HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
5 der Muntherstelling
zonder Kosten
Nieuwsblad voor Poperingh en Omstreken.
De bloem van bet Vrijboseh
Apotheek Frans Van de Plas
Zondag 4" September 1921.
15 Centiemen.
18i Jaar.N' 36.
Ik kan niet.
In 't Buitenland.
Alle
DRUKWERKEN
Sansen=Vanneste,
15, Gasthuisstraat,
POPERINGHE
1 Jaar in Stad tehuis besteld.
buiten Stad met de post
Buitenland
6.50 fr.
8.00 fr.
10.50 fr.
Gasthuisstraat, 15, POPERINGHE,
MEUBELS
E. MONCAREY-
SANSEN
20, Gasthuisstraat,'
POPERINGHE
ofDe onzijdigheid van
ationaal Syndicaat van het
personeel der IJ. P. T. T. Z.
De Nieuwe Miiiciewet.
Waarom...?
Daarom...
t tv
Oorlogsschade.
verrichtingen
van vernieu
wing en uitwisseling der Kltsbons 5 der Muntherstelling
Wisseling
van vreemde munten
Inning
van
intreslbriefjes
ALLE BANKVERRICHTINGEN
Nelden te Steenstraete.
Een verdienstelijk Man
ÊUREEliGElPF
Schoolgerief
Boekhandel
Speelkaarten
Zichtkaarten
Amerikaansche
bureau's
Bureelmeubels
Meubelpapier
Linoleum
Toile Cirée
ENZ.
bij
ar Den Zondag na
middag gesloten.
Voor aankondigingen der
provincie Oost-Vlaanderen
zich wenden tot
E. DUQUESNE Zoon,
Marnixstraat, 30,
GENT.
Telefoon 1669.
J\ bounementprija
UITGEVER t
V. SAI^8Ëii«TAllliK«TE
Drukkerij - Papierhandel,
postcheckrekening flr 15570.
tlankoiKli^in^en
Berichten 50 cent. de regel. Notarieële berichten
50 cent. Rechterlijke Eerherstellingen en vonnissen
1 fr. 50 de regel.Rouwberichten, niet boven de 10 re
ken 5 fr. Grootere herhaalde annoncen, prijzen
op aanvraag.
Alle annoncen zijn
vooraf te betalen en
moeten voor den VRIJ
dag noen ingezonden
worden.
Stoelen
IJzeren Bedden
Matrassen
Sargien
Spiegels
Glas en Gleisch
Vet lot
Menagegerief
Stoors
Gordijnen
Gemaakte
Bloemen
Rouwkronen
Geschenken
ENZ. ENZ
bij
's Zondags gesloten.
Dat is de eeuwige verschooning van den
luiaard en den vadsige, en in vele gevallen
een bewijs van gebrek aan wilskracht.Man,
gij moet uw werk wat beter verzorgenziet
gij niet dat gij den eenen kalant na den an
deren verliest?
Ik kan niet
Vrouw, die onnoodige onkosten moet gij
daarlaten I uw man slaaft zijn vel van zijne
handenen, ofschoon hij eene schoone pree
naar huis brengt, geraakt gij niet uit de
schuld.
Dat kan ik niet
«Wees wat ordelijker in uwe zaken,
schrijf alles regelmatig op en stel niet gedu
rig uit tot morgenalles geraakt zoodanig in
de war, dat ge er weldra geen dag meer door
ziet.» I
Ik kan niet!
Dochter, laat dien jongeling varen hij
heeit meer noodig dan hij winnen kan en
past zijn werk niet op; gij zult een arme en
ongelukkige huisvrouw zijn.»
Hem laten, dat kan ik niet!
«Jongen, laat die lichtekooi, zij is schoon
van verre, maar verre van schoonzij kan
beter dansen dan breien, beter pralen en
pronken dan wasschen en schuren; gij zult
haren in de soep vinden en met uwe ellebo
gen door uwen frak loopen.
'k En kan niet!
«Vader, zie het doen en laten van uwen
zoon eens na: hij loopt blindelings verloren
en zal uw verdriet en uw schande zijn, uw
eigen ongeluk en verderf worden.
Och 1 Wie kan dat altemaal nagaan?
Moeder, wees wat strenger met uwe kin
deren zij groeien overuw hoofd, lachen met
uw bevel of verbod en zullen u bittere zuch
ten uit het hart, droeve tranen uit de oogen
persen!
En deman, de vriend.de heer, de dochter,
de jongeling, de vader en de moeder ant
woorden in koor:
Ik en kan niet 1
Schande, driemaal schande over die
lafaardstaai 1
Ziehier nu dé waarheid
Wij kunnen veel, maar wij geven ons de
moeite niet om eens ernstig te beproeven 1
wij stellen ons de onderneming te zwaar, te
lastig voor, zonder zelfs eens te onderzoeken
of zij ons bedriegt of niet. Wat meer wils
kracht en 't zal gaan 1
a] Met doodgeschoten
of verdwenen wordt ge-
de verminkte die minstens
2. Hij, wiens vader, of wiens twee broeders
gesneuveld of verdwenen zijn in den oorlog,
of door den vijand werden doodgeschoten.
Bemerking
gesneuveld
lijk gesteld,
50 heeft.
b] Deze vrijstelling wordt maar om één
zoon derzelfde familie gegeven.
En daar zijn ze al, die voorgoed kunnen
vrijgesteld worden dus er zijn er niet veel.
Doch er zijn er andere die kunnen een
of twee of driejaar uitstel krijgen, één jaar
met 'ne keerwij stellen dus de vraag
Wie kan voor een jaar vrijge
steld worden f
volgens de getuigenis der socialistische
De bevolking kan nu oordeelen of ze dient
Wij lezen in «Ie Peuple», het orgaan der te bevlaggen voor dat feest,
socialistische partij, van 17 April 1919: Om geen enkel neringdoener in zijne be-
«Tijdens den oorlog hebben w ij eene langen te hinderen, hebben wij tot op heden,
NATIONALE INRICHTING van het perso- over het feest, geen woord gerept,
neel van ijzerweg, posterijen, telegrafen,
telefonen en zeewegen kunnen stichten
Alwie gazetten leest, heeft in de laatste
weken al veel kolommen moeten verslinden
over de nieuwe miiiciewet ik heb er ook
veel over gelezen, doch ik moet bekennen,
dat ik, met het lezen van al die artikels
heel weinig van die wet heb leeren kennen,
want die artikels spreken over één punt van
de wet, en ik heb er nog geen gevonden die
daar 'ne keer klaar heel de wet uitleggen
Welnu 't is dat dat we willen beproeven voor
de lezers van De Poperinghenaarvele
menschen moeten daar belang in stellen, en
de jongens die algauw zullen moeten optrek
ken zullen voorzeker onzen uitleg bewaren,
't Zal kort zijn en klaar, en we laten alles
achter, wat geen algemeen belang heeft.
Eerst en vooral, de nieuwe wet en is
maar gemaakt voor drie klassen: 1920,1921
en 1922. Toekomend jaar zal eene defi
nitieve wet gemaakt worden voor de klas
1923 en al de volgende. Dat moet ge wel
onthouden, want de miliciens van 1920, 1921
en 1922. die een jaar met ne keer uitgesteld
worden, zullen dan, in 1923 onder die defi
nitieve wet vallen en we weten nog niet
wat die wet zal zijn alleszins niet genadi
gerdan deze, peis ik.
De dienst duurt tien maanden voor 't voet
volk dertien maanden voor de artillerie en
't peerdenvolk, en twaalf maanden voor al
de andere diensten.
Het princiep is natuurlijk ALLEMAN
SOLDAAT. Doch daar zijn uitzonderingen
aan, maar weinig genoeg wij stellen dus
de vraag
Wie is er voor Roed vrij t
(drie keeren te reke dus telkens een jaar)
1. De milicien die tijdelijk flauw of zieke
lijk is.
2. De milicien die gedaan heeft met zijne
middelbare studiën, en die leert voor priester,
kloosterling of missionnaris.
3. De milicien die leert voor lager onder
wijzer of leeraar in de middelbare scholen
van den lageren graad.
4 De milicien die een broeder bij den
troep heeft als milicien, op het oogenblik dat
hij ook zou moeten binnengaan.
5. De milicien die weduwaar is met een
of meer kinders.
6. De milicien die onbetwistbaar de on
misbare steun is van vader en moeder, of
van een van beide of, indien zijn vader en
moeder overleden zijn, steun van grootou
dersof nog, steun van broeders en zusters.
7. De eerstopgeroepene van een huisgezin
dat ten minste vier kinders heeft, jonger dan
de milicien. Om deze vrijstelling van een jaar
te bekomen, is het noodig dat de milicien
niet getrouwd zij, en dat hij met zijne ouders
en broers en zusters samen wone, wiens
steun hij is.
8. De milicien die studeert, die een stiel
leert, die eene hofstêe beboert, alleen of met
zijne ouders die aan 't hoofd staat van
eene handel- of nijverheidsonderneming, enz
en die kan bewijzen dat hij veel schade zou
doen met seffens te moeten opgaan.
Dat zijn nu dus acht soorten van jongelin
gen, die drie maal voor een jaar kunnen vrij
gesteld worden. De jongelingen waarvan
sprake in n" 1, dus zij die flauw of ziekelijk
zijn, zullen voor goed vrij zijn als ze den
vierden keer nog niet goed zijn voor den
dienst, maar de zeven andere soorten zullen
allemaal eindigen met soldaat tg gaan zijn
is 't niet achter 't eerste, 't is achter 't tweede
of 't derde jaar uitstel. Dat komt dus hierop
uit, dat ze zelf kunnen schikken wanneer het
best past in hunne bezigheid of studiën
om hunnen dienst te doen, maar gaan moe
ten ze, allemaalde priesters, de paters, de
kloosterlingen, de schoolmeesters, de eenige
kinders, de steunen van familie, enz alleman
Bemerk wel nochtans, dat is voor de klas
sen 1920, 1921 en 1922. De jongeling
der klas 1919 of vroeger, die geen soldaat
geweest is binst den oorlog, en die met de
lichting van 1919 eene tijdelijke vrijstelling
kreeg van één jaar, omdat hij bij voorbeeld
leerde voor priester of schoolmeester, blijft
voort onderworpen aan de oude wet, en
zal dus ook voor goed vrijgesteld worden
volgens de oude wet Dit is het geval niet
voor een milicien der klas 1919, die met
zijne klas, een jaar vrijgesteld werd om re
den dat hij zijne studiën in de Hoogeschool
moest voleinden bij voorbeeld, of omdat hij
noodig op zijne hofstêe was deze jongeling
valt nu onder de nieuwe wet, en zal dus na
een of twee jaar moeten soldaat zijn.
De schoolmeesters worden dus ingelijfd
gelijk al de andere jongelingen. De geeste
lijken worden ook allemaal ingelijfd maar
ze worden naar een bijzonder kamp gezon
den om er den dienst van het rood kruis te
leeren.
De eerstopgeroepene uit eene familie die
ten minste vier kinders in leven telt, jonger
dan de milicien, mag zijn wapen en zijn
garnizoen kiezen.
De miliciens van 1921 of 1922, mogen, op
aanvraag, en als zij redens hebben, hunnen
dienst doen met de klas 1920, om er gauw
van af te zijn.
1. Hij die aangedaan is van eene onge
neesbare krankheid, waardoor hij ongeschikt
is voor den dienst.
Mengelwerk van «De Poperinghenaar». 36
door A. HANS.
Dat is 't gene dat iedereen zou moeten
weten over die nieuwe wet. 't Is kort en we
meenen dat 't klaar is Y.
der wekelijksche stortingen van de leden,
eerst en vooral en uitsluitelijk storten, in de
kas der socialistische prapaganda.
Rechtstreeksche of onrechtstreeksche so
cialistische propaganda, alhoewel ongetwij
feld door u zelf niet gewild, kunnen wij niet
steunen.
Met de meeste achting.
De Poperinghenaar.
Dus WIJ! socialisten.
Nog in Le Peuple» van 23-12-18: (na
een stoet van het N. S.
«25.000 socialisten betoogen te Brussel.
De bedienden van den Staat voor de eerste
maal achter de roode vlag»
Over de vlaginhuldiging van het plaatse
lijk Syndicaat te Kortrijk op 3 Augustus 19-0
schreefVooruit» des anderendaags:
«Vriend lezer, het zal u zeker wel verba
zen, te vernemen dat de stoet geopend werd
door de katholieke stadsfanfare van Kort
rijk, het kristelijk bestuurde Kortrijk!»
't Is best dat in Poperinghe aan Vooruit
de verwondering zal gespaard worden in
soortgelijke stoet, de katholieke stadsfanfare
aan 't hoofd te zien stappen.
In 't zelfde nummer van Vooruitlezen
wij verder:
Het Nationale Syndicaat heet on
zijdig doch, moest men een knikker
werpen in de massa zijner leden, het zou
toch een echt mirakel zijn, moest hij op den
kop van een onzijdigeterecht komende
kleuren van het vaandel zijn wel velerlei
maar de kleur van het hartebloed der leden
is rood
Wat zegt gij van die beoordeeling, leden
van het Nationaal syndicaat van Poperinghe?
Wij lezen in «L' Exploité» ook een socia
listisch blad, een artikel geteekend Mar-
chand
«Hoofdzakelijk zijn het de syndicaten die
het grootste ledental aan de werkliedenpartij
leveren: het is met de bijdragen onzer dui
zenden leden, dat men het bestuurlijk rader
werk der partij verzekert; het is dank aan
den steun der syndicaten dat de politieke
leiders hunne propaganda kunnen voeren»
De bijdragen, zegt hij nog, der onafhan
kelijk vereenigden, welke niet aangesloten
zijn aan de partij, komen bijeen in één kas,
welke dient tot de algemeene propaganda
En ten slotteDe politiek der parti;
wordt geleid uit naam van al hareaangeslo
tenen, alhoewel heel dikwijls een groot deel
dezer niet weten dat zij betalen aan een poli
tieke instelling, en alhoewel zij ook in menig
geval de gedachten van deze partij niet
deelen
In de Gazet van Antwerpen van 1" Sep
tember dezer week lezep wij
Het Nationaal Syndicaat proclameert
zich onpartijdig, terwijl het in feite een
socialistisch lichaam is. Dit socialistisch zijn
kwam met den dag meer en meernaar voren,
en deed vele leden besluiten tot ontslag, ter
wijl anderen erg misnoegd zijn.
Het valt ook niet te betwisten en al de
socialistische bladen deze week spreken er Deboosere Wydock Cyrille
van zie Le Peuple De Eendracht
De Volksgazet dat in den loop van
dezen Zomer DUIZENDEN ONTSLAGEN
in het N. S. gegeven werden.
Die nu hun ontslag geven zijn deze die
eerst door den naam NATIONAAL Syndi-
kaat verdwaald, nu klaar zien.
t Zal hier ook wel komen 1
In de laatste zitting der Scheidsrechterlij
ke Kommissies werd de schade op len Augusti
1914, als volgt vastgesteld voor de hierna-
vermelde geteisterden
OOST-VLETEREN.
Bamelis Auguste 1485
Devloo Albert 9 420.86
Cornette Henri 580
Wwe. Roothaar Demarez 491.10
Wwe. Mahieu Bervoet Cathérine 2311
RENINGHE.
Desodt Modeste 737
Debeir Remi 2805
Versavel Prudent 4250
Wwe Bossaert Vandenbussche 2810
Deman Clémance
Wwe. Vandenbroucke
Gheeraert Henri
Castryck Désiré
Van Steelandt Camille
Lacante Petrus
Vandenbussche Servaas
Hoedt Gaston
Vansteene René
De Diuique de Courtrai,
brengt ter kennis der houders van Kasbons 5 der Muntherstelling uitkeerbaar den 31
December 1921, en welke begeeren de uitbetaling hunner titels te bekomen, dat, volgens
de wet van 30 Juli 1921, de bons moeten nedergelegd zijn tusschen 10 en 24 Oogst 1921,
ten einde van een bijzondere stempel bekleed te worden.
De Minister van Geldwezen is gemachtigd om Schatkistbons met vijf ten honderd In
trest 's jaars te beginnen van 1 December 1921 en uitkeerbaar den 1 December 1926, uit
te geven, tot het beloop van het noodige kapitaal om de Bons der- Muntherstelling die
niet binnen het vastgestelde tijdverloop zouden nedergelegd geweest zijn, te verwisselen.
De houders zullen, ten tijde der verwisseling recht hebben op de betaling van:
eene premie in geld, vertegenwoordigende vijf ten honderd van het nominaal kapi
taal der verwisselde Bons der Muntherstelling;
2") den koepon van 1 December 1921 tot deze Bons behoorende.
De Danque de Courtrai te ï*opei*iiiglie
"elasl zich zondei' Dosten der
1590
26449
645
1300
7 025-
450-
1645
311
Devloo Clemence Wwe Huyghebaert 590
Degraeve Théophile
Merlevede Hypolite
WOESTEN.
Deramoudt Maurice
De Ceuninck Petrus
Vandevoorde Emile
ZUYDSCHOTE.
Fasseel Achille
Devos Auguste
NOORDSCHOOTE.
Callens Léon
Vandenberghe Marie
LANGHEMARCK.
Quartier Sophie gevolmacht door
Quartier Camille of Sylvie
Vanderriest Henri -
Keygnaert Cyrille
Ligneel Alois
BOESINGHE.
Dewaele Désiré landbouwer
Vandepitte Hector Cornélius
Dewaele Jules
St JAN.
Huyghebaert Henri Théophile
Huyghebaert Louise
Wwe. Dewancker Ernest
YPER.
Vandenhende Léopold de Crock
Dehem Henri Muylle
ZILLEBEKE.
'Boucique Albert Vanacker
4 uur eene feestzitting plaats heeft, met
befaamde sprekers als Professor D' Daels,
voorzitter van 't Van Raemdonck komiteit,
Ward Hermans en Filip De Pillecyn.
's Avonds, muzikaal feest, met uitgalmingen
door den vermaarden declamator Jul.
Platteau.
Vanaf de Limburgsche heide tot aan de
Noordzeekust zullen alle stambewuste Vla
mingen op 18n September het levensoffer
van hun Vlaamsche jongens te Steenstraete
komen herdenken. De Vossen van het
Westrand zullen niet ten achter blijven, en
hun vlaggen zullen ze eerbiedig komen
neerbuigen boven het graf van twee hunner
heldhaftigste Vlaamsche broeders. De be
stuurders van al de Vossenbonden aan
schouwen dit bericht als een dringende
persoonlijke uitnoodiging. Moesten wij onze
86:3.35 dooden vergeten, dan is al ons ijveren en
roepen om Recht voor de levenden een
schampere komedie, want de dooden lieten
ons hun oude vaders en moeders, hun
weduwen en weesjes na. En dat we de
testament-uitvoerders van België's 33 dui
zend dooden zijn mogen we nimmer verge
ten, of we zijn leelijke zelfzuchtigaards!
Wie de gebroeders Van Raemdonck wa
ren wat ze deden aan de oudpiotten moet
ik het niet vertellen. Dien bloednacht van
26 Maart 1917 te steenstraete hebben ze wel
onthouden, of hooren verhalen. Maar voor
de burgers vertel ik te naaste week wat
Frans en Edward Van Raemdonck gedaan
hebben, en hoe ze samen door het Duitsch
staal vermoord werden.
-290
4410
655
1280
3359.10
:1515
30825-
7068
1615
1185
2280
3075
2808
807
1840-
4 070 -
1780
3400
:3 550
Namens het Van Raemdonck-komiteit.
J. Leuridan.
«De Poperinghenaar» ontving van wege
het plaatselijk Nat. Syndicaat eene uitnoodi
ging om het feest aan te kondigen.
Ziehier het antwoord dat door
stuurd werd
ons
De datum van dezen Herdenkingsdag past
voor ons, Poperinghenaren, slecht,
't Is immers op 18 September dat onze
7C3q nieuwe Burgmeester ingehuldigd wordt. Dat
3d0 _j belet niet dat wij ons, met het hart, bij deze
l plechtigheid, van dankbare hulde aan onze
- ■'.gg' gesneuvelden, aansluiten,
i» j I i<| i 1 Nooit genoeg zullen wij, alle herdenking
Grdenking onzor VlaBmSChG en hulde aan onze gesneuvelden gebracht,
kunnen steunen. Het Komiteit vraagt ons
eene inschrijving te willen openen om in de
onkosten te voorzien. Volgaarne voldoen wij
aan dezen wensch en verhopen een flink
aantal bijdragen te mogen opnemen
Eerste Lijst.
De Poperinghenaar 10.
Jerome Leuridan 5.
Maurice Leuridan 5.
Een Oud Strijder 2.
Op Zondag 18" September zal er een
aandoenlijke plechtigheid plaats hebben te
Steenstraete: de Vlamingen, en de Oud-
Strijders in 't bijzonder, zullen aan het graf
der gebroeders Van Raemdonck, den dood
van onze duizenden gesneuvelde jongens
herdenken.
De hulde aan onze doode broeders, be-
ge- graven in de Yzervlakte en over gansch
Vlaanderen, belooft indrukwekkend te zijn.
Het Staatsblad van Donderdag maakt de benoe
ming bekend van den Heer Robert Pauwels, staats-
landbouwkundige te Yper, als Bestuurder aan de
hoogere tuinbouwschool van den Staat lo Gent.
Die benoeming is eervol en schoon. Het zal de
rechte man op de rechte plaats zijn, te meer daar de
heer Pauwels, voor zijne studieën van landbouw
ingenieur, de cursussen van die hoogere tuinbouw
school te Gent gevolgd had, en hij dus van oud-leer
ling er nu bestuurder wordt.
Niettemin zal zijn weggaan uit de verwoeste gewes
ten diep gevoeld worden. Wat hij er, als landbouw
kundige van den Staat verwezentlijkt heeft kan oprecht
niet te hoog geschat worden. Het Ministerie van
Landbouw, dat terecht moet geprezen worden om de
vlugheid waarmede die tallooze hectaren wildernis
vereffend geworden zijn, en om de degelijkheid der
werkcontracten die toelieten dat pachters en grond
eigenaars allebei hun voordeel vonden in het opnieuw
tot stand-brengen van de doorschoten akkers, dat
Ministerie vond in den heer Pauwels wel zeker een
zijner verdienstelijkste helpers. Hij kende immers de
streek aan zijn toezicht onderworpen, en niet alleen
de streek, maar de bewoners ervan, hunnen nood,
hunnen ijver, hunne werkkracht, en vooral hunnen
taaien moed. 't Was hij, die van 't begin af na den
wapenstilstand en na de terugkomst uit het balling-
schap, aanstonds hand aan 't werk sloeg, terwijl de
zoovele anderen niet wisten hoe en waar en wanneer
te beginnen, 'k Zie hem nog komen in mijn barakske,
waar ik ons volk deed naartoe komen om een eerste
vergadering te beleggen VQor 't Werk van den Akker,
of het plan te maken voor de plaatselijke Boerengiide.
k Hoor hem nog zoo gemoedelijk uiteen zetten heel
dat stelsel' van aanmoedigingspremieën voor ons ge
teisterde volk, dat elks ijver nog aanvuurde en zulke
schoone uitslagen opleverde. En hoe menige keer
was ik getuige van 't schatten van akkers en weilanden
voor de contracten, zonder veel tijd te verliezen of
veel woorden den nekke te kraken, kort en kl;mr zijn
gedacht zeggen, akkoord maken, 't werk inzetten en
als 't effen was, de betaling doen komen. Hij wist ge
noeg dat er met klagen en krieperj geen vooruitgang
was in 't werk, daarom zorgde hij dat 't werk neerstig
uitgevoerd werd en de betaling volgde.
Kortom, 't is een man met groote verdienste. In
heel dien onzeggelijken warboel van de verwoeste
gewesten heeft hij, voor het deel dat hem aangewezen
was, orde en organisatie gebracht en dat was
de groote stap tot het heropbeuren van de streek. Hij
was ook altijd te beene, en ter plaatse 't Vroeg hem
veel geloop maar hij ontzag het niet Hoeveel gemeten
hij alzoo afgeketst heeft bij goed of slecht wêere, hij
weet het voorzeker zelf niet meer, maar 't feit dat hij
het gedaan heeft, spreekt genoeg te zijnen voordeele
immers 't was alzoo en alzoo alléén, dat hij «de visu»
kon oordeelen en bestatigen hoe en wanneer er te
werken viel.
Is 't daf er ooit onderscheidingen uitgedeeld worden
voor het heropbeuren der verwoeste gewesten, hij
mag gereedelijk een van de eerste en van de grootste
hebben ze zal WEL verdiend zijn
We wenschen den Heer Pauwels, vroeger agronome
te Yper, nu Bestuurder van de hoogere Tuinbouw
school van den Staat te Gent, hartelijk geluk met zijne
benoeming, al hem nog dankend voor zijn bedrijvig
werk en zijne tallooze diensten aan onze streek be
wezen i C. C.
Het spijt ons aan uwe vraag niet te kun-Om 11 uur bijeenkomst aan de brug van
nen voldoen. Wij waardeeren al de leden v<n Steenstraete. Optocht naar het graf. Te
het plaatselijk syndicaat, maar kunnen enkelj 11 1/2 mis in open lucht, met sermoen.
betreuren dat zij aangesloten zijn bij het Daarna bloemenhulde door de Vlaamsche
Nat. Syndicaat, waarvan de hoofdleiders aan Meisjes, voordracht en aanspraak. Te 3
socialistische propaganda doen en een deeluur, bijzondere tram naar Yper, waar er te
Ja, ik moet mij toch wat met hen bezig
houden.
Zeg niet dat ik weg ben en houd het
ook stil in 't dorp.
Maar is het niet beter de anderen ook
te verwittigen?
Neen, geen geruchte. Ik heb hier een
Wij de eersten vluchten van de heelebriefje, om de overheid op dehoogte te bren-
parochie En zonder thuis wat te zeggen )gen. Als ze vragen, waar ik ben, zeg dat de
gouverneur mij voor inlichtingen naar Brugge
ontboden heeft. Geen gebabbel, hé
Haastig kuste hij zijn vrouw en verliet
dan de kamer.
Godelieve kreeg plots de tranen in de
oogen. De vage angst overviel haar weer.
't Was haai, of haar ongeluk nu zou begin
nen.
Ze hoorde weldra de auto ronken.
O, Louis geeft zoo weinig om mij,
mompelde de jonge vrouw.
Dan ging ze naar 't salon, en hartelijk be
groette ze haar familieleden en Manda.
Ja, bij deze menschen gevoelde ze zich
veel beter thuis en nooit had ze haar stand
moeten verlaten.
Samen bespraken ze het nieuws.
Neen, Louis, het kan niet zijn. En wat gaat
ge met de familie doen 1 Ze zijn nu naar hier
gekomen.
Ze moeten hun plan trekken, 't Is ieder
voor zich zelf! Sta nu op.
Ja, maar ik vertrek nog niet. Waar
gaat ge, ik kan dan achter komen
Wat weet ik er van 1
Ge moet toch ergens heen rijden.
Eerst naar Brugge.
Waar kan ik u daar vinden. Morgen
ben ik er misschien ook. Geef een adres
De Vuist deed het en besloot dus alleen te
vluchten. Hij scheen er gemakkelijk in te
berusten, en Godelieve gevoelde het wel.
Och, na hun twist, had Louis zich wel
kalm gehouden, maar er bleef iets tusschen
het echtpaar.
De jonge man begaf zich naar zijn kantoor
en schreef haastig een briefje- Dan nam hij
een groot bedrag uit den lessenaar en stak
het in zijn portefeuille.
Hij bracht ook een som geld aanzijn vrouw
die zich intusschen gekleed had.
Hier is duizend frank, zei Louis. Kom
dus naar Brugge. Gaat ge nu naar de vluch
telingen beneden?
De Vuist reed den weg op.
Al spoedig werd hem een «halt
roepen door een patrouille van zijn
wacht.
De kommandantriep hij.
Ha, 't is mijnheere De Vuist zei
gelegenheidssergeant.
De Kommandant...
toege
burger
een
Ja, ja, dat is 't zelfde.
Een uwer mannen moet dit briefje naar
den etat-major brengen. Ge weet waar?
Ja, ja, achter de flesschen-
Die toon past u niet.
't Is maar bij manier van zeggen-
Ge moet ernstig zijn.
Och, wat is er ernstig? Dat ginder...
Ja... En de man wees naar een plek klaarte
aan den einder.
Brand, hernam hij Wat beteekent dat?
O, dat is misschien van de genie Laat
seffens dat briefje weg brengen.
We gaan allen te gare, want we blijven
bijeen- We hebben zoo 't gevoel, dat het
slechter zit, dan ze schrijven en kwestie.'
weet gij er niet meer van in uwen automo-i
biel I
Wat wilt ge daarmee zeggen? vroeg
De Vuist nijdig.
't Is al meer gebeurd, dateen Komman
dant 't eerst van al de pijpe uit was.
Ge durft dus peinsen dat ik vlucht.
Ieder mag peinsen wat hij wilt.
Als ge zoo kurieus zijt, welnu, dan
moogt ge weten dat ik order heb 't een en
't ander te bespreken, met de kommandanten
van andere parochies. En 't is nu genoeg
Ik heb u een bevel gegeven.
Jongens, we zijn weg...
De bende vertrok en De Vuist reed verder.
Het briefje werd naar de herberg gebracht.
De luitenant die eenige mannen verzameld
had, maar somm'ge posten niet kon ontdek
ken, las het stil en zei dan
De Kommandantiser vandoor mannen
Opvolger van S. VANDEN BERGHE,
Bertenplaats, 8, (Kleine Markt),
J» O I» E 11 I N CS If E. -
'k Had het gepeinsd, riep de sergeant.
Ha die lafaard
Moest hij daarvoor botten dragen tot
aan zijn heupen en pistolen, om een heele
bende uit te moorden
Nu ziet ge zijn vaderlandsliefde.
En zijn discipline!
Zoo klonk "net in de groep.
Luister, wat hij schrijft, hernam de ser
geant
En-hij las nu luid
«Men telefoneert mij, dat ik naar den
gouverneur te Brugge moet komen. De toe
stand is zeer ernstig geworden Duik al de
wapens in den grond en ieder mag naar huis
gaan. De burgerwacht is ontbonden tot ik
nadere orders heb en die zal meedeelen
En geen naam er onder! vervolgde de
luitenant Dan kan hij later zeggen, dat hij
het niet geschreven heeft.
Zoo zijn die mannen
En peinst hij, dat ik mijn knuppel in
den grond ga delven? vroeg Deroek. Ik ga
daar nog een schoon geweertje uitkiezen en
de Duitschman zal bij mij geen spel moeten
maken.
Maar zou 't slecht zitten vroeg er een.
Waarom loopt De Vuist anders weg.
Ja maar hij is naar den gouverneur
Ho, gij onnoozelaar. Naar zijn lief te
Yper, ja, en dan voorzeker 't Fransche in
Voorzeker zit het slecht.
't Brandt in 't zuiden
En die vluchtelingen dan met hun ver
telling De Vuist deed wel of hij er niets van
geloofde, maar dat zijn de inlichtingen,
waarvan hij spreekt in zijn brief, en daarom
is hij er van onder!
De mannen namen de wapens mee en
trokken af.
Dadelijk hing er onrust over 't dorp.
Angstig wachtte men den morgen af...
V.
Louis De Vuist reed dien nacht naar Yper
Ze kunnen nu klappen zooveel ze wil
ten, maar ik ben weg, herhaalde hij telkens
Plots zag hij een licht op den weg. Men
zwaaide met een lantaarn. Dat was dus een
sein om te stoppen.
Nog een garde civiek bromde De Vuist
maar hij gehoorzaamde toch.
Mannen doken op in het licht van de lan
taarns.
Papieren 1 gebood er een.
Ik ben mijnheer De Vuist van Schoon
velde.
De aanvoerder keek wat scherper toe en
zei dan zeer onderdanig
Ha ja, nu zie ik hetNeem mij niet
kwalijk, mijnheer De Vuist, dat ik u dezen
last aandoe, maar het is ons consigne.
O ja, gij doet uw plicht.
Bij mij zijn ze mijn hondenkar komen
halen, heel mijn broodwinningmaar mijn
heer De Vuist mag zijn automobiel wel hou
den, zie ik, bromde een der mannen, die
leurder was.
Zwijgen gebood de aanvoerder.
Alloh, zwijgen, en waarvoorIk peisde
dat er nu voor de wet geen arme en geen
'rijke menschen meer waren, maar alleen
De Duitsche oud minister van finan
ciën Erzberger, die met zijne familie verbleef
in een badplaats in het Zwarte Woud, is op
den weg van Griesbach, vermoord gevonden.
Hi t lijk droeg de sporen van twaalf revol
verschoten.
Erzberger was de knappe leider van het
duitsche Centrum. De moordenaars zijn nog
Belgen, die dezelfde offers moeten brengen.
Zoo schrijven ze in de gazet.
- Vriendschap, ik heb met mijn auto's
al diensten bewezen aan het land en nu ga
ik hem heelegansch inleveren ge spreekt
dus onrechtvaardig, verzekerde Louis.
Hoort ge het, babbelare riep de over
ste. Maar gij hebt altijd een stoute muile.
Ja, ja er is vele, dat ik maar zal geloo-
ven, als ik het zie.
—Go kunt vooririjden, mijnheer DeVuist,
hernam de aanvoerder, en let niet op dien
tateraar.
Louis groette en vervolgde zijn tocht.
Hij naderde de oude, eerwaardige stede,
het nobele leper, door de vaderen gebouwd,
eerbiedig bewaard als een getuigenis van
Vlaanderens glorietijd.
't Lag daar stille ingeslapen, als wachtend
op de komende gebeurtenissen.
En niemand vermoedde, dat leper's lot
reeds beslist was en de eerwaarde stede
wreed sterven zou
Nu was ze goed bewaakt, ook alweer door
wachters, die zich afvroegen of zij nu bur
gers waren dan wel soldaten.
De Vuist moest nogmaals stoppen.
's Nachts niet binnen... de dag is lang
genoeg, zei de ovetste van den post.
Moet ik wachten tot morgen Is het
dat, wat ge wilt zeggen.
Ge verstaat hét goed
En ge vraagt niet, wie ik ben.
Dat kan mij niet schelen. Mijnheere of
knecht, voor mijn consigne is het gelijk.
Vervolgt.