HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD 5 der Muntherstelling zonder Kosten Nieuwsblad voor Poperingh en Omstreken. De bloem van bet Vrijboseh Apotheek Frans Van de Plas Zondag 4" September 1921. 15 Centiemen. 18i Jaar.N' 36. Ik kan niet. In 't Buitenland. Alle DRUKWERKEN Sansen=Vanneste, 15, Gasthuisstraat, POPERINGHE 1 Jaar in Stad tehuis besteld. buiten Stad met de post Buitenland 6.50 fr. 8.00 fr. 10.50 fr. Gasthuisstraat, 15, POPERINGHE, MEUBELS E. MONCAREY- SANSEN 20, Gasthuisstraat,' POPERINGHE ofDe onzijdigheid van ationaal Syndicaat van het personeel der IJ. P. T. T. Z. De Nieuwe Miiiciewet. Waarom...? Daarom... t tv Oorlogsschade. verrichtingen van vernieu wing en uitwisseling der Kltsbons 5 der Muntherstelling Wisseling van vreemde munten Inning van intreslbriefjes ALLE BANKVERRICHTINGEN Nelden te Steenstraete. Een verdienstelijk Man ÊUREEliGElPF Schoolgerief Boekhandel Speelkaarten Zichtkaarten Amerikaansche bureau's Bureelmeubels Meubelpapier Linoleum Toile Cirée ENZ. bij ar Den Zondag na middag gesloten. Voor aankondigingen der provincie Oost-Vlaanderen zich wenden tot E. DUQUESNE Zoon, Marnixstraat, 30, GENT. Telefoon 1669. J\ bounementprija UITGEVER t V. SAI^8Ëii«TAllliK«TE Drukkerij - Papierhandel, postcheckrekening flr 15570. tlankoiKli^in^en Berichten 50 cent. de regel. Notarieële berichten 50 cent. Rechterlijke Eerherstellingen en vonnissen 1 fr. 50 de regel.Rouwberichten, niet boven de 10 re ken 5 fr. Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag. Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den VRIJ dag noen ingezonden worden. Stoelen IJzeren Bedden Matrassen Sargien Spiegels Glas en Gleisch Vet lot Menagegerief Stoors Gordijnen Gemaakte Bloemen Rouwkronen Geschenken ENZ. ENZ bij 's Zondags gesloten. Dat is de eeuwige verschooning van den luiaard en den vadsige, en in vele gevallen een bewijs van gebrek aan wilskracht.Man, gij moet uw werk wat beter verzorgenziet gij niet dat gij den eenen kalant na den an deren verliest? Ik kan niet Vrouw, die onnoodige onkosten moet gij daarlaten I uw man slaaft zijn vel van zijne handenen, ofschoon hij eene schoone pree naar huis brengt, geraakt gij niet uit de schuld. Dat kan ik niet «Wees wat ordelijker in uwe zaken, schrijf alles regelmatig op en stel niet gedu rig uit tot morgenalles geraakt zoodanig in de war, dat ge er weldra geen dag meer door ziet.» I Ik kan niet! Dochter, laat dien jongeling varen hij heeit meer noodig dan hij winnen kan en past zijn werk niet op; gij zult een arme en ongelukkige huisvrouw zijn.» Hem laten, dat kan ik niet! «Jongen, laat die lichtekooi, zij is schoon van verre, maar verre van schoonzij kan beter dansen dan breien, beter pralen en pronken dan wasschen en schuren; gij zult haren in de soep vinden en met uwe ellebo gen door uwen frak loopen. 'k En kan niet! «Vader, zie het doen en laten van uwen zoon eens na: hij loopt blindelings verloren en zal uw verdriet en uw schande zijn, uw eigen ongeluk en verderf worden. Och 1 Wie kan dat altemaal nagaan? Moeder, wees wat strenger met uwe kin deren zij groeien overuw hoofd, lachen met uw bevel of verbod en zullen u bittere zuch ten uit het hart, droeve tranen uit de oogen persen! En deman, de vriend.de heer, de dochter, de jongeling, de vader en de moeder ant woorden in koor: Ik en kan niet 1 Schande, driemaal schande over die lafaardstaai 1 Ziehier nu dé waarheid Wij kunnen veel, maar wij geven ons de moeite niet om eens ernstig te beproeven 1 wij stellen ons de onderneming te zwaar, te lastig voor, zonder zelfs eens te onderzoeken of zij ons bedriegt of niet. Wat meer wils kracht en 't zal gaan 1 a] Met doodgeschoten of verdwenen wordt ge- de verminkte die minstens 2. Hij, wiens vader, of wiens twee broeders gesneuveld of verdwenen zijn in den oorlog, of door den vijand werden doodgeschoten. Bemerking gesneuveld lijk gesteld, 50 heeft. b] Deze vrijstelling wordt maar om één zoon derzelfde familie gegeven. En daar zijn ze al, die voorgoed kunnen vrijgesteld worden dus er zijn er niet veel. Doch er zijn er andere die kunnen een of twee of driejaar uitstel krijgen, één jaar met 'ne keerwij stellen dus de vraag Wie kan voor een jaar vrijge steld worden f volgens de getuigenis der socialistische De bevolking kan nu oordeelen of ze dient Wij lezen in «Ie Peuple», het orgaan der te bevlaggen voor dat feest, socialistische partij, van 17 April 1919: Om geen enkel neringdoener in zijne be- «Tijdens den oorlog hebben w ij eene langen te hinderen, hebben wij tot op heden, NATIONALE INRICHTING van het perso- over het feest, geen woord gerept, neel van ijzerweg, posterijen, telegrafen, telefonen en zeewegen kunnen stichten Alwie gazetten leest, heeft in de laatste weken al veel kolommen moeten verslinden over de nieuwe miiiciewet ik heb er ook veel over gelezen, doch ik moet bekennen, dat ik, met het lezen van al die artikels heel weinig van die wet heb leeren kennen, want die artikels spreken over één punt van de wet, en ik heb er nog geen gevonden die daar 'ne keer klaar heel de wet uitleggen Welnu 't is dat dat we willen beproeven voor de lezers van De Poperinghenaarvele menschen moeten daar belang in stellen, en de jongens die algauw zullen moeten optrek ken zullen voorzeker onzen uitleg bewaren, 't Zal kort zijn en klaar, en we laten alles achter, wat geen algemeen belang heeft. Eerst en vooral, de nieuwe wet en is maar gemaakt voor drie klassen: 1920,1921 en 1922. Toekomend jaar zal eene defi nitieve wet gemaakt worden voor de klas 1923 en al de volgende. Dat moet ge wel onthouden, want de miliciens van 1920, 1921 en 1922. die een jaar met ne keer uitgesteld worden, zullen dan, in 1923 onder die defi nitieve wet vallen en we weten nog niet wat die wet zal zijn alleszins niet genadi gerdan deze, peis ik. De dienst duurt tien maanden voor 't voet volk dertien maanden voor de artillerie en 't peerdenvolk, en twaalf maanden voor al de andere diensten. Het princiep is natuurlijk ALLEMAN SOLDAAT. Doch daar zijn uitzonderingen aan, maar weinig genoeg wij stellen dus de vraag Wie is er voor Roed vrij t (drie keeren te reke dus telkens een jaar) 1. De milicien die tijdelijk flauw of zieke lijk is. 2. De milicien die gedaan heeft met zijne middelbare studiën, en die leert voor priester, kloosterling of missionnaris. 3. De milicien die leert voor lager onder wijzer of leeraar in de middelbare scholen van den lageren graad. 4 De milicien die een broeder bij den troep heeft als milicien, op het oogenblik dat hij ook zou moeten binnengaan. 5. De milicien die weduwaar is met een of meer kinders. 6. De milicien die onbetwistbaar de on misbare steun is van vader en moeder, of van een van beide of, indien zijn vader en moeder overleden zijn, steun van grootou dersof nog, steun van broeders en zusters. 7. De eerstopgeroepene van een huisgezin dat ten minste vier kinders heeft, jonger dan de milicien. Om deze vrijstelling van een jaar te bekomen, is het noodig dat de milicien niet getrouwd zij, en dat hij met zijne ouders en broers en zusters samen wone, wiens steun hij is. 8. De milicien die studeert, die een stiel leert, die eene hofstêe beboert, alleen of met zijne ouders die aan 't hoofd staat van eene handel- of nijverheidsonderneming, enz en die kan bewijzen dat hij veel schade zou doen met seffens te moeten opgaan. Dat zijn nu dus acht soorten van jongelin gen, die drie maal voor een jaar kunnen vrij gesteld worden. De jongelingen waarvan sprake in n" 1, dus zij die flauw of ziekelijk zijn, zullen voor goed vrij zijn als ze den vierden keer nog niet goed zijn voor den dienst, maar de zeven andere soorten zullen allemaal eindigen met soldaat tg gaan zijn is 't niet achter 't eerste, 't is achter 't tweede of 't derde jaar uitstel. Dat komt dus hierop uit, dat ze zelf kunnen schikken wanneer het best past in hunne bezigheid of studiën om hunnen dienst te doen, maar gaan moe ten ze, allemaalde priesters, de paters, de kloosterlingen, de schoolmeesters, de eenige kinders, de steunen van familie, enz alleman Bemerk wel nochtans, dat is voor de klas sen 1920, 1921 en 1922. De jongeling der klas 1919 of vroeger, die geen soldaat geweest is binst den oorlog, en die met de lichting van 1919 eene tijdelijke vrijstelling kreeg van één jaar, omdat hij bij voorbeeld leerde voor priester of schoolmeester, blijft voort onderworpen aan de oude wet, en zal dus ook voor goed vrijgesteld worden volgens de oude wet Dit is het geval niet voor een milicien der klas 1919, die met zijne klas, een jaar vrijgesteld werd om re den dat hij zijne studiën in de Hoogeschool moest voleinden bij voorbeeld, of omdat hij noodig op zijne hofstêe was deze jongeling valt nu onder de nieuwe wet, en zal dus na een of twee jaar moeten soldaat zijn. De schoolmeesters worden dus ingelijfd gelijk al de andere jongelingen. De geeste lijken worden ook allemaal ingelijfd maar ze worden naar een bijzonder kamp gezon den om er den dienst van het rood kruis te leeren. De eerstopgeroepene uit eene familie die ten minste vier kinders in leven telt, jonger dan de milicien, mag zijn wapen en zijn garnizoen kiezen. De miliciens van 1921 of 1922, mogen, op aanvraag, en als zij redens hebben, hunnen dienst doen met de klas 1920, om er gauw van af te zijn. 1. Hij die aangedaan is van eene onge neesbare krankheid, waardoor hij ongeschikt is voor den dienst. Mengelwerk van «De Poperinghenaar». 36 door A. HANS. Dat is 't gene dat iedereen zou moeten weten over die nieuwe wet. 't Is kort en we meenen dat 't klaar is Y. der wekelijksche stortingen van de leden, eerst en vooral en uitsluitelijk storten, in de kas der socialistische prapaganda. Rechtstreeksche of onrechtstreeksche so cialistische propaganda, alhoewel ongetwij feld door u zelf niet gewild, kunnen wij niet steunen. Met de meeste achting. De Poperinghenaar. Dus WIJ! socialisten. Nog in Le Peuple» van 23-12-18: (na een stoet van het N. S. «25.000 socialisten betoogen te Brussel. De bedienden van den Staat voor de eerste maal achter de roode vlag» Over de vlaginhuldiging van het plaatse lijk Syndicaat te Kortrijk op 3 Augustus 19-0 schreefVooruit» des anderendaags: «Vriend lezer, het zal u zeker wel verba zen, te vernemen dat de stoet geopend werd door de katholieke stadsfanfare van Kort rijk, het kristelijk bestuurde Kortrijk!» 't Is best dat in Poperinghe aan Vooruit de verwondering zal gespaard worden in soortgelijke stoet, de katholieke stadsfanfare aan 't hoofd te zien stappen. In 't zelfde nummer van Vooruitlezen wij verder: Het Nationale Syndicaat heet on zijdig doch, moest men een knikker werpen in de massa zijner leden, het zou toch een echt mirakel zijn, moest hij op den kop van een onzijdigeterecht komende kleuren van het vaandel zijn wel velerlei maar de kleur van het hartebloed der leden is rood Wat zegt gij van die beoordeeling, leden van het Nationaal syndicaat van Poperinghe? Wij lezen in «L' Exploité» ook een socia listisch blad, een artikel geteekend Mar- chand «Hoofdzakelijk zijn het de syndicaten die het grootste ledental aan de werkliedenpartij leveren: het is met de bijdragen onzer dui zenden leden, dat men het bestuurlijk rader werk der partij verzekert; het is dank aan den steun der syndicaten dat de politieke leiders hunne propaganda kunnen voeren» De bijdragen, zegt hij nog, der onafhan kelijk vereenigden, welke niet aangesloten zijn aan de partij, komen bijeen in één kas, welke dient tot de algemeene propaganda En ten slotteDe politiek der parti; wordt geleid uit naam van al hareaangeslo tenen, alhoewel heel dikwijls een groot deel dezer niet weten dat zij betalen aan een poli tieke instelling, en alhoewel zij ook in menig geval de gedachten van deze partij niet deelen In de Gazet van Antwerpen van 1" Sep tember dezer week lezep wij Het Nationaal Syndicaat proclameert zich onpartijdig, terwijl het in feite een socialistisch lichaam is. Dit socialistisch zijn kwam met den dag meer en meernaar voren, en deed vele leden besluiten tot ontslag, ter wijl anderen erg misnoegd zijn. Het valt ook niet te betwisten en al de socialistische bladen deze week spreken er Deboosere Wydock Cyrille van zie Le Peuple De Eendracht De Volksgazet dat in den loop van dezen Zomer DUIZENDEN ONTSLAGEN in het N. S. gegeven werden. Die nu hun ontslag geven zijn deze die eerst door den naam NATIONAAL Syndi- kaat verdwaald, nu klaar zien. t Zal hier ook wel komen 1 In de laatste zitting der Scheidsrechterlij ke Kommissies werd de schade op len Augusti 1914, als volgt vastgesteld voor de hierna- vermelde geteisterden OOST-VLETEREN. Bamelis Auguste 1485 Devloo Albert 9 420.86 Cornette Henri 580 Wwe. Roothaar Demarez 491.10 Wwe. Mahieu Bervoet Cathérine 2311 RENINGHE. Desodt Modeste 737 Debeir Remi 2805 Versavel Prudent 4250 Wwe Bossaert Vandenbussche 2810 Deman Clémance Wwe. Vandenbroucke Gheeraert Henri Castryck Désiré Van Steelandt Camille Lacante Petrus Vandenbussche Servaas Hoedt Gaston Vansteene René De Diuique de Courtrai, brengt ter kennis der houders van Kasbons 5 der Muntherstelling uitkeerbaar den 31 December 1921, en welke begeeren de uitbetaling hunner titels te bekomen, dat, volgens de wet van 30 Juli 1921, de bons moeten nedergelegd zijn tusschen 10 en 24 Oogst 1921, ten einde van een bijzondere stempel bekleed te worden. De Minister van Geldwezen is gemachtigd om Schatkistbons met vijf ten honderd In trest 's jaars te beginnen van 1 December 1921 en uitkeerbaar den 1 December 1926, uit te geven, tot het beloop van het noodige kapitaal om de Bons der- Muntherstelling die niet binnen het vastgestelde tijdverloop zouden nedergelegd geweest zijn, te verwisselen. De houders zullen, ten tijde der verwisseling recht hebben op de betaling van: eene premie in geld, vertegenwoordigende vijf ten honderd van het nominaal kapi taal der verwisselde Bons der Muntherstelling; 2") den koepon van 1 December 1921 tot deze Bons behoorende. De Danque de Courtrai te ï*opei*iiiglie "elasl zich zondei' Dosten der 1590 26449 645 1300 7 025- 450- 1645 311 Devloo Clemence Wwe Huyghebaert 590 Degraeve Théophile Merlevede Hypolite WOESTEN. Deramoudt Maurice De Ceuninck Petrus Vandevoorde Emile ZUYDSCHOTE. Fasseel Achille Devos Auguste NOORDSCHOOTE. Callens Léon Vandenberghe Marie LANGHEMARCK. Quartier Sophie gevolmacht door Quartier Camille of Sylvie Vanderriest Henri - Keygnaert Cyrille Ligneel Alois BOESINGHE. Dewaele Désiré landbouwer Vandepitte Hector Cornélius Dewaele Jules St JAN. Huyghebaert Henri Théophile Huyghebaert Louise Wwe. Dewancker Ernest YPER. Vandenhende Léopold de Crock Dehem Henri Muylle ZILLEBEKE. 'Boucique Albert Vanacker 4 uur eene feestzitting plaats heeft, met befaamde sprekers als Professor D' Daels, voorzitter van 't Van Raemdonck komiteit, Ward Hermans en Filip De Pillecyn. 's Avonds, muzikaal feest, met uitgalmingen door den vermaarden declamator Jul. Platteau. Vanaf de Limburgsche heide tot aan de Noordzeekust zullen alle stambewuste Vla mingen op 18n September het levensoffer van hun Vlaamsche jongens te Steenstraete komen herdenken. De Vossen van het Westrand zullen niet ten achter blijven, en hun vlaggen zullen ze eerbiedig komen neerbuigen boven het graf van twee hunner heldhaftigste Vlaamsche broeders. De be stuurders van al de Vossenbonden aan schouwen dit bericht als een dringende persoonlijke uitnoodiging. Moesten wij onze 86:3.35 dooden vergeten, dan is al ons ijveren en roepen om Recht voor de levenden een schampere komedie, want de dooden lieten ons hun oude vaders en moeders, hun weduwen en weesjes na. En dat we de testament-uitvoerders van België's 33 dui zend dooden zijn mogen we nimmer verge ten, of we zijn leelijke zelfzuchtigaards! Wie de gebroeders Van Raemdonck wa ren wat ze deden aan de oudpiotten moet ik het niet vertellen. Dien bloednacht van 26 Maart 1917 te steenstraete hebben ze wel onthouden, of hooren verhalen. Maar voor de burgers vertel ik te naaste week wat Frans en Edward Van Raemdonck gedaan hebben, en hoe ze samen door het Duitsch staal vermoord werden. -290 4410 655 1280 3359.10 :1515 30825- 7068 1615 1185 2280 3075 2808 807 1840- 4 070 - 1780 3400 :3 550 Namens het Van Raemdonck-komiteit. J. Leuridan. «De Poperinghenaar» ontving van wege het plaatselijk Nat. Syndicaat eene uitnoodi ging om het feest aan te kondigen. Ziehier het antwoord dat door stuurd werd ons De datum van dezen Herdenkingsdag past voor ons, Poperinghenaren, slecht, 't Is immers op 18 September dat onze 7C3q nieuwe Burgmeester ingehuldigd wordt. Dat 3d0 _j belet niet dat wij ons, met het hart, bij deze l plechtigheid, van dankbare hulde aan onze - ■'.gg' gesneuvelden, aansluiten, i» j I i<| i 1 Nooit genoeg zullen wij, alle herdenking Grdenking onzor VlaBmSChG en hulde aan onze gesneuvelden gebracht, kunnen steunen. Het Komiteit vraagt ons eene inschrijving te willen openen om in de onkosten te voorzien. Volgaarne voldoen wij aan dezen wensch en verhopen een flink aantal bijdragen te mogen opnemen Eerste Lijst. De Poperinghenaar 10. Jerome Leuridan 5. Maurice Leuridan 5. Een Oud Strijder 2. Op Zondag 18" September zal er een aandoenlijke plechtigheid plaats hebben te Steenstraete: de Vlamingen, en de Oud- Strijders in 't bijzonder, zullen aan het graf der gebroeders Van Raemdonck, den dood van onze duizenden gesneuvelde jongens herdenken. De hulde aan onze doode broeders, be- ge- graven in de Yzervlakte en over gansch Vlaanderen, belooft indrukwekkend te zijn. Het Staatsblad van Donderdag maakt de benoe ming bekend van den Heer Robert Pauwels, staats- landbouwkundige te Yper, als Bestuurder aan de hoogere tuinbouwschool van den Staat lo Gent. Die benoeming is eervol en schoon. Het zal de rechte man op de rechte plaats zijn, te meer daar de heer Pauwels, voor zijne studieën van landbouw ingenieur, de cursussen van die hoogere tuinbouw school te Gent gevolgd had, en hij dus van oud-leer ling er nu bestuurder wordt. Niettemin zal zijn weggaan uit de verwoeste gewes ten diep gevoeld worden. Wat hij er, als landbouw kundige van den Staat verwezentlijkt heeft kan oprecht niet te hoog geschat worden. Het Ministerie van Landbouw, dat terecht moet geprezen worden om de vlugheid waarmede die tallooze hectaren wildernis vereffend geworden zijn, en om de degelijkheid der werkcontracten die toelieten dat pachters en grond eigenaars allebei hun voordeel vonden in het opnieuw tot stand-brengen van de doorschoten akkers, dat Ministerie vond in den heer Pauwels wel zeker een zijner verdienstelijkste helpers. Hij kende immers de streek aan zijn toezicht onderworpen, en niet alleen de streek, maar de bewoners ervan, hunnen nood, hunnen ijver, hunne werkkracht, en vooral hunnen taaien moed. 't Was hij, die van 't begin af na den wapenstilstand en na de terugkomst uit het balling- schap, aanstonds hand aan 't werk sloeg, terwijl de zoovele anderen niet wisten hoe en waar en wanneer te beginnen, 'k Zie hem nog komen in mijn barakske, waar ik ons volk deed naartoe komen om een eerste vergadering te beleggen VQor 't Werk van den Akker, of het plan te maken voor de plaatselijke Boerengiide. k Hoor hem nog zoo gemoedelijk uiteen zetten heel dat stelsel' van aanmoedigingspremieën voor ons ge teisterde volk, dat elks ijver nog aanvuurde en zulke schoone uitslagen opleverde. En hoe menige keer was ik getuige van 't schatten van akkers en weilanden voor de contracten, zonder veel tijd te verliezen of veel woorden den nekke te kraken, kort en kl;mr zijn gedacht zeggen, akkoord maken, 't werk inzetten en als 't effen was, de betaling doen komen. Hij wist ge noeg dat er met klagen en krieperj geen vooruitgang was in 't werk, daarom zorgde hij dat 't werk neerstig uitgevoerd werd en de betaling volgde. Kortom, 't is een man met groote verdienste. In heel dien onzeggelijken warboel van de verwoeste gewesten heeft hij, voor het deel dat hem aangewezen was, orde en organisatie gebracht en dat was de groote stap tot het heropbeuren van de streek. Hij was ook altijd te beene, en ter plaatse 't Vroeg hem veel geloop maar hij ontzag het niet Hoeveel gemeten hij alzoo afgeketst heeft bij goed of slecht wêere, hij weet het voorzeker zelf niet meer, maar 't feit dat hij het gedaan heeft, spreekt genoeg te zijnen voordeele immers 't was alzoo en alzoo alléén, dat hij «de visu» kon oordeelen en bestatigen hoe en wanneer er te werken viel. Is 't daf er ooit onderscheidingen uitgedeeld worden voor het heropbeuren der verwoeste gewesten, hij mag gereedelijk een van de eerste en van de grootste hebben ze zal WEL verdiend zijn We wenschen den Heer Pauwels, vroeger agronome te Yper, nu Bestuurder van de hoogere Tuinbouw school van den Staat te Gent, hartelijk geluk met zijne benoeming, al hem nog dankend voor zijn bedrijvig werk en zijne tallooze diensten aan onze streek be wezen i C. C. Het spijt ons aan uwe vraag niet te kun-Om 11 uur bijeenkomst aan de brug van nen voldoen. Wij waardeeren al de leden v<n Steenstraete. Optocht naar het graf. Te het plaatselijk syndicaat, maar kunnen enkelj 11 1/2 mis in open lucht, met sermoen. betreuren dat zij aangesloten zijn bij het Daarna bloemenhulde door de Vlaamsche Nat. Syndicaat, waarvan de hoofdleiders aan Meisjes, voordracht en aanspraak. Te 3 socialistische propaganda doen en een deeluur, bijzondere tram naar Yper, waar er te Ja, ik moet mij toch wat met hen bezig houden. Zeg niet dat ik weg ben en houd het ook stil in 't dorp. Maar is het niet beter de anderen ook te verwittigen? Neen, geen geruchte. Ik heb hier een Wij de eersten vluchten van de heelebriefje, om de overheid op dehoogte te bren- parochie En zonder thuis wat te zeggen )gen. Als ze vragen, waar ik ben, zeg dat de gouverneur mij voor inlichtingen naar Brugge ontboden heeft. Geen gebabbel, hé Haastig kuste hij zijn vrouw en verliet dan de kamer. Godelieve kreeg plots de tranen in de oogen. De vage angst overviel haar weer. 't Was haai, of haar ongeluk nu zou begin nen. Ze hoorde weldra de auto ronken. O, Louis geeft zoo weinig om mij, mompelde de jonge vrouw. Dan ging ze naar 't salon, en hartelijk be groette ze haar familieleden en Manda. Ja, bij deze menschen gevoelde ze zich veel beter thuis en nooit had ze haar stand moeten verlaten. Samen bespraken ze het nieuws. Neen, Louis, het kan niet zijn. En wat gaat ge met de familie doen 1 Ze zijn nu naar hier gekomen. Ze moeten hun plan trekken, 't Is ieder voor zich zelf! Sta nu op. Ja, maar ik vertrek nog niet. Waar gaat ge, ik kan dan achter komen Wat weet ik er van 1 Ge moet toch ergens heen rijden. Eerst naar Brugge. Waar kan ik u daar vinden. Morgen ben ik er misschien ook. Geef een adres De Vuist deed het en besloot dus alleen te vluchten. Hij scheen er gemakkelijk in te berusten, en Godelieve gevoelde het wel. Och, na hun twist, had Louis zich wel kalm gehouden, maar er bleef iets tusschen het echtpaar. De jonge man begaf zich naar zijn kantoor en schreef haastig een briefje- Dan nam hij een groot bedrag uit den lessenaar en stak het in zijn portefeuille. Hij bracht ook een som geld aanzijn vrouw die zich intusschen gekleed had. Hier is duizend frank, zei Louis. Kom dus naar Brugge. Gaat ge nu naar de vluch telingen beneden? De Vuist reed den weg op. Al spoedig werd hem een «halt roepen door een patrouille van zijn wacht. De kommandantriep hij. Ha, 't is mijnheere De Vuist zei gelegenheidssergeant. De Kommandant... toege burger een Ja, ja, dat is 't zelfde. Een uwer mannen moet dit briefje naar den etat-major brengen. Ge weet waar? Ja, ja, achter de flesschen- Die toon past u niet. 't Is maar bij manier van zeggen- Ge moet ernstig zijn. Och, wat is er ernstig? Dat ginder... Ja... En de man wees naar een plek klaarte aan den einder. Brand, hernam hij Wat beteekent dat? O, dat is misschien van de genie Laat seffens dat briefje weg brengen. We gaan allen te gare, want we blijven bijeen- We hebben zoo 't gevoel, dat het slechter zit, dan ze schrijven en kwestie.' weet gij er niet meer van in uwen automo-i biel I Wat wilt ge daarmee zeggen? vroeg De Vuist nijdig. 't Is al meer gebeurd, dateen Komman dant 't eerst van al de pijpe uit was. Ge durft dus peinsen dat ik vlucht. Ieder mag peinsen wat hij wilt. Als ge zoo kurieus zijt, welnu, dan moogt ge weten dat ik order heb 't een en 't ander te bespreken, met de kommandanten van andere parochies. En 't is nu genoeg Ik heb u een bevel gegeven. Jongens, we zijn weg... De bende vertrok en De Vuist reed verder. Het briefje werd naar de herberg gebracht. De luitenant die eenige mannen verzameld had, maar somm'ge posten niet kon ontdek ken, las het stil en zei dan De Kommandantiser vandoor mannen Opvolger van S. VANDEN BERGHE, Bertenplaats, 8, (Kleine Markt), J» O I» E 11 I N CS If E. - 'k Had het gepeinsd, riep de sergeant. Ha die lafaard Moest hij daarvoor botten dragen tot aan zijn heupen en pistolen, om een heele bende uit te moorden Nu ziet ge zijn vaderlandsliefde. En zijn discipline! Zoo klonk "net in de groep. Luister, wat hij schrijft, hernam de ser geant En-hij las nu luid «Men telefoneert mij, dat ik naar den gouverneur te Brugge moet komen. De toe stand is zeer ernstig geworden Duik al de wapens in den grond en ieder mag naar huis gaan. De burgerwacht is ontbonden tot ik nadere orders heb en die zal meedeelen En geen naam er onder! vervolgde de luitenant Dan kan hij later zeggen, dat hij het niet geschreven heeft. Zoo zijn die mannen En peinst hij, dat ik mijn knuppel in den grond ga delven? vroeg Deroek. Ik ga daar nog een schoon geweertje uitkiezen en de Duitschman zal bij mij geen spel moeten maken. Maar zou 't slecht zitten vroeg er een. Waarom loopt De Vuist anders weg. Ja maar hij is naar den gouverneur Ho, gij onnoozelaar. Naar zijn lief te Yper, ja, en dan voorzeker 't Fransche in Voorzeker zit het slecht. 't Brandt in 't zuiden En die vluchtelingen dan met hun ver telling De Vuist deed wel of hij er niets van geloofde, maar dat zijn de inlichtingen, waarvan hij spreekt in zijn brief, en daarom is hij er van onder! De mannen namen de wapens mee en trokken af. Dadelijk hing er onrust over 't dorp. Angstig wachtte men den morgen af... V. Louis De Vuist reed dien nacht naar Yper Ze kunnen nu klappen zooveel ze wil ten, maar ik ben weg, herhaalde hij telkens Plots zag hij een licht op den weg. Men zwaaide met een lantaarn. Dat was dus een sein om te stoppen. Nog een garde civiek bromde De Vuist maar hij gehoorzaamde toch. Mannen doken op in het licht van de lan taarns. Papieren 1 gebood er een. Ik ben mijnheer De Vuist van Schoon velde. De aanvoerder keek wat scherper toe en zei dan zeer onderdanig Ha ja, nu zie ik hetNeem mij niet kwalijk, mijnheer De Vuist, dat ik u dezen last aandoe, maar het is ons consigne. O ja, gij doet uw plicht. Bij mij zijn ze mijn hondenkar komen halen, heel mijn broodwinningmaar mijn heer De Vuist mag zijn automobiel wel hou den, zie ik, bromde een der mannen, die leurder was. Zwijgen gebood de aanvoerder. Alloh, zwijgen, en waarvoorIk peisde dat er nu voor de wet geen arme en geen 'rijke menschen meer waren, maar alleen De Duitsche oud minister van finan ciën Erzberger, die met zijne familie verbleef in een badplaats in het Zwarte Woud, is op den weg van Griesbach, vermoord gevonden. Hi t lijk droeg de sporen van twaalf revol verschoten. Erzberger was de knappe leider van het duitsche Centrum. De moordenaars zijn nog Belgen, die dezelfde offers moeten brengen. Zoo schrijven ze in de gazet. - Vriendschap, ik heb met mijn auto's al diensten bewezen aan het land en nu ga ik hem heelegansch inleveren ge spreekt dus onrechtvaardig, verzekerde Louis. Hoort ge het, babbelare riep de over ste. Maar gij hebt altijd een stoute muile. Ja, ja er is vele, dat ik maar zal geloo- ven, als ik het zie. —Go kunt vooririjden, mijnheer DeVuist, hernam de aanvoerder, en let niet op dien tateraar. Louis groette en vervolgde zijn tocht. Hij naderde de oude, eerwaardige stede, het nobele leper, door de vaderen gebouwd, eerbiedig bewaard als een getuigenis van Vlaanderens glorietijd. 't Lag daar stille ingeslapen, als wachtend op de komende gebeurtenissen. En niemand vermoedde, dat leper's lot reeds beslist was en de eerwaarde stede wreed sterven zou Nu was ze goed bewaakt, ook alweer door wachters, die zich afvroegen of zij nu bur gers waren dan wel soldaten. De Vuist moest nogmaals stoppen. 's Nachts niet binnen... de dag is lang genoeg, zei de ovetste van den post. Moet ik wachten tot morgen Is het dat, wat ge wilt zeggen. Ge verstaat hét goed En ge vraagt niet, wie ik ben. Dat kan mij niet schelen. Mijnheere of knecht, voor mijn consigne is het gelijk. Vervolgt.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1921 | | pagina 1