimond, jongen, hier zult- gij ont
dooien, hoorde ik mij toespreken, toen ik
dicht bij de vlammen op de steenen gelegd
was.
Terug aan den arbeid 1 riep hierop eene
Duitsche stem tot den kameraad die zich
reeds gewarmd had.
De hitte ontdooide mij weldra. Ik kon mij
ne tanden stilhouden en mijneleden bewegen.
Na eenige minuten richtte ik mij op en kroop
nog dichter bij het vuur.
Ér stonden twee bewakers zich te warmen.
Zij bekeken mij grijnslachend.
Slimmerik, zegde de eene. Gij speelt
goed uwe rol.
Ik viel van koude, zuchtte ik.
Wie vlijtig arbeidt, lijdt niet door de
koude.
Ik zal hier sterven
Dat weten wij wel. Wij ook zullen hier
sterven. Hadden de Belgen niet met onze
vijanden gespannen, de krijg ware lang
Mengelwerk van «De Poperinghenaar» 14.
geëindigd geweest. Gij, Belgen, zijt de schuld
van uwen en onzen dood. 't Is met reden dat
vertelt wij u zonder genade behandelen.
Wij, Belgen, hebben geene schuld aan
den oorlog.
De stukken uwer schuld zijn te Brussel
ontdekt Gij hebt niets meer te zeggen Wij
zullen de ojgeëischten doodmartelen tot den
laatsten man.
Hierop verlieten de bewakers het vuur.
Ik mocht mij warmen totdat het teeken
gegeven werd om teiug naar de barakken te
trekken.
Nu kwam de post die mij geslagen had,
tot mij geloopen en schreeuwde:
't Kan niet langer blijven duren Duitsch
brood te eten, zonder er voor te arbeiden!
Gij hebt nu lang genoeg den luiaard uitge
hangen Evenals de anderen uwen staak en
uwe spade dragen 1
't Zal mij onmogelijk zijn, gromde ik.
Ik ben zoo vermoeid dat ik tot in de barak
ken niet zal geraken.
Vreest gij den geweerkolf niet, zwijn
hond?
Ik heb u reeds gevraagd mij dood te
slaan, beuk
De kerel hij was buitengewoon sterk
greep mij bij den schouder, trok mij op en
sleurde mij tot op de plaats waar de staken
lagen die wij naar Mangiennes moesten dra
gen.
Neem op, schreeuwde hij.
Ik kan niet, antwoordde ik.
De ellendeling wierp mij op den grond,
schopte mij op het lijf, trok mij terug recht,
wierp mij andermaal op den grond, en bul
derde dan
Zult gij mij nu gehoorzamen
Ik richtte mij met moeite op, nam eenen
staak op mijnen schouder, en sukkelde hij
gend en waggelend mijne makkers achterna,
die mij reeds een dertigtal meters vooruit
waren.
Uwe schop er nog bijhuilde de post.
Gij hebt ze laten liggen op de plaats waar
gij u uit luiheid op den grond liet zakken i
Ik ben nu reeds zoolang terug bij de mij
nen. Maar als ik aan dien tocht denk, loopt
er nog eene siddering door mijne leden.
Een fijne, ijskoude regen sloeg in ons
aangezicht. De lange, lange weg lag vol
plassen, waarin wij soms totover de voeten
verzonken.
De posten, die verlangden bij een goed
vuur te zitten, raasden en tierden als beze
tenen, omdat wij zoo traag vorderden. Gee
ne vijf minuten verliepen er, of de kolf viel
op mijne leden of op de leden van eenen
makker. Gedurig moest ik of een mijner lot
genooten van den t rond geheven worden.
Toen wij hoif. ,v/t scli-oot ct onder
ons niemand meer over, die onder het ge
wicht van zijne schop en zijn brandhout nog
niet gevallen was. Van de voeten tot het
hoofd waren wij bemodderd.
Op den duur moesten wij ten minste alle
honderd meters ons in het slijk laten zakken,
't Bracht de barbaren geen voordeel bij ons
te pijnigen Wanneer een versleten paard
van de zweep krijgt, snelt het, om de pijn te
ontgaan, gedurende eenige stonden in galop
Wij, wij konden ons niet meer haasten; de
kolfslagen brachten geene veerkracht meer
in onze afgematte leden; wij moesten ons
laten slaan als beesten die gebonden liggen.
Wij konden slechts onze beulen smeeken ons
dood te schieten. Aan onze smeeking werd
echter niet voldaan.
Ten minste vier uren tijds moeten wij
besteed hebben om van aan de statie tot
Mangiennes te geraken.
Toen wij waggelend en kermend binnen
het dorp kwamen gesukkeld, zagen wij dat
het vol soldaten was. Bij het zien van onzen
ellendigen toestand,; gingen er onder de
krijgslieden kreten van verontwaardiging op.
Dit belette de posten evenwel niet voort te
razen, te tieren en den geweerkolf te gebrui
ken.
Plotseling sprong een officier tot eenen
der beulen, greep hem bij de borst en slin
gerde hem een paar malen over en weder.
Gij, onmensch! riep hij daarna. Gij
doet Duitschland schande aan't Spijt mij
dat ik u niet door den kop mag schieten In
alie geval zal ik onmiddellijk de hoogere
overheid van uwe barbaarsche handelwijze
verwittigen
Wij sukkelden /oort en bereikten eindelijk
onze barakken.
aiikondi^ïn^eii
Berichten 50 cent. de regel Notarieële berichten 50 cent.
Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag.
Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag
noen ingezonden worden.
i eenmaal de 1
{bevolking, en
Voor de ongeloovigen
Volksvertegenwoordiger Dr Debeuckelae-
ivenselsch onzer Vlaamschej
wordt door alle rechtzinnige?
en -klaarziende lieden, zoo nederigen als j
hoogeii, aanzien als het allernoodzakelijkste!
'e vroeg inlichtingen van 't ministerie nopens
Srch^plSgbelS S?I en
Laplanders, Araben en andere kleine of ver-!
drukte volkeren bezitten eene eigene hooge- j
school en hiér in ons land moeten wij smee-
ken, dreigen... en dat sedert jaren, terwijl
wij metonze vlaamschecenten twee ofticieele -
staatshoogescholen mogen bekostigen, 'tde land5ouw komt d,arna.
Allen kante van het land gaan er stemmen j]Mk. 7paapn s ap
op om dezen rechtmaügen eisch te J-~-
't Arrondissement Luik kreeg 455millioen.
't Arrondissement Veurne 30 millioen.
Charleroi106 millioen.
Yper 12 millioen.
De nijverheid moet leven, zeggen ze, en
Ze willen eigen-
lijk zeggen de paster zegent zijn eigen
ivoren, wij ook en de Vlamingen kunnen
j verrekken
Nog een paar getallen
De 4 conservatoriums van België krijgen
Brussel 190.000 fr.
Luik 100 00 fr.
Antwerpen 50.000 fr.
Gent 60.000 fr.
Gelijkheid in rechte en in feite, zei de
bevredigen. Dagelijks zenden bonden wen-
schen in dien zin naar de overheid. Ontel
baar zijn de gemeenteraden die daartoe bij
de Kamers en Ministers aandringen Wan-j
neer is het de beurt van Poperinghe?) j
Naar bedoelde meeting dus, kwamen een
aantal Viaamschgezinden en toen de voor-j
zitter zijne aanspraak gewillig begonnen?
had en hij de Vlamingen die de üentschekonjng daags na den wapenstilstand. En de
Vlaamsche Hoogschool eischen, uitscholdVlamingen geloofden 't, en ze gelooven 't
voor Duitschers sprongen de Vlamingen j n0CT
naar het Engelsch.
Ik vond nu dat er zulk geene grimmigheid
ontstaat in 't bijzijn van eenen eenzamen
vijand of van groepjes krijgsgevangenen.
Men is slechts verwonderd over de vervaar-
lijkheid van die misdaad, die menschen on
der elkander doet moorden zonder eigen
belang, maar pp het zeggen van ver-verwij
derde machten, zonder kommernis «of liefde
voor het leven.
XII
Die kloosterkoer te Veurne zal altijd in
mijn geheugen blijven spoken als het tooneel
van een somber drama. Somtijds, lijk ik daar
alleen stond, in de duisternis, geleund tegen
een ambulance-rijtuig, bekeek ik de sterren
en vroeg mij verwonderd af wat God zoo al
moest denken van al dat menschen-werk.
Wat schoone verkwisting van menschenle-
vens door ons, stervelingenIk had kunnen
lachen met de grove kluchtigheid van dit
alles, maar die lach zou mijne keel toege
snoerd hebben en me waarachtig ziek ge
maakt. Moesten 't beesten zijn, of ergerdan
Den volgenden morgen moesten wij niet
naar het werk Een bewakker kwam ons ver
wittigen dat een opperarts zou komen om
den toestand onzer gezondheid te onderzoe
ken. De minzame toon, waarop de kerel tot
ons sprak, liet ons vetmoeden dat de ofiicier
die ons verdedigd had, gevolg aan zijne be
dreigen had gegeven.
"t Was eene verheugende tijding. Wij wa-
ailen om te meest uitgeput. Iedereen hoopte
naar het lazaret gezonden te worden.
De opperarts kwam. Wij moesten één voor
één voor hem verschijnen. Hij onderzocht
ons en deed ons daarna wegen.
Ik, die vóör den oorlog acht-en-zeveutig
kilogr. woog, had thans nog een gewicht van
een-en-zestig kilogr.
Het einde van het onderzoek was, dat er
van onze campagnie, die thans uit drie-en
verontweerdigd recht (Dat heerschap scheen
moedwillig te vergeten dat het wetvoorstel
Frank Anseele van Cauwelaert sedert jaren
reeds op de kamer neergelegd en dat in 1913 j
reeds de stemming ervan gevraagd werd?
door 1500 hooggeleerden en door meer dan'
lüO 000 volkstemmen.
De Vlamingen hieven den Vlaamschen
Leeuw aan en het rumoer duurde tot dat de
zaal door de politie ontruimd werd-
Dat er in het geharrewar, eenige bloedende
Meubels, Stoelen, Stoven, Matrassen,
Verlat Glelswerk,
Gasthuisstraat, POPERINGHE.
neuzen opgeloopen en eenige builen beko-;
men worden, hoeft niet gezegd. Maar eenj
feit staat vastde politie die te Brussel ge-
woonlijk niet te zacht met de Vlamingen;
omspringt, heeft er geen enkele aange-'
houden.
(■eaehte Vafibpoedép. Ten ge
volge der droevige tijdsomstandigheden
j weike wij beleefd hebben, en door de lastige
bevelen ons door de hoogere overheid opge-
De fransrhe ners maakt nu een aerucht l€gd' 'S 0nS bedrijf in zijn bestaan bedreigd.
De transche pers maakt nu e.n geiuct Overtuigd zijnde van de onmacht van den
0Ver ™0rIaJ' VI ffÜV^rfPSalleen staande man en daar de redding in
de vereeniging alleen te vinden is, zal er
Zondag 13 Juni eene vergadering gehouden
worden waarin zal overgegaan worden tot
al de Vlamingen. Zij heeft niets dan lasterf
over voor de verminkte soldaten die met de
Vlamingen mede protesteerden; de vrouwen
scheldt zij uit voor koeien, voor afschuwe
lijke furiën uit achterbuurtjes de mannen
voor vervallen wezens.
Wij gaan niet verder op de zaak in. Wij
bestatigen alleenlijk dat eene lasterineeting
door den durf van eenige vastberadene man
nen niet kon voortgezet worden.
't Tweede feit gebeurde te Sf Pol bij
Duinkerke. Zondag laatst werd daar de H.
Sakramentsprocessie, door eene bende socia-
tachtig man bestond dertig tot verderen ar- f listen uit een geslagen. Het kruis werd uit
beid onbekwaam geoordeeld werden. Zij! de handen van den drager gerukt, de kinde-
mochten naar het lazaret vertrekken. Aan ren werden verdrongen en geslagen. De
de overigen werd eene rust van vijf dagen»policie en de gendarmen die tusschen kwa-
verleend. jmen, werden overmand en liepen mishande
ik behoorde tot het getal der ongelukki-jh'ngen op. Maar aangespoord door eenige
gen't is te zeggen, ik moest blijven. durvers viel hetvolk ten slotte op de lafaards,
Vervolgt. I en na eene duchte aftakeling der socialisten,
W. kon de processie gerust haren weg voort
het stichten van eenen cantonalen bond in
plaats van onzen stedelijken bond, die zal
aangesloten worden in den Provincialen
bond te Brugge, om dan al te samen deel te
maken van den landelijken Bond te Brussel.
Daar het eene zaak betreft van leven of
dood durven wij op uwe tegenwoordigheid
rekenen in de vergadering van Zondag 13
Juni, om 2 uren namiddag, in de herberg
Au Petit ParisNoordstraat, Poperinghe.
Allen dus op uwen post en niemand te
kort. De Bakkersbond.
Vraagt het ter lezing in
Yperstraat, Volkshuis.
de volksboekerij,
Wij lezen deze week in de dagbladeren
het verslag van twee gevallen die aantoonen
dat de Vlamingen en ook de Christen men
schen, zich zoo goedmoeds niet meer laten
beschimpen en afranselen.
Het eerste geval, had plaats in Brussel.
Eenige Franskiljonsche heeren hadden eene
meeting belegd om te protesteeren tegen de
gebeurlijke vervlaamsching der Gentsche
Hoogeschool. Die vervlaamsching is nu
J Ja, de tijd der lankmoedigheid en der
S misplaatste verdraagzaamheid is voorbij.
Wie eene overtuiging of een ideaal in zich
draagt, laat hem niet meer bespotten, en
komt rondweg voor zijne gedachten vooruit.
De tijd behoort niet meer aan wijfelaars
maar aan mannen met karakter en wilskracht.
APOTH EEK - DROGERIJ
Gasthuisstraat, 35, POPERINGHE.
beesten, om elkander alzoo te vermoorden
en te radbraken, daar ze geen werkelijken
haat voor elkander in 't hart hadden, maar
alleenlijk de stomme vrees dat ze zouden in
massa tegen elkanders rangen opgezweept
worden, om te moorden en te schieten en te
branden uit gehoorzaamheid aan bevelen
van menschen die toch hunne grootste vijan
den waren Ministers van Staat, met kou
de en berekenende hersens, hooge onmen-
schelijke officieren die de slagvelden als
grootere schaakborden bestudeerden. Zoo
stond ik een klein zwart dingen, in de
schaduw, op de aarde onder dien eeuwig-
schoonen hemel te denken aan al die din
gen, en die somber verbitterde gedachten
af te keeren op het werk dat voor de hand
lag: gemeenlijk hulp te bieden in 't dragen
eener berrie waarop een bloedend man lag
l'.ï mijn schouder te leenen aan eenen lan
gen soldaat die daarop leunend voortstrom
pelde naar eene opene deur, die toegang
gaf tot eene operatie-tafel en een ledig bed,
waar hij sterven kon zoo zijn levenslot 't ein
den was.
De koer was altijd vol harrewar op de
uren, dat de ambulance treinen inkwamen
twee hooge dikke muren, en dan knarsend I boort tot in 't diepste van de ziel. Men kan
Nabij Amiens zijn weer twee soldaten
gedood door het ontploffen van eenen obus
die zij moesten ontladen.
Albaneesche opstandelingen hebben
verscheidene Italiaansche garnizoenen op de
vlucht gedreven.
Spanje is woeligopstootjes, beteuge
ling, bomaanslagen, dooien, werkstakingen,
enz.
-- Te Miramas, in Frankrijk, ontstond
brand in eene groote schapenkweekerij
meer dan 1000 schapen kwamen in de vlam
men om.
De Polen zijn weer volop bezig aan
een schitterend offensief tegen de Russen.
De werkstaking der boeren in Italië
duurt nog altijd en geeft aanleiding tot erge
tooneelen.
Te Liverpool heeft een stoomschip eene
sluisdeur aan stukken gevaren. Door de
kracht van het water sloegen verscheidene
door de Duitsche granatenDe geur van
en trillend hunne plaats innamen tusschen I enkel zijne handen wringen in die lijdensnatteen betnonderdekleederen, gestold bloed
de andere rijtuigen.
De stemmen der chauffeurs klonken in
platten tongval tot elkander.
«Mijd u, Bill... Kunt ge dan geen voet
meer spacie geven God almachtig, hoe wilt
ge dat ik daartusschen geraak?»
Vrouwen kwamen buiten, op den koer,
hunne witte kappen glimmend in dat lan-
teernlicht, en vrouwen-stemmen spraken
zacht en rustig.
Brengt ge er ons vele, nu? ..We hebben
geen duim plaats meer't Is een ongeluk-
jkig dingen, te moeten draagbaren voor bed-
'den gebruiken... We hadden zes sterfgeval
len dezen namiddag...
Dan volgde een stilzwijgen of een geflui
ster van brancardiers, die hunne gevaarte-
nissen vertellen aan een meisjein kahki-klee-
ren, met een hand in den vestezak, en met
een glim van cigaret veuzen gloeiend op
kaken en haren.
«Allen gave en gezond?... Dat is kans
hebben
Och God, och God, oio!»
't Was eene mansstem schreeuwend in
doodsangst, met een bevend, bloedstollend
met hunne ladingen gekwetsten uit de vuur
linie. Uit de toplanteerns van de voertuigen gerucht:
straalde «2n verblindend licht in de duister- j Och God, och God, oo!
nis, lijk ze zwenkten in den nauwen steiger; Men kan zijne ooren niet stoppen voor
die naai de kloosterpoort leidde tusschen dien klank van menschelijken angst. Hij
plaats, met duisternis tusschen hooge muren,en kankerende lidmaten, van iode en chlo-
en schaduwen die vreeselijke gerychten sla
ken in die golven van zwartheid.
't Geschreeuw van gekwetsten stierf uit
en ging op in een zwaar klagend kreunen.
Een lachen kwam schetterend van achter
een rijtuig.
«Heet?... 'k Wil 't gelooven! Maar we
raapten de mannén op en geraakten de brug
over, all rightEr vielen houwitsers aan
weerskanten, 'k Was uitermate bevreesd,
ja wel... Het is toch wat te geweldig, weet
ge!».
Nog eens stilzwijgen.. Dan eene kalme
stem over den koerIemand om een handje
hulp te geven Er is een lijk uit te dragen
Ik hielp het lijk uitdragen, lijk iedereen
altijd gereed is om te helpen, als hij zijne
handen vrij heeft. Dat is de «soupape de
suretévoor de geestgezondheid en den
zelf-eerbied. Zelfs voor mij, die meer teer
gevoelig ben dan hetgoed is misschien, was
't eene zedelijke proef bijna sterker dan mijn
wil om die groote zaal binnen te gaan, waar
de gekwetsten lagen, en een lijk te naderen
tusschen die laan .van stervenden. (Zoovelen
onder hen sterven na eenen nacht in dit
gasthuis. Niet al de wetenschap der genees
heeren kon deze lichamen toenaaien, die
opengereten waren in gruwelijke wonden i
roform, zweet van koorts of doodsangst
kwetste tot in de ziel. Ik trachtte mijne neus
gaten te sluiten en mijn adem op te houden
tot waigens toe. En 't was mijne gewoonte
mijne oogen op den grond te houden, om
het zicht niet te hebben van die verhakkelde
aangezichten, die verblinde oogen, en ge
scheurde lichamen van weerszijden in die
hospitaal-beddekens of in de draagbaren op
den vloer. Ik trachtte oogen en ooren te slui
ten voor de geruchten dezer zaal, de gruwe
lijke pogingen der stervenden naar hunnen
laatsten adem, het langgerokken kreunen
van mannen in duivelachtig lijden, het ijlen
van koortslijders die riepen lijk kleine kinde
ren: «Maman! O Maman», of gestadig
een verwilderd geroep herhalend naar een
afgelegen makker. Maar zichten en geruch
ten en reuken drongen spijts alles in 't ge
moed. Ik moest wel luisteren en zien en
ademen in die lucht van ziekte en dood en
bederf. Voor uren op uren was mijne inbeel
ding achtervolgd van het dood-uitzicht van
eenen jongen man, die half-naakt in zijn bed
lag binst dat men zijne schromelijke wonden
aan 't vermaken was Welke verkwisting van
levens! Welk ijselijk verminken van de
schoonheid van jonge menschen
U/nr
EW CE
iJtL
Koning Albert 2 Augustus 1914.
?vöBl»ar nr t $570.
WÊÊÊI/KmmMÊiMmaÊÊUIÊUtnmÊKm
K.
IN DEN BAZAR DER GALERIJ
Itij Miemie üloncarey - Samst'iï,
V'
en twintig maanden op\79i\Pn
de Duitsche pijnbank.» I
O. W.
i - i i - 4 ti. it- 1it.. dji «L1«