HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken.
Apotheek Frans Van de Plas
I-
Zondag 6n Maart 1921.
15 Centiemen.
18e Jaar. N1 10.
s
S-
De bloem van het Vriiboseh
POPERINGHE
De Afslag
Bij eene invnjheidsstelling.
O
32
SL
a>
C6
5s
S
ct>
52
O
52
52
C6
52
a.
5s
06
*5
«5.
06
fcO
a
a.
5c
06
52
«a
06
5^*
"2
C6
06
E. DUQUESNE Zoon,
b on ii e ui e ii t p 1*11 s
1 Jaar in Stad tehuis besteld. 6.50 fr,
buiten Stad met de post 8.00 fr.
Buitenland 10.50 fr.
UITGEVER
Drukkerij - Papierhandel,
Gasthuisstraat, 15, POPERINGHE.
/iaiikoiidigin^en
Berichten 50 cent. de regel. Notarieële berichten
50 cent. Rechterlijke Eerherstellingen en vonnissen
1 fr. 50 de regel.Rouwberichten, niet boven de 10 re
ken 5 fr. Grootere het haalde annoncen, prijzen
op aanvraag.
e
e
s
556
O.
Q
•52
«5*.
«Cl
<aj
s
JP
•O
0$
o
"55
<L
«C
55
O
e»
O
O
Si
sL
O)
53
O
O
Het Westiand te Leuven.
't Was er plezierig, verleden week, in de
oude Dljle-stad 1 De club van het Westiand
vierdé zijn zesde lustrum, dat is zijn 30-jarig
bestaan Sedert 1891, zijn steeds het grootste
aantal hoogstudenten van het Westiand
vereenigd geweest in dezen levenskrachtigen
club: vele onzer dokters, advokaten, in
genieurs, notarissen, die in vroegere jaren
hun schachten- eed gezworen hebben met de
hand op de oude studentenpet, en gedoopt
geweest zijn in de waters van 't Leuvensch
gerstenat, zijn thans de wijze en de hooge
burgers van onze streek of elders. En voor
die menschen is het, dat ik een paar woorden
over de Westlandsche doening in Leuven
wil neerpennen ik weet dat het wonder,
treurig en toch deugddoende gevoel van
weemoed hen even zal overmeesteren, lijk
Karl Heins, de held van «Oud-Heidelberg»,
het gevoelde, nietwaar, heeren gewezen
Westlanders? Ik, de pas ontgroende schacht,
wensch u vroom toe, dat gij allen het hart
van doctor Juttner uit datzelfde heerlijke
Oud-Heidelberg» moget bewaard hebben.
De wereld is schoon, is goed, is eeuwig jong,
als wij zelf ongerept, en goed, en jong van
harte blijven!
Maar, oude heeren, daar is iets veranderd,
in het Westiand te Leuven, sedert uw tijd.
Het is wel waar, nog immer is de leuze:
amor, labor, humor; nog immer klinkt het
lied:«wij zullen langer dan de wereldleven,
en het Westiand zal nooit vergaan», maar
het kan niet anders dan dat in dezen tijd van
geweldigen strijd voor en tegen Vlaanderen
en tegen alwatVlaainschis, de Westlandsche
studenten onverveerd en manmoedig in de
bres zouden springen, ten bate van hun volk.
Ze voelen het immers zoogoed, hier, dat het
ons volk is, 't simpel volk van te lapde,
waaruit ze gegroeid zijn, dat het meest en
't wraakroependst achteruitgeduwd wordt,
omdat het zichzelf niet verweren kan, en
bijgevolg niet te vreezen is. Daaruit, omdat
onze hoogstudenten van heden dat ingezien
hebben, is de verandering gekomen in 't le
ven van't Leuvensch Westiandde ernst van
onze vlaamschgezindheid, het radicalisme in
het betrachten van wat we willenhet alge-
heele zelf beschikkingsrecht van de Vlaamsche
natie binnen het staatsverband België.
Deze omkeer, oude heeren, is de verdien
ste van uw niet-minder luidruchtig-vroolijke
opvolgers, in de oude Peetermanstede ten
jare 1921. Bekent met ons dat wij, als jon
gens die allemaal soldaat geweest zijn, en
die ons deeltje gedaan hebben voor België's
bevrijding, het recht, neen, den plicht heb
ben zóóveel te vragen voor Vlaanderen, voor
ons bloedeigen volk. Er staat ergens op een
gedenkteeken der gesneuvelden, in onze
streek, volgende spreuk met gouden letters
«zij vielen voor België's vrijheid, maar ook
voor Vlaanderens recht.Wij waren daar
bij, toen die jongens vielen; velen onzer
vielen ook, maar hadden de kans weer op te
staan. En omdat we vielen, al bloedend voor
België, daarom spreken we zoo stout tot het
stiefvaderlijke België, hier te Leuven, en op
onze streek. Het loon van ons vergoten bloed
moet ons nietten bate komen, maar aan ons
volk, al weze het waar dat dit volk het zelf
nog niet begrijpt. Voor hetzelfde doel is het
dat die elf jonge studenden van het West-
land» gesneuveld zijn, want anders is hun
treurige dood onzin te noemen
In dien geest dus hebben de Westlandsche
studenten hun lustrumfeest gevierd. Op
Zaterdagavond werden de genoodigde eere
leden afgehaald van het station, met 't mu
ziek aan 't hoofd.
Hier is het voor mij de geschikte plaats
om, in naam van het Westiand, nogmaals de
vrienden uit Poperinghe te bedanken, die ons
met hun aanwezigheid vereerd hebben. We!
weten besf dat ook degenen die door hun
bezigheden belet waren, in die dagen met
hun hart en hun gedachten te Leuven zullen
geweest zijn. De feestavond verliep prachtig,
en het programma was puik. De H. Mis, 's
Zondags, opgedragen voor onze gesneuvel
de en afgestorven leden en eereleden, werd
door vele Vlaamsche studenten bijgewoond,
als blijk hunner genegenheid voor hun
Westlandsche makkers. De traditioneele rol
ling gebeurde in de beste voorwaarden, en
hel en blij wapperde de Leeuwenvlag op het
eerste rijtuig, terwijl het Westland-lied forsch
aanbeukte op de nijdige gezichten der frans-
killons op wandel door de Peetermanstede...
Keikoppen, lepersch kroost!
Het feestmaal was de bekroning. De heil
dronken, de aanspraken, de liederen, alles
was de vertolking van het zonnige, wonnige
studentenleven, wortelend in en gevoed door
onze Vlaamsche gedachten en onze toewij
ding aan de radikale opvatting van den
Vlaamschen strijd, zonder benauwdheid voor
de eenig afdoende oplossing. Niemand min
der dan mijnheer de volksvertegenwoordi
ger Colaert heeft er aan gehouden mee te
vieren met de Westlandsche hoogstudenten,
en ook volmondig hun Vlaamsch streven te
roemen. Het zou zoo beloftevol zijn voor de
toekomst kon één ideaal ééne opvatting al de
menschen, die het goed meenen met hun
Vlaamsch volk, samenbinden tot één macht,
ten einde een keer voor goed de kankerwon-
de van ons landde Vlaamsche kwestie, te
heelenDaar zijn oogenblikken in 't leven
van den Vlaamschen strijder, dat hij zulke
rozige dingen hoopt...
't Was het officiéél einde van onze feesten,
maar ik durf waarachtig niet verzekeren dat
de woorden op den omzendbrief, ter uitnoo-
diging, heelemaal een leugen geweest zijn
«komt nog eens het schouwspel aanzien, te
Leuven, van waggelende stadhuistorens, van
draaiende straten en van wandelende mannen
in den nacht!» Daarover een kruiske! Ik
ware echter een onbehendige verslaggever,
moest ik eindigen zonder hulde te brengen aan
de onvermoeibare offervaardigheid en het
wijs beleid van den voorzitter van het
«Westiand», mijnheer Nestor Coene, die zoo
flink alles beredderd heeft, en zoo meester
lijk zijn soms-wat-uitbundige kudde weet te
hoeden
«En het Westiand zal eeuwig blijven
leven. 1Kerlinga.
en zelfs er onder. De mekaniekbouw ver- s j
yvacht zich aan een afslag, voortspruiten^!
dit de vermindering vari den prijs der koren!
De gazvuren vinden geen koopers meer. De
nagels, de kettingen samen met het keu-
kengerief, het vensterglas en het solfer-
zuur rollen den berg af. De lijnolie, die over
eenigen tijd nog 5£5 gekwoteerd was, kost
geving heeft er voor gezorgd dat kleinere
groepen, dus verschillige denkwijzen, nood
zakelijk moeten gekozen worden. Ik 'vind
daar voordeel in de verschillige denkwij
zen kunnen niets anders dan een beter be
stuur bij een brengen.
Maar dat men nu toch het princiep der
wet niet doodde, en verbonden sluite met te-
nu nog maar 150 frank, wat de prijs van de genstrevers. Zoohaast men een verbond sluit,
zeep heeft doen zakken. |legt men een deel zijner werkkracht stil, en
Het inbijtend zuur wordt ook reeds minder
duur verkocht en de scheikundige meststof
fen worden eveneens doorde afsl^gbeweging
getroffen. Mout, hop, bloem, cerealen,gerst,
zomergerst, al produkten in de brouwerij ge
bruikt, dalen fel in prijs. De chicorei ook al.
De geweven katoen wordt aan zeer lage prij
zen uitverkocht, en het vlas dat onlangs nog
aan 25 tot 30 frank te koop geboden werd,
vindt nu zelfs geen koopers meer aan 8 tot
10 frank. De prijzen der wollen stoffen lin
nen en al wat weefsel is in 't algemeen zijn
gedaald en dalen nog steeds.
Men kan zich reeds bouwmaterialen, hout
namelijk, aan goedkooperen prijs aanschaf
fen. Het ruw en het gelooid leder slaan ook
geweldig af; de prijs van het marokijnleder
is met 25 ten honderd gezakt. De konijnen
vellen, voor het maken van valsche pelsen
gebruikt, zijn gevallen van 42 frank op 5 fr.
den kilo. Borstels en vodden worden ook
door den afslagstroom meegevoerd.
Eindelijk de rijst, de koffie, de voedings
olie, enz. beginnen aan betaalbare prijzen
verkocht te worden.
De afslag, die door de verbruikers met
genoegen begroet wordt, heeft ook onge
makken opgeleverdhij verwekte deernstige
werkverletkrisis, waarvan de eerste slachtof
fers zijn de voortbrengers en de werklieden,
die ook hun deel verantwoordelijkheid in den
opslag te dragen hadden.
Dat deze afslagsbeweging slachtoffers
maakt, hoeft geen betoog, maardaar is niets
anders aan te doen dan geduldig betere tij
den afwachten. Men groet nu den afslag met
vreugde, van waar hij ook komen mag.
is men verplicht uit hoffelijkheid in veel ge
vallen zijn tegenstribbelen en andersdenken
aan banden le leggen terwijl men zijne vol
le vrijheid van spreken en handelen behoudt,
als men voor de stemming geen verbond
heeft aangegaan. Door den strijd, die nooit
de palen der hoffelijkheid zou mogen te bui
ten gaan, worden de groepeèringen aange
spoord hunne beste mannen vooruit te stu
wen en immer voort te ijveren voor het al
gemeen welzijn, zonder zich te laten mede
slepen door den slenter en de gemakzucht.
Dat er overal veel, lastig en moeilijk werk
zal te verrichten zijn hoeft geen betoog; en
daarom, wil men een goede gemeenteraad
bij een brengen, er moet naar werkers en
durvers uitgezien wórden.
Als ik mij nu meer wil bepalen tot onze
stad, dan hoor ik enkel afbreken en beknib
belen en dat niet alleen 't verleden en het
heden, maar zelf de toekomst. Maar als ik
dan die beknibbelaars bij het woord neem
en zeg: «Goed, ik aanveerd dat gij door
uwen rang, door uwen stand, door uwen in
vloed, door uwe kennis tot den gemeente
raad zoudet mogen behoorenwelnu, stel
uwe kandidatuur, laat u voorstellenneen
dan willen ze niet.
In den gemeenteraad moeten mannen ko
men ;'t wezen burgers, landbouwers of werk
lieden, om het even mannen die bereid zijn
het lastig werk en de ondanbare taak op te
nemen; die niet bang zijn van beknibbeling
of afbreken, maar die, na rijp overleg en
met het klare bewustzijn van hunne plicht,
de gemeente bestieren.
OORLOG.
22.
LES NOUVEAUX IMPOTS.
Que faut - il déclarer
Que faut - il payer
Alle uitleg over de nieuwe wet, met aan
duidingstafels op bijna alle gevallen passend.
Ten onzen bureele 6.50 fr. het exem
plaar. Franco gezonden tegen 6.80 fr. in
jostzegels.
Mengelwerk van «De Poperinghenaar». 10
door A. HANS.
Waar zit ge toch riep haar moeder,
toen Godelieve binnen trad
Is dat lang wegblijven 1 keef haar
vader,... En ge ziet er zoo ontdaan uit. Is er
wat gebeurd
Ik had mijn tram gemist en ik heb mij
nu gehaast Ik heb zelfs een heel eind ge
loopen 1 antwoordde het meisje.
Maar let dan ook beter op vermaande
de boer.
Godelieve verlangde om alleen te zijn, daar
in haar kamertje, en over alles te kunnen
nadenken. Ze had geen honger, maar joeg
toch wat eten door haar keel, want ze wilde
gewoon doen.
Ze sprak over de kantmadam en over
de stad.
Geen kennissen gezien vroeg haar
moeder.
Neen..
En Godelieve schaamde zich dadelijk over
dit antwoord, want nog nooit had ze haar
moeder belogen.
Toen ze op haar kamer was, ging ze vlug
te bed. 'tWas nog zoo wonderlijk in haar
hoofd. Soms was het, of alles om haar
draaide... Dan richtte ze zich op en zat wat
recht.
lesus, Maria, mompelde ze.. De zoon
van de villa heeft mij tot vrouwe gevraagd.
De afslagsbeweging die door sommigen
geloochend wordt, bestaat daarom niet te
min, en neemt voortdurend toe.
De afslag, die reeds in den kleinhandel op
eenige artikels merkbaar geworden is, zal
zich weldra noodzakelijk uitbreiden tot eene
menigte andere voortbrengsels, te oordeelen
naar de volgende inlichtingen geput uit het
Arbeidsblad» zelf.
Het ijzer slaat gedurig af. De markt van
het geut- en plaatijzer is maar zwak. De
ijzerafval vindtgeen koopers meer. De Luiker
ijzernijverheid verkoopt aan den inkoopprijs
VRIJE TRIBUUN.
De Gemeentekiezingen.
Ik ben geen politieker, maar 'k zou toch
eens mijne gedachten willen uiteenzetten
over de aanstaande gemeentekiezingen.
't Is nu al lang geleden sedert er voor het
laatst gemeentekiezingen plaats grepende
gedachten en de wereld werden sedert dien
onderste boven gekeerdoveral is, verdiend
of onverdiend, eene misnoegheid ontstaan
tegen de oude gemeenteraden overal spreekt
men van en wilt men verandering, vernieu
wing verbetering. In veel plaatsen aanzagen
de oude gemeenteraadsleden sedert den oor
log, hen zeiven als zonder wettig mandaat
zijnde; ver het meeste deel hadden veel last'
om hun eigen zaken wat in orde te brengen
de finantieele toestand der gemeentekas was
verre van rooskleurig in vele plaatsen; en
zoo kwam het dat er bijna overal voort ge
sukkeld werd, zonder veel iever, alleenlijk
de uiterst noodige bestuurszaken afhan
delende.
Veel gemeenteraadsleden willen hen niet
meer laten voordragen en wij zullen dus
schier overal een geheel hervormde gemeen
teraad hebben, zoozeel te meer dat het nu
overal algemeen aanveerd wordt dat al de
standen in den raad dienen vertegenwoor
digd zoowel landbouwers en werklieden als
bnrgers.
Of het nu wenschelijk is dat die verschil
lige standen tot eene en dezelfde partij be
hooren, moeten wij niet besprekende wet-
Opvolger van S. VANDEN BERGHE,
Bertenplaats, 8, (Kleine Markt),
POPERINGIIE.
Het is toch geeu activist.
Wies Moens zit nog altijd in de gevange
nis. Vandervelde heeft geen haast: mis
schien als het wel gaat, sterft de jonge dich
ter dan toch nog in 't gevang. Men kan nooit
wetenals men het laatste stroo uit 't dak
trekt.
Wat een succes zou dat zijn voor Vander
velde. Reeds kan hij wijzen op een viertal
dooden en vragen aan Neuray en Patris:
Doe ik mijn zaken niet goed?
Zijn laatste phrase met zijn 20.000 neens
bezorgde hem zulke goede pers. Kon hij nog
een paar activisten doodkrijgen, die pers
zou nog verbeteren.
Maar intusschen is en blijft Vandervelde
natuurlijk een philantrop en laat hij de acti
visten in zijn Belgische kerkers omkomen
hij koelt zijn warme philantropische gevoe
lens op andere gevangenen.
Zoo lezen we in de Libre Belgique
dat einde 1919, een zekere Victor Barthele-
my, apotheker te Houyet, tot twee jaar en
half gevang werd veroordeeld, voor vrucht
afdrijving.
De apotheker in kwestie richtte zich tot
Hij heeft mij gekust., en hij wil mij morgen
weer zien Van een rijke dame wil hij niet
weten Hij doet zijn eigen goesting en daar
om kiest hij mij.. En waarom ook niet 1 Ik
zal een madam worden en rijk zijn, niet
meer moeten werken. En ik zal voor vader
en moeder zorgen, dat ze zoo niet meer
zullen moeten slaven..
Eindelijk sliep Godelieve in. Moeder
moest haar den volgenden morgen driemaal
roepen.
Godelieve dacht dadelijk aan 't gebeurde
van den vorigen dag. En nu schrok ze. Och
Heere, wat had ze gedaan Wijn gedronken
met den zoon van de villa, en dan had ze
met hem door 't bosch geloopen en zich laten
kussen-
Hoe was 't mogelijk 't Komt al van dien
wijn.Ze wist toen niet meer wat ze deed
'k Was dronken, bekende ze met schrik.
Wel niet dronken, dat de menschen 't zagen,
maar toch zoo dat ik niet wist wat ik deed
O, als ze ons maarniet afgespied hebben 1
En ik zou moeten gaan van avond., maar ik
doe het niet, neen, ik doe het niet
't Was een ellendige dag voor het meisje.
Moeder merkte wel, dat er iets was en ze
vroeg er haar dochter na. Godelieve was op
het punt alles te vertellen ze had immers
nooit iets voor haar moeder verdoken, maar
dit bekennen, durfde ze toch niet.
Eindelijk kwam de avond. Nu zou Louis
op haar wachten. Maar ze zou niet gaan..
Louis kan het niet meenen. Rijke lieden
gingen niet om arme meisjes, om een dochter
van hun pachter.
Godelieve bleef dus 't huis ze schrok,
toen ze Louis voorbij de hoeve zag komen.
Zie hij poosde bij vader aan de poort en
klapte wat, maar keek naar de woning. Hij
zocht haar met zijn oogen. Doch Godelieve
vertoonde zich niet.
Toen ze den volgenden Zondag uit de mis
ging, stond Louis in de dreef.
Godelieve bloosde hevig. De jonge man
keek haar droevig aan.
Hij groette en zei
Ik weet wel, water is. Gij mistrouwt mij.
Maar neen, mijnheer..
Mijnheer O Godelieve zijt gij onze
wandeling dan vergeten
't Was toch niet wel..
Hoe, niet wel 1
Gij zijt een rijke heer., ik beri een ne
derig meisje..
Ziet ge wel, dat gij mij mistrouwt. O,
'k wilde, dat ik niet rijk, maar een boeren
zoon was gelijk de anderen Wat heb ik aan
mijn geld 1 Ik mag nooit gewoon doen. ik
moet altijd een masker voor zetten, want,
als ik gewoon doe, zeggen ze, dat ik onop
recht ben. En gij ook, Godelieve.
Maar neen, ik peins dat niet, maar het
past niet..
En waarom dan niet Mag ik u niet
gaarne zien Moet ik iemand beminnen, die
zoo rijk is als ik, en dus trouwen om stand
en fortuin
Maar gij kent mij zoo weinig....
O Godelieve, ge hebt al zoo heel anders
gesproken
werij Parret, Doornstraat, Watoustraat, bij
't Speelhof, hqyen Juf. de fpsch en, F. Cpe-
voet, Bloemmagazijn van staa'.
Perkament Karton voor Speldenwerksters
ter drukkerij dezer.
Ik wist niet, wat ik deed. O, ik was zoo
beschaamd. Ik had wijn gedronken..
Een paar glaasjes en gij steekt het
daarop O, heb toch vertrouwen in mij
Zie, Godelieve, ik zal rechtuit spreken.. Als
ik slecht wilde zijn, kan ik meisjes genoeg
vinden.. Clemence Vervloet loopt genoeg
achter mij 1
Clemence.. en zij verkeert 1
Ik weet het wel.. Maar zij geneert zich
toch niet.... Ik maak echter de meisjes 't
hoofd niet zot... ik ben ernstig en 't is
Clemence alleen niet, die rond mij draait
O, hoe kunnen ze 1
-- Ik weet het dat gij van een andere
soort zijtEn daarom ook trokt gij mij sef
fens aan. Enfin, 'k zie u gaarne... ik kan
niet anders zeggen en als gij mij niet wilt,
dan trek ik weer weg.
Maar voor mij toch niet
Ja, voor u... Anders loop ik hier onge
lukkig rond. Wat trekt er me dan aan
Niets meer 1
Godelieve keek verlegen naar den grond.
Laat mij peinzen, zei ze dan.
Goed 1 Maar laten we toch spreken
ook Hoe meer we spreken, hoe beter we
elkaar zullen begrijpenGaat gij dezen
achternoen uit
O, neen... neen... Laat mij eerst
peinzen
- Maar wat belet ons eens te gare te
klappen...
Nog niet't Kan niet zijn... 't Is al te
haastig. maar laat mij de zaak overpeinzen.
s avonds laat 35 op
Ze knikte en ging verder.
O, meent hij het vroeg ze zich af. En
al meent hij het, wat dan Zijn vader zal
het nooit willen en kwaad zijn en mijn vader
den duivel aan doen Wij zijn zijn pach
ters... Louis zal ruzie krijgen met mijnheer
De Vuist, die zoo aan zijn geld hangt. En
waar staan wij dan... we hangen van den
eigenaar heelegansch af.
Zoo mijmerend begaf Godelieve zich naar
't dorp. De vrouw worden van Louis De
Vuist;:.. Een rijk huwelijk... en als hij haar
gaarne zag. 't Was toch nog gebeurd dat
een rijke man een arm meisje nam.
Maar dit huwelijk scheen voor de dochter
van Vereecke onbereikbaar ver.
Louis staarde haar na...
't Zal niet lukken, mompelde hij. Die
laat haar den kop niet zot maken en met
geschenken moet ik ook niet aankomen,
'k Peinsde al heel ver te zijn, en 'k sta nog
aan het begin en 'k kan zoo wel alle pogin
gen opgeven. Godelieve is geen Clemence
Vervloet.
De jonge man drentelde wat rond. Hoe
zou hij den langen dag doorbrengen hij
had gehoopt in den namiddag Godelieve
mee te lokken, maar daar was geen kans
op. Naar leper gaan dan? Doch daar ver
veelde hij zich vast
Ik zit hier afgelegen, in een achterland
bromde Louis. Geen vermaak en ver van
een groote stad 1
Eensklaps kwam er een dorpeling op hem
af. 't Was Frans Janssoone, de verloofde
van Clemence.
'k Moet een keer een woordje met u
spreken, zei hij, en keek de zoon uit de
villa grimmig aan.
Wat is er vroeg Louis.
Clemence is mijn lief...
Wat gaat mij dat aan
'k Zal 't u zeggen, als ge me nog niet
verstaat. Ge kunt Clemence gerust laten,
hoort ge. Al zijt gij een rijke heer, toch moet
ge niet peinzen dat ik u zou ontzien, om u
tegen den grond te slaan.
Probeer het eens, met uw boschkanters-
manieten
Boschkanter, boschkanter, ewel, wij
houden aan ons lief meer dan de heeren uit
villa's en kasteelen En als ge Clemence
niet gerust kunt laten, zal ik 't u leeren,
verstaat ge dat 1
Clemence gerust latenZe loopt achter
mij 1
Lafaard
Let op uw woorden
Ik zeg dat ge een lafaard zijt. Ge steekt
u nu weg achter een meisje, dat ge eens
geld in haar handen stak, en verblind is
door uw grootheid. Ge beticht haar... Maar
ge zijt nu verwittigd.
Moei u niet met mijn zaken
Met de uwe, neen. Die zijn vies en
vuil genoeg voorzeker. Ge zijt een goed-
lever, dat weten we wel, maar probeer hier
niet met uw Parijsche moden af te komen
En meer ga ik u nu niet zeggen, maar
zwicht u.
Vervolgt.
S
52
06
06
PCPEREÏGHENAAR
Voor aankondigingen der
provincie Oost-Vlaanderen
zich wenden tot
Marnixstraat, 30,
GENT.
Telefoon 1669.
v. sajwsenï-
POSTCHECKREKËNING nr 15570.
Ai.le annoncen zijn
vooraf te betalen en
moeten voor den VRIJ
dag noen ingezonden
worden.
e,
©6
•v
<2J
ro
■ssambmiauhbbflttiabmi
O. W.
TIJDENS
Uit mijn dagboek.
1987.
(Zit vervolg op tweede bladzijde
Dinsdag 17 Juli. 's Nachts rond de 40
obussen, op en rond de stad, 't zijn nu altijd
220 die veel schade doen aan de huizen bij
't Vliegende Peerd, op de Kalkzak, Au Chas
seur, Magazijn G. Coevoet, Heiberg G.
Desmaretz, Meessenstraat, Diepen meersch,
bij de Wc Adriaen, enz. Binst den dag nu en
dan een obus of een schraonellBrijkoven
Schaballie, Maurice Lebbe, kasteel D'Hondt,
Statie, Benediclinen, Zwijnland, bij 't Vogel
tje en bij den Braband. Veel bureelen ver
huizen op nieuw Commissaris bij den Bo-
teapotVrederechter zetelt in 't School aan
St Eloy Vrijgeleiden in de Wagenmakerij
aan 't Hooghe Post bij de Leene Bank v.
Poperinghe in 't Zwijnland.
Woensdag 18 Juli. 't Kanon valt vol
komen stil Wij zien eenige honderden chi-
neezen toekomen om te werken. Er is veel
schaarsheid van brood. 3 obussen en om 9u.
nog 3 die vallen bij den Peselhoek.
Donderdag 29 Juli. Aanhoudend licht
kanongedommel. Heden vallen een 50tal
obussen op den peselhoek.
Vrijdag 20 Juli. Hevig geschut. Men
zegt dat het offensief aan den gang is. Veel
eng. vliegers op gang. Om 2 u. 8 obussen,
om 4 u. 5 en om 7 u. 7, die vallen rond
j. Laconte, kasteel D'Hondt, Haverinuis,
nog een aantal obussen ver over de statie,
's Avonds is het gerucht van 't kanon vree
selijk en de lucht is al vuur en vlam.
Zaterdag 21 Juli. Vandaag 25 obussen
op Peselhoek en een 3tal schrapnels boven
de statie. We telden 36 vastliggende ballons.
De beweging is ongehoord om een gedacht
te geven op eenen dag telde men in Abeele
1400 motocycles die voorbij reden.
Zondag 22 Juli. - Lastige dag. Rond 7 u.
5 obussen rond de St Sixstraat en 10 schrap
nels boven stad. Van 9 tot 11 u. 20 schrap
nels en 10 obussen 1 valt op huis L. Qua-
ghebeur, Casselstraat, kapel der Zusters
Penitenten, huis Demol Valkstraat, Koei-
straat. 's Namiddags nog een aantal schrap
nels boven St Jozef en de Kruisstraat.
Maandag 23 Juli. Dezen nacht bezoek
van d. vliegers. Een 12tal obussen rond de
statie. Om 5 u. 6 vliegersbommen Abeele
steenweg, Zwijnland, Driehoek. Er komen
nog duizenden soldaten toe met honderden
autobussen en treinen. Veel beweging maar
weinig geschutde cavalerie is weer in de
streek toegekomen, 's Avonds nog eenige
obussen buiten stad.
Dinsdag 24 Juli. In Abeele werden
reeds 300 tanks geteld. Nog maar altijd sol
daten op er zijn geen tenten genoeg en ze
legeren in open veld. De soldaten zeggen
dat de voorbereiding in de Somnie niets was
in tegenstelling met wat hier gedaan wordt,
s Avonds een lOtal obussen rond de statie
en 1 bij brijkoven Schabalie.
Woensdag 25 Juli. 't Kanon blijft stil
maar de beweging is ongehoord. Eenige
schrapnels boven 't vliegplein aan 't Vogel
tje, wat later eenige en 3 obussen rond de
statie. Geen vervoer voor burgers langs
Abeele- en Watousteenweg.
Donderdag 26 Juli. Aanhoudend ge
schut en maar altijd soldaten op. Het ravi-
taillement wordt opgevoerd voor 5 dagen.
Bij Abeele liggen 80U0 paardegasten. Eenige
obussen te lande, een 50tal.
Vrijdag 27 Juli. Aanhoudend geschut.
Nu en dan een zware obus op stad Brou
Zaterdag 28 Juli. 's Avonds laat lossen
d. vliegers 15 bommen rond de Reninghelst
kalsijde. De scholen aan S. Eloy en aan de
Leene worden gesloten. Het gerij voor de
burgers is nog enkel toegelaten van 2 1/2
tot 6 1/2 ure. In stad krioelt het van solda
ten. De laatste ontvangen obussen meten
220 mm. en komen van den kant van Holle-
beke.
Zondag 29 Juli. Aanhoudend geschut.
Gansch den nacht trekken soldaten op Om
5 ure reeds 10 obussen, om 1 1)2 nog 10
allen buiten stad 's avonds een 12 tal rond
de statie1 valt op 't plein te midden de
soldaten, 18 dooden en 30 gekwetsten wat
later nog een 40 tal rond Ster, Kalkzak.
Doorn. Veel geschut.
Maandag 30 Juli. Licht geschut. Dou
glas Haig en Petain door de stad, ook 3
duizend paardegasten. We kregen op
'tgondgebied zoo wat 150 obussen, 's avonds
vallen eenige in stad in de hovingen van aan
de statie tot aan 't Zwijnland.
Dinsdag 31 Juli. Gansch den nacht
ongehoorde beweging van soldaten die op
trekken. Om 4 ure begint den dans een ge
schut, aanhoudend, oorverdoovend, vreese-
lijkalles schudt in het ronde, de ruiten
daveren tot in Watou. Eenige obussen rond
de Koekuit. Gedurig soldaten, kleine kanons
en paardegasten op. Met 3 Oogst mogen de
burgers met geen enkel voertuig meer langs
de baan. Van aan Nieuwpoort tot Arras lig
gen 14.000.000 zware obussen. Er worden
veel gekwetsten ingebracht, 't Geschut dat
wat verminderd was herneemt in volle hevig
heid.
Woensdag 1 Oogst. Aanhoudend ge
schut 't begint te regenen. Hazebrouck
wordt heden voor de eerste maai beschoten.
Aanhoudende regen. De Cavalerie keert we
der zouden onze verwachtingen bedrogen
worden.
Donderdag 2 Oogst. De regen houdt
aan op 't front volkomene stilte. Heden
rond de 60 obussen en een paar schrapnels,
vallen meest te lande rond de statie, Pesel
hoek, St Jozef. Wij hooren van wat vooruit
gang langs St Julijns.
Vrijdag 3 Oogst. Wij hooren wat bom
bardeeren in de verte. Nog al aanhoudend
geschnt. 't Regent van langs om meer, 't is
al water en modder dat men ziet.
Zaterdag 4 Oogst. 't Regent maar door
en men vertelt dat toch zooveel soldaten
verdrinken in de obusputten. We kregen
hedeó 75 obussen; eenige rond de statie
magf'r meest allen rond Keer van den omme
gang, Zwijnland. 't Geschut herneemt op 't
front.
Zondag 5 Oogst. Heden 60 obussen
op Poperinghe waarvan 20 in stad en rond
't Zwijnland1 valt op d'herberg De Ster,
Cam. Rabau, W- Gelein. De zoon Derycke
is doodgesmeten bij de hofstede.
Maandag 6 Oogst. Heden nacht 3 maal
vliegers met brandbommen: 13 die vallen
rond St Eloy, hofstede Quaghebeur. Hevig
geschut op 't front. De eng. maken 6122 ge
vangenen. St Otner en Hazebrouck werden
beschoten, 's Avonds een 10 tal obussen van
de Veurnstraat tot de Pottestraat boven.
Dinsdag 7 Oogst. 't Kanon verstilt,
nog al veel beweging; enkel een paar obus
sen rond De Ster, maar
Peselhoek.
Vervolgt.